Transcriptie van een toespraak van Taajush Shariah Allāma Akhtar Raza Khan Qādri Azhari Qiblah (Alayhir Rahmah)
“Alahazrat heeft nooit en te nimmer enige vernieuwing in welke religie dan ook teweeggebracht, in welke hoedanigheid dan ook. Hij is beloond door Allāh Ta’ālā en Zijn Heilige Profeet ﷺ voor zijn inzet om de islam te dienen en de praktijk van onze Rasool ﷺ te hervormen (binnen de kaders van de Sharia terugbrengen). Dientengevolge is de juiste Dien (godsdienst) van Allah geïntroduceerd door Alahazrat en werd het bekend als Maslak-e-Alahazrat, wat niets anders inhoudt dan Maslak-e-Ahle Sunnat wa Jamā’ah. Er is onvoldoende tijd om zijn leerstelling breedvoerig te behandelen, doch ik kan al zijn gedachten en lering samenvatten in enkele coupletten van zijn gedichten die de ware Imān weergeven en het echte geloof van een oprechte moslim conform de Heilige Profeet ﷺ. Hij zegt:
‘Allah Ki Sar Ta Baa Qadam Shaan Hain Yeh,
Insaa Nahin Insaan, Woh Insaan Hain Yeh,
Quran To Imān Batata Hai Inhein,
Imān Yeh Kahta Hai Meri Jaan Hain Yeh’
Ik ben gekomen om toe te lichten wat Alahazrat zegt, aanwijzend naar zijn eerbiedige en bijzonder gerespecteerde Rasool ﷺ. Hij is de Glorie en Jalwa van Allah, van top tot teen. Hij is zo’n man waarvan geen ander bestaat. Daarnaast moet ik zeggen dat bovengenoemde kwatrijn van Alahazrat ook een ander devotie omvat welke niet is besproken, maar wel is begrepen namelijk ‘Aqā’id-e-Hāzir-o-Nāzir’. Dit kan als volgt worden uitgelegd, dat onze Profeet ﷺ overal aanwezig is en iedereen observeert met zijn wijsheid en zijn inzicht. Daarom wordt de moslim geleerd gedurende de namāz zichzelf in de nabijheid van de Heilige Profeet Mohammed ﷺ te beschouwen en uit respect te zeggen ‘As Salam-0-Alaika Yā Ayyuhan Nabi, Wa Rahmatullāhi-E-Wa-Barakātuhu’.
Als de moslim niet in staat is zijn geliefde Rasool ﷺ te zien, dan moet hij geloven dat zijn Profeet wel in leven is en zijn handelingen en de conditie van zijn hart in de gaten houdt, waar ook ter wereld. Op deze wijze heeft Alahazrat de moslims geleid, hoe zij moeten geloven in de Heilige Profeet ﷺ. Wat is het juiste geloof aangaande het respecteren van de Heilige Profeet? Iemand kan zichzelf doen inzien via zijn Aqīda, dat Mohammed ﷺ ongeëvenaard, uniek en weergaloos is en dat niemand in de hele schepping gelijk is aan hem. De Heilige Qur’ān beveelt de mensen in de Heilige Profeet ﷺ te geloven en noemt hem Imān, maar Imān getuigd dat de Heilige Profeet ﷺ mijn spirit is. Dit is niet alleen de leerstelling van Alahazrat, maar ook de leerstelling van Kalimah en het is de stem van iedere moslims hart. Nu weet u wie de echte moslim is. Er is geen andere ‘echte’ moslim dan de Ahle Sunnat wa Jamā’ah. Met deze relatie wil ik een aantal coupletten aanhalen van Hazrat Hasan Sādiq (radi Allāhu anhu), de beroemde dichter uit het beginstadium van de Islam. De Heilige Profeet Mohammed ﷺ had de gewoonte voor hem de preekstoel klaar te zetten en hem vaak te bevelen daarop te staan en met de respectvolle Profeet Hazrat Mohammed Mustafa ﷺ te praten over het goede nieuws van ‘Ruhool Qudus’ Hazrat Jibra’il (alayhis salām). De dichter zei over de Heilige Profeet: ‘Nooit is een oog getuige geweest van iets glorieuzer dan U, vrouwen hebben nooit eerder een kind gebaard dat heiliger is dan U, U bent vrij van alle blamages geschapen, U lijkt geschapen te zijn zoals U het wenste’. Eenieder kan door bovenstaande woorden weten, dat Alahazrat niet de enige is in het erkennen van de Heilige Profeet met zijn geloof. In werkelijkheid is bewezen dat dit de juiste wijze is om in de Heilige Profeet te geloven en het geloof van de Ahle Sunnat wa Jamā’ah is afkomstig van de metgezellen van de Profeet. Daarom zegt Alahazrat:
‘Ahle Sunnat Ka Hai Bera Paar, Ashāba Huzoor Najm Hai,
Aur Nau Hai Itrat Rasool Allah Ki’.
Deze spreuk is afgeleid van een Hadith waarin de Heilige Profeet ﷺ zijn metgezellen heeft vergeleken met de sterren aan de hemel die zijn gedaagden verlichtte met de boot van Hazrat Nooh (alayhis salām).
Intussen zijn er sommige mensen die proberen de Islam op een onjuiste wijze te representeren. In werkelijkheid proberen zij de moslims te misleiden van de spirit van de Islam. Zij zeggen bijvoorbeeld: ‘Mohammed ﷺ is net als de andere mannen’. Ongelukkigerwijs proberen zij hun fouten te rechtvaardigen met de Heilige Qur’ān (para 16) ‘Zegt: U, ogenschijnlijk in uiterlijke vertoning van een man, ik ben net als U, ik ontvang openbaringen dat Uw Allah Eén is’. Allah beveelt Zijn Heilige Profeet in dit vers om nederig te blijven, ogenschijnlijk dat hij als anderen is. Tegelijkertijd worden de dingen verhelderd die hem laat verschillen met de mensheid.
Het is een erg onverschillige houding jegens de gerespecteerde Rasool ﷺ. Zij geloven slechts een deel van dit vers, ondertussen geloven ze het andere deel ‘ik ontvang openbaringen’ niet. Surah Al-Kahf, H110
De openbaringen komen naar mij, daarom zegt Allah over zulke mensen: ‘Zij geloven in sommige delen van de Goddelijke Qur’ān en geloven niet in andere delen, terwijl Allah verklaart dat Soennies die de feilloze kennis verkregen, ‘Zeg: Wij geloven in het hele Boek, iedere vers is van onze Allah, de Almachtige Allah’.
Eenieder kan door deze verzen te weten komen, dat de openbaring aan de Profeet ﷺ bijzonder verschilt in de ogen, oren en harten van de mensen. Daarom verklaart de Profeet ﷺ: ‘Mijn ogen slapen, maar mijn hart niet’. Door deze verklaring weten wij dat de Profeet niet is zoals andere mensen. Ulema zeggen: ‘Profeten zijn tussen de mensen geplaatst met de ogenschijnlijke beschaafdheid, maar uiterlijk met hun wezenlijke status zijn zij geclassificeerd met de engelen. Daarom observeren zij de aarde en in een oogopslag van het Oosten tot Westen, zij horen de hemel kraken en ruiken de geur van Hazrat Jibra’il (alayhis salām).
Onze Heilige Profeet zegt: ‘Ik zie wat jullie niet kunnen zien en ik hoor wat jullie niet kunnen horen’.
Het is heel in het kort wat ik heb uitgelegd en concludeer met de woorden: ‘Moge Allah ons accepteren en moge Allah ons allen zegenen om op het Rechte Pad te blijven met groot respect voor Zijn Heilige Profeet ﷺ, en alles behoort aan hem. Moge Allah ons beschermen en afzijdig houden van het gezelschap van de misleidde mensen’. Amien!”