Tawakkoel

Een ander gradatie waar degenen die Allāh Ta’ālā naderen is tawakkoel (vertrouwen), en het graad is erg hoog. Toch is tawakkul moeilijk en delicaat om te leren. En het is nog moeilijker om het te beoefenen want als iemand denkt dat iemand anders dan Allāh Ta’ālā acties en daden beïnvloedt, zal zijn tawhīd defect zijn. Als hij zegt dat er geen oorzaken nodig zijn, zal hij van de Shari’ah zijn afgeweken. Als hij zegt dat het niet nodig is om de oorzaken ertussen te zetten, zal hij onredelijk zijn geweest. Als hij zegt dat ze nodig zijn, zal hij zijn tawakkul hebben gesteld in degene die de oorzaken heeft voorbereid, een geval dat een defect in tawhīd vertoont.

Zoals het wordt gezien moet tawakkul zo worden begrepen dat het eens is met zowel de geest als de Shari’ah en tawhīd. Zo’n begrip vereist diepgaande kennis. Dan kan niet iedereen het begrijpen. We zullen eerst de waarde van tawakkul verduidelijken, dan uitleggen wat het betekent, en dan voorschrijven hoe het te verkrijgen. De deugd van tawakkul: Allāh Ta’ālā heeft iedereen bevolen tawakkul te hebben en verklaarde: “Tawakkul is een vereiste voor Imān.” Het wordt beweerd in de surah van Mā’idah: “Als je Imān hebt, zet je tawakkul in Allāhu Ta’ālā.” In de surah ‘Imrān staat: “Allāh Ta’ālā houdt zeker van hen die tawakkul hebben.” In de surah van Talāq lezen wij: “Als iemand zijn tawakkul in Allāh Ta’ālā zet, is Allāh Ta’ālā voldoende voor hem.” In de surah van Zumar is gezegd: “Is Allāh Ta’ālā niet voldoende voor Zijn geboren slaaf?” En zo zijn er veel meer verzen over dit onderwerp.

Eens zei de Profeet Mohammed ﷺ: “Ze lieten mij wat van mijn Ummah zien. Ze bedekten bergen en sahara’s. Ik was verrast en blij om te zien dat het er zoveel waren.” Bent u tevreden? vroegen ze en ik antwoordde: ja, dat ben ik. Zij zeiden: slechts zeventigduizend van hen zullen zonder enige twijfel naar het Paradijs gaan. ‘Welke,’ vroeg ik. Zij zijn degenen die hun daden niet vermengen met tovenarij, betovering, bezwering of overspel, en die hun tawakkul niet plaatsen en op iemand anders vertrouwen dan Allāh Ta’ālā.” Uqasha (radi Allāhu anhu) die onder de luisteraars was, stond op en vroeg: “O Rasūlullāh ﷺ! Bid voor mij, zodat ik een van hen zal zijn. Dus deed Rasūlullāh ﷺ du’ā: O mijn Allah! Betrek hem erbij! Maar toen iemand anders opstond en om hetzelfde gebed vroeg, zei hij: Uqasha heeft je voorgehouden.”

De Profeet Mohammed ﷺ zei, zo lezen wij in een andere hadīth: “Als je tawakkul grondig in Allāh Ta’ālā zet, zal Hij je levensonderhoud sturen zoals Hij het naar de vogels stuurt. Vogels gaan ‘s morgens met lege, hongerige magen naar buiten en komen ‘s avonds met gevulde, verzadigde magen terug.”

Hij ﷺ zei in een hadīth: “Als iemand zichzelf vertrouwt op Allāh Ta’ālā zal Hij hem te hulp komen in elke van zijn actie. Hij zal hem eten sturen van plaatsen die hij helemaal niet verwacht. Als iemand de wereld vertrouwt, zal Hij hem in de wereld achterlaten.”

Toen Hazrat Ibrāhīm (alayhis salām) op de katapult werd gezet en op het punt stond in het vuur te worden geslingerd, zei hij: “HasbiyAllāhu wa Ni’mal Wakīl” (Mijn Allāh zal voor mij volstaan, Hij is een goede bewaker, een goede helper.” Toen hij in het vuur viel, kwam Hazrat Jibra’il (alayhis salām) naar hem toe en vroeg: “Heb je een wens? Ja, dat heb ik, maar niet van jou” zei hij. Zo bleek hij trouw aan het woord “HasbiyAllāhu.” Daarom werd hij geprezen in de Heilige Qur’ān: “Ibrāhīm, een man van zijn woord.”

Allāh Ta’ālā verklaarde aan Hazrat Dawood (alayhis salām): “Als een persoon de hoop op alles opgeeft en alleen zijn vertrouwen op Mij stelt, zal Ik hem zeker redden, zelfs als alle wezens op aarde en in de hemel ernaar streven hem te schaden en te misleiden.”

Bin Jubair (radi Allāhu anhu) vertelt: “Eens prikte een schorpioen mij op mijn de hand. Mijn moeder smeekte me om mijn hand uit te houden zodat ze een bezwering zouden uitspreken, dat wil zeggen, veel absurde woorden. Ik stak mijn andere hand uit, dus scandeerden ze wat bezwering.”

Said stak zijn hand niet uit omdat Rasūlullāh ﷺ had verklaard: “Een persoon die bezwering beoefent of die met vuur blakert heeft zijn tawakkul niet in Allāh Ta’ālā gelegd.”

Hazrat Ibrāhīm Azam (radi Allāhu anhu) vroeg een priester: “Hoe verdien je de kost? De ander antwoordde: vraag degene die mijn levensonderhoud zendt, vanwaar Hij het zendt. Ik weet het niet.”

Iemand werd gevraagd: “U bidt elke dag, wat eet en drinkt u? Hij liet zijn tanden zien als antwoord, met andere woorden, Hij die de molen maakt, zal zijn water sturen” bedoelde hij te zeggen.

Haram bin Hayyan vroeg Oways Qarni (radi Allāhu anhuma): Waar zal ik me vestigen? In Damascus, antwoordde hij. Toen de eerste vroeg: ík vraag me af hoe de levensstandaard in Damascus is? zei de laatste: schaam je voor die harten die twijfelen aan hun levensonderhoud! Advies zal ze geen goed doen!”

Tawakkul is iets wat het hart zal doen, en het komt voort uit Imān. Er zijn verschillende gradatie in Imān, maar tawakkul is gebaseerd op twee van hen. Dit zijn de Imān in tawhīd en de Imān in de Grootheid van Allāh’s gunst en barmhartigheid.

Tawhīd, de basis van tawakkul: het zal lang duren om tawhīd uit te leggen, en de kennis van tawhīd is de laatste van alle takken van kennis. Hier zullen we het alleen beschrijven voor zover dat nodig is voor tawakkul. Tawhīd heeft vier gradaties, dat wil zeggen, het heeft één kern en één kern van de kern. En het heeft de schaal en de schaal van de schelp. Dit betekent dat de twee kernen twee schelpen hebben. Tawhīd is als een verse walnoot. Iedereen kent de twee schelpen van een walnoot en de pit.  En de kern van zijn kernen is zijn olie.

De eerste graad van tawhīd is om “La ilāha illAllāh” te zeggen met alleen de tong en het niet te geloven met het hart. Net als de tawhīd van munafiq.

De tweede graad is het hart dat de betekenis van deze kalma van tawhīd gelooft. Dit geloof is ofwel door het zien, horen van anderen, bijvoorbeeld het geloof van ons, de onwetende mensen, of men gelooft door bewijzen, met het bewijs van de geest. Zo is het geloof van de geleerden van de Dīn, van de meesters van de kennis van Kalām.

De derde graad is om te weten dat één Schepper alles creëert, om te beseffen dat al het werk slechts door één Allāh Ta’ālā wordt gedaan en dat niemand anders iets doet. Dit zien en begrijpen vereist dat een Noor (Licht) in het hart dat wordt aangestoken. Zo’n Imān is anders dan de Imān van de onwetenden of van de geleerden van Kalām. Hun Imān is als een gordijn over het hart met de trucs van imitatie en bewijzen, maar dit zien en beseffen is dat het hart wordt geopend en het gordijn omhoog getrokken. Er zijn bijvoorbeeld drie soorten geloven dat de bewoner van een huis in het hart heeft: (1) het te geloven door iemand dat te horen zeggen. De Imān door imitatie is hier een herinnering aan. (2) Geloven door de dingen te zien die de bewoner elke dag gebruikt zoals zijn hoofddeksels en schoenen in het huis. Dit is een voorbeeld voor de Imān van de geleerden van Kalām. (3) Geloven door de bewoner in het huis te zien. Dit is een voorbeeld voor de tawhīd van Arīf. Hoewel zo’n tawhīd een zeer hoge kwaliteit heeft, ziet de eigenaar zowel de schepselen als de Schepper, en weet dat ze door de Schepper zijn geschapen, omdat hij de wezens ziet, kan zijn tawhīd niet perfect zijn.

De vierde graad is hij ziet één wezen. Hij ziet er niet meer dan één. Mannen van tasawwuf noemen deze staat ‘Fana in tawhīd’.

Filosofische toelichting

Van de vier rangen hierboven is de eerste de tawhīd van munafiq en is als de buitenste schil van een walnoot, omdat de buitenste schil van een walnoot bitter is en er lelijk uitziet van binnenuit, hoewel een mooie green van buitenaf, en wanneer het wordt verbrand, maakt het veel rook en dooft het vuur en is nutteloos, behalve dat het de walnoot een paar dagen beschermt, dus de tawhīd van de munafiq heeft geen ander nut dan hem te beschermen tegen de dood in de wereld. Wanneer het lichaam wegrot en de ziel na de dood met rust wordt gelaten, zal het nutteloos zijn. De tawhīd van de onwetenden en van de geleerde van Kalām, dus de tweede graad, is als de houten tweede schaal van de walnoot, omdat deze houten schaal van de walnoot niet beschikbaar is, behalve om de walnoot een tijdje te beschermen, dus deze kwaliteit van tawhīd helpt alleen om iemand te beschermen tegen het vuur van de Hel. De derde graad is als de walnootpit. De pit is het nuttige deel van de walnoot, maar in vergelijking met de olie van de walnoot zal worden gezien dat deze alleen het sediment draagt. De wezens in de derde graad zien is als het sediment. De echte tawhīd is in de vierde graad, dus niets anders dan Allāh Ta’ālā zien. Je vergeet zelfs jezelf.

Vraag: het is moeilijk om de vierde graad van tawhīd te bereiken. Hoe is het om alle dingen als één wezen te zien? We zien verschillende middelen en we zien de aarde, de lucht, de wezens. Zijn dit allemaal hetzelfde?

Het is gemakkelijk om de eerste, tweede en derde graad van tawhīd te begrijpen. Het is de vierde graad die moeilijk te begrijpen is. Toch is dit soort tawhīd niet nodig voor tawakkul. Het is moeilijk om het te beschrijven aan iemand die het niet heeft geproefd. Ik wil kort zeggen dat veel verschillende dingen in één opzicht op elkaar kunnen lijken. Daarom kunnen ze als hetzelfde worden beschouwd. Evenzo, wanneer een Arīf alle dingen in één specifiek opzicht als hetzelfde ziet, ziet hij ze allemaal als één ding. Er zijn bijvoorbeeld dingen zoals vlees, huid, hoofd, voeten, ogen, oren, maag en longen bij de mens, maar voor het mens zijn, zijn ze allemaal één lichaam, en als we aan een man denken, herinneren we ons zijn verschillende delen niet, maar we zien hem als één lichaam. Als ons wordt gevraagd waar we aan denken, zeggen we dat we aan niets anders dan één ding denken. Als we een mens zien, zeggen we dat we niet meer dan één lichaam zien.

Er is zo’n graad van Mārifat [kennis] in tasawwuf dat een Arīf die daar bereikt alle dingen die bestaan in één opzicht als gerelateerd aan elkaar ziet. Hij ziet verschillende dingen in de wereld in slechts één opzicht, hij vindt het als de positie van de ledematen van de man ten opzichte van zijn geest en ziel.

Iemand die de betekenis van de hadīth niet begrijpt: “Allāh schiep Adam in Zijn eigen Attributen” kan deze woorden van ons niet begrijpen. De geest kon het niet begrijpen en het zou verkeerd begrepen worden.


Translate »
error: Content is protected !!