Shia en islam

Inleiding

De soenniet moslims zijn tegenwoordig doelwit geworden van Iraanse propaganda. Dit artikel is om u als soenniet, de enige stroming en volgeling die behoort aan de Heilige Profeet Mohammed ﷺ te waarschuwen voor de valse heisa van de Shia (ook wel als Shia geschreven). Door het lezen van Shia literatuur concluderen de onwetende soenniet, dat de sluwe Khomeini de grote leider was van het moderne islamitische tijdperk die de verdeeldheid tussen soenniet en Shia binnen de islamitische gemeenschap minachtte.

Tegenwoordig zien wij dat soenniet samen met Shia de geboortedag van de Heilige Profeet Mohammed ﷺ vieren[1]. Zij geloven ook, dat Khomeini een volkomen islamitische eenheid van de soenniet en Shia nastreefde en dat Khomeini de Grote Profeet van de islam Hazrat Mohammed ﷺ, de Khulafa-e-Rashidīn (vier recht geleide kaliefen: Hazrat Abu Bakr, Hazrat Umar, Hazrat Usman en Hazrat Ali en alle overige Sahāba (radi Allāhu anhu anhum ajma’in) respecteerde. Sommige soenniet zijn eveneens onder de indruk dat degene die soenniet en Shia uit elkaar probeert te houden door Khomeini als ‘Shaytān’ zijn bestempeld.

Sinds de sluwe Shia het houden van Milād en Urs bijeenkomsten ook onderschrijven, het voordragen van Salaam aan de Heilige Profeet Mohammed ﷺ, het bezoeken van begraafplaatsen, het lezen van Majālis gedurende Muharram, enzovoorts eveneens benadrukken, worden soenniet door de lokale Iraanse agenten beïnvloed dat er geen verschil is tussen aqā’id (geloof) van soenniet en Shia, vooral doordat Shia ook het geloof van Najdi en Wahhābi verwerpen. Op deze wijze zal het niet erg lang duren dat de Shia in de harten van soenniet een plaats hebben veroverd. U bent vanuit uw soenniet overtuiging verplicht te waken over uzelf, maar ook over uw geloofsgenoten de Ahle Sunnah. Laat uw zwakke en onbegaafde soenniet broeder en zuster niet verstrikt raken in de sluwheid van de Shia. Anders zal het de Shia agenten een snelle kans geven om de zwakke soenniet in hun val te lokken en dat is de basis van taqiyyah.

Wat is taqiyyah?

Taqiyyah betekent in sjiitische doctrine: het verbergen van de waarheid met als doel het misleiden van onwetende gelovigen in naam van de religie. Dit is in Shia geloof gewaardeerd als een bijzondere vorm van ibādah die een grote beloning waard is. In essentie gaat taqiyyah over liegen en valselijk misleiden van onwetende moslims tot de Shia sekte. Daarom is het van eminent belang dat aan de onwetende moslims (soenniet) transparant wordt gemaakt wat de geloofsartikelen van de ‘imam Khomeini’ waren. Deze geloofsartikelen staan in twee boeken ‘Kashf ul Asrār’ en ‘al Hukumat ul Islamiyya’, beiden geschreven door Khomeini. Uit deze boeken kunt u al afleiden welke valse islam de Iraniërs (Shia) propageren. Het zou voor onze kinderen goed zijn als wij de propaganda van de Shia in Nederland een halt kunnen toeroepen. Het zou goed zijn om hun valsheid te onthullen. Daarvoor hebben wij mondige, communicatieve en onbevreesde soenniet moslim imams nodig.

Alhamdulillāh! Soenniet hebben dankzij de mufassir (uitleggers van de Heilige Qur’ān), voorbeelden uit het leven van de Heilige Profeet Mohammed ﷺ, de geschiedenis van de Khulafa-e-Rashidīn en Sahāba-e-Kirām (metgezellen van de Profeet), Tablighi (missionariswerk) en islamitische propaganda bekendheid gegeven in Nederland, maar wij zijn er nog niet.

De Shia houden hun eigen geloofsartikelen in gedachte, te weten:

  • De Heilige Qur’ān is in de huidige vorm muharraf (gewijzigd en incompleet).
  • De Khulafa-e-Rashidīn (de eerste drie kaliefen Sayyidena Abu Bakr Siddiqui, Sayyidena Umar Faroek en Sayyidena Usman Ghani radi Allāhu anhum zijn gekenmerkt als zwak en zondaren).

O soenniet, weet dat het beledigen van de vier recht geleide kaliefen en overige metgezellen van de Heilige Profeet Mohammed ﷺ murtad of apostaat (iemand die uit de islam is getreden) wordt genoemd. Het is de verantwoordelijkheid van iedere soenniet moslim om iedere betekenis van valse overtuiging uit te wissen en de ware islam te propageren.

Shia aqā’id (ongeloof)
  • Onderstaand wordt een aantal ongeloof artikelen van de Shia vermeld:
  • Samen met het afleggen van getuigenis over de Eenheid van Allāh en accepteren van het profeetambt van Rasūlullāh ﷺ is het ook een voorwaarde van Imān om de Imāmat van de 12 Imāms te geloven.
  • Het is verplicht de A’imma (meervoud van imam) te volgen, net zoals een moslim de Profeet Mohammed ﷺ moet volgen.
  • Mut’ah (tijdelijke huwelijk) is niet alleen ja’iz, maar ook een bron van grote sawāb (zegen). Tijdelijk huwelijk binnen de Shia gemeenschap is niet gebonden aan de voorwaarden van nikāh zoals de Heilige Profeet Mohammed ﷺ dat heeft opgedragen. Het is een tijdelijk huwelijk tussen een man en een vrouw die de nacht, een week, een maand of een jaar met elkaar willen doorbrengen om hun lust te bevredigen.

In India is een soenniet man (was eerst Shia) die vertelde: “Het was een nacht waarin wij, Shia, in een huis waren. Mannen en vrouwen gingen met elkaar naar bed en het licht van het hele huis werd uitgedaan. Zo kon niemand meer zien wie met wie naar bed ging. Ik dacht, laat ik een stuk van de kleding afscheuren van de vrouw met wie ik in het pik donkere huis seks heb gedreven. Toen het ochtend was en ik naar huis ging nam ik het stukje kledingstuk mee. Thuis aangekomen zag ik, dat mijn moeder ook thuis aankwam en het kledingstuk dat ik had afgescheurd van haar kleding was. Hij schrok toen ik wist dat ik met mijn eigen moeder seks had gedreven. Spoedig ging ik naar een soenniet Alim (Schriftgeleerde) en vertelde deze gebeurtenis. Ik was zo van streek, dat ik meteen tauba (vergiffenis aan Allāh Ta’ālā vroeg) deed en bekeerde tot de islam en de Ahle Sunnah ging volgen.”

O soenniet, kunt u zich voorstellen wat voor soort afvalligen de Shia zijn?

Deze perverse Shia zijn niets anders dan de volgelingen van de satan.
  1. De keten van Profeetambt is niet compleet, maar stilgelegd in afwachting van de komst van Imams, van tijd tot tijd.
  2. Van de Heilige Qur’ān wordt 2/3 deel gemist. De Heilige Qur’ān die wij kennen representeert slechts 1/3 deel van de originele Qur’ān.
  3. De originele Heilige Qur’ān is de Qur’ān die door Hazrat Ali (Imām-e-Ghayb) was gecompileerd. Hij is de Imām die zal terugkeren in de toekomst.
  4. Taqiyyah is verplicht en is een Shia praktijk om de waarheid te verbergen met als doel misleiden van onwetende moslims en hen inwijden in de Shianisme.
  5. Nadat de Heilige Profeet Mohammed ﷺ deze wereld had verlaten zijn slechts enkele Sahāba geweest die standvastig in het verspreiden van de islam waren. De rest keerde terug naar apostaat (uit de islam treden). De vier Sahāba die door de Shia geaccepteerd wordt zijn: Hazrat Salman Farsi, Hazrat Abu Zarr Gaffāri, Hazrat Miqdad bin Aswad en Hazrat Amaar bin Yaasir (radi Allāhu anhum).
  6. Imāmat is de vijfde pilaar van islam, het verwerpen of ontkennen hiervan is kufr (ongeloof).

O soenniet, alle bovengenoemde ongeloof overtuigingen van de Shia staan in direct conflict met de praktijken van de Heilige Profeet Mohammed ﷺ en het onderwijs van de Heilige Qur’ān. Het leven en karakter van de heilige Sahāba zijn door zowel moslims als niet-moslim historici (wetenschappers) als roemrijk bevestigd. De vervormde inzichten over de Sahāba, zoals gepresenteerd door de Shia, spreken de bewijsstukken van de historici op het leven van de metgezellen tegen. Shia geloven zonder enige terughoudendheid dat Sayyidena Ali (radi Allāhu anhu) de eerste kalief was. Zij verwerpen de khulafa van Sayyidena Abu Bakr Siddiqui (radi Allāhu anhu), Sayyidena Umar Faroek (radi Allāhu anhu) en Sayyidena Usman Ghani (radi Allāhu anhu).

Hazrat Ali over Hazrat Abu Bakr (radi Allāhu anhuma)

A’la Hazrat Imam-e-Ahle Sunnat Mujaddid-e-Azam (van de 14e eeuw A.H.) Imām Ahmad Raza Khan al-Qadri (radi Allāhu anhu)  schreef in zijn boek ‘ghayatut tahqeeq fi imaamatul ‘Ali as Siddiq’, geciteerd uit ‘sawa iqul muharriqah’ dat Imām Abul Qāsim Ismail Mohammed bin al Fazl Balkhi in zijn kitāb (boek) as-Sunnah verklaarde, dat Imām ibn Hajjar Makki rapporteerde dat Alqamah verhaalde, dat Hazrat Ali (radi Allāhu anhuma)   eens was geïnformeerd dat sommige mensen verklaarden dat Hazrat Ali in status hoger is dan Hazrat Shaikhayn (Abu Bakr en Umar radi Allāhu anhuma). Onmiddellijk stond Hazrat Ali (radi Allāhu anhu) op en ging op de mimbar (kansel) staan waarna hij eerst Allāh Ta’ālā en Zijn Boodschapper ﷺ prees en vervolgens zei, ‘O mensen! Berichtgeving heeft mij bereikt dat enkele mensen mij een hogere status geven dan Abu Bakr en Umar (radi Allāhu anhuma). Had ik niet eerder verklaard over deze heerschappij. Indien vanaf vandaag iemand zulke moeftari (afvallige uitspraken) doet waarbij Hazrat Abu Bakr en Hazrat Umar (radi Allāhu anhuma) wordt vernederd zal hij/zij gestraft worden met 80 zweepslagen.’ Daarna zei Hazrat Ali (radi Allāhu anhu) ‘zonder enige twijfel is na Rasūlullāh ﷺ de meest excellente in de Ummah Hazrat Abu Bakr gevolgd door Hazrat Umar en wiens status na hen volgt weet Allāh Ta’ālā het beste’.

Alqamah verklaarde dat Sayyidena Hassan Mujtaba (radi Allāhu anhu) in die bijeenkomst aanwezig was en opmerkte, ‘In Naam van Allāh! Als hij (Hazrat Ali) een derde naam zou noemen na Hazrat Abu Bakr en Hazrat Umar zou hij de naam Usman (radi Allāhu anhum) hebben genoemd.’

Behandelpunten uit het boek ‘Kashf ul Asrār’ van Khomeini

“Uit voorbeelden die ik (Khomeini) heb aangehaald blijkt dat Hazrat Abu Bakr en Umar niet hebben gehandeld conform de Heilige Qur’ān. Het was geen verrassing voor deze mensen die zich zo gedroegen onder de moslims. De moslims (Sahāba-e-Kirām) waren ook uit zulk soort voortgekomen, dat zij deelgenoot waren van dezelfde groep (Abu Bakr en Umar) of zij hadden dezelfde intenties om aan regeringsmacht te komen.”

“Als zij (moslims) hen (Abu Bakr en Umar) niet steunden, dan was het zeker dat zij geen moed hadden om te spreken tegen degenen die slecht gedrag vertonen jegens Rasūlullāh ﷺ en zijn lieve dochter (Hazrat Fatima radi Allāhu anha).”

“In het kort, zelfs als in de Heilige Qur’ān in heldere woorden (opvolging van Ali radi Allāhu anhu als een kalief) was vermeld, dan nog zouden zij hun intenties niet veranderen én zelfs op bevel van Allāh zouden zij hun streven naar de regeringstroon niet opgeven.”

Khomeini over de Heilige Qur’ān in zijn “Kashf ul Asrār”

“Tahrief (zwakke aanpassing van woorden om de betekenis van de Heilige Boeken zoals de Bijbel, etc. te veranderen) is de fout die moslims maken om joden en christenen te beschuldigen van onthaal, het is bewezen aangetroffen te worden in de Ashāb (metgezellen van Rasūlullāh ﷺ).” Kashf ul Asrār, pag. 114

“Het was praktisch voor de Ashāb om verzen uit de Heilige Qur’ān te verwijderen en aangepaste verzen in te voegen; en op deze wijze voor eeuwig de echte Qur’ān verborgen te houden voor de mensen.” Kashf ul Asrār, pag. 114

Ja, soenniet broeders en zusters, u leest het goed. Bovenstaande choquerende verklaringen staan echt in Khomeini ‘s boek. Doch, het is het goede geloof van soenniet moslims dat de Heilige Qur’ān de directe Woorden van Allāh Ta’ālā bevat. De Heilige Qur’ān is en wordt door Allāh Ta’ālā Zelf beschermd tegen iedere vervalsing, tekortkoming en toevoegingen van verzen.

De corrupte Shia propaganda van islam is, dat de bestaande Heilige Qur’ān geaccepteerd is in zijn aangepaste versie net als de Torah en de Bijbel. Volgens Khomeini heeft de Sahāba-e-Kirām van Rasūlullāh ﷺ de wereldburgers afgezonderd om toegang te verkrijgen tot de originele Heilige Qur’ān. Ma’āzAllāh! Allāh verbiedt!

Het Shia’ite ongeloof in de Heilige Qur’ān is niet de enige belediging, maar hij vernederd zelfs de glorieuze Khulafa-e-Rashidīn wiens namen zijn opgetekend op mimbar (pilaren) van elke masjid, in iedere khutbah van Jummah, de twee Khulafa (Hazrat Abu Bakr en Hazrat Umar radi Allāhu anhuma) die onder de Groen Koepel naast de Heilige Profeet Mohammed ﷺ in hun tombe liggen en degene op wie miljoenen moslims Darood en Salaam sturen.

Hazrat Sayyidena Ali (radi Allāhu anhu) heeft zelf de grote dienstbaarheid van Hazrat Sayyidena Abu Bakr Siddiqui (radi Allāhu anhu) ten opzichte van de Heilige Qur’ān verkondigd. In de introductie van “Fathul Bari” en “Kanzul A’mal” staat een vertelling van Ibn Mubārak dat Hazrat Ali (radi Allāhu anhuma) verhaalde: “Voor de compilatie van het hemelse Boek (in masāhif) zal Hazrat Abu Bakr (radi Allāhu anhu) de grootste beloning krijgen. Moge Allāh’s Genade met Hazrat Abu Bakr (radi Allāhu anhu) zijn. Hij was de eerste persoon die begon met de compilatie van de Heilige Qur’ān (Kitabullah).”

De status van Imāmat in Shia geloof

Khomeini schrijft in zijn boek: “In onze firqa (sekte), vanuit de noodzaak en fundamentele geloofsovertuigingen bezien is een van de noodzakelijke geloofspilaren dat onze Imāms de engelen overtroffen hebben en zelfs eveneens de aangewezen Boodschappers.” Al-Hukumatul Islamiyya, pag. 52

Mut’ah (tijdelijke huwelijk voor seks)

Khomeini schrijft in hoofdstuk Kitāb Nikāh van zijn boek ‘Thehrier ul Wasila’, dat Mut’ah toegestaan is met een overspelige vrouw en het is zelfs Karahat (gewenst, noodzaak) als het vooral een hoer is.

Shia haat de soennieten

In zijn misopvatting als leider van de moslimwereld heeft Khomeini onmiddellijk na de revolutie, vooral om populairder te worden onder de moslims, op een vraag betreffende de kwestie Shia – soenniet gezegd: “Ik smeek Allāh om de moslims tot elkaar te brengen op grond van de Kalimah. De onnodige verschillen tussen Shia en soenniet broeders is veroorzaakt door een groep internationale criminelen. Onze broeders moeten realiseren dat wij allemaal moslims zijn en volgelingen van de Qur’ān. Wij moeten geen onnodige verschillen koesteren. Moge Allāh ons wederzijds in elkaar doen verenigen.” Ruhollah Khomeini, Qom, Iran -27 maart 1979

Deze verklaring werd door Khomeini afgelegd als antwoord aan een zekere Maulana Yusuf van Jamaat-e-Islamiyya Hind die Khomeini interviewde in Qom (Iran) over de verschillen tussen Shia en soenniet. Dit interview en het antwoord verschenen in de Urdu en Perzische taal (helaas niet transparant genoeg) van Ramadan Annual, Durban, Juli/Augustus 1979 editie. Deze verklaring werd eerst gepubliceerd in “Radiance Views Weekly” van New Delhi, India.

Terwijl iemand zou kunnen denken dat er niets mis is met Khomeini ‘s verklaring, zouden wij u een nieuwe kijk willen geven op deze “grote valse wereldleider” en zie hoe “tolerant” hij is in zijn geloof aangaande soenniet en anderen toen hij een boek roemde met de volgende verklaring: “Wanneer Mahdi (radi Allāhu anhu)  verschijnt zal hij onderhandelen met de soenniet en hun Ulema (Schriftgeleerden) voordat hij onderhandeld met de Kuffār (ongelovige) én hij gaat hen (soenniet en hun Ulema) vermoorden.” Haqq ul Yaqeen, Allama Baaqir Majlisi, pag. 139

Dit is hetzelfde boek dat Khomeini in zijn “Kashf ul Asrār” roemt en heeft hij mensen aangemoedigd het te lezen. Dit is in feite een van de hoekstenen van het Shia geloof. Als Khomeini zegt dat het Shia – soenniet verschil het werk is van internationale criminelen, hoe komt het dan dat hij Allama Baaqir Majlisi’s verklaring onderschrijft en roemt dat Imam Mahdi eerst de soenniet zal vermoorden alvorens hij gaat onderhandelen met de kuffār!

Wat hebben de grote heiligen en Schriftgeleerden over de Shia gezegd betreffende de weigering van het geloof?

Imam-e-Rabbāni Sheikh Ahmad Sirhindi Mujaddid Alf Shaanie (radi Allāhu anhu) die ongeveer 400 jaar geleden leefde heeft in verschillende van zijn brieven een perfecte episode geschreven over de Shia en hun sekte. Hij bevestigt het kalifaat van Hazrat Abu Bakr Siddiqui (radi Allāhu anhu). In zijn beroemd boek “Radd -e-Rawāfiz” schrijft hij: “Hazrat Ali (radi Allāhu anhu) accepteerde vrijwillig het kalifaat van Hazrat Abu Bakr Siddiqui (radi Allāhu anhu). De Shia die dit feit kenden zeiden, ‘hij gaf het onvrijwillig toe’.” De Shia hebben verder geen enkele commentaar gegeven.

Een van de grootste spirituele gidsen van de Sufiya-e-Alawiyyah, Ghaus-e-Azam, Sayyid Abdul Qādir Jilāni (radi Allāhu anhu), schrijft in zijn boek “Ghunyat-Ut-Tālibin”: “Hazrat Abu Bakr Siddiqui (radi Allāhu anhu), de Khalifa werd met de unanimiteit van de Muhājir en Ansār, als volgt gekozen: “Toen Rasūlullāh ﷺ deze wereld verliet zeiden de Ansār-e-Kirām, ‘Laat een Amir het vanuit ons midden zijn’. Hazrat Umar (radi Allāhu anhu) stond op en zei, ‘O Ansār! Zijn jullie vergeten hoe Rasūlullāh ﷺ Hazrat Abu Bakr noemde, ‘de Imām van mijn Sahāba’.”

Een hint aan de moslim jongeren

De moslim jeugd is rusteloos geworden wegens hun ergernis door de val van de vijanden van de islam te zien en om het opkomen van de islamitische macht. In hun liefde voor islam zijn zij simpelweg genegen zich te verschansen achter Iraanse revolutie en Khomeini. Nu het Shia’ite geloof bekend is geworden dienen de moslims ver weg uit hun buurt te blijven, uit de buurt van deze ontspoorde (ghumrāh) sekte die proberen om hun valse Imān te beschermen.

Over deze sekte heeft de Mujaddid van de 14de eeuw A’la Hazrat Ash Shah Imam Ahmed Raza Al-Qādri (radi Allāhu anhu) in zijn Fatāwa geschreven dat deze sekte, Shia en Rawāfiz, uit de islam zijn getreden (Millat-e-Islamiyya) en zijn ongelovigen geworden. Fatāwa Razwiyah, deel 6, pag. 25

Geraadpleegd

  • Al Sawa’iqul Muh’riqah van Imam Ibn Hajjar Makki (radi Allāhu anhu)
  • Ghuayatut Tahqeeq Fi Imaamatil Aliyil was Siddiqui van Mujaddid Imam Ahmed Raza Khan (radi Allāhu anhu)
  • Islaam Aur Khomeini Mazhab van Maulana Badr-ul Qādri
  • Izalatul Khifa A’n Khilaafatil Khulafa van Sheikh Abdul Haqq Muhaddith-e-Delhwi (radi Allāhu anhu)
  • Naam Nihat Islaami Inqilaab van Maulana Mufti Sayyed Sa ‘adat Ali Qādri
  • Tohfaa Ithnaa Ashariyya van Sheikh Abdul Aziz Muhaddith-e-Delhwi (radi Allāhu anhu)
  • Rad’d-E-Rafadhah van Hazrat Mujaddid Alf Thaani Sirhindi (radi Allāhu anhu)
  • Rad’d-E-Rufadhaa van Mujaddid Imam Ahmed Raza Khan (radi Allāhu anhu)

[1] TV uitzending van Nederlandse Islamitische Omroep (NIO) d.d. zondag 29-4-2007


Translate »
error: Content is protected !!