Vergelijkende Studie van kwalificaties van een Rechter onder Islamitische Jurisprudentie en Westerse Jurisprudentie
Justice ® Prof. Dr. Munir Ahmad Mughal, Universiteit van Punjab, het Hooggerechtshof van Lahore, hoogleraar rechten Punjab Judicial Academy
Adāb al-Qādi (Islamic Legal and Judicial System)
Introductie
Om de zaken van een staat in de moderne context te regelen, zijn er drie organen, namelijk de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht. Geen enkele staat is zonder gedragsregel. Vandaar dat er recht is en daarachter zit een rechtswetenschap die jurisprudentie of ‘Ilm Usool al-Fiqh’ wordt genoemd.
Wat ook de bron mag zijn in de ultieme actieve en de passieve agent om alle zaken te regelen, het zijn menselijke wezens. De administratief plaatsvervanger van een koning of magistraat is een mens, de leden van de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht zijn ook mensen. De heerser, de raadgevers en de tolken zijn allemaal mensen. Vandaar dat studie van een mens vanuit alle hoeken het meest essentieel is op elk gebied in deze wereld.
Het valt niet te ontkennen dat deze wereld de Schepping van één Schepper is en dat zij op vele manieren bestaat en in stand wordt gehouden, bekend of onbekend, open of verborgen, door de Schepper op basis van degelijke wetenschappelijke en nauwkeurige principes.
Het valt ook niet te ontkennen dat een mens een eenheid van de menselijke samenleving is. Wanneer individuen doelloos samenkomen, worden ze een menigte of menigte genoemd en individuen organiseren hen de samenleving ontstaat met bepaalde regels en voorschriften die in acht moeten worden genomen en gevolgd. Er zijn ook geen twee meningen hierover dat onwetendheid en bewustzijn twee fenomenen zijn, en dat die niet gelijk of hetzelfde zijn. Mensen hebben vermogens met verschillende gradaties en verschillende benaderingen, zelfs als het doel hetzelfde kan zijn. Het is ook waar dat vergissen menselijk is en perfectie Goddelijk. Het is ook een feit dat de mensheid verdeeld is in degenen die wel en niet in Allāh Ta’ālā geloven en er zijn ook nog meer verdeeldheid en zelfs dan is er co-existentie. Het is ook waar, dat problemen talrijk en meervoudig, eenvoudig en complex zijn en het zijn mensen die de functie vervullen om ze snel of langzaam op te lossen.
Er zijn ook veel universele waarheden zoals zon opkomt in het oosten en ondergaat in het westen. Water bevriest op nul graden en kookt bij 90 graden Celsius. Water stroomt naar beneden. Gas verspreidt zich overal. Er zijn vaste atoomnummers en gewichten van alle elementen in de natuurwetenschappen. Alles bevindt zich in een universeel systeem dat zijn functie vervult. Een mens is daar geen uitzondering op. In plaats daarvan heeft het meer dan één systeem dat dag en nacht op zichzelf werkt. Geschillen ontstaan om vele redenen, maar de belangrijkste redenen zijn het bloed, het eigendom en de eer.
Rechten en plichten zijn overeenkomstig. Overtredingen doen zich voor en er ontstaan geschillen die het bestaan van een rechtssysteem in elke samenleving vereisen. Een lid van een dergelijk rechtssysteem wordt een rechter in het Nederlands en een Qāzi in het Arabisch genoemd.
Nomenclatuur kan er anders uitzien, de functie is hetzelfde, dus om de geschillen tussen de partijen in overeenstemming met de wet te beslechten.
Verschillen in westerse en islamitische concepten van het rechtssysteem
- In het Westen is de rechtsbedeling het beheer van het rechtssysteem waarbij de vrijheid van individuen wordt gewaarborgd en hun rechten worden gewaarborgd. In islamitisch rechtsbedeling is het om een evenwicht en gepastheid te handhaven waarbij er sociale rechtvaardigheid is in het sociale leven en juridische rechtvaardigheid in de rechtbanken. Het betekent niet om te verdelen in half om half. Het is veeleer om te geven dat wettelijk toekomt aan de rechthebbenden op grond van de wet.
- In het Westen handhaaft de Staat zijn eigen recht met geweld in zijn politieke organisatie en noemt het rechtssysteem. In de islam is het behoud van gelijkheid in de kwestie van compensatie. Met andere woorden, het is dit voor dat, goed voor goed en kwaad voor kwaad in exacte verhouding.
- Gerechtigheid is civielrechtelijk of strafrechtelijk, zowel in het Westen als in de islam.
- In het Westen is het doel van het strafrecht niet om de beschuldigde persoon te straffen, terwijl het in de islam is om hem te straffen.
- Er zijn in beide systemen vier doelstellingen van straf, namelijk:
- Om de misdaad uit te roeien;
- Om stappen te ondernemen dat het misdrijf niet wordt gepleegd;
- Om terreur te creëren in de harten van anderen door zware straffen op te leggen aan de daders; en
- Om de veroordeelden en de samenleving te hervormen
6. In beide gevallen is het doel van het burgerlijk recht om de rechten te herstellen.
7. In beide gevallen is de primaire taak van de rechtbanken het toedienen of verlenen van recht.
8. In het Westen zijn de secundaire taken van de rechtbanken verklaring van recht, status of vaststelling van de feiten; onwettigheden en acties die zelfs door de staat of zijn functionarissen zijn gepleegd, te verklaren en opzij te zetten; om dergelijke administratieve taken uit te voeren die betrekking hebben op de rechtbanken. In de Islam zijn de secundaire taken van de rechtbanken om de geschillen te beslechten, om het verschuldigde betaald te krijgen aan de rechthebbenden, om de wetten te interpreteren en uit te leggen, om gerechtelijke precedenten te scheppen, om te zorgen voor de rechten van gehandicapten, voogdij over de persoon en eigendommen, om familiegeschillen te beslechten en ook administratieve functies met betrekking tot de rechtbanken.
9. In het Westen zijn het de mensgerichte wetten die de basis vormen. In de Islam zijn het de Heilige Qur’ān en Sunnah die Goddelijk zijn en een Leidraad geopenbaard door Allāh Ta’ālā.
10. In het Westen is de rechtsbedeling niet gebaseerd op permanente wetten en die worden vaak gewijzigd of ingetrokken. In de islam is de primaire bron Goddelijk, vandaar dat de basiswet blijft hetzelfde. In details kan er verschil van mening zijn, maar het zet de basiswet niet opzij.
11. In het Westen beschermt het rechtssysteem de heersers en niet het rechtssysteem zelf. In de islam is het rechtssysteem niet onderworpen aan controle van heersers, noch is het om hen te beschermen. De Wet van Allāh Ta’ālā is Oppermachtig en iedereen moet deze gehoorzamen en volgen, of het nu de heersers zijn met gezag of de andere organen. Er kan geen wet worden gemaakt of in stand gehouden die weerzinwekkend is voor de bevelen van de islam.
12. Het westerse systeem is onderhevig aan menselijke verlangens. Het islamitische systeem is niet onderworpen aan menselijke verlangens, maar de verlangens worden gecontroleerd en blijven onderworpen aan de Heilige Qur’ān en Sunnah.
13. Moraliteit heeft geen plaats in het westerse systeem. Ze zeggen dat recht geen moraal is. In het islamitische systeem is er veel nadruk op de moraliteit en toetssteen is de Leidraad die beschikbaar is in de Heilige Qur’ān en Sunnah. Wij zeggen dat de wet ook geen immoraliteit is. Alle leugens, of ze nu in welk aspect van het menselijk leven dan ook zijn, zijn immoraliteiten. De Boodschapper ﷺ van Allāh Ta’ālā zei: “Iemand die bedriegt komt niet uit ons midden.”
14. Het westerse systeem is veel complexer en het duurt jaren om een zaak te beslissen. Islamitisch systeem is snel en snel in het afdoen van zaken.
15. Het westerse systeem is duur en omslachtig. Islamitisch systeem is goedkoop en eenvoudig.
16. In het westerse systeem is er geen standaard voor een getuige. In de islam zijn er normen die worden gesteld door de Heilige Qur’ān en Sunnah.
17. Het westerse systeem geeft wettelijke bescherming aan de criminelen. De islam geeft geen wettelijke bescherming aan een crimineel.
18. In het westerse systeem wordt de samenstelling van delicten van moord en ander leed overgelaten aan het uiteindelijke oordeel van het staatshoofd. In het islamitische systeem is het slachtoffer of de wettelijke erfgenamen van het slachtoffer die qisās of diyat kunnen krijgen of afzien van het misdrijf.
19. In het Westen kan zelfs van overspel en verkrachting worden afgezien na veroordeling. In de islam is er geen sprake van het samenstellen van een geval van zinah na veroordeling.
20. In het Westen bestaat er niet zoiets als de handicap van de lasteraar om in ieder geval de rest van zijn leven geen getuige te zijn. In de islam is dat zo.
21. In het Westen is de kwalificatie van een persoon om te worden benoemd als rechter zijn kennis van het recht en het zijn van een volwassene van gezond lichaam en geest. In het islamitische systeem moet een rechter een moslim zijn, volwassen, gezond, met voldoende kennis en begrip van de Heilige Qur’ān, Sunnah en Itjma’ en in staat om persoonlijk oordeel uit te oefenen door middel van Ijtihād waar de oplossing niet beschikbaar is in de bovengenoemde bronnen door een directe tekst.
22. In het Westen wordt het gerechtelijk beleid openbaar gemaakt dat de rechtbanken moeten volgen. Ook in de islam moet het rechtsbeleid aan de rechters worden gegeven. Het meesterwerk van het gerechtelijk beleid in de islamitische geschiedenis is de brief geschreven door Hazrat ‘Umar Farooq-e-Azam aan Hazrat Abu Musa al-Ash’ari (radi Allāhu anhuma). Het luidt als volgt:
بسم ﷲ الرحمن الرحیم۔
اما بعد: فان القضاء فریضۃ و سنۃ متبعۃ فافہم اذا
عدل الخصمان فانھا لا ینفع تکلمن بحق لا نفاذ لہٗ۔
اسی بین الناس فی وجھک و مجلسک و عدلک حتی لا یطمع شریف فی حیفک ولا یئیس ضعیف من
عدلک۔ البینۃ علی المدعی والیمین علی من انکر۔
والصلح جائز بین الناس الا صلحا حرم حلالاحلالاً او احل حراما ً۔ ول یمنعک من قضاء قضیاتہ بالامس و
رجاعت فیہ نفسک و ھدیت فیہ لرشدک ان تراجع فیہ الحق۔ فان الحق قدیم لا یبطل ومراجعۃ الحق خیر من التمادی فی الباطل۔الفہم ۔الفہم۔ فیم یختلج فی صدرک مما لیس فی قرآن و لا سنۃ۔ ثم اعرف الا شباه والامثال فی قس الامور عند ذالک وعمد الی اقربھا الی ﷲ و اشبہھا بالحق واجعل لمن تطلب غیباغیبا ً او شھداشھدا ً عمداعمدا ً ینتہی الیہ۔فان احضر بینۃ اخذ بحقہ ف ان عجز عنہا استحللت علیہ القضیہ۔ فانہ ابلغ فی
العذر و اجلیاجلی ٰ للعمی۔ المسلون عدول بعضہم علیعلی ٰ بعضہم الا محدودًا فی حد ٍّ۔ او مجربامجربا ً علیہ شہادة زورزور ٍ او ظنینظنین ٍ فیہ ولاءولاءٍ او قرابۃٍ۔ لا شہادة لمتہمٍ۔ فان ﷲ
تولیتولیّ منکم السرائر ودرء عنکم بالبینۃ والایمان۔ ایک
والغضب والقۡق والتائذ بالناس وتنکر عند الخصوم۔ فان القضاء فی مواطن الحق یوجب ﷲ بہ الاجر، و یحسن بہ الذخر۔ و من خلصت نیتہ فی الحق، و ابق
علیعلی ٰ نفسہنفسہ ٖ ۔ زانہ ﷲ تعالیتعالی ٰ ومن تزین للناس بما یعلم
ﷲ تعالیتعالی ٰ انہ لیس فی قلبہقلبہ ٖ شانہ ﷲ۔ فما ظنک بثواب
ﷲ تعالیتعالی ٰ مع آجل رزقہ و خزائن رحمتہ۔ والسلام۔
Vertaling
Allāh Ta’ālā is het Begin, de Weldadige, de Barmhartige.
[Daarna[1]] En voorwaar, de rechtspraak is een beslissende verordening (van Allāh Ta’ālā) en het is een praktijk van de Heilige Profeet Mohammed ﷺ die is gevolgd, dus is het een Sunnah die nooit is verlaten.). En wanneer de partijen uw zaak voor u brengen, begrijp dan alle aspecten ervan volledig. En voorwaar, een recht dat niet af te dwingen is, is nutteloos. Behoud gelijkheid tussen de mensen [procederende openbare dus partijen] door hen onder ogen te zien in uw zitting, en in uw berechting, zodat geen enkel invloedrijk persoon een hoop kan hebben op uw neiging tot hem en geen zwak persoon hopeloos zou moeten worden in de kwestie van het krijgen van gerechtigheid van u. Het bewijs ligt bij de eiser, terwijl de eed ligt bij degene die de aanspraak maken op iets. En de verzoening is toegestaan tussen de mensen, behalve een verzoening die een wettige als onwettig maakt of die een onwettig als wettig maakt. Er is geen verbod om je eerdere beslissing te herinneren als je later de ware feiten leert kennen, omdat de waarheid niet leeg wordt en vast blijft staan en het beter is om terug te keren naar de waarheid dan in de valsheid te blijven. Grondige meetinstrument en begrip! Grondige meetinstrument en begrip! Met betrekking tot [elk probleem waarover] je verstoring in je hart voelt, ontdek dan in zo’n situatie de vergelijkbare en op elkaar lijkende precedenten. Evalueer de zaken dus door de analogie en neem het oordeel aan dat voor Allāh Ta’ālā het meest aangenaam is en dat ik het meest in overeenstemming ben met de waarheid en de gerechtigheid. Aan elke persoon, aanwezig of afwezig, die uitstel vraagt, verleen hem hetzelfde. Als de eiser het bewijs levert, krijgt hij het recht en als hij faalt, kunt u de zaak tegen hem beslissen. Het zou passender zijn om dit te doen wanneer er een rechtvaardig excuus beschikbaar is met een partij en het zou dienen als een licht in de duisternis. Alle moslims zijn verdienstelijke getuigen tegen elkaar behalve een persoon op wie de straf was uitgevoerd; of een persoon die eerder een valse getuige is geweest; of over wie er twijfel bestaat om partijdig te zijn vanwege vriendschap of relatie. Er is geen getuigenis van een persoon tegen wie er een bewijs van beschuldiging is geweest. Allāh Ta’ālā is de Hoeder van al je geheimen. En Allāh Ta’ālā heeft de straf van jullie weggehouden op basis van bewijs en eden. Vermijd toorn en verstoring. Voel je niet geagiteerd door de mensen. En Vermijd simulatie voor de rechtzoekenden. En voorwaar, de rechtsbedeling is de gelegenheid van de uitvoering van het recht (haqq) waarvoor Allāh Ta’ālā je een rijke beloning zal geven en je een goede vergoeding zal geven. En iemand wiens bedoeling duidelijk is over dat wat de waarheid is. En iemand die zich aan dit gedrag [van zuiverheid van intentie] houdt, Allāh Ta’ālā siert hem. En iemand die zichzelf versiert omwille van de show aan het volk, hoewel Allāh Ta’ālā weet dat zijn hart niet in overeenstemming is met zijn uiterlijke versiering, brengt Allāh Ta’ālā hem te schande. Dus, wat vindt u van de beloning van Allāh Ta’ālā met betrekking tot wat Hij hier als voeding toekent en van schatten van Zijn barmhartigheid in het Hiernamaals? Groet.”
[1] Mughal, Justice Dr. Munir Ahmad, Adāb al-Qādi (Islamic Legal and Judicial System) by Imam Khassaf, Commentary by Sadr al-Shahīd, English Translation, Kazi Publications, Lahore: 1999, p. 88, Para 65.