Rabbana Du’ā

Qala Rabbīshrah lee sadrī; wa jassīrli ‘amri; Wahlul Auqdatan min lisa Yafqahoo qawlī.

قَالَ رَبِّ ٱشْرَحْ لِي صَدْرِي

 وَيَسِّرْ لِيۤ أَمْرِي

وَٱحْلُلْ عُقْدَةً مِّن لِّسَانِي

يَفْقَهُواْ قَوْلِي

“Hij zei: “Mijn Heer, verruim mijn borst [hart]; En maak mij mijn taak lichter; En ontdoe de knoop in mijn tong; Opdat zij (de mensen) mijn woorden mogen verstaan.” Surah Tā Hā, H20, verzen 25-28

…. Rabbana taqabbal minna innaka anta assamī-ul-Alīm.

رَبَّنَا تَقَبَّلْ مِنَّآ إِنَّكَ أَنتَ ٱلسَّمِيعُ ٱلْعَلِيمُ

“O onze Heer, aanvaard (dit) van ons; waarlijk, Gij zijt de Alhorende, de Alwetende.” Surah al Baqarāh (de koe), H2, vers 127

Rabbana waj-alna muslimayni laka wamin thurriyyatina ummatan muslimatan laka wārina manasikana watub alayna innaka anta attawwabu ar-Rahīm.

 رَبَّنَا وَٱجْعَلْنَا مُسْلِمَيْنِ لَكَ وَمِن ذُرِّيَّتِنَآ أُمَّةً مُّسْلِمَةً لَّكَ وَأَرِنَا مَنَاسِكَنَا وَتُبْ عَلَيْنَآ إِنَّكَ أَنتَ ٱلتَّوَّابُ ٱلرَّحِيمُ

“O onze Heer, en maak ons beiden tot onderdanige aan U en maak van ons nageslacht een gemeente, die U onderdanig zij. En toon ons onze leer der plichten en wendt U met genade tot ons, voorzeker, Gij zijt zeer Berouw aanvaardend, Genadevol.” Surah al Baqarāh (de koe), H2, vers 128

Rabbana afrigh alayna sabran wathabbit aqdamana wansurna alal-qawmil-kafirīn.

رَبَّنَآ أَفْرِغْ عَلَيْنَا صَبْراً وَثَبِّتْ أَقْدَامَنَا وَٱنْصُرْنَا عَلَى ٱلْقَوْمِ ٱلْكَافِرِينَ 

“O Heer, geef geduld over ons en maak onze voeten stevig en verleen ons bijstand tegen de ongelovigen.” Surah al Baqarāh (de koe), H2, vers 250

Rabbana la tuzigh quloobana ba’da ith hadaytana wahab lana min ladunka Rahmatan innaka antal-Wahhab.

رَبَّنَا لاَ تُزِغْ قُلُوبَنَا بَعْدَ إِذْ هَدَيْتَنَا وَهَبْ لَنَا مِن لَّدُنْكَ رَحْمَةً إِنَّكَ أَنْتَ ٱلْوَهَّابُ

“O onze Heer, laat onze harten niet afwijken, nadat Gij ons hebt rechtgeleid, en schenk ons genade van U. Waarlijk, Gij zijt de Grote Schenker.” Surah ale Imrān (het Huis van Imrān), H3, vers 8

Rabbana ighfir lana thunoobana waisrafana fī amrina wathabbit aqdamana wansurna ‘alal-qawmil-kafirīn.

ربَّنَا ٱغْفِرْ لَنَا ذُنُوبَنَا وَإِسْرَافَنَا فِيۤ أَمْرِنَا وَثَبِّتْ أَقْدَامَنَا وٱنْصُرْنَا عَلَى ٱلْقَوْمِ ٱلْكَافِرِينَ

“O onze Heer, vergeef onze zonden en de buitensporigheden, die wij in onze handelingen hebben gepleegd en maak onze voeten stevig en verleen ons hulp tegen de ongelovigen.” Surah ale Imrān (het Huis van Imrān), H3, vers 147

Rabbana anzil ‘alayna maidatan mina assama-e-takoonu lana ‘īdan liawwalina wa-akhirina wa-ayatan minka warzuqna wa-anta khayrur Raziqīn.

رَبَّنَآ أَنزِلْ عَلَيْنَا مَآئِدَةً مِّنَ ٱلسَّمَآءِ تَكُونُ لَنَا عِيداً لأَوَّلِنَا وَآخِرِنَا وَآيَةً مِّنْكَ وَٱرْزُقْنَا وَأَنتَ خَيْرُ ٱلرَّازِقِينَ

“O onze Heer, doe op ons een schaal met voedsel uit de hemel nederdalen, opdat die voor ons een feest moge zijn, voor de vroegers en de latere onze, en een teken van U en geef ons onderhoud, en Gij zijt de Beste der Onderhouders.” Surah al Mā’idah (de tafel), H5, vers 114

Rabbana wa-taqabbal du’ā.

رَبَّنَا وَتَقَبَّلْ دُعَآءِ

“O onze Heer, en verhoor mijn smeekbede.” Surah Ibrahim, H14, vers 40

Rabbana amanna faghfir lana warhamna wa-anta khayrur Rahimīn.

رَبَّنَآ آمَنَّا فَٱغْفِرْ لَنَا وَٱرْحَمْنَا وَأَنتَ خَيْرُ ٱلرَّاحِمِينَ

“O onze Heer, wij hebben geloofd, vergeef ons daarom en wees ons genadig en Gij zijt de Beste der Genadige.” Surah al Mu’minin (de gelovigen), H23, vers 109


Translate »
error: Content is protected !!