Inleiding

Dit is weer een vertaling van mij, nu over de Malfoozāt (uitingen) van Sheikh Abdul Qadīr Jilāni Sheikh Abdul Qadīr Jilāni Qutub-e-Rabbāni Ghaus-e-Samdāni Haiqal-e-Noorani (radi-Allāhu ‘Anh). Voor de historicus van een religieuze traditie blijft de interpretatie en ontcijfering van de teksten die door religieuze gemeenschappen zijn geproduceerd een centrale uitdaging. De genres van religieuze geschriften die specifiek gericht zijn op specifieke tradities, zoals heiligenleven, Schriftuurlijk commentaar of devotionele handboeken, vereisen hermeneutische benaderingen die zijn afgestemd op de vorm en functie van dergelijke teksten in hun historische en sociale context.

Centraal in Soefisme als een fenomeen in het middeleeuwse Zuid-Azië is de figuur van de Soefi meester (Sheikh van de pier) of vrienden van Allāh Ta’ālā. Voor de geïnitieerde discipel was zijn relatie met zijn gids over de soefi-weg zijn manier om toegang te krijgen tot de leringen en gebruiken van de traditie, evenals tot de inwijdingslinie die terugleidde door generaties van meesters, de weg naar de profeet Mohammed ﷺ en de vroege voorbeeldige sleutelfiguren van de islam.

Voor het grote publiek was de persoon van de soefi een bron van religieuze autoriteit en charismatische macht: genezen, beschermen, zegenen of schaden. In deze context was de toegang tot de persoonlijkheid en de leringen van een soefibatch van groot belang voor een breder publiek dan dat hij persoonlijk contact met hem kon maken.

Tot slot, ik heb de Heilige Qur’ān verzen en de vertaling ervan ingevoegd in deze uitgave. Ook heb ik voetnoten opgenomen om de filosofische benadering van de Sheikh uit te leggen.

Dit boek van Sheikh Abdul Qadīr Jilāni (radi-Allāhu ‘Anh) is net als zijn andere boeken die ik heb vertaald studieboeken van tasawwuf. Alleen het strikt volgen van de richtlijnen, in de boeken van de Sheikh, kan leiden tot voortreffelijk succes in zowel deze wereld als het hiernamaals. Desondanks, tasawwuf is onderdeel van de Shari’ah, maar kan alleen tot succes leiden als de Shari’ah strikt wordt nageleefd.

Colleges en uitingen van Sheikh Abdul Qadīr Jilāni (radi-Allāhu ‘Anh)

Over waken

Sheikh Abdul Qadīr Jilāni Qutub-e-Rabbāni Ghaus-e-Samdāni Haiqal-e-Noorani (radi-Allāhu ‘Anh) sprak over Zijn woorden:

إِنَّ نَاشِئَةَ ٱللَّيْلِ هِيَ أَشَدُّ وَطْأً وَأَقْوَمُ قِيلاً

“Voorwaar, des nachts opstaan is de zekerste weg en geeft het Woord krachtige uitwerking.” Surah al-Muzzammil (gevouwen in kleding), H73, vers 6

Dit verwijst niet alleen naar het opgeven van slaap in de gewone zin, maar ook om het opgeven van de slaap van de betrokkenheid bij wezens, de lagere zelf (nafs), natuurlijke neiging (tab’), passie (hawā) en koppigheid (irāda). Voor zijn voedsel en drank wordt het hart verlaten met het spreken van vertrouwen (munājāt) aan Allāh Ta’ālā, status (qiyām), buigend (ruku’) en prosternatie (sujud) makend in Zijn aanwezigheid.

U zult zeker zien, dat zodra iemand zich van deze wereld afzijdig houdt, dus als niet alleen te worden afgeleid van het zoeken naar de Heer (Rabb) van de Waarheid (Haqq), moet hij zich eveneens onthouden van het Hiernamaals, zodat hij niet zal worden afgeleid van Allāh Ta’ālā[1].  Hij moet wensen dat het Hiernamaals niet bestaat, want het is zo charmant, zoals een duidelijke genade. Hij moet met het hart en het binnenste wezen één (gezicht) worden, op het oppervlak waarvan de inhoud van zijn hart zichtbaar wordt. Hij moet deze wereld willen verlaten, omdat hij Allāh Ta’ālā in het geheim wil aanbidden, zakendoen met Hem in het geheim.

U bent in isolement van de Heer van de Waarheid. Wanneer zal u, u hart isoleren van wezens en het gezelschap van de Heer van de Waarheid zoeken, gaande van deur tot deur tot er geen deur meer is, van stad tot stad, van de hemel naar de hemel tot er geen hemel meer is?

Hij (de gelovige) zal wederopstanding op zich brengen. Hij zal staan voor de Heer van de Waarheid, het lezen van de records van zijn daden, het goede en het slechte, die hem te consigneren aan het vuur (van de hel). Terwijl hij tussen vrees en hoop wordt gevangen, tussen het vallen in het vuur en het oversteken ervan, zal Allāh Ta’ālā hem met Zijn genadige vriendelijkheid inhalen. Hij zal de brand met het water van Zijn genade blussen, en het vuur zal uitroepen: “Steek maar over, O gelovige (Mu’min), omdat uw licht mijn vlammen heeft gedoofd!” Deze oversteek over de brug die 3.000 jaar moet duren zal worden ingekort voor hem naar een moment, en dan, wanneer hij in de buurt van het paleis van de Koning komt, zal hij zijn zintuigen terugkrijgen, zijn wil, zijn liefde voor zijn Meester (Mawla) en zijn vurig verlangen naar Hem. Hij zal zeggen: “Ik zal niet ingaan, behalve in het gezelschap van de Geliefde (Mehboob).”

Weet u niet? Zoals de Profeet ﷺ zei: “De misgeboorte (siqt) zal halt toe te roepen aan de deur van de Tuin (van Paradijs), zeggende: “Ik zal niet in de Tuin gaan tot mijn ouders ook binnengaan. Waar is de buurman? Waar is de getuige?”

Hij zal niet binnengaan tot hij door de hand van de Profeet ﷺ wordt geraakt en hij binnen kan gaan om de Geliefde te ontmoeten. Dan, wanneer hij uiteindelijk dit heeft ervaren, zal hij worden teruggestuurd naar deze wereld, om zijn volledige quotum van zegeningen (aqsām) die toegewezen zijn door lotsbestemming te ontvangen, zodat (Allāh’s) Kennis (‘Ilm) niet zal worden gewijzigd, ingetrokken en nietig verklaard. Uw Heer is klaar met het werk van de schepping.

De Profeet ﷺ heeft gezegd: “Geen ziel zal afwijken van deze wereld totdat zij zijn toegewezen zegening (qism) volledig heeft ontvangen.

U moet daarom uzelf plichtsgetrouw aan Allāh Ta’ālā wijden en het fatsoen hebben om naar de Heer van Waarheid te kijken, in plaats van aan wat zijn schepselen nodig hebben. De betekenis van materiaal (Asbāb) betekent een scherm.

De deuren van de Koning zijn vergrendeld. Als u zich van die deuren afwendt, zal er voor u een deur worden geopend die u gaat herkennen. De deur van het binnenste wezen wordt gesloten (bāb-us-sirri sarā-ila-sadd), maar dan wordt het weer geopend zonder uw eigen kracht en macht.

De gelovige (Mu’min) moet zijn natuurlijke neiging (tab’) achter zich laten en bewegen in de richting van zijn Heer. Zolang hij deze huidige cursus volgt, wordt hij blootgesteld aan schadelijke invloeden die zijn persoon en zijn bezit beïnvloeden. Hij is terug te keren naar zijn zonden, om zijn slechte gedrag en het schenden van de regels (hudud) van de heilige wet (shar’) van zijn Heer. Hij moet niet zoeken naar hulp door middel van smeekbede (du’ā), noch moet hij hulp zoeken van iemand anders dan zijn Heer. Neen, hij moet zijn zonden en praktijk met zelfkritiek herinneren, en wanneer hij een grondig werk van dit heeft gedaan, zal hij tot goedkeuring van het besluit van het lot (Qadar) zijn toevlucht nemen om (taslīm) en toewijzing (tafwid) voor zover zijn hart betreft. Zodra hij in deze status is gekomen, zal hij een open deur zien.

Allāh Ta’ālā openbaart:

 فَإِذَا بَلَغْنَ أَجَلَهُنَّ فَأَمْسِكُوهُنَّ بِمَعْرُوفٍ أَوْ فَارِقُوهُنَّ بِمَعْرُوفٍ وَأَشْهِدُواْ ذَوَىْ عَدْلٍ مِّنكُمْ وَأَقِيمُواْ ٱلشَّهَادَةَ لِلَّهِ ذَلِكُمْ يُوعَظُ بِهِ مَن كَانَ يُؤْمِنُ بِٱللَّهِ وَٱلْيَوْمِ ٱلآخِرِ وَمَن يَتَّقِ ٱللَّهَ يَجْعَل لَّهُ مَخْرَجاً

“Als zij dan haar termijn bereikt hebben, neemt haar op een vriendelijke manier terug, of scheidt van haar op een behoorlijke wijze en roept twee rechtvaardigen vanuit uw midden tot getuigen en laat dit een ware getuigenis zijn voor Allāh. Dit is een vermaning voor hem die in Allāh en de laatste Dag gelooft. En voor hem die Allāh vreest,[2] zal Hij een uitweg bereiden.” Surah at-Talāq (de scheiding), H65, vers 2

Hij zet zijn dienaar op de proef om te zien hoe hij zich zal gedragen en openbaart daarover:

وَقَطَّعْنَاهُمْ فِي ٱلأَرْضِ أُمَماً مِّنْهُمُ ٱلصَّالِحُونَ وَمِنْهُمْ دُونَ ذٰلِكَ وَبَلَوْنَاهُمْ بِٱلْحَسَنَاتِ وَٱلسَّيِّئَاتِ لَعَلَّهُمْ يَرْجِعُونَ

“En Wij verdeelden hen in groepen over de aarde. Er zijn onder hen rechtvaardigen en er zijn onrechtvaardigen. Wij beproefden hen door voor- en tegenspoed, opdat zij zich mochten bekeren.” Surah al-‘A’rāf (de verheven plaats), H7, vers 168

Het hart van de zoon van Adam (alayhis salām) moet blijven reizen langs het pad van goed en kwaad, eer en vernedering, rijkdom en armoede, totdat hij eindelijk erkent dat alle zegeningen zijn te wijten aan Allāh Ta’ālā. Dit betekent dankbaarheid (shukr) en dankbaarheid is een daad van gehoorzaamheid (Ta’a) uitgevoerd zonder het verplaatsen van de tong en de ledematen van het lichaam-en het geduldige uithoudingsvermogen van ongeluk. Hij moet zijn zonden en strafbare feiten toegeven, zijn laatste stap naar de goede kant en zijn laatste stap naar de slechte kant genomen hebben, en daar is hij aan de deur van de Koning. Hij heeft de stap van dankbaarheid en de stap van geduld, met Allāh’s hulp (Tawfiq) als gids genomen. Hij heeft de Koning in de deur gezien, en daarbuiten kan hij dingen zien die geen oog ooit zag, dat er geen oor ooit van gehoord heeft, en dat nooit opgetreden is in het menselijk hart. De afwisselende opeenvolging van de goede bewegingen en de slechte bewegingen is aan een eind gekomen; nu komt de beurt van het gesprek, vertoning en zitten in gezelschap[3] (met de Heer).

Kunt u dit begrijpen, o Iraakse, o kameel bij de molen, o stomme dwaas? U gaat door de moties van ritueel gebed (anta fie qiyam-wa-qu’ud) zonder oprechtheid. U voert de gebeden (tusalli) omwille van andere mensen, en terwijl u aan het vasten (tasumu) bent zijn uw ogen gericht op hun gerechten op hun borden en op de inhoud van hun huizen.

O vreemde aan het menselijk ras, o achterblijver uit de gelederen van de kampioenen van de waarheid (siddiqun) en de eigen mensen van de Heer (Rabbaniyyun)! Realiseert u zich niet dat ik de oven van uw goudsmid, uw sonde en uw toetssteen ben? Doe uw uiterste best. Weigeren om mij te laten eten van u bord. Ontmantel uw zwaard tegen mij. U hoeft niets bij te dragen. O weinig wetende, ik draai uw teugels. Ik geef u een goed advies en behandel u met mededogen. Ik ben bang dat u kan sterven als een atheïst (zindīq), een fantast (mura’i), een bedrieger (Dajjāl) gedoemd te lijden in uw graf met de straf van de huichelaars (munāfiqun). Dus u moet ophouden met wat u doet. U moet uzelf naakt strippen en vervolgens op de kleren van plichtsgetrouw toewijden (taqwa). U zult spoedig dood zijn. Er is geen vijandigheid tussen mij en jullie[4]. Jullie zullen reden hebben om te onthouden wat ik jullie zeg.

Het inzicht van de rechtvaardige man (Sālih) is een indicatie van zijn spirituele status (hāl). Wanneer iemand Allāh echt kent (‘arafa), valt zijn tong stil; hij is vrij van wil, omdat van Hem, en van Hem alleen hij in nood is.

In mijn kindertijd, terug in mijn woonplaats, hoorde ik iemand zeggen tot mij: “O gezegende (Yā mubārak).” Ik zou weglopen voor die stem, maar dan in eenzaamheid hoorde ik iemand zeggen tegen mij: “Ik denk goed van u.” Als u succes (falāh) wenst moet u dicht bij me plakken. Als u een persoon van mij ziet lopen, moet u weten dat hij een hypocriet is.

De gelovige (Mu’min) is dusdanig dat wanneer hij de ogen van zijn hoofd sluit, de ogen van zijn hart worden geopend en hij ziet wat daar is; en wanneer hij de ogen van zijn hart sluit, worden de ogen van zijn hoofd geopend en hij ziet de situatie van Allāh Ta’ālā en zijn omgang met zijn schepselen.

De Woorden van Allāh gericht tot Mozes (alayhis salām) omvatten de volgende:

 قَالَ يٰمُوسَىٰ إِنِّي ٱصْطَفَيْتُكَ عَلَى ٱلنَّاسِ بِرِسَالاَتِي وَبِكَلاَمِي فَخُذْ مَآ آتَيْتُكَ وَكُنْ مِّنَ ٱلشَّاكِرِينَ

“Allāh zeide: “O, Mozes, Ik heb u door Mijn boodschappen en Mijn woord boven de volkeren uitverkoren. Houd u daarom vast aan hetgeen Ik u heb gegeven en behoor tot de dankbaren.” Surah al-A’rāf (de verheven plaatsen), H7, vers 144

Op een dag was u herder van een kudde schapen toen één van hen afdwaalde, dus u volgde het dier totdat u het had ingehaald. Tegen die tijd was u uitgeput, dus u pakte het beet en omhelsde het dier waarna u zei: “U hebt uzelf vermoeid en hebt mij ook vermoeid.” Dus, de remedie voor iemand die is gescheiden (van de Heer), is het opsporen van de oorzaak van zijn scheiding, omzetten in berouw en opbiechten in Zijn aanwezigheid.

De zondeloze (ma’sumun), degenen die zijn beschermd tegen elk aspect, hebben geen creatieve kracht (takwin). Creatieve kracht komt in het proces van het volgen van het pad (fi’t-tariq). Er is niets de moeite waard over te praten totdat u door de woestenij, de woestijnen, de twee continenten en de twee oceanen (het continent van schepselen en het continent van het zelf (nafs), de oceaan van de wet (hukm) en de oceaan van kennis (‘ilm) evenals de kust bent gepasseerd.

Voor de mensen (van de Heer) is er noch nacht, noch dag. Hun dieet is het dieet van de zieken en hun slaap is de slaap van de verdronken. Hun toespraak is slechts uit noodzaak. Wanneer iemand werkelijk Allāh Ta’ālā kent, valt zijn tong stil, maar “wanneer Hij wil, herrijst Hij hem”

 ثُمَّ إِذَا شَآءَ أَنشَرَهُ

“Dan, wanneer Hij wil, zal Hij hem weer opwekken.” Surah Abasa (hij fronste), H80, vers 22

En dan spreekt hij zonder instrumenten, zonder hulpmiddelen, zonder voorbereiding, zonder tijd aan gedachte, zonder voorwendsel. Er is geen verschil tussen zijn tong en zijn vinger. Zo is er geen muur van scheiding, geen beperking, geen deur en geen portier, geen toestemming nodig te worden verleend of gezocht, geen vergunning en geen ontslag, geen Satan en geen Sultan, geen innerlijke kern (janan) en geen vingertoppen (banan).

Over toewijden aan Allāh

De Sheikh (radi-Allāhu ‘Anh) heeft gezegd, met betrekking tot het verhaal van Mozes (alayhis salām): “De binnenste (sirr) is het geheim van het mysterie (sirru’s-sirr). Hij verliet zijn familie toen hij een brand in de richting van de berg opmerkte. Wat zag hij? Het oog van het hoofd zag een vuur (nar), terwijl het oog van het hart een licht (Noor) zag. Het oog van het hoofd zag een schepping (khalqan), terwijl het oog van het hart Allāh’s Waarheid (haqqan) zag.

Hazrat Mozes (alayhis salām) zei tegen zijn huishouden:

فَلَمَّا قَضَىٰ مُوسَى ٱلأَجَلَ وَسَارَ بِأَهْلِهِ آنَسَ مِن جَانِبِ ٱلطُّورِ نَاراً قَالَ لأَهْلِهِ ٱمْكُثُوۤاْ إِنِّيۤ آنَسْتُ نَاراً لَّعَلِّيۤ آتِيكُمْ مِّنْهَا بِخَبَرٍ أَوْ جَذْوَةٍ مِّنَ ٱلنَّارِ لَعَلَّكُمْ تَصْطَلُونَ

“Toen Mozes de termijn had voltooid, en met zijn familie op reis ging, bemerkte hij een vuur in de richting van de berg Sinaï. Hij zeide tot zijn familie: “Wacht hier, ik zie een vuur, misschien kan ik u nieuws of wat vuur daarvan brengen opdat je u mag verwarmen.” Surah al-Qasās (de vertelling), H28, vers 29

Het trok hem door zijn hart, en deed hem de controle over zijn vrouw en zijn kinderen af te staan. Hij zei tegen zijn huishouden: “Blijf hier even ……, een dagvaarding is gekomen van op hoog.” De beetpakkende ijzers van het lot hebben de mensen (van de Heer) uit de buurt van hun vrouwen en hun kinderen gegrist. O wet (hukm), verblijf op zijn plaats! O kennis (‘ilm), aangevoerd in de naam van Allāh! O lagere zelf (nafs), blijf op zijn plaats! O hart (qalb) en binnenste zijn (sirr), reageer! Wat een verliezer is hij die niets begrijpt, die deze niet lief heeft, die niet gelooft in deze! Hoe groot is zijn verlies, hoe groot is zijn verlies! Hoe ver uit elkaar moet hij blijven! Hoe verschrikkelijk voor hem!

Allāh Ta’ālā openbaart: Misschien zal ik u nieuws van daar brengen, blijf daar waar u bent, totdat ik u nieuws van het pad breng. Omdat hij in feite afgedwaald was van het pad. Zijn wegwijzers waren uit zijn gezicht. De Aartsengel (naqib an-nuqaba’) verscheen bij hem, hoewel het nooit voorheen bij de Profeet (alayhis salām) was verschenen. Aangezien De Aartsengel naar hem wenkte, zei het: “U moet wensen u nooit gecreëerd was, en nu u geschapen bent, weet u waarvoor u bent geschapen!”

O slaper u moet wakker worden, want de wateren van de zondvloed zijn overal om u heen. Wie is uw leider (Imam)? Op de dag der wederopstanding wordt u opgeroepen om bewijs te leveren. Wat is uw Schrift (Kitāb)? Wie is u leraar (mu’allīm)? Wie is uw dagvaarder (da’i)? Wie is uw Profeet ﷺ (Nabi)? U hebt geen edele afstamming (nasab). Degenen wiens afstamming authentiek is voor Allāh en in de ogen van zijn Profeet ﷺ zijn de mensen van plichtsgetrouwe toewijding (ahl at-taqwa). “O Boodschapper van Allāh”, vroeg iemand, “wie zijn de leden van uw gezin?” De Profeet ﷺ antwoordde: “Elke plichtsgetrouwe gelovige behoort tot de familie van Mohammed (kullu taqiyyin alu Muhammadin).

Houd uw mond, u hebt geen gezond verstand! Uw huis zit aan de rivier Tigris en toch bent u stervend van de blus. Slechts twee stappen en u zou de Genadevolle (ar-Rahmān) bereiken. De lagere zelf (nafs) en wezens (zijn de twee dingen om weg van weg te lopen). U ook, O zoeker! Slechts twee stappen en u zou uw doel bereiken in zowel deze wereld als het Hiernamaals.

Als u succes (falāh) wenst moet u met geduld verdragen, de hamer waait van mijn manier van spreken. Als mijn geestvervoering (junun) mij overneemt, kan ik u niet zien. Wanneer de gemoedstoestand (tab’) van mijn diepste wezen (sirr) wordt gewekt, het humeur van mijn oprechtheid (ichlās), kan ik u gezicht niet zien. Ik wens u te verbeteren en de afval uit uw hart te verwijderen. Ik zal het vuur (hariq) dat uw huis dreigt te branden, en ik zal de eer van uw vrouwenvolk (harim) beschermen.

Open uw ogen en neem kennis van wat er voor u staat. De ploegen van bestraffing en straf zijn gekomen om u te kenteren. Wee onder u, o stomme dwaas! U zult zeer binnenkort dood zijn. Alles wat u nu betrokken bij moet vervagen en worden verspreid. Deze kameraad zal moeten scheiden (yufariqu) van zijn kinderen, huis en zijn vrouw, en dan vriendschap (yurafiqu) sluiten met het stof, het graf, en ofwel de stokers van de hel (zabaniya) of de engelen van genade (Mala’ikah ar-Rahmah). O passerende reiziger, o voorbijgaande, o tijdelijke lening!

Glorie aan degene die u allen zo vriendelijk behandelt (Subhāna man manna ‘alaikum), o u die graag plezier maakt zonder ooit kennis van op te nemen!

O u die uw vrienden vergeten, niet één keer per jaar breng u mij de kleinste kleinigheid, laat staan een keer per maand of een keer per week. Neem iets voor niets, en morgen een miljoen dingen. Ik draag uw lasten, terwijl u bang bent dat ik zou kunnen belasten met de taak om mijn lasten te dragen. Alleen Allāh Ta’ālā kan zorgen voor al mijn behoeften.

U zegt dat u zou reizen voor een duizend jaar alleen maar om een woord te horen van mij? Maar waarom? Wanneer de afstand tussen mij en u slechts een paar stappen is, dan bent u lui. U bent een beetje arrogant, een kleine domme dwaas. U denkt dat u iets hebt om te geven. Hoeveel mensen als u heeft deze wereld gemest en dan verslonden! Het maakte hen mollig met roem en fortuin, dan aten ze hen op. Als wij iets goeds in hadden gezien, zou u niet geslagen zijn door ons. Komen niet alle dingen naar het huis van Allāh?

Allāh Ta’ālā openbaart:

 صِرَاطِ ٱللَّهِ ٱلَّذِي لَهُ مَا فِي ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَمَا فِي ٱلأَرْضِ أَلاَ إِلَى ٱللَّهِ تَصِيرُ ٱلأُمُورُ

“Het pad van Allāh, aan Wie hetgeen in de hemelen en op aarde is, toebehoort. Ziet toe, tot Allāh is de terugkeer van alle dingen.” Surah as-Shurā (de consultatie), H42, vers 53

Alles waar wij bij betrokken zijn, het komt allemaal van Allāh Ta’ālā.

Toen Sheikh van de lessenaar naar beneden was gestapt, zei één van zijn leerlingen (talamidha) tegen hem: “U was heel extreem in uw vermaning, en u uitte het heel nadrukkelijk!” Maar de Sheikh antwoordde: “Als mijn woorden enig effect op hem hebben, zal hij zeker terug te komen voor meer.”[5]

O Allāh begunstig ons met geduld en gratie! O Allāh, Help ons!

Als u in de aanwezigheid staat van een medeschepsel en probeert te verkrijgen wat hij tot zijn beschikking heeft, zal Allāh u verachten. De Profeet ﷺ heeft gezegd: “Wanneer iemand een rijke man plaagt (tada’da’a) op zoek naar wat hij in zijn bezit heeft, verdwijnt twee derde van zijn religie.”

U hebt een gewoonte om te proberen de dingen van uw medeschepselen te bietsen, dus zult u in die status zijn wanneer u Allāh Ta’ālā gaat ontmoeten. Op een dag zag ik op het openbare plein een persoon van de mensen bietsen, hoewel hij een lang gewaad (jubba) van zijde brokaten voor vijfentwintig dinars (gouden muntstukken) had verkocht. Dus volgde ik hem. Hij stopte naast een man die harisa aan het eten was, en zou hem niet verlaten totdat hij een mondvol van kreeg. Ik zei tegen hem: “Hebt u niet een Jubba verkocht voor een dergelijke prijs?” Zijn reactie was: “Ik negeer mijn handel wegens u!”

Wanneer iemand naar de uiteindelijke graad van heiligheid (wilāyāh) is gevorderd, wordt hij een Qutub (geestelijke as, pool of spil). Als zodanig moet hij de lasten van alle schepselen samendragen, maar hij krijgt het equivalent van het geloof (Iman) van alle schepselen samen, zodat hij de kracht zal hebben om te dragen wat hij moet dragen.

Besteed geen aandacht aan mijn lange shirt en mijn hoofddoek. Dit is wat men draagt na de dood. Dit is een lijkwade (kafan), de lijkwade van de doden. Dit is wat mij nu betaamt, nadat ik gewend was geraakt aan het dragen van grove wol (suf) en het eten van ruwe of hongerig te blijven. Ik heb nu een dringende betrokkenheid, maar niet met een van jullie.

O mensen van Bagdad, wees verstandig! O mensen van de aarde, o mensen van de hemel!

Allāh Ta’ālā openbaart:

وَٱلْخَيْلَ وَٱلْبِغَالَ وَٱلْحَمِيرَ لِتَرْكَبُوهَا وَزِينَةً وَيَخْلُقُ مَا لاَ تَعْلَمُونَ

“En paarden en muildieren en ezels (heeft Hij) geschapen opdat je er op mag rijden en tot sieraad (voor u). En Hij zal ook wat je nog niet kent, scheppen.” Surah an-Nahl (de bij), H16, vers 8

Het is geen affectie. Dit is een uiterlijke verschijning (zāhir) dat ook een innerlijke inhoud (bātin) heeft om zijn authenticiteit te bewijzen, en een innerlijke werkelijkheid die een uiterlijke manifestatie heeft om het te bevestigen.

Er zijn niets waard dan het spreken over uw Heers (arbāb) één Heer (Rabb) totdat uw belangen slechts één is geworden en het voorwerp van uw liefde één wordt. Uw hart moet verenigd zijn. Wanneer zal de nabijheid komen van de Heer der Waarheid en Hij Zijn verblijfplaats in uw hart werpt? Wanneer zal uw hart in vervoering (majdhub) komen en u diepste wezen (sirr) geketend in de buurt (muqarrab), en wanneer zal u uw Heer ontmoeten na het nemen van uw verlof van wezens?

Zoals de boodschapper ﷺ van Allāh heeft gezegd: “Als iemand zich volledig wijdt aan Allāh Ta’ālā, zal Hij hem voorzien van alles wat hij nodig heeft, en als een persoon zich volledig wijdt aan deze wereld, zal Allāh hem in zijn problemen laten. “[6]

Zoals Allāh Ta’ālā heeft gezegd: “Als iemand een actie uitvoert met de intentie van het betrekken van iemand anders dan Ik (als partner) daarin, nou, ik ben onafhankelijker dan de twee partners (ana aghna’sh-sharikain). Het (de actie) gaat de partner toegeschreven aan Mij (shariki) en heeft niets met Mij te maken.[7]

Oprechtheid (ichlās) is het gelovige perceel van land, terwijl zijn daden (a’mal) de omliggende muren zijn. De muren zijn onderhevig aan wijziging en verandering, maar niet de grond. Slechts op plichtsgetrouw toewijding (taqwa) kan een gebouw stevig gebaseerd zijn.

Als iemand zou moeten zeggen: “Ik heb mij gewijd aan Allāh Ta’ālā, maar Hij heeft mij niet voorzien van alles wat ik nodig heb” moet het antwoord zijn: “De fout ligt in u, niet in de boodschapper.”

Nimmer heeft hij (de boodschapper) gesproken uit zijn eigen verlangen.

Allāh Ta’ālā openbaart:

وَمَا يَنطِقُ عَنِ ٱلْهَوَىٰ

“Noch spreekt hij naar eigen begeerte.” Surah an-Najm (de ster), H53, vers 3

Weet u om het even alles over Allāh Ta’ālā? Nee! Jullie zijn allemaal verliefd op deze wereld en zijn glamour. Als u de waarheid zou vertellen over de claims die u maakt, zou u niet de toevlucht nemen tot sluwe trucs om de geringste kleinigheid te verkrijgen.

Werp een blik op uw lagere zelf (nafs) in het Vallei der Lotsbestemming (wādi’l-qadar) wanneer zijn tijd is gekomen, maakt de hoogste trede van uw ladder contact met de deur van de nabijheid (aan Heer)? U wordt verwelkomd door een gezicht mooier dan alle charmante schoonheid van deze wereld en het Hiernamaals. De decor genegenheid (mawadda) tussen het paar van u zal worden voltooid. Alle obstakels en tussenpersonen zullen verdwijnen. Dan zult u horen de oproep (van de lagere zelf) voor hulp van de Vallei van Zijn Lot: “Werp een blik op de deposito’s welke in vertrouwen voor u zijn veiliggesteld, en ten volle gebruik maken van de service die ik u kan bieden. Ik ben gevangengenomen hier, in uw nadeel of tot uw voordeel.” Uw nabijheid (naar de Heer) zal pleiten namens haar (lagere zelf), aandringen op een positieve reactie op haar verzoek. Op dit punt zal de hand van kennis (‘ilm) worden uitgebreid, en de hand van de wet (hukm) zal komen tot haar hulp.

Voor wat betreft uw onderdompeling erin (deze wereld) aan het begin van u carrière, voordat u elke oppositie tegen uw natuurlijke drang (tab’), uw passies (hawa) en uw eigenzinnigheid (irāda) hebt vastgehecht, in weerwil van uw claim te worden gekenmerkt onder de dierbaren (mahbubun) en degene die zijn gestreken in de buurt (muqarrabun), dit is een betreurenswaardige waan dat zal u weerhouden en een ongelukkige fout die u zal leiden tot dwalen. Als u besefte, dat deze wereld u vast en zeker in de steek zou laten, zou u niet zo veel vragen van de wereldse. Wanneer uw innerlijke (bātin) waardig wordt om Allāh te dienen, dan alleen zal deze wereld fit worden om u te dienen. Zijn wijn is vergift; het kan zoet smaken op het eerste moment, maar spoedig blijkt het bitter te worden. Zodra het in uw hart is gefilterd en u onder zijn controle bent gekomen, zet het in u een vergift en doodt u.

Onze voorgangers leerden om onderscheid te maken tussen verschillende soorten begrippen (khawātir), alvorens zich terug te trekken in afgelegen retraites (zawāyā). O gij die niet kan vertellen over het verschil tussen het begrip (khātir) van de lagere zelf (nafs), die van de duivel (Shaytān) en die van het hart (qalb), hoe kunt u zich dan terugtrekken in afzondering? Het satanische begrip vraagt aan u om zonden van ongehoorzaamheid te plegen en fouten te maken; het implementeert de wortel van ongeloof (kufr), dan moedigt het de zonden van ongehoorzaamheid aan die als een tak uit voortkomt. Zoals het engelachtige begrip (khātir al-malak) u vraagt om gehoorzaamheid te beoefenen en rechtvaardige daden uit te voeren.

Iemand zeide tot hem, die werd gekruisigd (dus al-Hallaj): “Geef mij een goed advies!” Hij antwoordde: “Het betreft uw lagere zelf (nafs); beheers het (goed en goed), anders zal het u beheersen.

Als u wilt drinken in het gezelschap van koningen, kunt u beter gaan naar de lege ruïnes, de woestenij en de woestijnen, totdat u nuchter bent van uw intoxicatie, zodat u hun geheimen niet gaat onthullen en zij u ter dood brengen. Dit is waarom het beter voor hen is (aanbidders van de Heer) te gaan zwerven in plaats van zich te vestigen. Deze wereld is hier als een transportmiddel neergezet voor het geval u uw Heer wilt ontmoeten.

Afzondering (is alleen geschikt) na (naleving van) alle regels van de heilige wet (ahkām ash-Shar’). De deur van Allāh Ta’ālā kan niet worden bereikt zonder hulp te zoeken, en een vaste vastberadenheid om iets te bereiken zal de middelen beschikbaar te maken. De deur van kennis (‘ilm) is aangekomen bij het pad van de wet (hukm). De wet betekent de (godsdienstige) geboden en verboden. Wij aanvaarden dus wat de wet van ons eist; wij horen[8] en gehoorzamen[9]. In dit stadium zijn wij blootgesteld aan tegenspoed, dus dit is waar de dienaar een kennisdrager (‘Alīm) moet zijn. Eén van ons kan zeggen: “Waarom zou ik moeten lijden aan pech, ondanks mijn toewijding aan achtbare gehoorzaamheid?” Ons antwoord aan hem moet zijn: “U hebt een beetje kennis nodig!”

De specialist in de wet (Sāhib al-hukm) is bezig met het opslaan van de goederen, terwijl de specialist in kennis (Sāhib al-‘ilm) zich bezighoudt met distributie. De wet wordt geassocieerd met de vrome onthouders (zuhhad), terwijl de kennis wordt geassocieerd met de kampioenen van de waarheid (siddiqun), de dierbaren, de intieme metgezellen. Onthouding (zuhd) wordt geassocieerd met de wet, terwijl de liefde wordt geassocieerd met kennis. De één fungeert als een zakelijke partner (sharik), de andere als een minister (wazir).

De ascetische (mutazāhhid) is koortsachtig (mahmum), de vrome onthouder (zāhid) is consumptief (maslul) en hij die echte kennis (‘Arīf) heeft leeft na de dood. Deze ascetische heeft afstand gedaan van de verlangens van het vlees en heeft het vasten als een gewoonte gemaakt, dus zijn lagere zelf (nafs) heeft koorts gevangen. De vrome onthouder heeft langdurige afstand nemen ervaren, zodat zijn ziekte is verlengd en hem tot het contract tuberculose heeft gebracht. Deze wereld is wat dat betreft allang gestorven. Terwijl hij in deze conditie op het bed van de gracieuze vriendelijkheid van Allāh Ta’ālā ligt, moet hij verschijnen aan de deur van zijn onthouding, waar voedsel op vele verschillende manieren bereid wordt, evenals verschillende stijlen van kleding op pinnen hangen! Hij kan deze wereld niet verlaten totdat hij zijn toegewezen zegening volledig heeft ontvangen. De ongelovigen (kuffār) en ongehoorzame zondaars hebben niet het fatsoen gehad om (hun zegening) te zoeken; zij hebben zichzelf geholpen om die dingen te zoeken die onwettig (harām) zijn.

Allāh Ta’ālā gaf die dienaar leven, toen heeft Hij hem herrezen als een ander schepsel. Het vlees is verdord, het been verzwakt, de huid dun gegroeid. Het lagere zelf (nafs) had zijn zoete smaak verloren, passie (hawa) was vertrokken en natuurlijke neiging (tab’) was overwonnen, terwijl het hart de geest (rooh) bevatte, de innerlijke betekenis (ma’na), de directe spirituele ervaring (ma’rifa) en de realisatie van goddelijke eenheid (tawhīd).

Volledige heerschappij behoort tot het hart alleen, en de Heer der Waarheid zorgt ervoor. Hij brengt Zijn dienaar weer tot leven na de dood, zijn vleselijke verlangens en lusten zijn gestorven een spirituele (ma’nawi) zijn dood.[10] Allāh brengt hem weer tot leven nadat Hij hem heeft laten zien wat er daar is. De dienaar heeft Hij dood gelaten aan Zijn deur, toont Hij de enorme reikwijdte van Zijn Wijsheid en Zijn mysteries, de veelheid van zijn soldaten en zijn onderdanen. Dan, als Hij hem zijn Koninkrijk heeft getoond en hem over Zijn geheim (sirr) heeft geïnformeerd, voegt Hij zich aan zijn geest (rooh) aan zijn lichaam samen en zijn buiten (zāhir) met zijn binnen (bātin), zodat hij zijn toegewezen zegeningen (aqsām) volledig kan ontvangen. Voorafgaand hieraan, zelfs als alle gedeelten van het Oosten en het Westen vóór hem waren uitgespreid, kon hij niet één enkel atoom van kunnen nemen.

Door middel van een mysterieuze macht (qudra khafiya), een innerlijke wil (irāda bātina) uitgeoefend door Allāh Ta’ālā, zijn profeten (Anbiya’), zijn heiligen (Awliya’) en de bijzondere weinigen (khawass) onder zijn schepselen zijn losgemaakt van hun wereldse verlangens. Niet het geringste spoor van vleselijk verlangen en koppigheid blijft binnen in hen, zodat hun innerlijke wezens (bawātin) puur aan Hem zijn gewijd. Dan, wanneer Hij wenst om hen hun toegewezen zegeningen in volle maat te verlenen, creëert Hij het leven van wereldse bestaan (wujud) binnen hen, zodat alle toegewezen zegeningen kunnen worden ontvangen.

Hazrat Isa (alayhis salām) huwde niet; hij nam nooit een vrouw. Aan het einde van de tijd zal Allāh Ta’ālā hem terugsturen naar de aarde, en Hij zal hem dan laten trouwen met een jonge vrouw van de Quraysh, die Hazrat Isa’s zoon zal dragen.

De persoon met echte spirituele ervaring (‘Arīf), hij ontvangt niet zijn zegening tot na het bereiken van bekwaamheid in zowel kennis (‘ilm) als onthouding (zuhd), dan verzamelt hij zijn toegewezen zegeningen samen met de rest van u. Hij herwint zijn wereldse eetlust na zich ervan te hebben onthouden[11] wanneer er enige twijfel was. Zodra hij kennis heeft verworven smaakt koud water goed voor hem, terwijl in de ogen van vrome onthouders de beste maaltijd en het drinken lijkt op wijn en het eten van varkensvlees. Velen onder de vrome onthouder zijn uitgeschakeld door hun ontwenning aan de Heer van de Waarheid, en velen met echte spirituele ervaring zijn uitgeschakeld wegens te veel leunen op hun eigen spirituele ervaring (ma’rifa), hoewel dit eigenlijk nogal ongebruikelijk is en in de meeste gevallen is hij waarschijnlijk veilig en gezond.

Als algemene regel geldt, uw nabijheid houden aan de zonen van deze wereld houdt u ver weg van Allāh Ta’ālā. De juiste cursus voor u is om uw aandacht te concentreren op het hiernamaals en op achtbare gehoorzaamheid, dan kunt u gered worden, terwijl uw toegewezen zegeningen tot u zal komen, zelfs als ze onwelkom zijn.

Wat Hij van u (allereerst) vereist is dat u stopt met het volgen van uw natuurlijke tendens (tab’) en in zijn plaats de speciale concessies (rukhās) inzet toegestaan door de heilige wet (shar’). Dan zal Hij u instrueren om deze speciale concessies beetje bij beetje op te geven, tot al uw acties in overeenstemming zijn met de strikte interpretatie (‘azima). Dan, als u geduldig de strikte wet naleeft, zal liefde voor Allāh Ta’ālā in uw hart ontstaan. Zodra de liefde daar stevig wordt gevestigd, zal heiligheid (wilāyāh) aan u van Allāh Ta’ālā komen.

Als u verstandig bent, reken uzelf onder de mensen van het vuur (van de hel), want dit zal u aanmoedigen om uw gedrag te verbeteren. Als u in feite een van de mensen bent van de Tuin (Paradijs), zult u blijk hebben gegeven van uw dankbaarheid aan Hem. Wanneer u van huis gaat, zou u moeten voelen alsof u naar oorlog gaat, alsof u nooit thuis terug zou kunnen komen. U moet er ook bewust van zijn, dat u wegens uw hebzucht wordt gemaakt om te lijden, en overtuigd te zijn dat Allāh Ta’ālā in staat is om u zonder inspanning of spanning te ondersteunen.

De gelovige (mu’min) is soms als een berg en op andere momenten als een veer geblazen door de winden van zijn lot (Qadar); in aanwezigheid van tegenslagen zo groot als een berg, maar in het gezelschap van de Heer van de Waarheid die zweefde als een veer door de winden van Zijn geboden (aqdār).

O mensen van ons, het is te laat voor u om de rol van Boodschapper (Risālah) of de rol van de profeet (Nubuwwah) te krijgen, maar er is nog tijd voor u om een spirituele ervaring en positie (wilāyāh) te krijgen!

Er kan geen toegang zijn tot het gezelschap van de Koning zolang iemand nog steeds verbonden is aan het wereldse bestaan (wujud). Het lijkt erop dat u blind moet zijn, omdat u het niet inziet. Het schijnt dat u uw dorst gelest hebt, aangezien u niet drinkt. Het lijkt erop dat u dood moet zijn, want er is geen beweging in u. Wees op de hoede van de verstotenen die zich niet bewust zijn van de verstoting! U doet geen goed, noch helpt u de goede mensen om goed te doen. U bent slecht, u houdt van een werelds leven zonder hiernamaals, een buitenste (zāhir) leven zonder innerlijke (bātin). U zult geen voordeel van uw belangrijke verbindingen, uw rijkdom en uw patroon bereiken. Jullie zullen gauw dood zijn en na de dood zullen jullie aan vernedering lijden.

Allāh Ta’ālā openbaart:

 مَن كَانَ يُرِيدُ ٱلْعِزَّةَ فَلِلَّهِ ٱلْعِزَّةُ جَمِيعاً إِلَيْهِ يَصْعَدُ ٱلْكَلِمُ ٱلطَّيِّبُ وَٱلْعَمَلُ ٱلصَّالِحُ يَرْفَعُهُ وَٱلَّذِينَ يَمْكُرُونَ ٱلسَّيِّئَاتِ لَهُمْ عَذَابٌ شَدِيدٌ وَمَكْرُ أُوْلَئِكَ هُوَ يَبُورُ

“Wie eer wenst (wete), dat alle eer aan Allāh behoort. Tot Hem stijgt het reine woord en de goede daad verheft het (tot Hem). En zij, die slechte plannen maken, hun wacht een strenge straf en hun plan zal te niet worden gedaan.” Surah Fātir (de Schepper), H35, vers 10

Moet iemand verlangen naar glorie, de glorie behoort tot Allāh Ta’ālā. En, (dus het behoort ook) tot Zijn boodschapper en de heiligen (Awliya’) en de kampioenen der waarheid (siddiqun).

De oceaan is deze wereld, het schip is de heilige wet (shar’) en de zeeman is de genade (lutf) van Allāh Ta’ālā. Iedereen die afwijkt van het volgen van de heilige wet zal daarom verdrinken in deze wereld, maar als iemand toevlucht zoekt aan boord van het schip van de heilige wet en zich daar thuis voelt, dan zal de zeeman hem zien als zijn luitenant (istanābahu). Hij zal hem de leiding van het schip en alles aan boord geven, en zal hem als een familielid zien door het vinden van een bruid uit zijn eigen familie (sahārahu). Dit is hoe het zal zijn voor iemand die deze wereld verlaat, zich wijdt aan de verwerving van kennis (‘ilm), leed met geduld verdraagt en komt tot de geliefde (Mehboob) van de heilige wet. Terwijl hij in deze toestand verkeert, en vastberaden blijft, zal Allāh Ta’ālā komen en Zijn genade op hem schenken. Hij zal hem Zijn geheime kennis (ma’rifa) geven met gewaden van eer, speciaal ontworpen voor hem. Een teken van Allāh’s vriendschap op de top van een ander (wilāyāh fawqa wilāyāh)!

In Allāh Ta’ālā hebt u voldoende compensatie voor het verlies van iets anders dan Hem. Als iets onprettig in leven voorbijkomt, voel u niet verdrietig daarover, want de Koning beschikt over Zijn eigendom en Hij overziet alles. De slaaf (‘abd) behoort tot zijn Meester (Mawla), samen met alles wat hij bezit. Wat Hij ook wegneemt van u, zult u het morgen (Dag der Oordeel) weer vinden. Het vuur (van de hel) zal zeggen: “Loop door, o gelovige (mu’min), want uw licht heeft mijn vlammen gedoofd!” Evenzo in deze wereld, wanneer het geloof (Imān) sterk is gegroeid en zijn innerlijke wezen (bātin) contact heeft gemaakt met de nabijheid van de Heer der Waarheid, komt het vuur van rampen langs om een obstructie op het pad van de harten te veroorzaken. Het vuur van conflicten neemt zijn positie op het pad van de kandidaten (murids), dan grijpt het de aspirant (murid) vanwege de overblijfselen die hij nog draagt, sporen van wereldse gehechtheid en aandacht voor wezens. Aan degene van perfect geloof (kāmil al-Imān) zegt het: “Loop door, o gelovige, want uw licht heeft mijn vlammen gedoofd!” Ze zijn niet gewond in deze wereld door pijlen die vallen van het kasteelmuren. Jullie moeten uzelf op een zodanige wijze gedragen dat noch het vuur van deze wereld noch dat van het hiernamaals jullie kan schaden.

Allāh Ta’ālā heeft bepaalde dienaren die Hij artsen (atibbā’) noemt. Hij laat ze leven in goede gezondheid (‘afiya), zorgt ervoor dat ze sterven in een goede gezondheid en geeft hun de Tuin (van Paradijs) in goede gezondheid.

Wanneer iemand Allāh Ta’ālā echt kent (‘arafa), wordt hij losgemaakt van de vleselijke lusten en genoegens. Het is slechts als reden, dat hij wordt gedwongen om te doen wat hij toegewezen krijgt aan zegeningen (van wereldse goederen) goedkeurt. “De buurman voor het huis (al-jar qabla ‘d-dār).” Nu hij de buurman heeft gewonnen, wordt deze gelukkige persoon (mubārak), hij wint nu het huis in het bezit gevestigd van de Koning. De Koning heeft gezegd:

وَقَالَ ٱلْمَلِكُ ٱئْتُونِي بِهِ أَسْتَخْلِصْهُ لِنَفْسِي فَلَمَّا كَلَّمَهُ قَالَ إِنَّكَ ٱلْيَوْمَ لَدَيْنَا مَكِينٌ أَمِينٌ

“En de koning zeide: ‘Brengt hem bij mij, ik wil hem voor mijzelf houden’. En toen Hij tot hem (Jozef) had gesproken, zeide Hij: “U bent van deze dag af een man van positie en vertrouwen bij ons.”
Surah Yusuf, H12, vers 54

Wanneer iemand werkelijk Allāh Ta’ālā heeft leren kennen, en tot Zijn aanwezigheid is toegelaten, zal hij niet met zijn ogen of zijn handen naar, om het even, wat in Zijn Koninkrijk is rennen. Hij is net als een bruid (‘arus) die plechtig is begeleid naar de koning. Haar eten en drinken zijn de nabijheid van de koning. In Zijn nabijheid vindt ze de vervulling van al haar verlangens. Wanneer het lagere zelf (nafs) gehoorzaam is geworden, smelt het samen met het hart, dat zijn gevangenbewaarder wordt. Dan geeft de Koning het hart verlof uit de gevangenis.

Allāh Ta’ālā openbaart:

 وَقَالَ ٱلْمَلِكُ ٱئْتُونِي بِهِ فَلَمَّا جَآءَهُ ٱلرَّسُولُ قَالَ ٱرْجِعْ إِلَىٰ رَبِّكَ فَاسْأَلْهُ مَا بَالُ ٱلنِّسْوَةِ ٱللاَّتِي قَطَّعْنَ أَيْدِيَهُنَّ إِنَّ رَبِّي بِكَيْدِهِنَّ عَلِيمٌ

“En de koning zeide: ’Brengt hem tot mij’. Maar toen de boodschapper tot hem (Jozef) kwam, zeide hij: ‘Ga terug naar uw Heer en vraag hem hoe het met de vrouwen is gesteld die zich in de handen sneden, voorzeker mijn Heer kent haar sluwe plan goed’.” Surah Yusuf, H12, vers 50

Nadat zijn adel, goede karakter en goed gedrag duidelijk zijn geworden, wordt hij begeleid naar Zijn aanwezigheid. Hij zal hem begroeten met nobele vrijgevigheid, hem dichterbij Zich trekken, hem vriendelijk behandelen, hem belonen met gewaden van eer en hem aanspreken zonder een tussenpersoon, zeggende: “U bent vandaag in onze aanwezigheid gesetteld en waardig van vertrouwen.”

Hij zal al zijn aandacht gericht houden op Hem.

In expansie (bast) en vernauwing (qabd)

Vraag: “Wanneer geeft expansie (bast) toe aan vernauwing (qabd), en plezier hebben om serieus genomen te worden?”

Zolang Hij gemakkelijk met u (basataka) is, kunt u het gemakkelijk (inbasatta) hebben. Dan zal uw licentie om van concessies (rukhsa) te genieten worden omgezet in strikte aandacht voor de plicht (‘azima), en zal uw strikte prestaties een genot geworden, totdat uiteindelijk (wanneer het geheel van u is geworden strikt gewijd aan de plicht) Hij ertoe zal leiden toegang te krijgen tot de woonplaats van genadige gunst (fadl) en intieme vriendschap (uns). Alles wat voor u is gelaten zal puur en eenvoudig (fi’l mujarrad) actie zijn, zonder sprake van een concessie of striktheid. Uw situatie zal vergelijkbaar zijn met degene die voor zich een bord met een beetje voedsel heeft, en die vervolgens wordt verteld: “Ga naar een ander huis. Alles wat er is voor jou.” Concessies zijn voor degenen die weinig vooruitgang hebben geboekt, terwijl strikte eisen zijn voor degenen die volledig zijn ontwikkeld (kāmil), en het Koninkrijk is voor degenen die dit wereldse bestaan (fanun)hebben overtroffen.

Voorheen woonde ik hier altijd op aarde in afzondering, maar nu is de situatie het tegenovergestelde geworden. In het algemeen ben ik een persoon over wie niet beschaamd wordt gesproken, want ik heb geen boodschap aan de mening van iemand. Goed gedrag (husn al-adāb) is opgedeeld in twee gevallen, namelijk in de verzaking van deze wereld en in de aanvaarding ervan. U moet niet in afzondering gaan door het negeren van gezelschap. Maak er geen praktijk van alvorens u voldoende voorbereidingen getroffen hebt, voltooi uw studies en pensioneer (tafaqqah thumma’ ‘tazil) dan.” Hoe vaak komt u naar deze sessies (majālis) zonder dat u een gehoord woord omzet in de praktijk? Hoeveel van jullie hebben een heilige (Walī) gezien, hem advies gevraagd en gekregen, en vervolgens in de praktijk gebracht, waarbij het als voorziening is voor uw reis?[12]

Zoals voor u daar, uw opening over de almanakken (akhbār), u tuurt in de tradities (athar), u woont de sessies van Allāh’s gedenken (majālis al-Azkār) bij, maar u boekt geen vooruitgang op enigerwijze. Als u uw voet slechts op het punt kon vasthouden van wat u reeds heeft bereikt, maar nee, zodra u vooruit bent gekomen gaat weer u weer terug.[13]

Als er geen verschil is voor een persoon tussen de ene dag en de volgende, dan zal hij weinig verstand hebben. Kom op, gebruik uw zintuigen! Moge Allāh’s genade op u zijn! Deze wereld kan slechts kortstondige voldoening bieden, dus vertrouw er niet op.

Er zijn een aantal mensen die zwak zijn gemaakt door ontzag en angst, van wie de ledematen zijn verzwakt tot immobiel, en wiens harten zijn overweldigd door verbijstering bij de schepping waardoor ze zijn gekomen in een staat van verlamming en inactiviteit. Wanneer de tijd voor hen komt om hun volledige quotum aan toegewezen zegeningen te ontvangen, stuurt Allāh Ta’ālā iemand om ze te voeden, beetje bij beetje.

Geen enkel verleden of heden heeft iets te houden tegen deze dienaar. Behoud het belangrijkste deel van uw religie (Dīn) of anders moet u uw verbinding (bai’at) met mij en mijn pad (Qādri) verbreken. Wees niet een onwetende dwaas, thuis zittend en zich overgeven aan uw fantasieën. Hier hebben wij medicijnen die wij hebben gedronken en heilzaam gevonden. Hier hebben wij iets geprobeerd en getest, waardoor wij de weg kunnen laten zien.

Pas op voor een dag waarop noch rijkdom, noch zonen van enig resultaat zullen zijn! Wat is rijkdom? Rijkdom is iets wat u hebt opgebouwd uit wat er is gedaald voor u en wat u hebt weten te verwerven, en u hebt het verworven met alle middelen. U beweert dat morgen (bij de wederopstanding) het u zal bijstaan in een goede plaats, samen met alle zonen die u hebt, net zoals de Arabieren in de oude dagen gewoonlijk beweerden.

Allāh Ta’ālā heeft geopenbaard:

يَوْمَ لاَ يَنفَعُ مَالٌ وَلاَ بَنُونَ

إِلاَّ مَنْ أَتَى ٱللَّهَ بِقَلْبٍ سَلِيمٍ

“De Dag waarop rijkdom noch kinderen zullen baten. Maar slechts hij, die met een toegewijd hart tot Allāh komt, (zal baat vinden).” Surah Shu’arā’ (de dichters), H26, verzen 88-89

Zulk een persoon zal niet te veel aandacht met zijn hart hebben besteed aan zijn wereldlijke goederen en zijn zonen. In plaats van zijn hart vertrouwen op hen te laten, zal hij hebben erkend dat hij werd belast met hun zorg. Hij zal hen aandacht hebben geschonken om te kunnen voldoen aan de wensen van zijn Heer. Dus zijn hart zou veilig zijn van de gevaren die gaan komen met het hebben van rijkdom en kinderen.

Overdenk de casus van een man, die wordt geïnformeerd dat de koning hem wil laten trouwen met een slavin, en dat hij voornemens is om hem door haar te laten doden. De man zegt tegen zichzelf: “Als ik probeer weg te lopen, zal de koning mij gevangen laten nemen door zijn soldaten. Als ik weiger om hem te gehoorzamen, dan heeft hij de macht om mij te vernietigen, maar als ik voldoe aan zijn wensen, zal hij mij toch vernietigen, door middel van zijn slavin. De koning geeft uiteindelijk hem opdracht om met één van zijn slavinnen te huwen en beveelt haar om de echtgenoot te vergiftigen of zijn keel door te snijden zodra hij in slaap is gevallen. Oh, hoeveel wordt gemist door degenen die van mij vandaag zijn weggebleven! Oh, hoeveel missen ze! Maar het beste wat hij kan doen is om beleefd te gedragen en te tonen klaar te zijn om de koninklijke opdracht op te volgen, terwijl hij zijn hart op alert heeft staan. “Om te horen is gehoorzamen” zegt hij, en hij gaat het huwelijk en het geschenk (hadiyya) aanvaarden. De huwelijksnacht (zifaf) is aangebroken. Hij trekt het pantser van voorzichtigheid aan. Hij zalft de ogen van zijn hart met de zalf van waakzaamheid, om ervoor te zorgen dat hij elke beweging, pauze en actie van zijn echtgenote zal opmerken. Zij blijkt zijn vreugde en verrukking te zijn, en de aanwezigen en de bedienden denken allen dat hij zich in een benijdenswaardige situatie bevindt. Wanneer de nieuwe dag aanbreekt, heeft ze hem niet vermoord met haar vergif!

Allāh Ta’ālā openbaart:

يَوْمَ لاَ يَنفَعُ مَالٌ وَلاَ بَنُونَ

“De Dag waarop rijkdom noch kinderen zullen baten.” Surah Shu’arā’ (de dichters), H26, vers 88

In dit vers is uitgelegd, behalve iemand die naar Allāh met een geheel hart komt (bi-qalbin salim).

Uitleg van bovenstaande casus: Deze wereld is de vrouw in wiens gezelschap hij niet in slaap is gevallen, en met wie hij nooit in zijn leven alleen in privé is geweest.[14] Hij heeft het hiernamaals bereikt, en ze heeft hem van zijn plichtsgetrouw toewijding (taqwa) niet beroofd noch zijn religie veranderd. Dat is het houden van veilig en geheel (salāmā)! Het is als dit voor iemand die Allāh echt kent (‘Arīf), die zich kan onthouden van deze wereld en hunkert naar het hiernamaals. De boodschapper van kennis (Rasool al-‘ilm) komt in de zuivere sereniteit van zijn diepste wezen (sirr) met de informatie: “Allāh wenst aan u een groep mensen van deze wereld toe te wijzen, zodat er leven voor de harten van de kampioenen van waarheid (siddiqun) kan zijn. Dit is een soort taak, die arbeid, moeite en aandacht vereist. Wees voorzichtig met hoe u het uitvoert. Uw hart en uw diepste wezen (sirr) moet gezond en geheel zijn, dus het diepste wezen moet hiervan volledig bewust zijn.” Het diepste wezen en het hart worden begeleid naar de deur van de Koning. Zij vragen: “Wat stelt u voor om met ons te doen? Bent u van plan ons van uw aanwezigheid uit te sluiten, om ons van uw deur te verbannen, om het leven voor ons pijnlijk te maken? We zullen niet verlaten zonder de goede garanties (mawāthiq) en convenanten (‘uhud). Zij zullen niet verlaten totdat Hij tegen hen zegt:

Allāh Ta’ālā openbaart

 قَالَ لاَ تَخَافَآ إِنَّنِي مَعَكُمَآ أَسْمَعُ وَأَرَىٰ

“Hij (Allāh) zei: ‘Vreest niet, want Ik ben met u. Ik hoor en Ik zie’.” Surah Tā Hā, H20, vers 46

Dan zullen ze samen terugkeren naar deze wereld, begeleid door begeleiders en bewakers.

Allāh Ta’ālā openbaart

 إِلاَّ مَنْ أَتَى ٱللَّهَ بِقَلْبٍ سَلِيمٍ

“Maar slechts hij, die met een toegewijd hart tot Allāh komt, (zal baat vinden).” Surah Shu’arā’ (de dichters), H26, vers 89

Zulk een hart is gezond en vrij van schadelijke invloeden, van pretentie en hypocrisie en de wens om slechts schepselen te imponeren.

O zoeker ver van huis, o zwerver verloren in de baanloze wildernis van het lot (Qadar)! U moet uw privé-kamer opruimen.[15] Laat noch dirham (zilveren muntstuk) noch dinar (gouden muntstuk) erin, en zoals voor juwelen hebt u genoeg aan de sleutel in uw zak. U moet uw hart leegmaken van deze wereld, van vleselijke eetlust, genoegens en triviale zorgen van elke soort. U moet laten bevatten alleen herinnering (zikr) en contemplatie (fikr), de denkend aan de dood en de gedenken van wat er buiten de dood is. Daarin moet u de praktijk van de alchemie (kimiya’) van de beknotting van de verwachting. U moet zeggen: “Ik ben al dood”, omdat acties zuiver worden door de inperking van de verwachting (qasr al-amal).

Als u aan de andere kant uw verwachting overdrijft, zult u proberen om een indruk te maken op deze persoon[16] hier, en zich gedragen als een hypocriet naar die persoon daar. Iemand die de inperking van de verwachting beheerst is gescheiden van alles, losgekoppeld van alles. Hij draagt het gewaad van onthouding (zuhd), daarna het gewaad van vernietiging (fanā’) en dan het gewaad van de echte spirituele ervaring (ma’rifa).

De boodschapper ﷺ  van Allāh heeft gezegd: “Waarborg me zes dingen en ik zal u de Tuin (Paradijs) waarborgen, (1) wanneer één van u spreekt, moet hij leugens niet vertellen, (2) wanneer hij is vertrouwd, moet hij niet bedriegen, (3) wanneer hij een belofte maakt, moet hij het niet breken, (4) u moet uw handen bedwingen (van kwade daden), (5) u moet niet op zoek gaan naar problemen en u (6) u moet genitaliën beschermen.”

Als uw diepste wezen (sirr) puur is geworden en verenigd, zult u de oproep van uw Heer direct horen, zonder een tussenpersoon. Wanneer uw vrees en uw hoop zijn verenigd, zal de toespraak van uw Heer (Rabb) en Meester (Mawla) u instructie geven.

O mijn lieve zoon, werp uzelf neer voor de hoeven van het paard van Zijn lot (qadar); het paard zal u niet vertrappen noch een sprong over u maken. Als iemand lijdt aan vernietiging (talaf) wegens Allāh, is zijn compensatie (khalaf) de verantwoordelijkheid van Allāh. Als het paard over u heen springt, pak het vast en blijf eraan vastklampen, stel uzelf bloot aan de pijlen van Zijn lot. Wanneer u een doelwit voor de pijlen van Zijn lot bent, zal hun impact alleen leiden tot een kras, niet een fatale wond.

O u die zijn berooid van dit alles, u moet verbeteren, vooruitgang boeken en aan het werk gaan. Krijg een grip op alles. Geef uw slechte gewoonte van thuis zitten op[17], terwijl ik hier zit om een les te geven. Hier zijn de kwaliteiten van heiligen (wilāyāh). Hier[18] zijn de graden (darajāt).

O, u die getroffen bent met de last voor het treffen van levensvoorzieningen van afhankelijke personen, besteed uw verdiencapaciteit aan uw afhankelijke personen en uw hart aan de gracieuze gunst van uw Heer. Voor een groep mensen, hun rechtmatige (halāl) goederen wordt verworven, maar wat verdienen ze eigenlijk?[19] Er zijn mensen wier rechtmatige goederen zijn verkregen in antwoord op hun smeekbede (du’ā ‘). Er zijn mensen wier rechtmatige goederen zijn ontvangen van anderen zonder te hoeven vragen, en dan zijn er mensen wiens rechtmatige goederen zijn verkregen door te bedelen. Dit is de stand van zaken tijdens de opleiding (riyada), die niet kan gaan over onbepaalde tijd.

Uitleg: Het eerste geval, namelijk de verdiencapaciteit is in overeenstemming met de Soenna. De tweede, namelijk vragen (in gebeden van smeek) is van zwakke geldigheid. De derde, (accepteren wat komt zonder te vragen) is de aanpak die strikt correct is (‘azima).

Voor wat betreft bedelen, dit is toegestaan als een speciale concessie (rukhsa). Het kan gebeuren dat iemand gaat bedelen wanneer hij niet in nood is, in welk geval hij een proces en een beproeving voor de persoon die wordt gevraagd om te geven vertegenwoordigt. Het verzoek gedaan door deze dienaar (van de Heer) is als het verzoek dat komt in de nacht.

De Profeet ﷺ heeft gezegd: “Niet het verzoek verwerpen dat in de nacht komt, iemand die noch een djinn noch een mens is kan tot u komen, om te zien hoe u omgaat met de zegeningen van Allāh Ta’ālā die aan u geschonken wordt.

Op dezelfde manier wordt deze dienaar geboden om te vragen, zodat de Heer der Waarheid kan zien hoe jullie de zegeningen hanteren die Hij jullie heeft geschonken.

Maak een frequente praktijk van het bijwonen van de sessies (majālis) van de geleerden, het bezoeken van de tombes (dargah) en van de rechtvaardigen (sālihun), misschien dat uw hart dan tot leven zal worden gebracht.

Op een dag toen de dienaren van de Heer grondig het uitvoeren van de geboden bedreven en het achterwege laten van de verboden (van de heilige wet) kwamen de decreten van het lot (aqdar) bij hen om hun hulp te vragen. ‘Abdullah ibn az-Zubair had de gewoonte om een maaltijd eens per week te eten. Uw spirituele toestand (hal) zal niet correct zijn totdat u een kapotte pot goed vindt waarin geen vloeistof kan blijven staan. Beschouw het voorbeeld van het schip, dat behoort tot een aantal arme mensen werd ingescheept door al-Khizr en die het beschadigde en vervolgens doorgaf aan een andere situatie. Er is een status die integratie (jam’) kenmerkt en er is een andere status die de kenmerken differentiatie (tafriqa) in zich heeft zoals er een status van gebrekkige functies (qilla) en weer een ander met multiplicatie functies (kathra).

Als iemand uit mijn aanwezigheid weggaat in de richting van het vuur (van de hel), moge Allāh geen genade met hem hebben!

O Allāh, geef gratie! O Allāh, bescherm! O Allāh, geef standvastigheid! O Allāh, geef tevredenheid!

Wanneer u de Heer van de Waarheid wil bereiken, zal hij tevreden zijn met u, zolang u de verplichte (fara’id) religieuze taken.[20]

De Koning’s kok is nu een oude man. Niet langer kan hij denken, zien, horen en instructies geven (zoals hij het oorspronkelijk deed). Hij moet nu hebben gedaan voor zichzelf wat hij zelf kon doen in zijn actieve toestand.

Laat Allāh uw getuige zijn, O zoeker, als u de waarheid spreekt over de claims die u maakt. Wanneer hebt u uw kracht gebruikt voor het voordeel van uw buurman in plaats van uzelf? Wanneer hebt u hem uw overhemd, uw tulband en uw gebedskleed (musalla) voor het gebruiken zelf aangeboden? Op de eerste plaats, wanneer hebt u uw rijkdom tot zijn beschikking gesteld?

Deze dienaren van de Heer hebben hun lagere zelf (nufus), hun natuurlijke impulsen (tiba’), hun hartstochten (ahwiya) en hun smaken (sharab) opgelost aan het punt waar zij in de geestelijke betekenis (ma’nan) zijn gestorven, waar zij uitgestorven (fanu) zijn in spirituele zin. De hand van (Allāh’s) macht (qudra) heeft controle over hen genomen. De begrafenis (ghasil) van lotsbestemming (qadar) rolt ze van rechts naar links, terwijl hun hond de poten uitstrekt op de drempel.

Allāh Ta’ālā openbaart

 وَتَحْسَبُهُمْ أَيْقَاظاً وَهُمْ رُقُودٌ وَنُقَلِّبُهُمْ ذَاتَ ٱليَمِينِ وَذَاتَ ٱلشِّمَالِ وَكَلْبُهُمْ بَاسِطٌ ذِرَاعَيْهِ بِٱلوَصِيدِ لَوِ ٱطَّلَعْتَ عَلَيْهِمْ لَوَلَّيْتَ مِنْهُمْ فِرَاراً وَلَمُلِئْتَ مِنْهُمْ رُعْباً

“Je denkt dat zij wakker zijn, terwijl zij slapen en Wij zullen hen zich naar links en rechts doen wenden, terwijl hun hond met zijn voorpoten uitgestrekt op de drempel ligt. Indien je een blik op hen werpt, zul je je zeker van hen afwenden en vluchten, met ontzag vervuld.” Surah al-Kahf (de spelonk), H18, vers 18

De overblijfselen van het lagere zelf zijn uitgestrekt onder de drempel van het lot.

Uitleg: De medicatie voorgeschreven voor de ledematen en organen van het fysieke lichaam is om zich te onthouden van zonden (ma’athim), dat wil zeggen, van het plegen van gruwelijke wandaden en strafbare feiten. Uw hand moet zich onthouden van stelen en slaan, terwijl de voeten zich moeten onthouden van wandelen in de zondige ongehoorzaamheid, en van het lopen naar de wereldse leider (sultan) of zelfs een van de kinderen van Adam. Uw ogen moeten zich onthouden van het kijken naar mooie vrouwen.

De lagere zelf (nafs) is kalm en stil geworden in de aanwezigheid van de wet (hukm). Het hart is gevlogen in het gezelschap van de geliefde (Mehboob).

Als de vriend (Walī) van Allāh Ta’ālā zich correct gedraagt, zal hij de Attributen (Sifāt) verwerven van profeetschap (Nubuwwah).

De wet (hukm) fluctueert tussen natuur (tab’) en kennis (‘ilm), soms afwijzing van de natuur en soms afwijzing van kennis. Wat de Boodschapper u geeft, neem het.

Allāh Ta’ālā openbaart:

 مَّآ أَفَآءَ ٱللَّهُ عَلَىٰ رَسُولِهِ مِنْ أَهْلِ ٱلْقُرَىٰ فَلِلَّهِ وَلِلرَّسُولِ وَلِذِي ٱلْقُرْبَىٰ وَٱلْيَتَامَىٰ وَٱلْمَسَاكِينِ وَٱبْنِ ٱلسَّبِيلِ كَيْ لاَ يَكُونَ دُولَةً بَيْنَ ٱلأَغْنِيَآءِ مِنكُمْ وَمَآ آتَاكُمُ ٱلرَّسُولُ فَخُذُوهُ وَمَا نَهَاكُمْ عَنْهُ فَٱنتَهُواْ وَٱتَّقُواْ ٱللَّهَ إِنَّ ٱللَّهَ شَدِيدُ ٱلْعِقَابِ

“Wat Allāh aan Zijn boodschapper heeft gegeven als buit van het volk van de stadsgebieden, is voor Allāh en Zijn boodschapper en voor de naaste familieleden en de wezen en de armen en de reiziger, opdat het niet alleen in omloop moge zijn tussen de rijken onder u. En wat de boodschapper u ook moge geven, neemt het en wat Hij u ook verbiedt, onthoudt u daarvan. En vreest Allāh, zeker, Allāh is streng in het straffen.” Surah al-Hashr (de bijeenkomst), H59, vers 7

De wet zegt aan het hart: “Wat zal naar uw behoeften toevoeren? Ik sta klaar, als een dienaar tot uw beschikking, een voogd om u te verzorgen, terwijl u in het gezelschap van de Koning bent.”

De nacht is hun koninklijke troon. De privé retraite is hun bruidskamer. De dag wekt hun interesse in bepaalde materiële middelen (asbāb).

De kwellingen zouden geheim moeten worden gehouden.

Allāh Ta’ālā openbaart:

إِذْ قَالَ يُوسُفُ لأَبِيهِ يٰأَبتِ إِنِّي رَأَيْتُ أَحَدَ عَشَرَ كَوْكَباً وَٱلشَّمْسَ وَٱلْقَمَرَ رَأَيْتُهُمْ لِي سَاجِدِينَ

“Hij zeide: ‘O, mijn zoon, verhaal uw broeders uw droom niet, anders zullen zij plannen tegen u smeden, want Satan is een openlijke vijand der mensen’.” Surah Yusuf, H12, vers 4

U moet sterk zijn in het omgaan met hen. Elkaar beschermen en elkaar steunen tot het boek (van lotsbestemming) zijn benoemde conclusie bereikt.

Vraag Munkar en Nakir over mij wanneer zij komen om u te bezoeken in uw graf, want zij zullen u alles vertellen wat u over mij moet weten. Uw huidige naam is Mudhnib (zondaar). Morgen (bij de wederopstanding) zal uw naam worden muhāsbah (opgeroepen voor verantwoording) en munaqash (onderwerp van ondervraging). In het graf moet u lijden als gevolg van al u blootgestelde fouten. U weet niet of u zal worden opgenomen onder de mensen van het vuur (van de hel) of onder de mensen van de Tuin (Paradijs). Uw uiteindelijke bestemming is onzeker, dus de zuiverheid van uw spirituele toestand (hal) niet overschatten. U weet niet wat u naam gaat worden morgen.

O mijn lieve zoon, als u nog in leven bent in de ochtend, neem niet de avond voor lief, en als u hier[21] bent als de avond komt, neem dan niet de volgende ochtend voor lief. Gisteren is verleden en gegaan met alles wat het bevatte, als een getuige voor u en tegen u (wanneer de wederopstanding komt). Zoals voor morgen, u weet niet of u tot dan zal overleven. U bent gewoon de zoon van vandaag. Hoe dom achteloos bent u! Het symptoom van uw nalatigheid is uw verslaving aan dwaas gezelschap.

O stomme dwaas, associeert u uzelf met degene op wie het teken van de waarheid (Haqq) niet duidelijk is? Waarom zoek u het gezelschap op van iemand wiens basis instabiel is, wiens uiterlijk (zāhir) allemaal het lager zelf (nafs) is, en wiens innerlijke (bātin) alleen koppigheid en brutaliteit is in de richting van de Heer van de Waarheid? Dit (business van ons) is niet iets dat overkomt door middel van schouders wrijven, noch door het zalven van de ogen met cosmetica (kuhl), maar niet met slapeloze waken.

De hele schepping is van geen belang. Alle niet-essentiële inspanning (takalluf) is van geen belang. O stomme dwaas, gaat u rond smeken van deur tot deur, om een massa van wereldse spul te accumuleren? Hoe kunt u enige hoop op echt succes (falāh) hebben? Waarom niet staan op de deur van de Koning, zoals de kamerheer (hajib) die de Koning informeert over de nieuwkomers, luisteren naar hun verhalen en waardoor ze zich minder eenzaam voelen? Waarom niet uw medeschepselen behandelen als uw afhankelijke personen, in plaats van afhankelijk te zijn van hen? Waarom niet werken bij uw ambacht of beroep in uw eigen huis, zodat wanneer zij aan uw deur komen zij zullen ontdekken dat u iets nuttig hebt om hen aan te bieden? Uw huis is uw privé terugtocht, uw huis is uw hart, uw huis is uw geheime ziel (sirr), uw huis is uw innerlijke (bātin).

Om het gezelschap van uw Heer te verdienen, moet u Zijn Geboden naleven, van Zijn Verboden afstand nemen, Zijn wensen vervullen en te accepteren wat verordend (maqdur) is door Hem.

De zegeningen geschonken aan uw medeschepselen zijn in verhouding tot uw gebed van smeekbede (du’ā) en uw spirituele streven (himma), in de verhouding van één op duizend. Wanneer u de deugdzame elite eert in uw privé terugtocht, gehoorzaamt u uw Meester (Mawla) en overtreed niet tegen Hem. Als u de dienaren van uw Heer eert en uzelf niet te schande in hun gezicht maakt, verdient u te worden genoemd adellijke (Karīm). Dan, zodra u bent aangekomen om edel te zijn, zullen duizend individuen voor uw belang worden geëerd. Tegenslag zal worden afgewend van uw familie, uw buurman en de mensen van uw stad.

U bent altijd aan het bedelen. U bent altijd aan de deuren van de mensen. Hoelang zal het duren voordat anderen bij u kunnen bedelen? Hoelang gaat het duren voordat anderen een maaltijd van u kunnen verwachten? Hoelang gaat het duren voordat ze kunnen komen aan uw deur? Wanneer bent u klaar met uw gezelschap? Wanneer wordt een tent om u heen gegooid? Wanneer zult u uw huwelijk in de nabije aanwezigheid van de Koning vieren? Wanneer gaat u uw uitmuntendheid aantonen, uw waardigheid en uw geschiktheid voor de nabijheid van de Koning? Wanneer gaan uw titels (alqāb) bekend worden gemaakt en uw pracht worden onthuld? Wanneer zult u het edelst van het adellijkst van de nakomelingen van Profeet Muhammad ﷺ zijn, zodat zijn gezegende gunst (barakāh) aan u kan worden verleend?

De Profeet ﷺ zei: “De geleerden (‘Ulema) zijn de erfgenamen van de profeten (Anbiya’). Zij zijn hun erfgenamen in spraak en in actie, in spirituele status (hal) en in het onderwijs (maqal), niet in naam en titel. Profeetschap (Nubuwwah) is een naam (ism), terwijl boodschapper (Risālah) is en een titel (laqab). O onwetende, hoewel Profeetschap en boodschappers uit uw tijd zijn, is het voor u nog niet te laat om spirituele ervaring (wilāyāh), de stations van Ghaus (ghawthiyya) en Badal (badāliyya) te bereiken.

Allāh Ta’ālā openbaart:

يٰأَيُّهَا ٱلَّذِينَ آمَنُواْ مَا لَكُمْ إِذَا قِيلَ لَكُمُ ٱنفِرُواْ فِي سَبِيلِ ٱللَّهِ ٱثَّاقَلْتُمْ إِلَى ٱلأَرْضِ أَرَضِيتُمْ بِٱلْحَيَاةِ ٱلدُّنْيَا مِنَ ٱلآخِرَةِ فَمَا مَتَاعُ ٱلْحَيَاةِ ٱلدُّنْيَا فِي ٱلآخِرَةِ إِلاَّ قَلِيلٌ

“O, jij die gelooft, waarom buig je ter aarde wanneer er tot u wordt gezegd: “Gaat op de weg van Allāh voort?” Ben je met het tegenwoordige leven tevreden boven het Hiernamaals? Maar het genoegen van het tegenwoordige leven is vergeleken bij het Hiernamaals slechts nietig.” Surah at-Taubah (berouw), H9, vers 38

Uitleg: Het leven van deze wereld (hayāt ad-dunya) is u lagere zelf (nafs), uw passies (hawa) en uw natuurlijke neigingen (tab’). Dit is wat wordt bedoeld met deze niet wereldse vleselijke eetlust (shahāwat) van korte duur, want ze zijn in gedeelten toegewezen aan uw lotsbestemming (aqsām). Deze wereld is wat u vasthoudt met uw eigen mentale en fysieke krachten (bi-himmatika wa-jawarihika). Wat de Koning aan jullie oplegt, telt niet mee tot deze wereld. Vitale behoeften worden niet gerekend tot deze wereld, omdat u niet zonder een huis als onderdak kunt leven, u hebt kleding nodig om u te dekken en te beschermen, brood om uw honger te stillen en een vrouw om u thuis te laten voelen.  Het leven van deze wereld betekent uw aandacht wijden aan wezens en het toekeren van de rug naar de Heer van de Waarheid.

Passie (hawa) is in strijd met rationele contemplatie (fikr). Passie is in strijd met de achtbare dienst (‘ibādah). Het materiaal betekent (sabab) en is in strijd met de Schepper (Musabbib). De buitenste (zāhir) is in strijd met de innerlijke (bātin). Zodra u de buitenste beheerst, zal u worden bevolen om de innerlijke meester te worden. Zodra u de wet (hukm) onder de knie hebt door het in de praktijk te brengen, wordt u Zijn dienaar, wordt u Zijn volgeling, zult u Zijn metgezel (Sāhib) worden. U zult constitutioneel uitgestorven zijn aan uw natuurlijke neigingen. Kennis (‘ilm) houdt uw teugels vast, om u strak in de hand te houden. U zult als een echtgenoot tussen twee vrouwen zijn. U zal net als de kamerheer (hajib) tussen de Koning en Zijn minister-president (wazir) zijn. U zult de geliefde worden van deze wereld en van het hiernamaals, van wezens en van de Heer der Waarheid en de engelen (Mala’ikah), en een vreugde voor alle harten.

We ervaren een status dat buiten uw huidige bewustzijn is.  Profeet David zei tegen zijn zoon Salomo (alayhis salām), de andere profeten (Anbiya’), de boodschappers (mursalun), de engelen in de buurt verblijvende van de Heer, de heiligen (Awliya’) en de rechtvaardigen (sālihun): “O, mijn lieve zoon, hoe verachtelijk is de zondige fout na nederige voorlegging (maskānā), en hoe slechter dan dat is een man die vroeger een aanbidder (‘abid) was, maar die vervolgens de achtbare dienst (‘ibādah) van zijn Heer heeft verlaten. Allāh Ta’ālā vraagt, bent u tevreden met het leven van deze wereld in plaats van het hiernamaals?

Het leven van deze wereld is uw persoonlijke bestaan (wujud), terwijl het hiernamaals uw niet-bestaan (fanā’) is. Onze aspiraties (himām) hebben een manier om verandering te ondergaan en onze diepste wezens (Asrār) hebben ook hun manier om transformatie te ervaren. De gemeenschappelijke mensen (‘awāmm) hebben ook een manier om door veranderingen te gaan, en bijzondere weinigen (khawass) hebben ook hun manier om transformatie te ervaren.

Deze wereld is wat u kunt zien, terwijl het hiernamaals dat is wat voor u wordt onthuld (yuftahu). Jullie worden gepresenteerd met iets wat jullie niet kunnen begrijpen, zodat jullie u verbijsterd voelen, maar dan wordt alles voor jullie duidelijk gemaakt. Wanneer iets zich aan u presenteert als een kwestie van gezond verstand (‘aql mushtarak), is het van deze wereld, maar als er iets naar u komt in termen die eigen zijn aan het intellect, dan is dat intellect van intellecten (‘aql al-‘uqul), dan is het van het hiernamaals. U diepste wezen (sirr) is buitenaards, terwijl u buitenste (zāhir) van deze wereld is. De betrokkenheid van deze wereld met alles is afgezien van de Heer van de Waarheid, overwegende dat het hiernamaals gehechtheid is aan de Meester (Mawla), en onverschilligheid voor kletsen (qil wa-qal), om lof en goedkeuring, alsmede de schuld, en om het nastreven van eigen belang. “Uw interesse is wat belangrijk is voor u (hammuka ma hammaka).”

Als u oprecht bent over uw doel zal de Heer van de Waarheid u nemen bij uw hand. Hij zal ertoe leiden dat u gaat lopen in het gezelschap van Zijn lot (qadar), en de stappen die u maakt gaan langer zijn dan de vooruitgang van Adam (alayhis salām), vanwege de oprechtheid (sidq) van uw doel (irāda), de uitmuntendheid van uw gedrag en de manier waarop u een doof oor geeft om wat uw buren te zeggen hebben. Laat ondergang u niet overkomen, o onwetende, onwetendheid van de Heer der Waarheid, van het feit dat Zijn genadige gunst overal om u heen is, van de aanwezigheid van Zijn dienaren die hebben gehoord en gehoorzaamd! De dienaar van de Heer ziet zijn eigen toegekende zegeningen op de bewaarde Tablet (al-lawh al-Mahfooz), dan gaat hij om te zien naar de zegeningen toegewezen aan zijn vrouw en zijn kinderen. Uiteindelijk, wanneer hij in verbazing verloren gaat, hoort hij een stem van zijn innerlijk (bātin) roepen.

Allāh Ta’ālā openbaart:

إِنْ هُوَ إِلاَّ عَبْدٌ أَنْعَمْنَا عَلَيْهِ وَجَعَلْنَاهُ مَثَلاً لِّبَنِيۤ إِسْرَائِيلَ

“Hij (Jezus) is niets dan een dienaar wie Wij Onze gunst schonken en Wij stelden hem tot voorbeeld voor de kinderen van Israël.” Surah az-Sukhruf (de gouden juwelen), H43, vers 59

En in een ander vers

وَإِنَّهُمْ عِندَنَا لَمِنَ ٱلْمُصْطَفَيْنَ ٱلأَخْيَارِ

“En waarlijk, zij zijn in Onze ogen de uitverkorenen en de goeden.” Surah Saad, H38, vers 47

Dit is iets dat ongeveer komt door wijding (sabiqa); het kan vervolgens worden gezuiverd door het volgen in de voetsporen van de Sheikh.

Over de vraag of en wanneer te trouwen

De Sheikh (radi-Allāhu ‘Anh) was diep in zijn toestand van verroering (sama’) en ecstasy (wajd) toen aan hem een stuk papier werd overhandigd met een vraag over een punt van de islamitische jurisprudentie (mas’ ala fiqhiyya). Hij zei: “(Ik moet u vragen om te wachten) totdat ik toestemming heb gekregen om te spreken over het onderwerp terwijl ik toezie wat er met mij gebeurt.” Toen zei hij: “Is het huwelijk een noodzakelijke plicht (wājib) of niet? Op deze vraag is er een gebrek aan consensus (onder de belangrijke islamitische juristen). Er zijn mensen die beweren dat toewijding aan aanbidding de voorkeur geniet zolang een persoons lagere zelf (nafs) niet een sterke drang (voor geslachtsgemeenschap) heeft. Dit is uit het zicht gehouden door ash-Shafi’ī en Ahmad (ibn Hanbal), terwijl volgens Abu Hanīfa er een grotere verdienste is in het wijden van zichzelf aan het huwelijk.”

Voor zover het op u betrekking heeft, als een zoeker (murid), is het geschikter voor u om zich te concentreren op uw achtbare dienst (‘ibādah). Als u iemand bent die (murād) zoekt, dan is het niet voor u om uw persoonlijke zaken te beheren; als Hij dat wil, zal Hij u een vrouw toewijzen, en als Hij dat wil, zal Hij u bezighouden in andere richtingen.

Als er een toewijzing (in uw lot) is, zult u het te zijner tijd verkrijgen. Het toegewezen gedeelte (qism) zal proberen om u in de staart te grijpen, dan zal het aan Heer van Waarheid zeggen: “Bevrijd mij van mijn plicht naar deze kameraad! Hij blijft van mij weglopen, ondanks het feit dat Gij mij aan hem hebt toegewezen. Wat moet ik doen, want hij zal geen aandacht besteden aan mij?” Dan zal Hij u daarvan kennis laten nemen.

Voor de zoeker (murid) is het huwelijk onwettig (harām) vanuit het oogpunt van de innerlijke (bātin). Heeft hij een reserve shirt om aan te bieden, of vier centimeter van het land? Dit is een reiziger, wiens enige eigendom is doorzettingsvermogen (thabat) en niet kleding (thiyab), en niet meubilair (athath). Hij is eigenlijk ontdaan van al zijn eigen kleren. Zodra hij zijn bestemming heeft bereikt, en zijn reisdagen voorbij zijn, dan zal als zijn Koning het wenst hem een vrouw geven, zal Hij hem de eigenaar van bezit maken, Hij gaat voor hem zorgen, evenzo kan Hij hem ontnomen houden.

Iedereen die vrienden maakt met een dwaas moet zelf een dwaas zijn. De dwaas is iemand die Allāh Ta’ālā niet echt kent (lam ya’rif). Hij is tevreden met het leven van deze wereld, in plaats van het hiernamaals.

O jonge man! Uw toegewezen gedeelte (qism) zal niet worden gebruikt door iemand anders. Neem uw eten niet van de hand van Satan en verslind het niet om aan uw natuurlijke drang te voldoen (tab’) en uw passies (hawa). Het is beter voor u om een tijdje te wachten, totdat u uw verblijfplaats in de Tuin (van Paradijs) hebt bereikt of naar de nabijheid van uw Heer bent gearriveerd.

Op verbindingen (awsil)

Raak verbonden (ittasil), dan wordt u losgekoppeld (infasil) en dan maakt u verbindingen (awsil). “Voltooi uw studies, treed dan tot verlossing (tafaqqah thumma’ tazil).” Als iemand probeert om Allāh Ta’ālā te aanbidden in een staat van onwetendheid, zal hij meer kwaad doen dan goed. U moet met u meenemen de lantaarn van de heilige wet van uw Heer (shar’). Door het licht van de wet (hukm) komt u in het domein van kennis (‘ilm).

Stop afhankelijk te zijn van het materiele zaken (asbāb). Deel gezelschap met broeders en buren. Zoals geldt voor de zegeningen toegewezen door lotsbestemming (aqsām), dient het geen doel om zich te onthouden van hen. Presenteer uw rug naar uw vrouw. Presenteer de toegewezen zegeningen uw rug. Handel als een ascetische (tazahhad) en praktiseer serieus onthouding (zuhd). Praktiseer afstand (i’rad) met ernst. Geef op uw hebzuchtige eetlust. Verfijn uw gedrag. U moet zich losmaken van allesbehalve van Hem, gescheiden van andere wezens en van materiële middelen, altijd bang dat uw lamp uit kan gaan en u permanent in het donker laten. Terwijl men in deze staat standvastig verkeerd komt de Heer van de Waarheid langs met de olie van Zijn voorziening om uw lamp brandstof te geven. Jullie licht is binnen jullie kennis. Ik citeer twee soenna van de Profeet ﷺ: “Als iemand de kennis die hij reeds heeft verworven in de praktijk brengt, zal Allāh hem kennisgeven van wat hij niet weet. Als iemand zich oprecht wijdt (akhlasa) aan Allāh voor 40 ochtenden zullen de fonteinen van wijsheid (hikma) stromen uit zijn hart op zijn tong.”

Terwijl hij in deze staat verkeerd zal hij plotseling het vuur van de Heer van de Waarheid zien. Net als Mozes (alayhis salām) die een brand zag en aan zijn huishouden zei: “Blijf hier een tijdje. Ik zie een brand.”

De Heer der Waarheid zal hem door middel van zijn vuur binnenroepen. Hij zal het vuur veroorzaken om Zijn nabijheid te vertegenwoordigen, en Hij zal zijn visie een gids laten zijn. Wanneer hij een vuur brandend ziet in de struik van zijn hart, zal hij (aan zijn huishouden) zeggen: “Blijf hier een tijdje, juist waar u nu bent. Ik merk een brand.” Het binnenste wezen (sirr) zal roepen naar het hart: “Ik ben inderdaad uw Heer.”

Allāh Ta’ālā openbaart:

إِنِّيۤ أَنَاْ رَبُّكَ فَٱخْلَعْ نَعْلَيْكَ إِنَّكَ بِٱلْوَادِ ٱلْمُقَدَّسِ طُوًى

“Voorwaar, Ik ben uw Heer, ontdoe u van uw schoeisel; want U bent in de heilige vallei van Towa.” Surah Tā Hā, H20, vers 12

En verder

إِنَّنِيۤ أَنَا ٱللَّهُ لاۤ إِلَـٰهَ إِلاۤ أَنَاْ فَٱعْبُدْنِي وَأَقِمِ ٱلصَّلاَةَ لِذِكْرِيۤ

“Voorwaar, Ik ben Allāh; er is geen god behalve Ik, aanbid Mij derhalve en verricht het gebed tot Mijn gedachtenis.” Surah Tā Hā, H20, vers 14

Met andere woorden: “Niet uzelf toewijden aan iemand anders dan aan Mij. Erken Mij en negeer alle anderen. Word verbonden met Mij en losgekoppeld van allesbehalve van Mij. Zoek naar Mij en draai weg van alle anderen, naar Mijn Kennis (‘ilm), naar Mijn nabijheid, naar Mijn Koninkrijk, naar Mijn Heerschappij.”

Wanneer u dit volledig hebt ervaren, zal de vergadering definitief plaatsvinden. Wat er ook is geagendeerd om te gebeuren zal geschieden.

Allāh Ta’ālā openbaart:

 فَأَوْحَىٰ إِلَىٰ عَبْدِهِ مَآ أَوْحَىٰ

“En Hij (Allāh) openbaarde aan Zijn dienaar hetgeen Hij wilde openbaren.” Surah an-Najm (de ster), H53, vers 10

De sluiers zullen worden verwijderd. Problemen en verwarring zullen verdwijnen. Het lagere zelf (nafs) zal kalm worden. Vrede (sukun) zal aankomen. De gaven van Genade (altāf) zullen aankomen.

Allāh Ta’ālā openbaart:

 ٱذْهَبْ إِلَىٰ فِرْعَوْنَ إِنَّهُ طَغَىٰ

“Ga naar Farao; hij heeft inderdaad de perken overschreden.” Surah Tā Hā, H20, vers 24

“O hart, u moet teruggaan naar de duivel (Shaytān), het lagere zelf (nafs) en de hartstochten (hawa) te verlagen. Zet hen op het pad naar Mij. Leid hen naar Mij. Zeg tot hen

Allāh Ta’ālā openbaart:

 وَقَالَ ٱلَّذِيۤ آمَنَ يٰقَوْمِ ٱتَّبِعُونِ أَهْدِكُـمْ سَبِيـلَ ٱلرَّشَـادِ

“En de gelovige zeide: “O, mijn volk, volg mij, ik zal u op het pad van leiding voeren.” Surah Ghāfir (de gelovige), H40, vers 38

Word verbonden, dan weer losgekoppeld, dan nogmaals verbonden en maak vervolgens verbindingen (ittasil thumma’nqati’ thumma’ttasil thumma awsil).

Voor wat betreft u, O ellendige stakker, uw kracht en energie zal binnenkort uitgeput raken en u in de steek laten. Uw boezemvrienden zullen niets meer met u te maken willen hebben. U zult de combinatie van armoede in deze wereld en straf in het hiernamaals ervaren. Het graf zal dadelijk komen en u knijpen, zo strak dat uw ribben wordt verpletterd tegen de andere, waardoor u niet in staat zal zijn om te reageren op de vragen gesteld door (de twee ondervragingsengelen) Munkar en Nakir. U zult lijden langs de lijdensweg in uw graf, dan een deuropening naar het vuur (van de hel) zal worden opengesteld voor u, om u bloot te stellen aan zijn kwelling en zijn giftige dampen.

O mensen van ons! Gedrag uzelf goed in deze woonplaats (van het huidige leven) zodat uw religie (Dīn), uw buitenste (zāhir) en u innerlijke (bātin) veilig en gezond kan worden bewaard totdat u bent voorbereid om voor Hem te staan op de dag van wederopstanding. Wanneer dat moment komt, zal de sluier worden verwijderd uit uw ogen, uit uw mond en uit uw oren, en Hij zal u voeden en laten groeien van kracht tot kracht, van inzicht tot inzicht, van leven tot leven, van eeuwigheid tot eeuwigheid, van zegen tot zegen. Hij zal lof uitspreken voor uw stevige inspanning en lof voor uw goed gedrag. Hij zal u uitroepen als dankbaar (shākir), nadat hij heeft opgeroepen uw geduld (sabir), uw verstand (‘aqeel) en vroom (dayyin). Hij zal ervoor zorgen dat u verdere transformatie gaat ervaren.

Allāh Ta’ālā openbaart:

 لَهُ مُعَقِّبَاتٌ مِّن بَيْنِ يَدَيْهِ وَمِنْ خَلْفِهِ يَحْفَظُونَهُ مِنْ أَمْرِ ٱللَّهِ إِنَّ ٱللَّهَ لاَ يُغَيِّرُ مَا بِقَوْمٍ حَتَّىٰ يُغَيِّرُواْ مَا بِأَنْفُسِهِمْ وَإِذَا أَرَادَ ٱللَّهُ بِقَوْمٍ سُوۤءًا فَلاَ مَرَدَّ لَهُ وَمَا لَهُمْ مِّن دُونِهِ مِن وَالٍ

“Er zijn voor hem (de Boodschapper) bewakers (engelen) vóór en achter hem; zij bewaken hem door het gebod van Allāh. Voorzeker, Allāh verandert de toestand van een volk niet voordat zij hetgeen in hun hart is veranderen. En wanneer Allāh een volk wenst te straffen, is er geen afwenden mogelijk, noch hebben zij een helper naast Hem.” Surah ar-Ra’d (de donder), H13, vers 11

Slecht karakter is iets wat zij zelf moeten veranderen door het volgen van de heilige wet (shar’), dan kennis (‘ilm), dan is het decreet van Lotsbestemming (Qadar).

Het is alsof ze waren verdoofd (bunniju) in gereedheid voor de amputatie van hun handen en voeten, voor de amputatie van hun rotte gangreneus ledematen. Er is geen beweging, geen vragen over de waarom. Alle bewustzijn, al het menselijk bewustzijn is verloren, totdat de dagen van de anesthesie (tabannuj) voorbij zijn en bewustzijn terug keert naar hen. Dan komen de genadige gunsten van hun Heer, te bewerkstelligen transformatie en verdere transformatie. Er is voedsel te eten na de honger, iets om te drinken na de dorst en kleding te dragen na naaktheid.

Zolang u nog steeds de weg volgt zal Hij u commanderen om te doen met heel weinig, zodat uw vleselijke eetlust (shahwa) zijn intensiteit kan verliezen. U moet deze uitspraak (hukm) navolging geven, u moet alert en voorzichtig zijn om alle geboden en verboden van de heilige wet in acht te nemen (shar’).

Deze dagen zullen tot een einde komen, en uw stappen zullen in de buurt van de Heer van de Waarheid komen met het passeren van de nacht en de komst van de dag. Zij[22] zijn gegroepeerd in verschillende categorieën: er zijn enkele voor wie de hele reis slechts een dag duurt, terwijl voor anderen kan het een maand of zelfs meerdere jaren kan duren. In plaats van uw tijd te verspillen met vragen als waarom en te speculeren over de toekomst, moet u uzelf bij elkaar te trekken, in beweging krijgen en aan de slag gaan met het werk (ibādah).

Als u in Zijn paleis werkt zal Hij u misschien tot een permanent lid van het personeel maken. Misschien gaat één van Zijn slavinnen verliefd op u worden en u zult haar trouwen. Uw uiterlijk zal worden getransformeerd. (Uw gereedschappen), uw mand gemaakt van palmbladeren en uw schoffel kan worden verkocht. U wordt aangesteld als een manager, een koninklijke afgevaardigde en minister (wazir). Als iemand Allāh echt kent (‘arafa) gaat hij zulke dingen niet beschouwen als te veel van Hem gevraagd. Als u eenmaal Hem hebt bereikt zal Hij uw eetlust opwekken. Onthouding en afstand nemen zijn geschikt voor directe spirituele ervaring (ma’rifa), voordat u de Koning kan bereiken, voordat u weet wie u werkelijk bent (qabla an tā’rifa man anta), wat uw titel (laqab) is en wat uw naam (ism) is.

De dienaar zegt vaarwel aan zijn wereldse goederen, zijn kleren, zijn meubels, zijn huis, zijn familie, zijn kinderen, zijn buren, zijn vrouw en zijn beste vrienden. Hij zet een voet naar voren en sleept de andere mee. Met twee stappen, angst en hoop, beweegt hij zich voort van het verleden af. Niets is hem bekend, want hij laat alles achter zich, niet wetend wat hij kan verwachten of wat van hem mag worden verwacht. Dan, zodra hij alles achter zich heeft gelaten, komt hij aan de deur van de Koning. Daar staat hij in het gezelschap van Zijn begeleiders, samen met Zijn rijdende dieren, het gevoel zowel angst en hoop, niet wetende wat in petto is voor hem. Ondertussen zegt de Koning, die naar hem kijkt en over hem geïnformeerd is, aan de aanwezigen: “Geef hem een speciale behandeling, vooruitlopend op al de rest!” Dan krijgt hij taken, de ene post na de andere, totdat hij is geïnstalleerd als een kamerheer (Hermans) in Zijn aanwezigheid, als een speciale vertrouweling die is ingewijd in Zijn geheimen, gekleed met een gewaad van eer, met de kraag, tailleband en kroon. Nu kan hij schrijven naar zijn familie en hen vertellen.

Allāh Ta’ālā openbaart:

ٱذْهَبُواْ بِقَمِيصِي هَـٰذَا فَأَلْقُوهُ عَلَىٰ وَجْهِ أَبِي يَأْتِ بَصِيراً وَأْتُونِي بِأَهْلِكُمْ أَجْمَعِينَ

“Gaat met dit hemd van mij en legt het voor het aangezicht van mijn vader neer; hij zal het begrijpen. En brengt mij uw gehele familie.” Surah Yusuf, H12, vers 93

Nadat de Koning Zichzelf als getuige aan Zijn belofte heeft uitgeroepen: “Ik zal niet naar u veranderen”, hij heeft een waarborg van constant kameraadschap en vriendschap (wilāyāh), aangezien de onthouding (zuhd) niet met vertrouwelijke kennis naast elkaar kan bestaan (ma’rifa).

Een geval als dit is één op een miljoen. Dit is iets dat als resultaat van Allāh’s lot (qadar), voor toewijding (sabiqa) en kennis (‘ilm).

Wees niet degene over wie Allāh heeft gezegd:

وَلاَ أُقْسِمُ بِٱلنَّفْسِ ٱللَّوَّامَةِ

“Neen! Ik roep de zichzelf beschuldigende ziel tot getuige.” Surah al-Qiyāmah (de wederopstanding), H75, vers 2

De gelovige (mu’min) moet zichzelf ter verantwoording roepen voor het verbeteren van zijn gedrag: “Wat had ik als intentie toen ik dat zei? Wat had ik als intentie toen ik die stap nam? Wat had ik als intentie toen dat at? Waarom handelde ik zoals ik deed? Waarom heb ik dat gedaan? Is dit in overeenstemming met het boek en de Soenna?”

U moet zekerheid (Yaqīn) verwerven na zelfonderzoek (Muḥāsabat), want het is de kern (lubb) van het geloof (Imān). Slechts met zekerheid kan aan Allāh’s opgelegde plichten (fara’id) behoorlijk worden voldaan. Slechts met zekerheid kan iemand deze wereld in zijn juiste plaats zetten.

Wanneer u een reactie krijgt op uw smeekbede (du’ā) bent u kalm en bedaard, maar als uw gebed (dā’wa) niet wordt beantwoord, wordt u boos! Een van de onderscheidende kenmerken van de kampioenen van de waarheid (siddiqun) is dat ze in elk geval toevlucht zoeken tot Allāh. Wanneer zij hun geestelijke status (ahwāl) willen verbergen, kunnen zij op het geven en nemen en het behandelen van schepselen een beroep doen, maar hun harten blijven met Hem terwijl hun organismen in het gezelschap zijn van Zijn schepselen. De mens (ibn Adam) moet in deze wereld werken, om zijn natuurlijke tendensen te transformeren (tab’). Hij moet strijden tegen zijn lagere zelf (nafs), zijn duivel (Shaytān) en zijn passies (hawa), om verder te gaan dan de attributen van de dieren (Sifāt al-baha’im) en het verwerven van menselijke kenmerken (akhlāq insāniyya).  

Gelooft u niet (kafartā) in deze Heer,

Allāh Ta’ālā openbaart:

 قَالَ لَهُ صَاحِبُهُ وَهُوَ يُحَاوِرُهُ أَكَفَرْتَ بِٱلَّذِي خَلَقَكَ مِن تُرَابٍ ثُمَّ مِن نُّطْفَةٍ ثُمَّ سَوَّاكَ رَجُلاً

“Zijn gezel redetwistte en zeide: “Gelooft je niet in Hem, Die u schiep uit stof, daarna uit een levenskiem en u dan vormde tot een volledig mens?” Surah al-Kahf (de spelonk), H18, vers 37

Krijgt Hij ter compensatie, dat u Hem moet ontkennen en Hem verwerpen, dat u zich moet schamen om gezien te worden door de ogen van andere mensen, maar heb geen gevoel van schaamte voor Hem, omdat Hij altijd alles ziet?

O u die geen geheim van maakt gezien te worden als een heiligheid (wilāyāh) maken, terwijl u flagrante zonden van ongehoorzaamheid tegen Heer van Waarheid pleegt! Hebt u geen gevoel van schaamte voor Hem, terwijl Hij goed bewust is van uw diepste wezen (sirr) en uw geweten (sarira)? En u daar, u die een vertoning van armoede maakt, terwijl u uw rijkdom verbergt, u schaamt zich niet om van uw godsdienst (Dīn) een handel te maken?

Allāh Ta’ālā openbaart:

 وَمَا بِكُم مِّن نِّعْمَةٍ فَمِنَ ٱللَّهِ ثُمَّ إِذَا مَسَّكُمُ ٱلضُّرُّ فَإِلَيْهِ تَجْأَرُونَ

“Welke zegeningen je ook ontvangt, zij komen van Allāh. En wanneer een kwelling over u komt, is het tot Hem dat je om hulp roept.” Surah an-Nahl (de bij), H16, vers 53

Waar is uw dankbaarheid?

O jonge man! Beschuldig niemand namens uw Schepper. U bent waarschijnlijk net zo verward als u bent om correct te zijn (in wat u vermoedt over een andere persoon). Presenteer geen andere mensen in een slecht daglicht, om hem uw eigen gedrag te laten goedkeuren. Het is aan de heilige wet (shar’), niet onze eigen geest, om te bepalen of een gunstige of een ongunstige weergave moet worden genomen. Dit is met betrekking tot de buitenste (zāhir). U moet ook voorzichtig zijn om gevallen te herkennen waar het aan de innerlijke (bātin) is om te bepalen of iets afkeuring verdient of goedkeuring. Het vonnis (fatwa) van het hart kan het vonnis van de jurist (faqīh) aftroeven, omdat de jurist aan zijn vonnis komt door één of andere beoefening van zijn consensus (ijtihād), terwijl het hart altijd zijn oordeel baseert op wat strikt correct is (‘azima), tevredenstellend aan de Heer van de Waarheid en in overeenstemming met Zijn wensen. Dit is het arrest (qada’) van kennis (‘ilm) over de juridische uitspraak (hukm).

U moet dienaren van de wet (hukm) zijn, dan dienaren van kennis (‘ilm), terwijl de resterende in dienstbaarheid aan de wet is, in de zin dat u moet voldoen aan het in nederige naleving. U moet samen met kennis in de vennootschap van de wet ingaan. Edoch, elke ‘kwestie van feit’ (haqiqa) die niet door de heilige wet (Shari’ah) wordt erkend is een atheïstische ketterij (zandaqa).

Wanneer u in het gezelschap treedt van de mensen van de Heer van de Waarheid zult u beleven wat zij ervaren en delen in het voedsel dat ze eten. U moet uw dankbaarheid uiten aan Allāh Ta’ālā in het geheim en in privé.

O mensen van deze stad, alles waarbij u betrokken bent is weerzinwekkend in mijn ogen, net als alles waarbij ik ben betrokken is weerzinwekkend in u oog. Wij zijn tegenstellingen die niet verzoend kunnen worden. We slagen erin om onder jullie te leven dankzij de kracht van de Eigenaar van de hemel, maar er is geen permanente verblijfsplaats voor de vreugde van ons hart.

Uw jeugd is doorgebracht op zo een manier die onplezierig is voor de Schepper. U staat te popelen om uw vrouw, uw kinderen, uw buurman en uw wereldse soeverein (sultan) tevreden te zijn, maar u verdient het ongenoegen van de engelen (Mala’ikah) en de Heer van de Waarheid.

Allāh Ta’ālā openbaart:

 وَقَالَتِ ٱلْيَهُودُ وَٱلنَّصَٰرَىٰ نَحْنُ أَبْنَٰؤُاْ ٱللَّهِ وَأَحِبَّٰؤُهُ قُلْ فَلِمَ يُعَذِّبُكُم بِذُنُوبِكُم بَلْ أَنتُمْ بَشَرٌ مِمَّنْ خَلَقَ يَغْفِرُ لِمَن يَشَآءُ وَيُعَذِّبُ مَن يَشَآءُ وَللَّهِ مُلْكُ ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلأَرْضِ وَمَا بَيْنَهُمَا وَإِلَيْهِ ٱلْمَصِيرُ

“De Joden en de Christenen zeggen: “Wij zijn Allāh’s kinderen en Zijn geliefden.” Zeg: “Waarom straft Hij u dan voor uw zonden? Neen, U bent mensen onder degenen die Hij schiep. Hij vergeeft, wie Hij wil en Hij straft, wie Hij wil. En aan Allāh behoort het koninkrijk der hemelen en der aarde en wat daartussen is en tot Hem is de terugkeer.” Surah al-Mā’idah (de tafel), H5, vers 18

U bent gebonden om te beantwoorden aan de oproep van de dood. U zult met vaders en moeders, broeders, vrienden en wereldse leiders ontmoeten. Laat niemand van jullie vragen: “Wanneer zal de wederopstanding plaatsvinden?” Want als u sterft zult u uw eigen wederopstanding ervaren (Qiyāmah).

De heiligen (Awliya’) van Allāh Ta’ālā zijn er al in de nabijheid van de Heer van de Waarheid. Zij hebben hun leven geleefd in een nauwe relatie met de Heer der Waarheid. Ze zijn vaak gestorven: eerst en vooral aan dat wat onwettig is (harām), ten tweede aan wat dubieus (shubha) is, ten derde aan wat onverschillig toelaatbaar (mubāh) is, ten vierde aan wat ondubbelzinnig wettig is (halāl tilq), en ten vijfde aan alles afgezien van Allāh Ta’ālā. Zij zijn dood aan al deze dingen; zij zoeken noch hen op noch komen zij in de buurt ervan. Ze lijken te zijn ondergaan een transmutatie, zij draaien in innerlijke inhoud (ma’ani) zonder buitenste vormen (suwār). Dan herleeft Allāh Ta’ālā hen.

Allāh Ta’ālā openbaart:

 وَقَالَ ٱرْكَبُواْ فِيهَا بِسْمِ ٱللَّهِ مَجْريٰهَا وَمُرْسَاهَا إِنَّ رَبِّي لَغَفُورٌ رَّحِيمٌ

“En hij (Noah) zeide: “Scheept u in. In naam van Allāh zij haar vaart en haar ankeren. Mijn Heer is voorzeker Vergevensgezind, Genadevol.” Surah Hood, H11, vers 41

Wanneer de harten een koers volgen die hen over de oceanen van lot (qadar) meenemen, is hun aanmeren bij de deur van Zijn kennis (‘ilm) en zijn nabijheid. Waakzaamheid is een vorm van dienstverlening, terwijl de slaap een middel is van verbinding (wusla). Wanneer de dienaar in slaap valt tijdens een ritueel gebed (salāt), presenteert Allāh Ta’ālā hem trots aan Zijn engelen. Het fysieke lichaam is een kooi en de geest (rooh) is een vogel.

In de ogen van de mensen van echte spirituele ervaring (ma’rifa), zijn wezens net als vliegen en wespen of als zijderups. Hun spirituele status (ahwāl) hebben geen relevantie voor u. Wees verstandig! Niemand, maar alleen stomme dwaas zou vernietiging op zich halen ondanks Allāh; niemand zou zoiets doen tenzij hij aan vernietiging was gedoemd.

Als iemand u vertelt om gul te zijn in het uitgeven en het geven, dan is die persoon uw vriend. Als iemand rijk wordt met wat behoort tot de armen, zal hij als gevolg worden teruggebracht tot armoede. Meer wordt van u vereist dan slechts islam belijdend. Wanneer zal u de waarheid in de praktijk brengen? Wanneer gaat u handelen naar de waarheid?

Wanneer mijn ledematen bewegen, moet u beseffen dat mijn hart in vlam is. O wereld (Yā dunya) hier beneden, smaak aan het begin bitter naar Mijn heiligen (Awliya’), zodat ze u niet liefhebben, maar bedien heb later, zodat zij niet met u in gedachten verzonken zullen zijn.

Toen het Uur (der wederopstanding) werd genoemd in de hoorzitting van Maria’s zoon Isa (alayhis salām), hij zou huilen als een diepbedroefd vrouw van haar kind, zeggende: “Het is niet passend voor de zoon van Adam om kalm te blijven wanneer het Uur (as-sā’a) wordt genoemd in zijn hoorzitting.” U bent een niet-entiteit. U bent gevoelloos. U hebt nog nooit iemand geliefd of liefde gekregen. Hij was gegriefd gedurende zijn verblijf in deze wereld, omdat het hem bang maakte voor de grilligheid van de mens, afhankelijkheid van wezens, en de scheiding van de Genadevolle (ar-Rahmān) vanwege de dominerende invloed van de passies (hawa), de lagere zelf (nafs), de natuurlijke impulsen (tab’) en de duivel (Shaytān). Iedereen die zich veilig voelt in deze wereld is inderdaad zeer onwetend.

O jonge man! Ik ben gerustgesteld, wat er ook kan gebeuren. Ik ben gemaakt om bang te voelen, wat er ook kan gebeuren. Door mijn leven, Hij trekt u naar Zijn buurt en brengt u dichtbij, Hij spreekt tot u, Hij voedt u, Hij waakt over u, Hij opent deuren voor u, Hij laat u plaats nemen aan de tafel van Zijn genadige gunst en Zijn nabijheid, Hij zet u op uw gemak, maar Hij vereist nog steeds dat u verdriet ervaart.


[1] Dus volledige concentratie op één punt.

[2] Lees ook mijn uitgave # 086 Vrees voor Allah

[3] Zitten in het gezelschap van Allah wil zeggen, 100% uw leven gericht op het aanbidden van Allah Ta’ālā.

[4] Jullie = de Murids in de Qādri Orde

[5] De man woonde in feite de vergadering (majlis) regelmatig bij. Hij bracht ook een bezoek op andere tijdstippen, buiten de formele zitting en gedroeg zich altijd met de grootste nederigheid en bescheidenheid in aanwezigheid van de Sheikh. (Moge Allah de verhevene schenkt zijn genade op hem)

[6] In de eerste van deze gevallen, zullen de dingen wonderbaarlijk (tukhraqu’l-‘adat) voor zijn voordeel voorkomen. Hij zal ontvangen wat Allah Ta’ālā voor hem tot zijn beschikking heeft, maar pas na totale toewijding aan Hem met zijn hart en zijn gehele wezen (kulliyyat).

[7] Hiermee wordt bedoeld, doe istikhārah (lees mijn uitgave # 122 istikhārah), begin met al-Fātiha voor te dragen, enzovoorts, om Allah Ta’ālā te behagen.

[8] Van de Schriftgeleerden.

[9] Allah Ta’ālā

[10] Een symbolische dood, samen met een werkelijke dood.

[11] Om aan de veilige kant te blijven.

[12] Spirituele reis

[13] Een reden van dit jojo-effect is dat u geen maatstaf heeft en ook niet doet aan zelfevaluatie. Een hulpmiddel hierbij kan zijn de Deming Cycle, ook wel PDCA genoemd. Met PDCA kunt u uw kwaliteiten verhogen, dit is niet alleen uiterlijk, maar ook innerlijk. Het is een kwaliteitscirkel voor organisatieverbetering, maar zeer zeker ook te gebruiken voor innerlijke ontwikkeling.

[14] Hij heeft Allah Ta’ālā in gedachte gehad.

[15] Het hart

[16] Sheikh Abdul Qadīr Jilāni (radi-Allāhu ‘Anh).

[17] Dit wil zeggen, ga naar godsdienstles en lessen over mystiek.

[18] De scholen van Shari’ah en Tasawwuf

[19] Verdien net zoveel als nodig is om te kunnen voorzien in de eerste levensbehoefte van uzelf en uw gezin. Het resterend tijd is voor volledige onderwerping aan Allah Ta’ālā en in volledige concentratie op Allah Ta’ālā.

[20] Als onderscheiden van degenen die alleen prijzenswaardig of superieur zijn.

[21] Jamia van Sheikh Abdul Qadīr Jilāni (radi-Allāhu ‘Anh).

[22] Mensen die het spirituele pad volgen


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Translate »
error: Content is protected !!