Inleiding
ʿĀshūrāʾ is de tiende dag van de islamitische maand Muḥarram en heeft diepe religieuze betekenis voor soennieten.
Betekenis en oorsprong
ʿĀshūrāʾ komt van het Arabische woord ‘ʿāšūrāʾ’, afgeleid van ‘ʿašara’ (tien), en verwijst naar de tiende dag van Muḥarram, de eerste maand van de islamitische kalender. Volgens authentieke overleveringen vastte de profeet Mohammed ﷺ op deze dag en spoorde hij zijn volgelingen aan dit ook te doen (Al-Bukhārī, nr. 2004; Muslim, nr. 1130).
Religieuze betekenis
De profeet Mohammed ﷺ ontdekte dat joden in Medina op deze dag vastten ter herdenking van de redding van Musa (ʿalayhis salām). Hij zei: “Wij hebben meer recht op Musa dan zij” en vastte zelf op deze dag (Al-Bukhārī, nr. 2004).
Het vasten op ʿĀshūrāʾ wordt beschouwd als een middel tot boetedoening voor de zonden van het voorgaande jaar (Muslim, nr. 1162).
Waarom staat deze dag bekend als ʿĀshūrāʾ?
De term ʿĀshūrāʾ verwijst in de islamitische jurisprudentie (Sharīʿah) naar de tiende dag van de maand Muḥarram-ul-Haram. In zijn gezaghebbende werk Ghunyat al-Ṭālibīn schrijft Shaykh ʿAbd al-Qādir al-Jīlānī (raḍiyAllāhu ʿanhu) dat er onder de geleerden (ʿulamāʾ) verschil van mening bestaat over de reden waarom deze dag bekendstaat als ʿĀshūrāʾ. Hoewel er verschillende interpretaties zijn, is de consensus onder de meerderheid van de geleerden dat de naam ʿĀshūrāʾ voortkomt uit het feit dat het de tiende dag van Muḥarram betreft.
Sommige geleerden stellen dat deze dag de meest verheven is onder de heilige dagen die Allah Ta’ālā aan de gezegende gemeenschap van de profeet Mohammed (Ummat al-Muḥammadiyyah) heeft geschonken. Om die reden zou deze dag ook als ʿĀshūrāʾ bekendstaan (al-Jīlānī, z.j., p. 428).
Twee belangrijke gebeurtenissen met betrekking tot ʿĀshūrāʾ
Naast het martelaarschap van Sayyidunā Imām al-Hussain (raḍiyAllāhu ʿanhu) hebben zich op Yawm al-ʿĀshūrāʾ (de tiende dag van Muḥarram) meerdere andere opmerkelijke gebeurtenissen voorgedaan. Volgens de internationaal gerenommeerde geleerde Shaykh ʿAbd al-Raḥmān al-Ṣafūrī (raḥimahAllāh), zoals vermeld in zijn werk Nuzhat al-Majālis, is het mede door deze gebeurtenissen dat deze dag bijzondere uitmuntendheid heeft verkregen (al-Ṣafūrī, z.j., p. 428).
De volgende gebeurtenissen zouden volgens overlevering op Yawm al-ʿĀshūrāʾ hebben plaatsgevonden:
- De schepping van de hemel, aarde en de Lawḥ wa’l-Qalam (de goddelijke tablet en pen).
- De creatie van Ādam (ʿalayhis salām) en Ḥawwāʾ.
- De aanvaarding van het berouw (taubah) van Ādam (ʿalayhis salām).
- De landing van de ark van Nūḥ (ʿalayhis salām).
- De verheffing van Ibrāhīm (ʿalayhis salām) tot Khalīl Allāh (vriend van Allāh).
- De hereniging van Yaʿqūb (ʿalayhis salām) met Yūsuf (ʿalayhis salām) na veertig jaar.
- De verheffing van Idrīs (ʿalayhis salām) tot de hemel.
- Het herstel van de gezondheid van Ayyūb (ʿalayhis salām).
- De bevrijding van Yūnus (ʿalayhis salām) uit de buik van de vis.
- De aanvaarding van het berouw van Dāwūd (ʿalayhis salām).
- De toekenning van het koninkrijk aan Sulaymān (ʿalayhis salām).
- De verheffing van ʿĪsā (ʿalayhis salām) tot de hemel.
- Het huwelijk (nikāḥ) van de profeet Muḥammad ﷺ met Sayyidah Khadījah (raḍiyAllāhu ʿanhā).
Volgens sommige overleveringen zal de Qiyāmah (Dag des Oordeels) eveneens op deze dag plaatsvinden.
De ṣalāh (namāz) van Yawm al-ʿĀshūrāʾ
Volgens een overlevering vermeld in Nuzhat al-Majālis heeft de Heilige Profeet Muḥammad ﷺ gezegd: “Degene die op de dag van ʿĀshūrāʾ vier rakʿāt ṣalāh verricht, waarbij in elke rakʿāt na Surah al-Fātiḥah elf keer Surah al-Ikhlāṣ (Qul huwa Allāhu Aḥad) wordt gereciteerd, zal door Allah Ta’ālā vergeving ontvangen voor vijftig jaar aan zonden, en hij zal gezegend worden met een mimbar (preekstoel) van Nūr (licht).” (Nuzhat al-Majālis, deel 1, p. 181)
Juridisch-didactische context
Deze vorm van vrijwillige gebed (nafl ṣalāh) wordt in sommige spirituele tradities aanbevolen op Yawm al-ʿĀshūrāʾ als een middel tot boetedoening en spirituele verheffing. De praktijk is gebaseerd op overleveringen uit klassieke werken, maar wordt niet als verplicht beschouwd binnen de vier madhāhib.
Vasten op Yawm al-ʿĀshūrāʾ
Het vasten op de tiende dag van Muḥarram, bekend als Yawm al-ʿĀshūrāʾ, wordt in de soennitische traditie beschouwd als een daad van grote verdienste. De Heilige Profeet Muḥammad ﷺ vastte gewoonlijk op deze dag en spoorde zijn metgezellen aan om dit ook te doen.
Volgens een overlevering van Abū Mūsā al-Ashʿarī (ʿAlayhi al-Raḥmah), zoals vermeld in de Sāḥibayn, vastten de joden op deze dag uit eerbied en toonden zij vreugde. De Profeet ﷺ zei: “Ook jullie moeten op deze dag vasten.” (al-Bukhārī & Muslim, z.j.)
In Ṣaḥīḥ Muslim wordt vermeld dat de mensen van Khyber op deze dag vastten, zich verheugden en hun vrouwen kleedden in mooie kleding en sieraden. De Profeet ﷺ zei: “O moslims! Ook jullie moeten op deze dag vasten.” (Muslim, z.j.)
Ḥazrat Qatādah (raḍiyAllāhu ʿanhu) rapporteert dat de Profeet ﷺ heeft gezegd: “Ik hoop dat Allah Ta’ālā het vasten op deze dag zal maken tot een middel van kaffārah (vergeving) voor de zonden van het voorgaande jaar.” (Mishkāt al-Maṣābīḥ, p. 179)
In het tiende jaar van de Hijri, toen de Profeet ﷺ op deze dag vastte, vroegen de metgezellen: “Is dit de dag die door joden en christenen geëerd wordt?” De Profeet ﷺ antwoordde: “Als ik volgend jaar nog leef, zal ik ook vasten op de negende dag.” (Mishkāt al-Maṣābīḥ, p. 179)
Om deze reden wordt aanbevolen om niet alleen op de tiende, maar ook op de negende dag van Muḥarram te vasten, ter onderscheiding van de joodse praktijk en in navolging van de profetische intentie.
Belangrijke Aʿmāl op Yawm al-ʿĀshūrāʾ
Op Yawm al-ʿĀshūrāʾ worden in verschillende klassieke werken diverse aanbevolen praktijken (aʿmāl) genoemd die spirituele en lichamelijke voordelen zouden opleveren. Deze praktijken zijn gebaseerd op overleveringen en verklaringen van geleerden uit de islamitische traditie.
Aanbevolen praktijken
Volgens Tafsīr Rūḥ al-Bayān ontvangt degene die de nacht van ʿĀshūrāʾ wakker blijft de beloning (thawāb) van de engelen (malāʾikah) (Ismāʿīl Ḥaqqī al-Burūsawī, z.j.).
De mashā’ikh (spirituele meesters) hebben verklaard dat het verrichten van ghusl (rituele wassing) op deze dag ziekten voor het gehele islamitische jaar zou wegwassen.
In Kitāb al-Ṣawm schrijft al-Shāmī dat het aanbrengen van ṣurma (kohl) op deze dag bescherming biedt tegen oog pijn gedurende het jaar (al-Shāmī, z.j.).
Waarom wordt kichrī gekookt op Yawm al-ʿĀshūrāʾ?
In Kitāb al-Ṣawm wordt vermeld: “Degene die op de dag van ʿĀshūrāʾ lekker eten kookt, zal inshāʾAllāh zegen (barakah) ontvangen in zijn huis voor het hele jaar.” (al-Shāmī, z.j.)
Ḥazrat ʿAllāmah Muftī Aḥmad Yār Khan (raḥimahAllāh) schrijft in Tafsīr Naʿīmī dat in Zuid-Aziatische landen vaak ḥalīm of kichrī wordt bereid, omdat dit gerecht bestaat uit diverse soorten granen en vlees. Men hoopt dat deze symbolische vermenging van ingrediënten zegen brengt in de voedselvoorziening voor het hele jaar (Aḥmad Yār Khan, z.j.).
Volgens bepaalde overleveringen was de dag waarop de ark van Nūḥ (ʿalayhis al-salām) landde ook Yawm al-ʿĀshūrāʾ. De bewoners van de ark verzamelden toen alle resterende granen en kookten daaruit een gezamenlijke maaltijd, wat wordt gezien als de oorsprong van het koken van kichrī op deze dag.
De spirituele en historische betekenis van Muḥarram
De maand Muḥarram draagt een diepgaande historische en spirituele betekenis binnen de islamitische traditie. Zij herinnert aan de Hijrah van de Profeet Muḥammad ﷺ van Mekka naar al-Madīnah al-Munawwarah, een gebeurtenis die niet alleen het begin markeert van de islamitische jaartelling, maar ook een briljante les in toewijding, opoffering en gemeenschap biedt.
Volgens historische overleveringen was ʿAbd Allāh ibn Salām, een gerenommeerde joodse geleerde, bezig met het plukken van dadels in zijn tuin toen hij vernam van de aankomst van de Profeet ﷺ in Medina. Hij haastte zich om diens gedrag en woorden te observeren. Kort daarna bevond hij zich onder de moslims van Medina, waar de Profeet ﷺ hen toesprak: “O mensen! Maak het tot gewoonte elkaar te begroeten, geef voedsel aan anderen, behandel uw familie en vrienden met liefde en vriendelijkheid. En wanneer anderen slapen, aanbid dan Allah. Als u dit blijft praktiseren, zult u in vrede het Paradijs binnengaan.” (al-Bukhārī, z.j.)
Deze profetische raadgevingen hebben door de eeuwen heen als blijde tijding gefungeerd voor de moslimgemeenschap. Indien zij vandaag de dag serieus genomen zouden worden, zouden zij bijdragen aan oplossingen voor vele maatschappelijke en spirituele problemen. In deze woorden liggen de geheimen van succes in zowel het wereldse leven als het Hiernamaals. De woorden van de Profeet ﷺ hadden een diepgaand effect op ʿAbd Allāh ibn Salām. Hij begaf zich naar het huis van Abū Ayyūb al-Anṣārī (raḍiyAllāhu ʿanhu) en verklaarde: “Ik accepteer uw aanspraak op het profeetschap en geloof oprecht dat uw religie, de islam, de ware godsdienst is.” (Ibn Hishām, z.j.)
Karbala en de herleving van geloof
De maand Muḥarram is ook het toneel van een van de meest aangrijpende gebeurtenissen in de islamitische geschiedenis: het martelaarschap van Sayyidunā Imām al-Hussain (raḍiyAllāhu ʿanhu) in Karbala. Deze tragedie heeft nieuw leven ingeblazen in de geest van de islam, vooral wat betreft de waarden van Īmān, oprechtheid en standvastigheid.
Soennitische moslims wereldwijd herdenken de Ahl al-Bayt en Imām al-Hussain (raḍiyAllāhu ʿanhu) door liefdadigheid te verrichten en de armen te versterken als teken van respect. Deze herdenkingsmomenten nodigen uit tot reflectie: welk aspect van het leven van deze grote imam nemen wij als voorbeeld om onszelf geestelijk te verbeteren?
Het enthousiasme om de Sunnah te volgen, zoals Imām al-Hussain dat deed en waarvoor hij de ultieme prijs betaalde, zou ons moeten aanzetten tot oprechte liefde voor Allah, Zijn Boodschapper ﷺ, de Ahl al-Bayt, en de geliefde metgezellen zoals Abū Bakr, ʿUmar, ʿUthmān en ʿAlī (raḍiyAllāhu ʿanhum).
De liefde voor de Ahl al-Bayt en de Ṣaḥābah al-Kirām moet de drijvende kracht zijn achter het navolgen van de Sunnah van de Profeet ﷺ in ons dagelijks leven.
Bronnen
- Aḥmad Yār Khan. (z.j.). Tafsīr Naʿīmī.
- Al-Bukhārī. (z.j.). Ṣaḥīḥ al-Bukhārī.
- Al-Jīlānī, ʿA. Q. (z.j.). Ghunyat al-Ṭālibīn (p. 428).
- Al-Qandūzī, ʿA. (z.j.). Mishkāt al-Maṣābīḥ (p. 179).
- Al-Ṣafūrī, ʿA. R. (z.j.). Nuzhat al-Majālis (Deel 1, pp. 181, 428).
- Al-Shāmī, I. (z.j.). Kitāb al-Ṣawm.
- Ibn Hishām. (z.j.). Sīrah al-Nabawiyyah.
- Ismāʿīl Ḥaqqī al-Burūsawī. (z.j.). Tafsīr Rūḥ al-Bayān.
- Muslim. (z.j.). Ṣaḥīḥ Muslim (Hadith nr. 1130, 1162).
- Nasr, S. H. (2003). Islam: Religion, History, and Civilization. HarperOne.
