Management

De oorspronkelijke versie van managementwetenschappen in islam is in de Urdu verschenen in Fatāwa-e-Razwiyah, deel 11, van Imam Ahmad Raza Khan Qadri (radi Allāhu anhu).

Over deze wetenschap stelde Maulana Yaar Khan op 20 Dhū’l-Hijja 1305 H (dinsdag 8 augustus 1888) vragen aan Imām Ahmad Raza Khan (radi Allāhu anhu).

Managerial casus

Zaak 1

Wat zeggen de ulema van de islam betreffende de kwestie van een man [Khalid, in deze casus als een fake naam gebruikt], dat alles wat gebeurt (goed en kwaad) door de Wil van Allāh plaatsvindt? Deze man denkt dat de toepassing van management en administratieve organisatie voor de control van activiteiten in deze wereld en het Hiernamaals een goede daad is en aanbevolen.

Een andere man (Walid = ook een fake naam) zegt dat Khalid een ongelovige is door zijn aanbeveling voor toepassing van managementwetenschappen. Eerder nog, vanwege zijn inzicht, Walid groet Khalid niet eens meer met de islamitische vredesgroet, omdat Walid hem als een ongelovige beschouwt en zegt dat managementwetenschappen van geen betekenis is. Het is een volkomen ongefundeerd idee. De mensen die hun kinderen Arabisch of Engels (laten) leren zijn onzinnig bezig en begaan een zonde, omdat schrijven en lezen onderdeel van management is. Dus, is Khalid een ongelovige zoals Walid beweert, of niet? En, als hij geen ongelovige is, wat is dan Walid’s zonde voor zijn inzicht en/of berisping voor hem? Graag verzoek ik u, uw licht te werpen op deze kwestie. Moge Allāh u rijkelijk belonen voor uw inspanning.

Antwoord

Alle Lof zij aan Allāh Die het universum en alle scheppingen heeft gepland, en de effecten die het veroorzaakt met elkaar heeft verbonden. Speciale Zegen en Vrede van Allāh ruste op de Leider van geloven in Allāh, heimelijk en openlijk, en Leider der Werelden en op degenen die een gebeurtenis managen en op zijn huishouding en metgezellen, die innerlijk geloven en uiterlijk hard werken en handel drijven.

Allāh Ta’ālā openbaart:

كَذَّبَتْ قَوْمُ لُوطٍ بِٱلنُّذُرِ

“En alles, groot of klein, is neergeschreven.” Surah al-Qamar (de maan) H54, vers 53

 إِنَّا نَحْنُ نُحْيِي ٱلْمَوْتَىٰ وَنَكْتُبُ مَا قَدَّمُواْ وَآثَارَهُمْ وَكُلَّ شيْءٍ أَحْصَيْنَاهُ فِيۤ إِمَامٍ مُّبِينٍ

“Voorzeker, Wij zijn het Die de doden doen herleven, en wat zij doen, optekenen evenals de sporen die zij nalaten en Wij hebben alle dingen in een duidelijk boek geschreven.” Surah Yā Sien, H36, vers 12

 وَعِندَهُ مَفَاتِحُ ٱلْغَيْبِ لاَ يَعْلَمُهَآ إِلاَّ هُوَ وَيَعْلَمُ مَا فِي ٱلْبَرِّ وَٱلْبَحْرِ وَمَا تَسْقُطُ مِن وَرَقَةٍ إِلاَّ يَعْلَمُهَا وَلاَ حَبَّةٍ فِي ظُلُمَٰتِ ٱلأَرْضِ وَلاَ رَطْبٍ وَلاَ يَابِسٍ إِلاَّ فِي كِتَٰبٍ مُّبِينٍ

“En bij Hem zijn de sleutels van het onzienlijke; niemand kent dit, behalve Hij. En Hij weet wat op het land en wat in de zee is. En er valt geen blad zonder dat Hij het weet, noch is er een korrel in de duisternis der aarde, noch iets dat groen of droog is, zonder dat het in een duidelijk Boek is vermeld.” Surah al-An’ām (het vee) H6, vers 59

Er zijn nog veel meer verzen en ahadīth over deze kwestie, maar in weerwil van dit alles, management is op geen enkele wijze opgeschort. Deze wereld is de wereld van oorzaken en middelen. De Heer van deze wereld heeft de effecten verbonden met de oorzaken conform Zijn diepgaand Wijsheid en Vooruitzicht, en het werd een Goddelijke Weg, dat het effect de oorzaak moet volgen.

Profeten van Allāh en managementwetenschappen

Het vergeten van het Goddelijke Besluit (Heilige Qur’ān) en volkomen afhankelijk zijn van het arrangement en management, is een eigenaardigheid van de ongelovigen. Eveneens de aankondiging dat management iets vruchteloos, verworpen, nutteloos en niet-ontvankelijk zou zijn, is de taak van een openlijk en echte perverse krankzinnige. Dit houdt in, afwijking van honderden Qur’ān verzen en ahadīth en bezwaar op Profeten, metgezellen van de Heilige Profeet Mohammed ﷺ, religieuze leiders en Awliya van de moslim Ummah. Wie heeft meer vertrouwen op Allāh dan de Heilige Boodschappers (vrede en zegeningen zij met hen)? Wie is geloviger in Zijn Goddelijke Besluit dan zij (de Boodschappers)? Zij hebben altijd managementwetenschappen toegepast, het aan de mensen onderwezen, en als gebruikelijk kwalitatief maaltijd genuttigd dat integer (op eerlijke basis) verdiend was door hard te werken.

Hazrat Dawood (alayhis salām) was gewend bepantseringen te maken.

Allāh openbaarde hierover de volgende verzen:

وَعَلَّمْنَاهُ صَنْعَةَ لَبُوسٍ لَّكُمْ لِتُحْصِنَكُمْ مِّن بَأْسِكُمْ فَهَلْ أَنتُمْ شَاكِرُونَ

“En Wij leerden hem de kunst, maliënkolders voor u te maken, opdat deze u zouden beschermen tegen aanvallen. Zul je dan niet erkentelijk zijn?” Surah Al-Anbiya (de profeten) H21, vers 80

وَلَقَدْ آتَيْنَا دَاوُودَ مِنَّا فَضْلاً يٰجِبَالُ أَوِّبِي مَعَهُ وَٱلطَّيْرَ وَأَلَنَّا لَهُ ٱلْحَدِيدَ

 أَنِ ٱعْمَلْ سَابِغَاتٍ وَقَدِّرْ فِي ٱلسَّرْدِ وَٱعْمَلُواْ صَالِحاً إِنِّي بِمَا تَعْمَلُونَ بَصِيرٌ

“En voorwaar, Wij schonken David overvloed van Ons Zelf en zeiden: “O gij bergen, alsmede gij vogelen, verheerlijkt Allāh met hem!” En Wij maakten het ijzer week voor hem, Zeggende: “Maak u maliënkolders van volle lengte en meet de schalmen af en verricht goede werken: want Ik zie alles wat gij doet.” Surah Saba’ (de stad Saba) H34, verzen 10 en 11

Hazrat Musā (alayhis salām) begraasde Hazrat Shu’aib (alayhis salām) zijn geiten tegen betaling gedurende tien jaar.

Allāh Ta’ālā openbaart:

 قَالَ إِنِّيۤ أُرِيدُ أَنْ أُنكِحَكَ إِحْدَى ٱبْنَتَيَّ هَاتَيْنِ عَلَىٰ أَن تَأْجُرَنِي ثَمَانِيَ حِجَجٍ فَإِنْ أَتْمَمْتَ عَشْراً فَمِنْ عِندِكَ وَمَآ أُرِيدُ أَنْ أَشُقَّ عَلَيْكَ سَتَجِدُنِي إِن شَاءَ اللَّهُ مِنَ الصَّالِحِينَ

“En hij zeide: “Ik zou u een dezer twee dochters van mij uithuwen, mits je acht jaren voor mij werkt. En als je er tien voltooit dan zou dit uit uw vrije wil geschieden. En ik zal u geen moeilijkheden opleggen; je zult vinden, als Allāh het wil, dat ik tot de rechtvaardigen behoor.”

قَالَ ذَلِكَ بَيْنِي وَبَيْنَكَ أَيَّمَا ٱلأَجَلَيْنِ قَضَيْتُ فَلاَ عُدْوَانَ عَلَيَّ وَٱللَّهُ عَلَىٰ مَا نَقُولُ وَكِيلٌ

Mozes antwoordde: “Dat is een overeenkomst tussen u en mij. Welke van de twee termijnen ik ook vervul, er zal mij geen onrecht worden aangedaan; en Allāh is Getuige van hetgeen wij zeggen.”

 فَلَمَّا قَضَىٰ مُوسَى ٱلأَجَلَ وَسَارَ بِأَهْلِهِ آنَسَ مِن جَانِبِ ٱلطُّورِ نَاراً قَالَ لأَهْلِهِ ٱمْكُثُوۤاْ إِنِّيۤ آنَسْتُ نَاراً لَّعَلِّيۤ آتِيكُمْ مِّنْهَا بِخَبَرٍ أَوْ جَذْوَةٍ مِّنَ ٱلنَّارِ لَعَلَّكُمْ تَصْطَلُونَ

Toen Mozes de termijn had voltooid, en met zijn familie op reis ging, bemerkte hij een vuur in de richting van de berg Sinaï. Hij zeide tot zijn familie: “Wacht hier, ik zie een vuur, misschien kan ik u nieuws of wat vuur daarvan brengen opdat je u mag verwarmen.” Surah al-Qasas (de vertelling) H28, verzen 27 – 29

De Laatste Profeet, Ummah en managementwetenschappen

Zelfs de manager van alle Profeten van Allāh (vrede en zegeningen met hen) ging op handelsreis naar Syrië met de handelsgoederen van Hazrat Sayyidah Khadija (radi Allāhu anha) (de eerste echtgenote van de Profeet Mohammed ﷺ) als speculatie [de verkoper biedt iets aan en de andere partij biedt een andere dienst aan] business. Leider der gelovigen, Hazrat Usman (derde kalief van de islam) en Hazrat Abdur Rahman ibn Awf (radi Allāhu anhuma) waren zeer bekende handelaren. Hazrat Imam-e-Azam (Numan bin Sābit radi Allāhu anhu, de grootste jurist en stichter van de Hanafi wetschool) was een dealer in textielgoederen.

Walid, die management ontkent, zou dit niet doen als hij ervan wist in relatie tot de heilige voorgangers. Stel je voor dat hij geen landbouw heeft, geen overheidsbaan en geen handarbeid, en genoodzaakt wordt zijn eten voor hem klaargemaakt. Zijn het malen van het graan, het kneden van de deeg en het koken geen management aspect? Laten wij dit even liggen. Stel je voor dat zijn maaltijd hem bereikt zonder dart hij daarnaar gevraagd heeft, indicatie of gebaar. Het is, hoe dan ook, zeker dat hij hapjes maakt en deze naar zijn mond brengt, het kauwt en vervolgens inslikt. Dit zijn verschillende processen (stappen) van arrangement en management. Dus, als hij management en administratie verwerpt, dan zal hij zelf ook dat (maaltijd e.d.) allemaal moeten vermijden want het leven is beschreven in het Goddelijke Besluit. Hij zal moeten leven zonder eten, of zijn maag zal gevuld moeten worden met de Goddelijke Gunst, of het eten zal in zijn maag automatisch terecht komen. Anders zal niets van deze dingen verkregen kunnen worden, omdat conform Ahle Sunnat gedachte noch water dorst lest, noch voedsel honger stilt. Deze dingen zijn gewone zaken waaraan Allāh effect en zegeningen heeft verbonden met tevredenheid en verzadiging conform Zijn heersende karakter. Als Hij het niet wil zal niets gebeuren, of nu volle kruiken water gedronken wordt of dat Dharris (een weegmaat, een Dharri weegt ongeveer 5 kilogram) voedsel gegeten wordt. Wat betekent het voor de ziektes van waterzucht en vraatzucht? Hetzelfde eten wat eerder nodig was voor tevredenheid en verzadiging, waarom zijn ze nu nutteloos? En, als Allāh wil kan geen dorst of honger iemand overheersen zoals hij met de mensen gaat doen in tijde van de Dajjāl (Antichrist).  En, wie weet het niet over het leven van de engelen zonder water en voedsel. Het is vreemd van de mens. Dus het opgeven van management en administratie, en met ijdelheid zitten is arrogant en ondoordacht. Zelfs als een mens valselijk afhankelijk is van de Goddelijke Gunst voor eten en drinken en vervolgens overlijdt, is zijn dood zelfmoord wat in de islam streng verboden is. Zo een persoon zal een zondaar zijn, want de dood is ook een Goddelijke Gunst.

Allāh Ta’ālā openbaart:

وَأَنْفِقُواْ فِي سَبِيلِ ٱللَّهِ وَلاَ تُلْقُواْ بِأَيْدِيكُمْ إِلَى ٱلتَّهْلُكَةِ وَأَحْسِنُوۤاْ إِنَّ ٱللَّهَ يُحِبُّ ٱلْمُحْسِنِينَ

“En besteedt je bezit voor de zaak van Allāh en stort je niet met uw eigen handen in het verderf doch doet goed: voorzeker, Allāh heeft hen lief, die goed doen.” Surah al-Baqarāh (de koe) H2, vers 195

Managementwetenschappen en het dagelijkse leven

Laten wij (voor even) accepteren dat Walid zo bars en hard is in zijn claim, dat hij alle methoden en technieken zal opgeven, en hij maakt een vastberaden belofte dat hij nooit zijn handen en voeten gaat bewegen. Tegelijkertijd gaat hij nooit dichter bij management komen, noch in door een hint noch door een toespeling of blik. Als zijn maag gevuld is met de Gunst van Allāh, dan is het prima anders accepteert hij de dood. Hoe dan ook, hij gaat Allāh alleen om deze dingen vragen. Is dit niet een soort management? Voor het aanbidding tot Allāh is niet vanzelf de echte effectiviteit. Het is juist een reden voor het verkrijgen van een object. Dus, wat is management anders dan dit?

Allāh Ta’ālā openbaart:

وَقَالَ رَبُّكُـمُ ٱدْعُونِيۤ أَسْتَجِبْ لَكُمْ إِنَّ ٱلَّذِينَ يَسْتَكْبِرُونَ عَنْ عِبَادَتِي سَيَدْخُلُونَ جَهَنَّمَ دَاخِرِينَ

“En uw Heer zegt: “Aanbidt Mij; Ik zal uw gebed verhoren. Maar zij die te hoogmoedig zijn om Mij te aanbidden, zullen veracht de hel binnengaan.” Surah Ghāfir (de gelovige) H40, vers 60

Hij is Allāh Almachtige. Hij kan ons zegenen in onze behoeften zonder gebed. Waarom heeft Hij ons Leiding gegeven tot management? Hetzelfde advies is benadrukt door de Heilige Profeet Mohammed ﷺ.

Managementwetenschappen en een islamitische Staat

Bovendien zijn alle islamitische zaken zoals kalifaat, regering, gerechtigheid, Jihad, implementatie van Goddelijke bestraffing en wraak ongetwijfeld management en administratie, omdat zij de redenen voor management in deze wereld hebben bevestigd, popularisatie van islam en het ontdoen van corrupte en verdorven mensen.

Allāh Ta’ālā openbaart de volgende verzen:

 يَا أَيُّهَا ٱلَّذِينَ آمَنُواْ أَطِيعُواْ ٱللَّهَ وَأَطِيعُواْ ٱلرَّسُولَ وَأُوْلِي ٱلأَمْرِ مِنْكُمْ فَإِن تَنَازَعْتُمْ فِي شَيْءٍ فَرُدُّوهُ إِلَى ٱللَّهِ وَٱلرَّسُولِ إِن كُنْتُمْ تُؤْمِنُونَ بِٱللَّهِ وَٱلْيَوْمِ ٱلآخِرِ ذٰلِكَ خَيْرٌ وَأَحْسَنُ تَأْوِيلاً

“O, gij die gelooft, gehoorzaamt Allāh en Zijn boodschapper en degenen, die onder u gezag hebben. En indien gij over iets twist, verwijst het naar Allāh en Zijn boodschapper, als gij gelooft in Allāh en de laatste Dag. Dit is beter en uiteindelijk het beste.”  Surah an-Nisā (de vrouwen) H4, vers 59

وَقَاتِلُوهُمْ حَتَّىٰ لاَ تَكُونَ فِتْنَةٌ وَيَكُونَ الدِّينُ كُلُّهُ لله فَإِنِ انْتَهَوْاْ فَإِنَّ اللَّهَ بِمَا يَعْمَلُونَ بَصِيرٌ

“En bestrijdt hen totdat er geen vervolging is en de godsdienst geheel voor Allāh wordt. Maar als zij ophouden dan ziet God voorzeker hetgeen zij doen.” Surah al-Anfāl (de oorlogsbuit) H8, vers 39

 فَهَزَمُوهُمْ بِإِذْنِ ٱللَّهِ وَقَتَلَ دَاوُدُ جَالُوتَ وَآتَاهُ ٱللَّهُ ٱلْمُلْكَ وَٱلْحِكْمَةَ وَعَلَّمَهُ مِمَّا يَشَآءُ وَلَوْلاَ دَفْعُ ٱللَّهِ ٱلنَّاسَ بَعْضَهُمْ بِبَعْضٍ لَفَسَدَتِ ٱلأَرْضُ وَلَـٰكِنَّ ٱللَّهَ ذُو فَضْلٍ عَلَى ٱلْعَالَمِينَ

“Zo versloegen zij hen door het gebod van Allāh en David doodde Jalut en Allāh gaf hem heerschappij en wijsheid en onderwees hem, hetgeen Hij wilde. Had Allāh sommige mensen niet door anderen laten terugdrijven, dan zou de aarde verdorven zijn. Maar Allāh is genadig jegens de werelden.”  Surah al-Baqarāh (de koe) H2, vers 251

ٱلَّذِينَ أُخْرِجُواْ مِن دِيَارِهِم بِغَيْرِ حَقٍّ إِلاَّ أَن يَقُولُواْ رَبُّنَا ٱللَّهُ وَلَوْلاَ دَفْعُ ٱللَّهِ ٱلنَّاسَ بَعْضَهُمْ بِبَعْضٍ لَّهُدِّمَتْ صَوَامِعُ وَبِيَعٌ وَصَلَوَاتٌ وَمَسَاجِدُ يُذْكَرُ فِيهَا ٱسمُ ٱللَّهِ كَثِيراً وَلَيَنصُرَنَّ ٱللَّهُ مَن يَنصُرُهُ إِنَّ ٱللَّهَ لَقَوِيٌّ عَزِيزٌ

“Degenen die ten onrechte uit hun huizen werden verdreven alleen omdat zij zeiden: “Onze Heer is Allāh.” – En indien Allāh sommige mensen niet via anderen tegenhield, zouden ongetwijfeld kloosters, kerken, synagogen en moskeeën, waarin dikwijls de naam van Allāh wordt herdacht, afgebroken zijn. Allāh zal ongetwijfeld degene ondersteunen die Hem helpt – Allāh is inderdaad Sterk, Almachtig.” Surah al-Hajj (de pelgrimstocht) H22, vers 40

وَٱلَّذينَ كَفَرُواْ بَعْضُهُمْ أَوْلِيَآءُ بَعْضٍ إِلاَّ تَفْعَلُوهُ تَكُنْ فِتْنَةٌ فِي ٱلأَرْضِ وَفَسَادٌ كَبِيرٌ

“De ongelovigen zijn vrienden van elkander. Als gij niet ingrijpt zal er onheil en grote wanorde in het land komen.” Surah al-Anfāl (de oorlogsbuit) H8, vers 73

وَلَكُمْ فِي ٱلْقِصَاصِ حَيَٰوةٌ يٰأُولِي ٱلأَلْبَابِ لَعَلَّكُمْ تَتَّقُونَ

Het woord Fitnah (oppressie, wanorde, verwarring, opschudding) in bovenstaand vers is de kracht van ongeloof en de woorden Fasād Kabir (grote corruptie of grote onheil) is de zwakte van islam. Allāh Ta’ālā openbaart: “En in vergelding is leven voor u, o mensen van begrip, zodat je behouden zult worden. Surah al-Baqarāh (de koe) H2, vers 179

Dit betekent dat de handen van de ontrouwe personen zullen stoppen als bloedwraak zal worden in de vorm van bloed, en het leven van onschuldige mensen zal worden beschermd. Daarom is geadviseerd, dat moslims zich gaan verzamelen ten tijde van de Goddelijke bestraffing, en zie het zo dat deze observatie een les moge zijn voor hen.

Allāh Ta’ālā openbaart:

ٱلزَّانِيَةُ وَٱلزَّانِي فَٱجْلِدُواْ كُلَّ وَاحِدٍ مِّنْهُمَا مِئَةَ جَلْدَةٍ وَلاَ تَأْخُذْكُمْ بِهِمَا رَأْفَةٌ فِي دِينِ ٱللَّهِ إِن كُنتُمْ تُؤْمِنُونَ بِٱللَّهِ وَٱلْيَوْمِ ٱلآخِرِ وَلْيَشْهَدْ عَذَابَهُمَا طَآئِفَةٌ مِّنَ ٱلْمُؤْمِنِينَ

“Gesel iedere echtbreekster en echtbreker met honderd slagen. En laat medelijden met hen u van de gehoorzaamheid aan Allāh niet afhouden indien je in God en de Laatste Dag gelooft. En laat een groep gelovigen getuigen zijn van hun afstraffing.” Surah an-Noor (het Licht) H24, vers 2

Aanbidding en managementwetenschappen

Als wij verder onderzoeken zie wij Salāh, Saum, Zakāt, Hajj en de andere religieuze activiteiten vallen binnen de managementcyclus en redenen zijn voor het verkrijgen van Plezier bij Allāh, verdienen van ongelimiteerd zegeningen en beschermd worden tegen Goddelijke beproevingen en straffen.

Allāh Ta’ālā openbaart:

وَمَنْ أَرَادَ ٱلآخِرَةَ وَسَعَىٰ لَهَا سَعْيَهَا وَهُوَ مُؤْمِنٌ فَأُولَئِكَ كَانَ سَعْيُهُم مَّشْكُوراً

“En eenieder die het Hiernamaals begeert en er naar streeft zoals er naar gestreefd behoort te worden terwijl hij een gelovige is, deze is het wiens streven zal worden beloond.” Surah al-Isrā (de nachtelijke tocht) H17, vers 19

وَكَذَلِكَ أَوْحَيْنَآ إِلَيْكَ قُرْآناً عَرَبِيّاً لِّتُنذِرَ أُمَّ ٱلْقُرَىٰ وَمَنْ حَوْلَهَا وَتُنذِرَ يَوْمَ ٱلْجَمْعِ لاَ رَيْبَ فِيهِ فَرِيقٌ فِي ٱلْجَنَّةِ وَفَرِيقٌ فِي ٱلسَّعِيرِ

“Zo hebben Wij u de Qur’an in het Arabisch geopenbaard, opdat gij de Moeder der steden (Makkah) en al het omringende moogt waarschuwen; dus waarschuwt (hen) voor de Dag der Verzameling waaromtrent geen twijfel is. Een deel zal in het paradijs zijn, en een ander deel in het laaiend Vuur.” Surah Shurā (de consultatie) H42, vers 7

Desondanks, draagt Hij ons op om sommige verplichte geloofsactiviteiten uit te voeren/te verrichten die voor de mensen specifiek zijn verordend, en zij zullen het makkelijk uitvoerbaar vinden en de beloningen die het teweegbrengt zal aan hen worden toebedeeld.

Allāh Ta’ālā openbaart:

فَسَنُيَسِّرُهُ لِلْيُسْرَىٰ

“Wij zullen zijn weg effenen tot welslagen.” Surah al-Lail (de nacht) H92, vers 7

Dat is de reden waarom de Heilige Profeet Mohammed ﷺ vertelde, dat van eenieder die naar de Hel gaat en van eenieder die naar het Paradijs gaat de namen al zijn opgetekend. Zijn metgezellen vroegen: “Waarom moeten wij dan een daad verrichten? Wij dienen dan alle activiteiten te laten liggen. Degene die verkoren is zal gezegend worden en degene die niet verkoren zijn zullen gestraft worden. De Profeet ﷺ antwoordde: nee, veel eerder, vervolg je goede daden (activiteiten). Voor eenieder is een huis. De weg naar dat huis wordt vereenvoudigd door de goede daden (voor de gezegende), de zegenrijke weg; en voor de niet gekozene, de weg van tegenslag.”

Vervolgens vertelde de Heilige Profeet Mohammed ﷺ de volgende die door Hazrat Ali (radi Allāhu anhu) is verhaald: “Terwijl de Profeet in een begrafenisstoet was, nam hij een stok en begon daarmee op de grond schetsen te maken en zei, ‘er is niemand onder jullie voor wie geen plaats is opgetekend in de Hel of het Paradijs’.” Zij (de mensen) vroegen: “O Profeet, zullen wij ons daarop richten (en onze geloofsactiviteit laten liggen)?” Hij antwoordde: “Ga daarmee (goede daden) verder, want eenieder zal het comfortabel vinden (goede daden doen), wat hen zal leiden naar hun eindbestemming.” De Profeet reciteerde vervolgens:

 فَأَمَّا مَنْ أَعْطَىٰ وَٱتَّقَىٰ 

 “(5) Wat hem betreft die geeft en God vreest.

وَصَدَّقَ بِٱلْحُسْنَىٰ

(6) En het goede aanvaardt.

 فَسَنُيَسِّرُهُ لِلْيُسْرَىٰ

(7) Wij zullen zijn weg effenen tot welslagen.

 وَأَمَّا مَن بَخِلَ وَٱسْتَغْنَىٰ

(8) Maar hij, die vrekkig en onverschillig is.

وَكَذَّبَ بِٱلْحُسْنَىٰ

(9) En het beste verwerpt.

فَسَنُيَسِّرُهُ لِلْعُسْرَىٰ

(10) Wij zullen hem naar moeilijkheden leiden.” Surah al-Lail (de nacht) H92, verzen 5-10

Bovenstaande Qur’ān verzen maken heel transparant, wanneer management absoluut betekenisloos zou zijn, zouden alle godsdiensten [noot M.J. Tangali: hier wordt bedoelt alleen die godsdiensten die Allāh had meegegeven aan Zijn Boodschappers, die allen vallen binnen islam, want de moslim moet ook Iman getuigen op de Vier Goddelijke Boeken], Shari’ah, Openbaring van Goddelijke Boeken, sturen van Profeten, halāl en harām zaken en dingen, onzinnig en van geen enigerlei betekenis en volkomen doelloos zijn.

Als nu verklaard wordt dat de mens onder geen enkele wetgeving valt, maakt u van hem een wellustige stier. De wereld en religie zouden dan onmiddellijk in chaos terecht komen.


Translate »
error: Content is protected !!