Zelfmoord en de islam

Zelfmoord is binnen de islamitische leer een ernstige zonde en wordt expliciet verboden in de Qurʾān en de authentieke adīth. Toch blijft de persoon die zelfmoord pleegt binnen de islam, en het dodengebed kan onder voorwaarden voor hem worden verricht.

Een geloofsgenoot uit de Ahle Sunnat mailde op 27 december 2007 een vraag over zelfmoord. In dit artikel zal ik, met mijn nederige kennis, proberen een antwoord te geven op deze vraagstelling—een antwoord dat gebaseerd is op de Heilige Qurʾān en de authentieke Aḥādīth van de Heilige Profeet Mohammed ﷺ.

Ik ga in dit artikel niet in op het motief dat aanleiding geeft tot zelfmoord, omdat dat een wetenschappelijke benadering vereist. Wat u hier kunt lezen, is wat volgens de islamitische leer de bedoeling is van de schepping van de mens. Iedere ademhaling en elk moment van het menselijk leven is een gunst van Allāh Ta’ālā. Geen enkel inzicht, verkregen via studie of training, heeft ooit onderwezen dat zelfmoord een geoorloofde uitweg is.

Moge Allāh Ta’ālā, de Almachtige, ons begunstigen met wijsheid. Āmīn.

Volgens de consensus van de klassieke en hedendaagse ʿulamāʾ is zelfmoord een grote zonde (kabīrah), maar niet een daad die iemand automatisch buiten de islam plaatst. De islamitische wetgeving benadrukt het behoud van leven als een fundamentele waarde, en het plegen van zelfmoord wordt beschouwd als een ernstige overtreding tegen Allāhs gebod: “En doodt jullie zelf niet. Voorwaar, Allāh is voor jullie meest Barmhartig.” (Surah al-Nisāʾ, 4:29)

De Profeet Mohammed ﷺ heeft in meerdere overleveringen gewaarschuwd voor de gevolgen van zelfmoord in het Hiernamaals. Zo staat in aī al-Bukhārī en aī Muslim:

“Wie zichzelf doodt met een ijzeren wapen, zal zich daarmee blijven steken in het Hellevuur, voor eeuwig.”

Hoewel de Profeet ﷺ in sommige gevallen niet het dodengebed verrichtte voor iemand die zelfmoord had gepleegd, deed hij dit als afschrikmiddel en opvoedkundig signaal voor de gemeenschap. Hij beval anderen wél om voor de overledene te bidden. Dit betekent dat:

  • Gewone moslims het dodengebed mogen verrichten voor iemand die zelfmoord heeft gepleegd.
  • Geleerden en vooraanstaande figuren kunnen ervoor kiezen dit niet te doen, als vorm van berisping en waarschuwing.

De islam erkent dat mensen door beproevingen kunnen worden getroffen. Het leven is een test, en verdriet, ziekte of armoede zijn middelen waarmee Allāh Ta’ālā Zijn dienaren beproeft. Het voorbeeld van de Profeet Ayyūb (ʿalayhis-salām) toont hoe geduld en vertrouwen in Allāh tot verlichting leiden. Zelfmoord wordt in deze context gezien als een daad van wanhoop die ingaat tegen het doel van de schepping: aanbidding en vertrouwen op Allāh, zelfs in moeilijke tijden.

De ademhaling die de mens verricht, dient om het lichaam van zuurstof te voorzien en afvalstoffen uit te stoten. Voor een moslim is het aanbevolen om bij elke in- en uitademing te reciteren: Allāh-hū. Hierdoor rijgt men als het ware een ketting van spirituele parels, die via de bloedvaten door het lichaam worden meegenomen. Er is niets, maar dan ook niets in het leven dat meer waarde heeft dan de ademhaling.

Allāh Ta’ālā openbaart:

وَمَا خَلَقْتُ ٱلْجِنَّ وَٱلإِنسَ إِلَّا لِيَعْبُدُونِ

“En Ik heb de djinn en de mensen slechts tot Mijn aanbidding geschapen.” (Surah al-Dhāriyāt, 51:56)

Uit dit vers kunnen wij afleiden dat de mens geschapen is met het doel Allāh Ta’ālā te aanbidden. Indien een mens zelfmoord pleegt of zich moedwillig in een gevarenzone begeeft waarin het leven op het spel staat, dan handelt hij of zij in strijd met dit goddelijke doel en wordt als corrupt beschouwd. Het leven is een reis die verder gaat dan het moment van de dood. Velen denken dat het leven ophoudt na de dood en dat het slechts beperkt is tot het aardse bestaan. Allāh Ta’ālā weerlegt deze gedachte in de Qurʾān:

كَيْفَ تَكْفُرُونَ بِٱللَّهِ وَكُنتُمْ أَمْوَٰتًا فَأَحْيَٰكُمْ ثُمَّ يُمِيتُكُمْ ثُمَّ يُحْيِيكُمْ ثُمَّ إِلَيْهِ تُرْجَعُونَ

“Hoe kunt gij Allāh verwerpen, terwijl gij levenloos waart en Hij u leven schonk? Hij zal u doen sterven en daarna zal Hij u doen herleven (op de Dag des Oordeels), en dan zult gij tot Hem worden teruggebracht.” (Surah al-Baqarah, 2:28)

Het leven is een test van Allāh Ta’ālā. Hij beproeft mensen op verschillende manieren en tijden. Sommigen worden begunstigd met overvloed en pracht, om te zien of zij dankbaarheid tonen. Anderen worden getroffen door verdriet en ziekte, om te zien of zij zich tot Allāh wenden voor leiding en hulp.

Een uitstekend voorbeeld van beide situaties vinden we in het leven van de Profeet Ayyūb (ʿalayhis-salām). Allāh Ta’ālā zegende hem met vele gunsten, maar maakte hem vervolgens ernstig ziek—zodanig dat zijn omgeving hem niet meer kon aanzien. Toch wendde Ayyūb zich tot Allāh voor hulp, en Allāh, in Zijn oneindige Genade, herstelde hem en schonk hem zijn familie terug.

Allāh Ta’ālā openbaart:

وَأَيُّوبَ إِذْ نَادَىٰ رَبَّهُ أَنِّي مَسَّنِيَ ٱلضُّرُّ وَأَنتَ أَرْحَمُ ٱلرَّاحِمِينَ
فَٱسْتَجَبْنَا لَهُ فَكَشَفْنَا مَا بِهِ مِن ضُرٍّ وَآتَيْنَاهُ أَهْلَهُ وَمِثْلَهُمْ مَّعَهُمْ رَحْمَةً مِّنْ عِندِنَا وَذِكْرَىٰ لِلْعَابِدِينَ

“En (gedenk) Ayyūb toen hij zijn Heer riep, zeggende: ‘Kwelling heeft mij getroffen, en Gij zijt de Genadigste der genadigden.’ Wij verhoorden zijn smeekbede, bevrijdden hem van zijn moeilijkheden en gaven hem zijn familie terug, en het gelijke daarvan, als een teken van Onze Barmhartigheid en als een herinnering voor de aanbidders.” (Surah al-Anbiyāʾ, 21:83–84)

Onze Heilige Profeet Mohammed ﷺ heeft het onderwerp zelfmoord meerdere malen besproken. Diverse gevallen zijn genoteerd in aī al-Bukhārī en aī Muslim, en gelden voor zowel mannen als vrouwen.

Allāh Ta’ālā openbaart:

يَٰأَيُّهَا ٱلَّذِينَ آمَنُواْ لاَ تَأْكُلُوۤاْ أَمْوَٰلَكُمْ بَيْنَكُمْ بِٱلْبَٰطِلِ إِلاَّ أَن تَكُونَ تِجَٰرَةً عَن تَرَاضٍ مِّنْكُمْ وَلاَ تَقْتُلُوۤاْ أَنْفُسَكُمْ إِنَّ ٱللَّهَ كَانَ بِكُمْ رَحِيماً

“O gij die gelooft, gebruikt elkanders eigendommen niet met leugen en bedrog, maar handelt bij onderlinge overeenkomst. En pleeg geen zelfmoord. Voorzeker, Allāh is u Genadevol.” (Surah al-Nisāʾ, 4:29)

azrat Thābit ibn al-aḥḥāk (raḍiyAllāhu ʿanhu) verhaalde dat de Profeet ﷺ zei:

“Degene die met intentie valselijk zweert op een godsdienst anders dan de islam, is wat hij heeft gezegd. En degene die zelfmoord pleegt met een stuk ijzer, zal daarmee gestraft worden in het Hellevuur.” (aī al-Bukhārī)

azrat Jundub (raḍiyAllāhu ʿanhu) verhaalde dat de Profeet ﷺ zei: “Een man was verwikkeld in ernstige letsels en pleegde zelfmoord. Allāh Ta’ālā zei: ‘Mijn dienaar heeft zichzelf van het leven beroofd, dus verbied Ik het Paradijs voor hem.’” (aī al-Bukhārī)

azrat Abū Hurayrah (raḍiyAllāhu ʿanhu) verhaalde dat de Profeet ﷺ zei: “Wie zichzelf van een berg laat vallen, vergif drinkt of zichzelf met een ijzeren wapen verwondt en daardoor sterft, zal in het Hellevuur blijven en die handeling herhalen voor eeuwig.” (aī al-Bukhārī). Let op: met ‘berg’ wordt ook bedoeld het springen van een hoog gebouw.

azrat Humām ibn Munabbih (raḍiyAllāhu ʿanhu) verhaalde via Ḥazrat Abū Hurayrah: “Niemand van jullie mag de dood wensen of aanroepen voordat de tijd daarvoor is aangebroken, want na het overlijden kunnen geen goede daden meer worden verricht.” (aī Muslim)

azrat Anas ibn Mālik (raḍiyAllāhu ʿanhu) verhaalde dat de Profeet ﷺ zei: “Wens de dood niet vanwege problemen, maar zeg: ‘O Allāh, houd mij in leven zolang er goedheid in het leven voor mij is, en breng de dood wanneer er goedheid in de dood voor mij is.’” (aī Muslim)

azrat Jābir ibn ʿAbdullāh (raḍiyAllāhu ʿanhu) verhaalde dat de Profeet ﷺ zei: “Wens de dood niet, want de plaats waar men naartoe kijkt is streng. Het is een deel van het geluk van de mens dat zijn leven lang is, zodat Allāh Ta’ālā hem met berouw kan begunstigen.” (Jāmiʿ al-Tirmidhī)

adīth Qudsī: “Er was onder hen vóór u een man met een wond. Hij was in zulk pijn dat hij een mes nam en zijn hand opensneed. Het bloed bleef vloeien tot hij stierf. Allāh Ta’ālā zei: ‘Mijn dienaar heeft zichzelf aan Mij onttrokken; Ik heb hem het Paradijs verboden.’”

Moslims dienen zich niet te laten voorlichten door personen die analfabeet zijn op het gebied van de islamitische leer. Bij twijfel is het noodzakelijk om een betrouwbare Soennitische ʿĀlim (zoals een Maulana, Moefti of Imam) te raadplegen en hulp te vragen. Weet dat er velen zijn die zich kleden in religieus gewaad en zich voordoen als islamitische Schriftgeleerden, terwijl zij in werkelijkheid misleiders zijn. Onder hen bevinden zich ook aanhangers van sektarische stromingen, zoals de salafistische beweging. Zij beïnvloeden de denkpatronen van kwetsbare moslims (mannen en vrouwen) en zetten hen aan tot zelfmoord met valse beloften over kastelen en vrouwen in het Paradijs. Zelf plegen deze misleiders geen zelfmoord.

Laat u door niemand wijs maken dat zelfmoord de beste oplossing is voor problemen, want dat is het niet. Laat u niet misleiden, maar zoek geestelijke rust in ʿibādah (aanbidding) van Allāh Ta’ālā, de Alwetende, de Alziende en de Genadevolle. Onder ʿibādah vallen onder andere:

  • alāh (namāz)
  • awm (vasten)
  • Zakāh (liefdadigheid)
  • ajj (bedevaart)
  • Recitatie van de Heilige Qurʾān
  • Dhikr (herinnering van Allāh)
  • Milād Sharīf ter eerbiediging van de Heilige Profeet Mohammed ﷺ
  • Bezoek aan jalsa’s en spirituele bijeenkomsten

Moge degenen die worstelen met zelfmoordgedachten lering trekken uit de aangehaalde Qurʾānverzen en Aḥādīth, en hun hart richten op de aanbidding van Allāh Ta’ālā. Āmīn, summa Āmīn.

  • Al-Bukhārī, M. I. (z.j.). aī al-Bukhārī. Dār al-Fikr.
  • Al-Nabhānī, Y. (z.j.). Al-adīqah al-Nadiyyah.
  • Al-Qurʾān al-Karīm. (z.j.). Surah al-Nisāʾ, 4:29; Surah al-Dhāriyāt, 51:56; Surah al-Baqarah, 2:28; Surah al-Anbiyāʾ, 21:83–84.
  • Al-Tirmidhī, M. ʿĪsā. (z.j.). Jāmiʿ al-Tirmidhī. Dār al-Gharb al-Islāmī.
  • Bahjat-ul-Fatāwā. (z.j.). Bahjat-ul-Fatāwā. Diverse edities.
  • Ḥadīth Qudsī. (z.j.). Overgeleverd in diverse verzamelingen.
  • Muslim ibn al-Ḥajjāj. (z.j.). aī Muslim. Dār al-Fikr.

Translate »
error: Content is protected !!