Inleiding over planeten

Aangezien de mensen niet zelf uit het niet-bestaan ​​naar deze wereld van bestaan zijn gekomen, zo kan de mens ook niet alleen heengaan. Alles heeft reden van bestaan en einde van bestaan. De ogen waarmee u ziet, de oren waarmee u hoort, de organen waarmee u waarneemt, het intellect waarmee u denkt, de handen en voeten die u gebruikt, alle wegen die u bewandelt, alle plaatsen waar u zult zijn, kortom alle leden en systemen die verbonden zijn met uw lichaam en ziel, ze zijn allemaal de bezittingen van Allāh Ta’ālā als creaturen. U kunt niets met Hem vergelijken! Hij is Hayy en Qayyum, dat wil zeggen Hij ziet, weet en hoort, en elk moment houdt Hij alles in stand dat bestaat. Zelfs voor enig moment is Hij zich nooit onbewust van de toestand van alle dingen, en ook faalt Hij nooit, heeft alles in control en controleert ze allemaal. Hij laat niemand Zijn eigendom stelen. Hij is nooit onbekwaam bij het straffen van degenen die Zijn Geboden en de Profeet Mohammed ﷺ ongehoorzaam zijn. Het zou geen enkel verschil maken voor Hem, bijvoorbeeld als Hij geen mens op deze aardbol had geschapen zoals Hij het niet op de maan, mars of op andere planeten had gedaan; Zijn Grootheid zou om deze reden niet zijn verminderd.

Een hadīth Qudsī zegt: “Als [al] uw voorouders en nakomelingen, jong en oud, de levend en dood, mensen en geesten, waren als Mijn meest toegewijde, meest gehoorzame menselijk schepsel (Profeet Mohammed ﷺ), zou Mijn Grootheid niet toenemen. Omgekeerd, als u allemaal als Mijn vijand zouden zijn, die Mij tegenwerkt en Mijn Profeten veracht, dan zou Mijn Grootheid ook nooit afnemen. Allāh Ta’ālā heeft jou niet nodig; Hij heeft jullie niet nodig. Wat jou betreft, om te kunnen bestaan en te blijven bestaan en bij alles wat je doet, heb je altijd Hem nodig.”

Astronomen uit de oudheid zeiden dat de ouderdom van de aarde, dat wil zeggen de tijdsduur vanaf de schepping tot het einde gelijk was aan het aantal planeten rond de zon in termen van duizenden, dat wil zeggen de aarde was 7.000 jaar oud; want ze dachten dat het aantal van planeten zeven was. De 7.000 jaar die in vele geschiedenisboeken en die in sommige religieuze boeken is overgezet, komt hieruit voort. Sommigen van hen zeiden dat de leeftijd van de aarde gelijk was aan het aantal sterrenbeelden, namelijk 12.000 jaar en anderen zeiden dat het gelijk was aan 360.000 jaar (het aantal meridianen); deze drie getallen zijn niet meer dan veronderstellingen en theorieën. Allāh Ta’ālā weet het beter!

Allāh Ta’ālā stuurt licht en warmte door de zon. Hij laat de maan als hemelbol lichtgolven weerkaatsen. Uit zwarte aarde creëert Hij veel levendig gekleurde, zoetgeurende bloemen en mooi uiterlijk. Uit de wind blaast Hij de adem uit die de harten verlicht. Van de sterren die op een afstand van vele jaren staan, laat Hij het halo’s[1] regenen op de aarde. Door vele trillingen creëert Hij effectiviteit in deeltjes. Aan de ene kant, door vuil te recyclen in de grond met Zijn kleinste, meest onbeduidende schepsels (ziektekiemen), Hij verandert deze grond, waarop u trapt, in een eiwit-van-ei-achtige substantie, de opbouwende materie van uw lichaam, door de fabriek van planten. Aan de andere kant door het water in de aarde te combineren met de verstikkende gassen in de lucht, wederom in de fabriek van planten en door daarin de energie op te slaan die Hij uit de lucht stuurt, creëert Hij zetmeelrijken suikerhoudende substanties en oliën, de energiebron, die de machine van uw lichaam zal laten werken.

De maan

Een passage uit het boek Tahafoot-ul-Falāsife (een filosofisch werk) geschreven door Imām Abu Hāmid Ghazālī (radi Allāhu anhu) is vertaald uit Arabisch in het Turks en is geschreven op pagina 45 van het boek Mārifat Nama. Daarin schrijft hij: “De woorden van wetenschappers zijn van twee typen. Hun woorden van het eerste type verklaren de feiten die door wetenschappelijke experimenten zijn ontdekt. Hoewel deze woorden van hen overeenkomen met wat in de Islam bekend is, is hun formulering verkeerd. Ze zeggen bijvoorbeeld: ‘Niets kan vanzelf bewegen. Er is een kracht die alles in beweging brengt. Deze kracht is een natuurlijke kracht. Alles is gemaakt door natuur’. Aan de andere kant zegt de leerstelling van de Islam: ‘Niets kan vanzelf bewegen. Er is een kracht die elk object laat bewegen. Deze kracht is de kracht van Allāh Ta’ālā. Alles is gemaakt door Allāh Ta’ālā’. Het kan worden begrepen dat de Islam en de wetenschap het over hetzelfde eens zijn; er is slechts een verschil, namelijk benaming. We hebben geen bezwaar tegen deze woorden van hen. Alleen geven wij ze pas toe na het wijzigen van de namen. Hun woorden van het tweede type gaan over dingen die de Islam betreft niet uitlegt, maar beveelt: ‘Onderzoek en ontdek het!’ Of wij hun woorden geloven van dit type of niet, het zorgt er niet voor dat de Imān verloren gaat. Ze zeggen bijvoorbeeld dat de maan een eclips is wat het resultaat van het feit is dat onze aarde tussen de zon en de maan komt, en ze kunnen het is tijd voorspellen, want de maan ziet er heel helder uit als het naar de zon kijkt. Als de schaduw van de aarde op de maan is geworpen wordt het duister en onduidelijk, omdat het geen licht meer kan ontvangen van de zon. En een zonsverduistering wordt veroorzaakt doordat de maan tussen de aarde en de zon komt en daardoor verhindert dat de zon vanaf de aarde wordt gezien. Ze zeggen dat het een maansverduistering is dat plaatsvindt in het midden van de Arabische maanden, en een zonsverduistering vindt plaats op de eerste of de laatste nacht van een maand.”

De zon, aarde en de maan zijn bolvormig als een watermeloen, en ze bewegen allemaal in de eerste hemel. Oude natuurkundigen zeiden dat elk van de zeven planeten in één hemel waren. Aan de andere kant wordt in Surah al-Mulk verklaard dat alle sterren in de eerste hemel zijn, die ook uit de aarde bestaat.

Allāh Ta’ālā openbaart:

ٱلَّذِي خَلَقَ سَبْعَ سَمَٰوَٰتٍ طِبَاقاً مَّا تَرَىٰ فِي خَلْقِ ٱلرَّحْمَـٰنِ مِن تَفَاوُتٍ فَٱرْجِعِ ٱلْبَصَرَ هَلْ تَرَىٰ مِن فُطُورٍ

“Hij Die de zeven hemelen opeenvolgend heeft geschapen. Gij kunt geen tekort zien in de schepping van de Barmhartige. Kijk dan nog eens; ziet gij een enkel gebrek?

 ثُمَّ ٱرجِعِ ٱلبَصَرَ كَرَّتَيْنِ يَنْقَلِبْ إِلَيْكَ ٱلبَصَرُ خَاسِئاً وَهُوَ حَسِيرٌ

Kijk dan weer eens en dan nog eens, uw blik zal vermoeid en verzwakt tot u terugkeren.” Surah al-Mulk (de dominie), H67, verzen 3-4

Van deze verzen kunnen wij afleiden dat Allāh Ta’ālā de mensen uitdaagt tot het doen van onderzoek op het hoogste niveau (wetenschappelijk), omdat Allāh Ta’ālā Zijn Woorden en Kennis Allerhoogst zijn, maar de mens zal het nimmer kunnen begrijpen.

De maansikkel zien

We noemen de faciliteiten die religieuze superieuren hebben getoond aan degenen die dat hebben gedaan kronen en vullingen. De Ulema van toen, schreven uitvoerig voor degenen die in de Hanafi Mazhab zijn en voor wie willen aanbidden zoals voorgeschreven door hun Mazhab, dat wil zeggen voor degenen die de Mazhab ten zeerste naleven. Zij schreven niet voor degenen die de boeken van de Mazāhib willen naleven volgens hun eigen gedachten, meningen en gedachten.

Hazrat Ibn-e-‘Abidin[2] (radi Allāhu anhu), terwijl hij de Ramadān maansikkel uitlegde, zei: “Veel van de Ahkām (aanbidding voorwaarden) veranderen met kenterende tijden. Als er haraj[3] is, wordt er met Da’if riwāyat[4] gehandeld. Wordt begrepen uit deze (verklaring) dat het veranderen van Ahkām met de tijd betekent dat wanneer men zich in een moeilijke situatie bevindt, men kan handelen op de niet-mashhur (niet algemeen bekende) ijtihād van de Mazāhib geleerden. Het betekent niet dat iedereen moet doen waar het voor hem gemakkelijk is. In Durr-ul-Mukhtar, deel 3, blz. 190 staat geschreven: “Een persoon die zijn Mazhab verlaat moet worden gestraft met ta’zir[5]; dat wil zeggen hij wordt geslagen en gevangengezet.” De fatwa van Sirājiyyah[6] zegt ook hetzelfde.

Ibn-e-‘Abidin schrijft over dit onderwerp: “’Er wordt gevreesd dat iemand die zijn Mazhab verlaat voor wereldse voordelen, kan sterven zonder Imān.”

In een hadīth geciteerd in Marāqi Falāh[7] wordt verklaard: “Wanneer je de maansikkel ziet begin met vasten! Als je haar weer ziet, stop dan met vasten.” Volgens dit bevel begint de maand Ramadān wanneer de wassende maan (de nieuwe maansikkel) voor het eerst wordt waargenomen.

Allāh Ta’ālā openbaart:

يٰأَيُّهَا ٱلَّذِينَ آمَنُواْ كُتِبَ عَلَيْكُمُ ٱلصِّيَامُ كَمَا كُتِبَ عَلَى ٱلَّذِينَ مِن قَبْلِكُمْ لَعَلَّكُمْ تَتَّقُونَ

“O, jullie gelovigen, het vasten is je voorgeschreven, zoals het degenen die vóór je waren was voorgeschreven, opdat je vroom zult zijn.” Surah al-Baqarāh (de koe), H2, vers 183

أَيَّاماً مَّعْدُودَاتٍ فَمَن كَانَ مِنكُم مَّرِيضاً أَوْ عَلَىٰ سَفَرٍ فَعِدَّةٌ مِّنْ أَيَّامٍ أُخَرَ وَعَلَى ٱلَّذِينَ يُطِيقُونَهُ فِدْيَةٌ طَعَامُ مِسْكِينٍ فَمَن تَطَوَّعَ خَيْراً فَهُوَ خَيْرٌ لَّهُ وَأَن تَصُومُواْ خَيْرٌ لَّكُمْ إِن كُنْتُمْ تَعْلَمُونَ

“Voor een zeker aantal dagen [zul je vasten] maar wie onder u ziek is, of op reis, vast een aantal andere dagen – er is een losprijs voor degenen, die niet kunnen vasten – het voeden van een arme. Maar hij, die vrijwillig goed doet, het zal beter voor hem zijn. Het vasten is goed voor je, indien je het beseft.” Surah al-Baqarāh (de koe), H2, vers 184

 شَهْرُ رَمَضَانَ ٱلَّذِيۤ أُنْزِلَ فِيهِ ٱلْقُرْآنُ هُدًى لِّلنَّاسِ وَبَيِّنَاتٍ مِّنَ ٱلْهُدَىٰ وَٱلْفُرْقَانِ فَمَن شَهِدَ مِنكُمُ ٱلشَّهْرَ فَلْيَصُمْهُ وَمَن كَانَ مَرِيضاً أَوْ عَلَىٰ سَفَرٍ فَعِدَّةٌ مِّنْ أَيَّامٍ أُخَرَ يُرِيدُ ٱللَّهُ بِكُمُ ٱلْيُسْرَ وَلاَ يُرِيدُ بِكُمُ ٱلْعُسْرَ وَلِتُكْمِلُواْ ٱلْعِدَّةَ وَلِتُكَبِّرُواْ ٱللَّهَ عَلَىٰ مَا هَدَاكُمْ وَلَعَلَّكُمْ تَشْكُرُونَ

“De maand Ramadān is die, waarin de Qur’ān als een richtsnoer voor de mensen werd neergezonden als duidelijke bewijs van leiding en onderscheid. Wie daarom deze maand beleeft, laat hem daarin vasten. Maar wie ziek of op reis is, een aantal andere dagen. Allāh wenst gemak voor jou en geen ongemak, en opdat je het aantal zult voltooien en opdat je Allāh’s Grootheid zult prijzen, omdat Hij je terecht heeft geleid en opdat je dankbaar zult zijn.” Surah al-Baqarāh (de koe), H2, vers 185

يَسْأَلُونَكَ عَنِ ٱلأَهِلَّةِ قُلْ هِيَ مَوَاقِيتُ لِلنَّاسِ وَٱلْحَجِّ وَلَيْسَ ٱلْبِرُّ بِأَن تَأْتُواْ ٱلْبُيُوتَ مِن ظُهُورِهَا وَلَـٰكِنَّ ٱلْبِرَّ مَنِ ٱتَّقَىٰ وَأْتُواْ ٱلْبُيُوتَ مِنْ أَبْوَابِهَا وَٱتَّقُواْ ٱللَّهَ لَعَلَّكُمْ تُفْلِحُونَ

“Zij vragen je betreffende de nieuwe manen. Zeg: “Zij zijn tijdsaanwijzingen voor de mensen en voor de bedevaart.” Het is geen deugd, dat je de huizen binnengaat aan de achterzijde: maar deugdzaamheid is in hem, die Allāh vreest. Dus gaat de huizen door de deuren binnen en vrees Allāh, opdat je zult slagen.” Surah al-Baqarāh (de koe), H2, vers 189

Tafsir Al-Jalālayn: ze zullen je vragen O Mohammed (ﷺ) over de nieuwe manen [ahilla meervoud van hilāl] ‘Waarom lijken ze erg dun en worden ze dan totdat ze vol licht zijn en verdwijnen ze dan weer zoals bij de eerste en zijn ze niet altijd hetzelfde in de weg dat de zon is?

Tafsir Ibn Kathīr: “Abdur-Razzaq meldde dat Ibn Umar (radi Allāhu anhuma) had overgeleverd dat de Profeet Mohammed ﷺ zei: ‘Allāh heeft de maansikkel als tekenen gemaakt om vaste tijdsperioden voor de mensheid aan te duiden. Dus vast bij het zien ervan [de maansikkel voor Ramadān] en verbreek het vasten bij het zien ervan [de maansikkel voor Shawwāl]. Als het (de maansikkel) voor u onduidelijk was, tel dan dertig dagen [markeer die maand als dertig dagen].’ Deze Hadīth werd ook verzameld door Al-Hakim in zijn Mustadrak, en hij zei: “De ketting [van overleveraars] is Sahīh, en zij [Al-Bukhārī en Muslim] hebben het opgenomen.”

Abu Huraira (radi Allāhu anhu) leverde over dat Allāh’s Boodschapper ﷺ zei: “Begin met vasten bij het waarnemen [de nieuwe maan] en breek (vasten) bij het waarnemen [de nieuwe maan], maar als de lucht bewolkt voor je is, voltooi dan het getal [van dertig]. Sahīh Muslim

Het is absoluut noodzakelijk voor de mensen om de nieuwe maansikkel te zoeken op de 29ste dag van Sha’ban. Dan, als ze het zien, beginnen zij te vasten [volgende dag], maar als het wordt onttrokken [niet gezien], completeren ze het tellen van Sha’ban als dertig dagen en dan begint het vasten [daarna]. Quduri

Ibn ‘Abbās (radi Allāhu anhu) vertelde een woestijn Arabier die naar de Profeet Mohammed ﷺ kwam en zei dat hij de nieuwe maan had gezien, [d.w.z. de nieuwe maan van Ramadan]. Hij ﷺ vroeg hem of hij getuigde dat er geen god is dan Allāh, en hij antwoordde van wel. Hij vroeg toen of hij getuigde dat Mohammed (ﷺ) Allāh’s boodschapper is, en toen hij antwoordde dat hij dat deed, zei hij ﷺ: “Bilāl, kondig de mensen aan dat ze morgen moeten vasten.” Abu Dawood, Tirmidhī, Nasā’ī, Ibn Majāh en Darimi.

Degene die alleen de nieuwe maansikkel van de Ramadān heeft gezien begint met vasten, zelfs als de Imām zijn getuigenis niet aanvaardt. Quduri

In Ibn-e-Abidin’s bespreking van de Qiblah en in de boeken Ashiat-ul-Lama’at en Nimat-e-Islam, merken de auteurs op dat beginnen met vasten door een kalender en berekening voordat de [nieuwe] maansikkel wordt gezien niet is toegestaan. Het is voor iedere moslim wājib kifāyah om de nieuwe maansikkel te zoeken op de dertigste van de maand Sha’ban na de zonsondergang en om naar de qāzi te gaan en hem te informeren zodra hij de nieuwe maan ziet.

Het begin van Ramadān, het vasten is door de nieuwe maansikkel te zien. Ramadān is de negende maand van de islamitische kalender en wordt door moslims wereldwijd waargenomen als een sawm (vastenmaand) om de eerste openbaring van de Heilige Qur’ān aan de Profeet Mohammed ﷺ gedurende de maand te herdenken waarnaar wordt verwezen als de “beste tijden”. De eerste openbaring werd neergezonden op Laylatul-Qadr, dit kan één van de vijf oneven nachten van de laatste tien dagen van Ramadān zijn. Deze jaarlijkse viering is een van de vijf pijlers van de Islam. De maand duurt 29-30 dagen, gebaseerd op de visuele waarnemingen van de wassende maan, volgens talrijke biografische verslagen die in de Ahadīth zijn verzameld.

Tijdens het vasten van zonsopgang tot zonsondergang, onthouden moslims zich van het consumeren van voedsel, het drinken van vloeistoffen, roken en het aangaan van seksuele relaties. Moslims wordt ook geïnstrueerd om zich te onthouden van zondig gedrag dat de beloning van vasten teniet kan doen zoals valse taal (belediging, laster, vloeken, liegen, enz.) En vechten, behalve uit zelfverdediging. Voorafgaande maaltijden voor zonsopgang worden suhur genoemd, terwijl de feesten na het vasten na zonsondergang Iftār worden genoemd.

Geestelijke sawāb (beloningen) voor vasten worden ook verondersteld te worden vermenigvuldigd binnen de maand Ramadān. Het vasten voor moslims tijdens de Ramadān omvat doorgaans het toegenomen aanbod van salāt (tarawīh gebeden), het reciteren van de Heilige Qur’ān en een toename van het doen van goede daden en liefdadigheid.

Tafsir Ibn Kathīr: “Er wordt gerapporteerd in de twee Sahīh dat Umm Salamah heeft overgeleverd dat de Profeet Mohammed ﷺ zei: ‘Ik ben maar een mens! U mensen legt uw zaken aan mij voor, en aangezien sommigen van u wellicht welsprekender en overtuigender zijn in het presenteren van zijn argument, zou ik een oordeel kunnen vellen in zijn voordeel. Dus als ik het recht van een moslim aan een ander geef, geef ik hem echt een stuk vuur; dus hij zou het niet moeten nemen’. De Ayāh en de Hadith bewijzen dat het oordeel van de autoriteiten in ieder geval de realiteit van de waarheid niet verandert. De uitspraak staat dus niet toe wat in feite verboden is, of verbiedt wat in feite is toegestaan. Het is alleen in dat geval van toepassing. Dus als de uitspraak in overeenstemming is met de waarheid, dan is er in dit geval geen kwaad. Anders krijgt de rechter zijn beloning, terwijl de bedrieger de kwade last krijgt.”

“Haddasana ….. Kuraib vertelde me dat Umm Al-Fadl bin Al-Hārith hem naar Mu’āwiyah in Shām (Syrië) had gestuurd. Hij vertelde: ‘Dus ik arriveerde in Shām en bracht de boodschap over, en ik zag de maansikkel van Ramadān terwijl ik in Shām was. We zagen de maansikkel in de nacht van vrijdag. Toen kwam ik aan het einde van de maand aan in Al-Medina. Ibn Abbās ondervroeg me, toen noemde hij de maansikkel en vroeg: “Wanneer heb je de maansikkel gezien? Maansikkel?” Ik antwoordde: “Wij zagen het in de nacht van vrijdag.” Hij vroeg: “Heb je het in de nacht van vrijdag gezien?” Ik antwoordde: “De mensen zagen het, dus ze vastten en Mu’āwiyah vastte [ook].” Hij zei: “Maar we zagen het in de nacht van zaterdag, dus we zullen niet stoppen met vasten voordat we dertig dagen hebben volbracht of we het zien.” Dus ik zei: “Is het zien en vasten van Mu’āwiyah niet genoeg voor jou?” Hij antwoordde: “Dit is niet hoe de Boodschapper van Allāh ons bevolen heeft.”

Uit bovenstaande Ahadīth, die slechts enkele aanhalingen zijn, blijkt duidelijk dat naar de maansikkel gezocht moet worden in het land waar de moslims wonen en leven, en geen berichten van buitenland aangenomen kan worden.

Korte weergave van de masterclass astronomie, onderdeel hilāl.

Hij is het die het daglicht splijt (van het duister): Hij maakt de nacht voor rust en kalmte, en de zon en maan voor de afrekening (van tijd): Dat is het oordeel en de ordening van Hem, de verhevene aan de macht, de Alwetende. Hij is het die de sterren (als bakens) voor u maakt, zodat u uzelf, met hun hulp, door de donkere ruimtes van land en zee kunt leiden: we geven onze tekens gedetailleerd voor mensen die het weten.

Allāh Ta’ālā openbaart:

فَالِقُ ٱلإِصْبَاحِ وَجَعَلَ ٱلْلَّيْلَ سَكَناً وَٱلشَّمْسَ وَٱلْقَمَرَ حُسْبَاناً ذٰلِكَ تَقْدِيرُ ٱلْعَزِيزِ ٱلْعَلِيمِ

“Hij doet de dag aanbreken en Hij heeft de nacht voor rust ingesteld en de zon en de maan voor het uitrekenen (der jaargetijden). Dat is de ordening van de Almachtige, de Alwetende.

وَهُوَ ٱلَّذِي جَعَلَ لَكُمُ ٱلنُّجُومَ لِتَهْتَدُواْ بِهَا فِي ظُلُمَٰتِ ٱلْبَرِّ وَٱلْبَحْرِ قَدْ فَصَّلْنَا ٱلآيَٰتِ لِقَوْمٍ يَعْلَمُونَ

En, Hij is het, Die de sterren voor u heeft gemaakt, opdat gij daardoor de juiste richting in de duisternissen van het land en van de zee moogt volgen. Wij hebben de tekenen uitgelegd aan een volk, dat kennis bezit.” Surah al An’ām (het vee), H6, verzen 96-97

Met deze āyat (verzen) van de Heilige Qur’ān heeft Allāh Ta’ālā ons een mandaat gegeven om de hemellichamen te begrijpen als onderdeel van onze aanbidding. Want het is duidelijk uit deze āyat dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon en de maan de timing van onze Ibādah bepaalt. De zon voor Salāt en Saum timing en de maan voor de maanden. Helaas behoren we elk jaar niet tot de mensen die het weten, noch degenen die de tijd kunnen zien, en strompelend door duisternis ondergaan we elke islamitische feestdag in verwarring, verdeeldheid en uiteindelijk onze eigen spirituele ondergang.

Islamitische maanden beginnen bij zonsondergang op de dag van visuele waarneming van de maansikkel. Hoewel visuele waarneming nodig is om het begin van een maand te bepalen, is het handig om nauwkeurig te voorspellen wanneer de maansikkel waarschijnlijk zichtbaar zal zijn om van tevoren maankalenders te produceren, maar niet op te acteren, en de kijkers te begeleiden waar ze moeten kijken.

Sinds de oudheid hebben veel beschavingen en astronomen geprobeerd de waarschijnlijkheid van het visualiseren van de nieuwe maansikkel te voorspellen met verschillende ‘minimale zichtbaarheidscriteria’. Dit zou niet moeilijk moeten zijn, aangezien Allāh Ta’ālā het zonnestelsel heeft geschapen en onderworpen aan nauwkeurige berekeningen.

Allāh Ta’ālā openbaart:

 ٱلشَّمْسُ وَٱلْقَمَرُ بِحُسْبَانٍ

“De zon en de maan doorlopen hun banen volgens het plan.” Surah ar-Rahmān (de Barmhartige), H55, vers 5

Astronomie wordt wel de “koningin van de wetenschappen” genoemd. Het omvat vele disciplines zoals natuurkunde met name optica, wiskunde en hemelmechanica. Sinds de oudheid hebben moslimwetenschappers astronomie gestudeerd wat een grote bijdrage levert aan de menselijke kennis. Yaqub ibn Tariq, al-Kwarizmi, al-Battani, al-Farghani, al-Sufi, al-Biruni, al-Tusi en Omar Khayyam zijn slechts enkele van de geleerden die een blijvende stempel hebben gedrukt in de annalen van de astronomie.

Elk jaar publiceren de astronomen, de mensen die het weten, hun berekeningen die de eerste dag van Ramadān of Eid voorspellen, maar meestal beginnen veel landen met Ramadān of Eid een dag voor de voorspelde dag! Is het mogelijk dat de astronomen zo dom zijn om elk jaar, soms twee of zelfs meerdere keren per jaar, ongelijk te hebben?

Kunnen de astronomische berekeningen zo onbepaald zijn voor het waarnemen van de maansikkel en toch absoluut correct voor andere verschijnselen? Verduisteringen komen altijd op hetzelfde moment voor dat de astronomen voorspellen. De zon mag de maan niet inhalen, en de nacht moet de dag niet overtreffen. Ieder reist met zijn eigen beweging in een baan om de aarde.

Allāh Ta’ālā openbaart:

لاَ ٱلشَّمْسُ يَنبَغِي لَهَآ أَن تدْرِكَ ٱلقَمَرَ وَلاَ ٱلَّيلُ سَابِقُ ٱلنَّهَارِ وَكُلٌّ فِي فَلَكٍ يَسْبَحُونَ

“De zon mag de maan niet achterhalen noch kan de nacht de dag voorbijstreven. Zij zweven elk in hun eigen baan.” Surah Yasin, H36, vers 40

De Heilige Qur’ān vertelt ons dus heel duidelijk dat de bewegingen van de hemellichamen vast zijn en dat geldt ook voor de wiskundige formules die ze beheersen. Dat is de reden waarom ruimteschepen tegenwoordig met zo’n precisie kunnen worden gestuurd om verre planeten in ons zonnestelsel te verkennen.

Vanwege de beweging van de aarde rond de zon, lijkt de zon te bewegen langs een pad door de lucht dat de ECLIPTIC[8] wordt genoemd. De positie van de zon op dit pad [gemeten vanaf het punt waar het de evenaar kruist in noordelijke richting] is de CELESTIËLE LONGITUDE[9] van de zon. Elke nieuwe astronomische maanmaand (LUNATIE = periode) begint op het moment waarop het middelpunt van de maan dezelfde hemelse lengte heeft als het middelpunt van de zon, vanuit het perspectief van het middelpunt van de aarde [dus, het moment waarop de maan de zon]. Dit is het moment van astronomische nieuwe maan, en het vindt op precies hetzelfde moment plaats, ongeacht waar u zich op aarde bevindt, aangezien het op geen enkele manier afhangt van het perspectief van de kijker. Echter, deze is niet overal in de wereld te zien.

Het verschil tussen islamitische- (Shari’ah) en moderne wetenschap is dat de Shari’ah nóóit kan veranderen, maar de moderne wetenschappen voortdurend veranderen om die de dynamische bewegingen onderzoekt. De Shari’ah is statisch. De moderne wetenschappen zijn tools om, zoals eerder geschreven, een startpunt te zijn voor (onder)zoeken naar het antwoord op de vraagstelling. Een eenvoudig voorbeeld is van de dagelijkse praktijk, hoe vaak komt het niet voor dat een weersvoorspelling niet uitkomt? Heel vaak! Shari’ah is geen experiment, maar de moderne wetenschappen zijn gebaseerd op experimenten. Was het niet zo, dan zou ook een medicijn niet verbeterd worden. Voor de praktische toepassing van de Shari’ah kan geen besluit worden genomen op basis van moderne instrumenten, omdat de Shari’ah de grondvest is van Imān en de moderne wetenschappen níét.

In het begin van de jaren dertig concludeerde de Franse astronoom Andre Danjon dat er geen enkel verlicht deel van de maansikkel te zien is wanneer de maan 7 graden of minder van de zon verwijderd is. Geen enkele waarneming is ooit door deze barrière gedrongen, vooral vanwege de schaduwen die door het ruige lunar (maanterrein) worden geworpen.

Het Royal Greenwich Observatory beschouwt 10 graden als een realistisch cijfer. In 1993 presenteerden Schaefer, Ahmed en Doggett in de Quarterly Journal of The Royal Astronomical Society echter een artikel getiteld Records for Young Moon Sightings waarin ze een minimale verlenging van de maan ten opzichte van de zon van 8,1 graden hebben vastgelegd, maar deze maan waarneming was een zeldzame gebeurtenis.

Het onderwerp van toenemende zichtbaarheid is in de moderne tijd bestudeerd door een aantal islamitische astronomen zowel amateur als professional. Er zijn verschillende zichtbaarheidscriteria ontwikkeld en zelfs het concept van de International Lunar Date Line (ILDL) is geopperd. Met jarenlange ervaring hebben we onze voorspellingscriteria verfijnd, zodat onze berekeningen keer op keer worden bevestigd door observatie. Tegenwoordig hangt ons belangrijkste criterium af van de hoekafstand van de maan tot de zon bij zonsondergang (verlenging) en de hoogte van de maan (in graden) boven de horizon na zonsondergang. De leeftijd van de maan wordt als richtlijn vastgelegd.

Deze visuele waarnemingsvoorspellingen gaan uit van:

  • Lage luchtvochtigheid, nevel, stof, vervuiling.
  • Een heldere horizon zonder wolken nabij de voorspelde positie.
  • Goed zicht en
  • Zoeken naar de juiste locatie aan de hemel.

De kans om de maansikkel te zien neemt toe naarmate men naar het westen van deze locatie reist en neemt af naarmate men naar het oosten ervan reist. Als eenmaal is voorspeld dat de hilāl ergens te zien zal zijn, is de zichtbaarheid verder afhankelijk van de atmosferische omstandigheden. Want hoewel het mogelijk is om de positie van de maan aan de hemel met hoge precisie te berekenen is het vaak moeilijk te voorspellen of een hilāl vanaf een bepaalde locatie zichtbaar zal zijn. De zichtbaarheid hangt ook af van weersomstandigheden, luchtvervuiling, de kwaliteit van het gezichtsvermogen van de waarnemer, het gebruik van optische hulpmiddelen, etc.

Sommige van de factoren die van invloed zijn op de zichtbaarheid van hilāl zijn seizoensgebonden en beïnvloeden waarnemers op het noordelijk en zuidelijk halfrond anders omdat de seizoenen tegengesteld zijn. De positie van de maan in zijn baan kan ook gunstig zijn voor waarnemers op het noordelijk of zuidelijk halfrond. Bij astronomische nieuwe maan kan de maan, gezien vanaf de aarde, wel 5 graden Noorder- of Zuiderbreedte van de zon staan.

Het seizoen effect komt voort uit het feit dat de baan van de maan in de lente een veel gunstiger hoek maakt met de westelijke horizon dan in de herfst. Een kleiner effect is het veranderende tijdstip van zonsondergang, afhankelijk van de breedtegraad. Het resultaat is dat zuidelijke waarnemers vooral in september/ oktober en noordelijke waarnemers in maart/ april worden bevoordeeld.

Wie leeft de Sunnah van de Profeet Mohammed ﷺ na?

Kort antwoord, alleen die moslims die met hart en ziel van de Profeet Mohammed ﷺ houden! Dus geen woorden, maar in daden!

Kennis en handelingen

In dit deel leest u een paar Ahadīth die direct zijn vertaald en de Arabisch weggelaten, omdat niet eenieder dit boek leest de Arabisch taal machtig is.

Hazrat Abu Huraira (radi Allāhu anhu) vertelde dat de Profeet Mohammed ﷺ zei: “Eenieder die religieuze kennis heeft geleerd met het doel wereldse voordelen te behalen zal zelfs door de geur van de lucht van het Paradijs niet worden aangeraakt.” Ibn Majāh, Abu Dawood

Hazrat Abu Huraira (radi Allāhu anhu) vertelde dat de Profeet Mohammed ﷺ zei: “Als iemand gevraagd wordt om een kenniszaak of religieuze bevel en hij gaf het toe voor wereldse diplomatie, zo iemand zal op de Dag des Oordeels in zulk een staat verkeren dat hij een teugel van vuur in zijn mond zal hebben.“ Ibn Majāh

Hazrat Osama bin Zaid (radi Allāhu anhu) vertelde dat de Profeet Mohammed ﷺ zei: “De geleerde die tot mensen preekt en zelf niet naleeft, zijn lippen zullen doorgesneden zijn met een schaar.” Sahīh Muslim

Hazrat Osama bin Zaid (radi Allāhu anhu) vertelde dat de Profeet Mohammed ﷺ zei: “Een persoon zal naar de Hel worden gestuurd met zijn ingewanden [naar buiten] neergehangen met de uitbarsting van zijn maag, en hij zal rond de slijpsteen draaien. Mensen van de Hel zullen [bij hem] verzamelen en vragen naar de reden. Je was een groot geleerde in de wereld en je verzuchtte om ons te bereiken en preken te geven. Wat is er vandaag met je gebeurd? De man zal zeggen, ik instrueerde je, maar ik heb er zelf niet naar gehandeld.” Sahīh Bukhārī en Sahīh Muslim

Besluit

Vaak hebben moslims beweerd de hilāl te hebben gezien terwijl deze eigenlijk onzichtbaar was. Waarnemingen zijn gerapporteerd voor tijden dat de maan al was ondergegaan, voor avonden waarop de maan onderging voor de zon, en voor astronomische nieuwe maan, wanneer de maan alleen zichtbaar kon zijn voor zonsopgang! Hoe is dit mogelijk, dat hedendaagse Ulema zich laten leiden door de moderne wetenschap en niet door de Shari’ah?


[1] Een nimbus genoemd, is een geometrische vorm meestal in de vorm van een schijf-, cirkel-, ring- of straalstructuur.

[2] Ibn-e-‘Abidin is op het Indiase subcontinent bekend als as-Shāmi. Hij was een prominente islamitische geleerde en jurist die tijdens het Ottomaanse tijdperk in de stad Damascus in Syrië woonde. Hij was de autoriteit van de fiqh (islamitische jurisprudentie) van de Hanafi mazhab (rechtsschool). Hij was een staatsmedewerker met de titel van Amīn al-Fatwa. Dit betekende dat hij de mufti was waar mensen naar toe zouden gaan als ze juridische vragen hadden in Damascus. Hij componeerde meer dan 50 werken, bestaande uit een grote collectie fatāwa (juridische verklaringen), vele verhandelingen, gedichten en verschillende commentaren op de werken van anderen. Zijn bekendste werk was de Radd al-Muhtar ‘ala al-Durr al-Mukhtar. Dit wordt vandaag de dag nog steeds beschouwd als de gezaghebbende tekst van Hanafi fiqh.

[3] Verwarring, tumult, opruiing, problemen, verlies, nadeel, schade, letsel, ongemak, een overlast, onderbreking, belemmering en obstakel.

[4] Betekenissen van het woord Riwāyat in het Nederlands zijn vertellingen, tradities en conventies. Da’if wil zeggen zwak.

[5] In de islamitische wet verwijst ta’zir naar bestraffing voor overtredingen naar goeddunken van de Qāzi (rechter) of heerser van de Staat. Het is een van de drie belangrijkste soorten straffen of sancties onder de Shari’ah (islamitische wetgeving): hadd, qisās en ta’zir. De straffen voor de hadd-overtredingen worden bepaald door de Heilige Qur’ān of Sunnah (in Ahadīth, uitgelegd door de Profeet Mohammed ﷺ en gedefinieerd door Allāh Ta’ālā), qisās staan gelijke vergelding toe in gevallen van opzettelijk lichamelijk letsel, terwijl ta’zir verwijst naar straffen die worden toegepast op de andere misdrijven waarvoor geen straf wordt gespecificeerd in de Heilige Qur’ān of de Ahadīth.

[6] Al-Fatāwa al-Sirājiyyah, een Arabisch Hanafi Fiqh (Hanafi Fatwa Handleiding in het Arabisch) door Sirāj ad-Dīn Abu Muhammad Ali Taymi al-Ushi al-Hanafi (overleden na 569 H), ISBN 9782745372990 uitgegeven door Dar al-Kutub Al-‘Ilmiyah, Libanon

[7] Marāqi al Falāh bi Imdād al Fattāh Sharh Nur al-Idāh wa Najat al-Arwāh door Imām Allama Sheikh Hasan bin Ammar Bin Al-Shurunbalāli Al-Hanafi. Uitgever: Dar Al-Kotob Al-‘Ilmiyāh, Beiroet, Libanon

[8] De ecliptica is het vlak van de baan van de aarde rond de zon. Vanuit het perspectief van een waarnemer op aarde volgt de beweging van de zon rond de hemelbol in de loop van een jaar een pad langs de ecliptica tegen de achtergrond van sterren. De ecliptica is een belangrijk referentievlak en vormt de basis van het ecliptica coördinatensysteem.

[9] De positie van een hemellichaam ten oosten van de lente-equinox langs de ecliptica. De hemellengte wordt gemeten in graden oostwaarts vanaf de lente-equinox (0 °) tot het punt waar een grote cirkel die door het object wordt getrokken en de polen van de ecliptica de ecliptica kruisen.


Translate »
error: Content is protected !!