Inleiding
Hebt u zich ooit afgevraagd waarom door de Wil van Allāh Ta’ālā wij ziek worden? Waarom wij bepaalde aandoeningen, kwalen, beroerte, koorts, griep, hart- en bloedvat ziekten, enzovoorts krijgen?
Een zuster van Masjid Al-Qādri Center in Den Haag mailde een verzoek om iets te schrijven over de ziekten van het hart. In deze nederige bijdrage gaat u lezen waarom Allāh Ta’ālā de moslims ziek laat worden. U zult naast de verzen uit de Heilige Qur’ān ook ahadīth te lezen krijgen. Ook een aantal du’ā’s (smeekbeden afgeleid van de Heilige Qur’ān en ahadīth) van Imām-e-Ahle Sunnat Mujaddid-e-Azam Sayyidena Shah Ahmad Raza Khan al-Qādri (radi-Allāhu ‘Anhu) worden overgenomen in dit hoofdstuk.
Het fysieke (menselijke) stelsel van de mens
De schepping van de mens
De mens is geschapen door Allāh Ta’ālā waarvan de stamvader de Profeet Hazrat Adam (alayhis salām) is. Hazrat Adam (alayhis salām) wordt ook wel Abu Bashr (vader der mensen) genoemd. Dat de mens door Allāh Ta’ālā is geschapen staat in de Heilige Qur’ān. Er is zelfs een hoofdstuk en andere verzen gewijd aan deze schepping zoals Surah al-‘Insān (de mens – 76), Surah al-Mu’minin (de gelovigen – 23) verzen 12,13, 14 en verder Surah al-‘Alaq (de klonter – 96) vers 2.
Allāh Ta’ālā openbaart:
هَلْ أَتَىٰ عَلَى ٱلإِنسَانِ حِينٌ مِّنَ ٱلدَّهْرِ لَمْ يَكُن شَيْئاً مَّذْكُوراً
إِنَّا خَلَقْنَا ٱلإِنسَانَ مِن نُّطْفَةٍ أَمْشَاجٍ نَّبْتَلِيهِ فَجَعَلْنَاهُ سَمِيعاً بَصِيراً
“Voorzeker, er is voor de mens een tijdperk geweest toen hij geen vermeldenswaardig ding was. Wij hebben de mens uit een gemengde levenskiem geschapen en hebben hem horende en ziende gemaakt om hem op de proef te stellen.” Surah al-Insān (de tijd, de mens), H76, verzen 1-2
De mens is dus niet een afstammeling van een aap of ander soort dier zoals de atheïsten zeggen conform de evolutietheorie van de seculiere wetenschapper Darwin. Darwin is één van de stichters en leiders van de atheïsten.
Ziekte en afweersysteem
Ongeveer 250 jaren geleden hebben wetenschappers ontdekt dat het menselijke stelsel vol zit met microscopische scheppingen die overal in het lichaam voorkomen. Dit moleculair systeem in het lichaam activeert automatisch conform een uitstekend plan een afweersysteem tegen indringers (ziekten, virussen, bacteriën) in het lichaam. Dit afweersysteem is voortdurend in beweging. Soms is het afweersysteem ziek, dan kan het systeem de indringers niet afweren en wordt de mens vatbaar voor ziekten. Wij gebruiken dan hulpmiddelen zoals medicijnen om het afweersysteem te versterken en de indringers te doden. Helaas is de seculiere wetenschap nog niet zo ver dat zij alle virussen en bacteriën die in het lichaam zijn binnengedrongen kunnen bestrijden.
Hart en bloedvaten
Over het menselijke hart wordt 132 keer gesproken in de Heilige Qur’ān, naast verschillende andere begrippen onder de 50e de metaforische uitdrukkingen in zowel de enkelvoudige als de meervoudige vormen. Van deze Qur’ān verzen beschrijven sommigen dat dit bewuste orgaan het vermogen heeft om een centrum van redenering, intenties en besluitvorming te zijn. Bijgevolg kunnen menselijke harten gezond of ziek zijn. Gezonde (of zachte harten) kunnen hun humane houding hebben en gebalanceerd rationeel zijn, terwijl zieke (of harde, stenige) harten zowel hun humane aanraking als hun vermogen om te zien en te begrijpen kunnen verliezen. Zo’n Qur’ān nadruk op de rol van het menselijk hart in de mentale, emotionele en spirituele beslissingen van de mens werd meer dan 14 eeuwen geleden geopenbaard, terwijl artsen eeuwenlang de functie van het menselijk hart hebben beperkt tot het loutere proces van het bloed door het hele lichaam pompen.
Allāh Ta’ālā openbaart:
وَلَقَدْ ذَرَأْنَا لِجَهَنَّمَ كَثِيراً مِّنَ ٱلْجِنِّ وَٱلإِنْسِ لَهُمْ قُلُوبٌ لاَّ يَفْقَهُونَ بِهَا وَلَهُمْ أَعْيُنٌ لاَّ يُبْصِرُونَ بِهَا وَلَهُمْ آذَانٌ لاَّ يَسْمَعُونَ بِهَآ أُوْلَـٰئِكَ كَٱلأَنْعَامِ بَلْ هُمْ أَضَلُّ أُوْلَـٰئِكَ هُمُ ٱلْغَافِلُونَ
“Voorwaar, Wij hebben menige djinn en mens geschapen wier einde de Hel zal zijn. Zij hebben harten maar begrijpen er niet mede en zij hebben ogen maar zij zien er niet mede en zij hebben oren maar zij horen er niet mede. Zij zijn als vee, neen zij dwalen nog meer [dan dit], zij zijn de achtelozen.” Surah al-A’rāf (de verheven plaatsen) H7, vers 179
Het hart is een holle spier die door samentrekking bloed door het lichaam pompt. Het hart is asymmetrisch van vorm en ligt in de thoraxholte, nagenoeg midden achter het borstbeen, in het mediastinum (de ruimte tussen de twee longen). Pijn aan het hart wordt bijna altijd ook midden op het borstbeen gevoeld. Het hart ligt meer aan de linkerkant dan aan de rechterkant van het borstbeen. Het steekt slechts ongeveer 2 cm uit aan de rechterkant.
Het hart is ook de meest efficiënte machine in de wereld. De hartslag begint op de 22e dag (foetus in de baarmoeder) en slaat door totdat de dood is ingetreden. De hartslag is ongeveer 70 keer per minuut, dat is ongeveer 36 miljoen keer per jaar en 2.3 triljoen keer gedurende het leven (bij een leeftijd van 63 jaar). Het hart pompt 227 miljoen liters bloed gedurende het leven van de mens, dit is ook afhankelijk van de duur van het leven. Bij een hartslag van 70 keer per minuut stroomt het bloed 1.000 keer door ons lichaam per dag. Dus, het bloed stroomt door iedere cel in het lichaam en draagt met zich de noodzakelijke voedingen, geeft zuurstof en neemt weer carbon dioxide mee, hersteld beschadigingen en verzamelt onbruikbare soorten. Door deze snelheid wordt per dag 8.000 liters bloed getransporteerd door het lichaam.
Naast deze fysieke toestand is het hart ook een huis van Imān (geloof), want een hart zonder Imān is net als een leegstand huis. Deze vulling wordt Ruhāniyat (spiritueel) genoemd. Het is voor de gewone mens niet zichtbaar, ook niet waar te nemen met microscopen. Deze spirituele vulling wordt alleen waargenomen door Awliya. Hij is degene die zijn spirituele leerling leert hoe hij zijn hart en ziel kan reinigen van ziekten die voor de moderne wetenschap onmogelijk is waar te nemen. Dit is een geheim dat door Allāh Ta’ālā aan de vromen is geschonken via de Heilige Profeet ﷺ.
De bloedvaten liggen ongeveer 2 millimeter onder de huid van uw gezicht. Het bloed is verantwoordelijk voor de communicatie in uw lichaam en gebruikt daarvoor de bloedvaten. In het lichaam zit tussen 5 en 6 liters bloed, dat vertegenwoordigt ongeveer 8% van het totale lichaamsgewicht. De helft van het bloed bestaat uit plasma (waterig) en de andere helft bestaat uit bloedcellen en moleculen met verschillende functies. Een druppel bloed dat afdruipt van een gesneden vinger bevat 5 miljoen rode bloedcellen, 10.000 witte bloedcellen en 250.000 bloedplaatjes. Deze bloedplaatsjes blijven in het lichaam 7 tot 9 dagen in leven. Voorts is het wetenswaardig, dat de bloedcellen voortdurend vernieuwen. Elke dag wordt tussen 260 en 400 miljoen nieuwe bloedcellen aangemaakt in het lichaam. Deze productie vindt plaats in het beenmerg.
Ziekteverschijnselen en enkele oorzaken
Er zijn slechte en minder geschikte voedings- en gedragspatronen die oorzaken van ziektes en aandoeningen in het hart en bloed. Zo is veel vet eten, gulzig eten, roken, alcoholgebruik, overmatig sporten, angst, hiv, zorgen maken, enzovoorts oorzaken van fysieke ziektes die (kunnen) leiden tot geestelijke verstoringen zoals stress, wanhoop, nerveus. Het niet op tijd nakomen en opvolgen van adviezen van medici kunnen vergaande gevolgen hebben voor de kwaliteit van het leven.
Wat staat in de Heilige Qur’ān en ahadīth?
Allāh Ta’ālā openbaart [reciteer wanneer u ziek bent]
وَنُنَزِّلُ مِنَ ٱلْقُرْآنِ مَا هُوَ شِفَآءٌ وَرَحْمَةٌ لِّلْمُؤْمِنِينَ وَلاَ يَزِيدُ ٱلظَّالِمِينَ إَلاَّ خَسَاراً
“En, van de Qur’ān openbaren Wij hetgeen een geneesmiddel en een genade is voor de gelovigen [in de islamitische Eenheid]; doch voor de onrechtvaardigen [ongelovigen, veelgoden vereerders] vergroot het slechts het verlies.” Surah al-Isrā (de nachtelijke tocht), H17, vers 82
In een hadīth staat dat een Sahābi de Boodschapper ﷺ bezocht toen hij leed aan hoge koorts en verhaalde: “Ik raakte hem met mijn handen aan en zei: ‘O Allāh’s Profeet! U hebt hoge koorts’. De Profeet ﷺ zei: ‘Ja, ik heb evenveel koorts als twee mannen van jullie samen hebben’. Ik vroeg: ‘Is het omdat u een dubbele beloning zult krijgen?’ Allāh’s Boodschapper ﷺ antwoordde: ‘Ja, geen moslim wordt geteisterd door ziekte of een ander ongerief, maar dat Allāh zijn zonden zal verwijderen zoals een boom de bladeren laat vallen’.” Sahīh al-Bukhārī
Hazrat Abu Saied al-Khudri (radi-Allāhu ‘Anhu) verhaalde, dat de Heilige Profeet ﷺ zei: “Wanneer een moslim is geteisterd door een ontbering, ziekte, bedroefdheid, verontrusting of depressie zelfs een doornprik, vergeeft Allāh zijn zonden wegens die teistering.” Sahīh al-Bukhārī, Sahīh Muslim
Imām Sahīh al-Bukhārī (radi-Allāhu ‘Anhu) heeft in zijn boek Al-Adāb-ul-Mufrad, nr. 493, het volgende genoteerd: “Verwacht goedheid, omdat Allāh Ta’ālā voor een gelovige zijn ziekte een reden heeft gemaakt voor het doen vervallen van zijn zonden en een periode van rust. Voor de ongelovige betekend ziek worden net als een kameel wiens eigenaar het vastbindt en het weer losmaakt, hij begrijpt niet waarom hij gebonden was noch waarom hij bevrijd was.”
Het geneesmiddel
Hazrat Jābir ibn Abdullah (radi-Allāhu ‘Anhu) verhaalde, dat de Boodschapper ﷺ van Allāh Ta’ālā zei: “Er is een geneesmiddel voor elke aandoening en wanneer het aan de zieke wordt gegeven geneest hij met de Wil van Allāh, de Verhevene en Glorieuze.” Sahīh al-Bukhārī
Hazrat Yahya vertelde mij gehoord te hebben van Hazrat Malik die gehoord had van Zayd ibn Aslam (radi-Allāhu ‘‘Anhum), dat een man een wond kreeg in de aardse tijd van de Boodschapper ﷺ van Allāh. Het bloed stolde in de wond en die man en hij riepen twee mannen van de Banu Ammar stam bij zich. Zij keken naar de wond en beweerden dat de Boodschapper ﷺ van Allāh vroeg: “Wie van jullie is de beste dokter?” Zij antwoordden: “Is er enige heil in medicijn, O Profeet ﷺ van Allāh?” Zayd beweerde, dat de Boodschapper ﷺ van Allāh antwoordde: “Hij Die de ziekte naar beneden heeft gestuurd, zal ook het geneesmiddel sturen?” Muwatta
Hazrat Abdul Malik ibn Umayr (radi-Allāhu ‘Anhu) verhaalde, dat de heilige Boodschapper ﷺ zei: “Fātiha al-Kitāb bevat genezing voor alle ziektes.” Tirmizi
Beloningen voor degene die ziek zijn
Hazrat Jābir ibn Abdullah (radi-Allāhu ‘Anhu) verhaalde, dat de Heilige Profeet ﷺ zei: “Op de dag der Opstanding wanneer mensen die geleden hebben aan droefheid (ziekte) en hun beloning in ontvangst zullen nemen, zullen degene die gezond waren willen wensen dat hun lichaam in stukken geknipt werd toen zijn nog op aarde waren.” Tirmizi
Uithoudingsvermogen
Hazrat Abu Umamah (radi-Allāhu ‘Anhu) verhaalde, dat de Heilige Profeet ﷺ verklaarde dat Allāh, Meest Gezegend en Vergeven, zei: “Zoon van Adam, als gij uw uithoudingsvermogen toont en uw beloning bij Mij zoekt in de eerste aandoening (in het begin), zal Ik tevreden zijn met een beloning voor u dat niet minder is dan het Paradijs.” Tirmizi, Ibn Majāh
Hazrat ‘Aisha Siddiqāh (radi-Allāhu ‘Anha) verhaalde, dat de Heilige Profeet ﷺ zei: “Zeg niet, ik voel mij rot, maar zeg liever ik voel mij niet lekker.” Sahīh al-Bukhārī, Sahīh Muslim en Nasā’ī
Epilepsie (vallende ziekte)
Hazrat ‘Ata bin Abi Rabāh verhaalde, dat Hazrat Ibn ‘Abbās (radi-Allāhu ‘Anhuma) vroeg: “Zal ik u een vrouw laten zien uit het Paradijs?” Ik antwoordde: “Ja.” Hij zei: “Deze zwarte vrouw kwam bij de Heilige Profeet ﷺ en zei, ‘ik krijg aanvallen van epilepsie en mijn lichaam raakt daardoor onbedekt; alstublieft, bid tot Allāh voor mij’. De Profeet ﷺ zei (aan haar), ‘als u wenst, wees geduldig en u zult het Paradijs binnen gaan; en als u wenst zal ik tot Allāh bidden en genezing voor u vragen.” Zij zei, ‘ik blijf geduldig’ en voegde aan toe ‘maar ik word onbedekt, dus alstublieft bidt tot Allāh dat ik niet onbedekt raakt’. Zo deed hij du’ā tot Allāh voor haar.” Sahīh al-Bukhārī
Vriendelijkheid tegenover de zieke mensen
Hazrat Abu Said (radi-Allāhu ‘Anhu) verhaalde, dat de Boodschapper ﷺ van Allāh zei: “Wanneer u een invalide (zieke) gaat bezoeken, druk dan hoop uit dat hij lang zal leven. Dat zal niets beletten, maar zal hem een plezier doen.” Mishkāt
Bezoek de zieken, Allāh Ta’ālā communiceert met de mensen
“O zoon van Adam, Ik werd ziek en u bezocht Mij (Allāh Ta’ālā) niet. Hij zal antwoorden: “O Heer, en hoe kon ik U bezoeken wanneer U de Heer der werelden bent?” Hij (Allāh) zal zeggen: “Weet u niet dat Mijn dienaar zo en zo ziek werd en u hem niet bezocht? Wist u niet dat wanneer u hem had bezocht u Mij bij hem had aangetroffen?”
“O zoon van Adam, Ik vroeg u om voedsel en u gaf Mij (Allāh Ta’ālā) geen eten.” Hij zal antwoorden: “O Heer, en hoe zou ik U eten geven wanneer U de Heer der werelden bent?” Hij (Allāh) zal zeggen: “Wist u niet, dat Mijn dienaar zo en zo u eten vroeg en u hem niet gaf? Wist u niet, dat wanneer u hem eten zou geven u Mij (Allāh Ta’ālā) bij hem had aangetroffen?”
“O zoon van Adam, Ik vroeg u om Mij (Allāh) drinken te geven en u gaf Mij geen drinken.” Hij zal antwoorden: “O Heer, hoe zou ik U drinken geven wanneer U de Heer der werelden bent?” Hij (Allāh Ta’ālā) zal zeggen: “Mijn dienaar zo en zo vroeg u om hem drinken te geven en gaf hem niets om te drinken. Had u hem iets te drinken gegeven, dan had u zeer zeker Mij bij hem aangetroffen.” Hadith Qudsī
Smeekbede van een zieke
Allāh’s Boodschapper ﷺ zei: “Wanneer u een zieke bezoekt, vraag hem om voor u du’ā (smeekbede) te doen, want zijn du’ā is net als van de engelen.” Ibn Majāh
Medicijnen gebruiken
Hazrat Jābir Bin ‘Abdillah (radi-Allāhu ‘Anhu) verhaalde, dat de Heilige Profeet ﷺ zei: “Iedere ziekte heeft een medicatie. Als de medicatie voor een bepaalde ziekte is gevonden, zal de ziek met de Wil van Allāh genezen.” Sahīh Muslim
Ruqyah
Ruqyah (meervoud = ruqa) is du’ā of zikr gebruikt voor beschermen of genezing.
Hazrat ‘Awf Bin Malik al-Ashjai (radi-Allāhu ‘Anhu) verhaalde, dat hij tegen de Heilige Profeet ﷺ zei: “O Profeet ﷺ! Wij hadden de gewoonte gedurende de tijd Jāhiliyyah (pre-islamitische periode) ruqa te doen. Wat zegt u daarover?” Hij ﷺ antwoordde: “Presenteer uw ruqa voor mij. Het is niet verkeerd daarmee zolang zij niet te maken hebben met shirk.” Sahīh Muslim
Hazrat Abu Said al-Khudri (radi-Allāhu ‘Anhu) verhaalde, dat Jibra’il (alayhis salām) bij de Heilige Profeet ﷺ kwam en zei: “O Mohammed, bent u ziek?” Hij ﷺ antwoordde: “Ja.” Hij (de aartsengel) zei: “Bismillāhi Arqik, Min Kulli Shay’in Yu’thik, Min Sharri Kulli Nafsin Aw ‘Ayni Hasid.” Sahīh Muslim
Vertaling: “Met Allāh’s Naam beschut ik u (geef u ruqyah) tegen alles wat u ziek maakt, tegen de duivel van iedere ziel of dat van de jaloerse ogen. Moge Allāh u genezen; met Allāh’s Naam beschut ik u.”
Enkele smeekbeden van Alahazrat en Darood Sharīf voor bevorderen van genezing
U kunt alleen dan profijt hebben van het gebruik van medicijnen als u de medische voorschriften naleeft. Zo is het ook met du’ā (smeekbeden), als u niet in gelooft dan zal u geen profijt hebben. Alle voordelen beginnen met niyyāh (intentie) en geloof hebben in. U zult Inshā’Allāh zelf merken dat samen met naleven van medische voorschriften en het onderhouden van de gebeden u sneller tot genezing komt.
Allāh Ta’ālā openbaart:
أَفِي قُلُوبِهِمْ مَّرَضٌ أَمِ ٱرْتَابُوۤاْ أَمْ يَخَافُونَ أَن يَحِيفَ ٱللَّهُ عَلَيْهِمْ وَرَسُولُهُ بَلْ أُوْلَـٰئِكَ هُمُ ٱلظَّالِمُونَ
“Is er een ziekte in hun hart? Of twijfelen zij, of vrezen zij dat Allāh en Zijn Boodschapper onrechtvaardig jegens hen zullen zijn? Neen, zij zijn zelf onrechtvaardig.” Surah an-Noor (het Licht) H24, vers 50