Er zijn twee soorten Imām binnen de Ahle Sunnah
  • Imām kubra is Imām van een natie (> 100.000 moslims)
  • Imām sugra = Imām van moskee/ namāz.

Een Imām dient een voorbeeldig persoon te zijn, vrij van fraude, leugens, bedrog en andere negatieve eigenschappen omdat in de ahadīth staat dat deze behoren tot de Hel. Daarnaast moet de Imām een soenniet te zijn en veel kennis van de Heilige Qur’ān wetenschappen hebben.

Andere eigenschappen van de Imām
  1. De Imām moet een soenniet moslim zijn, man, gezond, volwassen, iemand die de regels van namāz goed kent en een niet-ma’zoor (heeft geen ziekte). Als een van de bovenstaande zes aspecten niet in een Imām wordt gevonden, dan is de namāz achter hem geldig.
  2. Een ma’zoor kan een Imām zijn voor een muqtadi (volger in namāz) met dezelfde ziekte of erger dan hem. Als echter, zowel de Imām als de muqtadi twee verschillende soorten ziekten hebben zoals iemand lijdt aan wind loslaten (puffen) en de ander lijdt aan druppeltjes urine verlies, dan kunnen ze niet voor elk een Imām zijn. Aalamgiri, Radd-ul-Muhtar
  3. Een persoon met tayammum kan een Imām zijn voor een persoon die woezoe heeft. Hidāyah, etc.
  4. Een persoon die masāh uitvoert over leren sokken kan een Imām zijn voor iemand die de zijn voeten wast. Hidāyah, etc.
  5. Een persoon die namāz staand bidt, kan een muqtadi zijn van een persoon die namāz zittend bidt. Hidāyah
  6. Als zowel de Imām als de muqtadi bidden met zelfde handelingen, kunnen ze echter volgen elkaar. Hidāyah
  7. Een (half)naakte persoon kan geen Imām zijn van een persoon die zijn lichaam heeft bedekt. Hidāyah
Jamaat (congregatie)

Er is veel nadruk gelegd op Jamaat en het brengt veel beloningen met zich mee, iemand die namāz met Jamaat bid krijgt 27 keer meer beloning dan een namāz die je alleen bid.

Vrouwen mogen geen enkele Jamaat bijwonen, geen dag en nacht namāz, of Jumu’ah en Eid, of ze nu jong of oud is. Dezelfde regel geldt voor vrouwen die colleges bijwonen. Kortom, ze zijn niet toegestaan om jamaat bij te wonen. Durr-e-Mukhtar, Bahār-e-Shariat

Jamaat is wājib voor mannen, en om het ook maar één keer zonder reden te missen is een zonde en zou gestraft worden voor degenen die er een gewoonte van maken om Jamaat te missen, zo iemand is een fāsiq (overtreder) en de zijn getuigenverklaring kan niet worden aanvaard.

Welke voorwaarden zijn er voor jamaat?
  1. Voor Jumu’ah (vrijdaggebed) en Eid-gebeden is Jamaat een voorwaarde en zonder Jamaat kunnen deze namāz niet worden gebeden.
  2. De tarawīh namāz is Sunnat-e-Kifāyah, wat betekent dat als een aantal moslims in een gebied wonende daaraan deelnemen de rest niet verantwoordelijk wordt gesteld en als niemand het in dat woongebied heeft gebeden, heeft iedereen een slechte daad en zal verantwoordelijk zijn.
  3. Jamaat in het Witr-gebed tijdens de maand Ramadān is mustahab.
  4. Jamaat maken voor Sunnat en nafl namāz is makruh, in de maand Ramadān is het ook makruh voor witr namāz.
  5. Als je je ervan bewust bent dat als je de lichaamsdelen drie keer in woezoe gaat wassen en je een rak’ah gaat missen, dan is het beter om ze slechts één keer te wassen en de rak’ah niet te missen.
  6. Als je weet dat door drie keer woezoe wassing te doen, je geen rak’ah gaat missen maar alleen de eerste takbīr, dan is beter om de onderdelen drie keer te wassen. Sagiri, Bahār-e-Shariat
Welke redenen zijn legitiem om Jamaat te missen?
  1. Aan zo’n ziekte lijden dat het erg moeilijk zou zijn om naar de moskee te gaan.
  2. Het weer is erg koud of erg bewolkt, of storm weer.
  3. Er is een slechte drang tot uitscheiding, plassen of het loslaten van wind.
  4. Je bent bang voor een agressor.
  5. Je bent van mening dat je de jamaat gaat missen.
  6. Je bent blind of gehandicapt.
  7. Je bent zo oud dat het erg moeilijk is om naar de moskee te gaan.
  8. Je bent bang dat uw bezit of voedsel wordt vernietigd.
  9. Een persoon die arm is en geld schuldig is en bang is om tegen de geldschieter aan te lopen.
  10. Je zorgt voor een zieke en als je hem alleen laat, zal hij het moeilijk krijgen of bang worden.
Waar staat een enkele muqtadi?
  1. Een enkele mannelijke muqtadi, zelfs als hij een kind is, moet aan de rechterkant staan en parallel daarmee met de Imām. Het is makruh voor een enkele muqtadi om aan de linkerkant van de Imām of direct achter hem te staan. Als er twee muqtadi zijn, moeten ze achter de Imām staan, parallel aan de Imām is Makruh-e-Tanzīhī. Als er meer dan twee muqtadi zijn, dan is het Makruh-e-Tahrīmi om parallel te staan met de Imām.[1] Durr-e-Mukhtar, Bahār
  2. Een persoon stond in de rij met de Imām en daarna sloot een andere persoon zich aan. De Imām moet doorgaan en de persoon die zich bij de Jamaat heeft aangesloten moet naast muqtadi gaan staan. Als de Imām niet een stap vooruit kan zetten, moet de muqtadi achteruit stappen of de aangekomen persoon moet de muqtadi terugtrekken. Als er echter maar één muqtadi is, dan is het wel beter als hij terugkomt en als er twee zijn, dan is het beter voor de Imām om verder te gaan.
Regels van rijen (Saff)
  1. De rijen moeten recht zijn en de mannen moeten naast elkaar staan. Daar mag geen opening zijn tussen de mannen in de rijen zijn en de schouders moeten waterpas zijn, en de Imām moet vooraan in het midden staan.
  2. Het is beter om in de eerste rij en dicht bij de Imām te staan. In de Janaza namāz is het echter beter om in de achterste rij te staan. Durr-e-Mukhtar
  3. De muqtadi zou de Takbīr-e-Tahrīm moeten zeggen samen met of na de Imām. Als de muqtadi het woord ‘Allāh’ zei met de Imām en ‘Akbar’ vóór de Imām, dan zal de namāz niet geldig zijn.
  4. De muqtadi mag de Heilige Qur’ān in geen enkele namāz reciteren, want of de Imām luid leest of in stilte, alles wat de Imām leest in jamaat is voldoende voor de muqtadi. Hidāyah
  5. De methode van de rijen is dat de volwassen mannen in de eerste rijen staan, daarachter de kinderen. Hidāyah
Volgorde van namāz achter een persoon met verkeerde overtuigingen
  1. Om een badd-mazhab (persoon met corrupte overtuigingen) te volgen in namāz [wiens corrupte overtuigingen niet bekend waren] is een zonde en de namāz achter hem is Makruh-e-Tahrīmi, en moet dus worden herhaald omdat dit wājib is. Durr-e-Mukhtar, Radd-ul-Muhtar, Aalamgiri
  2. Om een fāsiq Mu’allim [​​openlijke boosdoener zoals een persoon die alcohol drinkt, gokt, overspeler, iemand die rentegeld krijgt, iemand die sprookjes vertelt enz.] te volgen in namāz is een zonde en die namāz achter hem is Makruh-e-Tahrīmi. Het moet daarom herhaald worden want dat is wājib. Radd-ul-Muhtar, Durr-e-Mukhtar, enz.
  3. Namāz achter een badd-mazhab wiens overtuigingen uit de plooien van de islam zijn verdwenen zoals Rafizi [sjiieten, ook al verwerpen ze alleen het feit dat Hazrat Abu Bakr een kalief of een Sahābi of beledigt de Shaikhayn Radi Allāhu Anhum], en degenen die geloven dat de Heilige Qur’ān door de mens is bedacht [zoals sekte Ahle Hadith denken], degenen die de voorbede door de Profeet Mohammed ﷺ afwijzen of Allāh gaan zien op de dag van Hashr, of de bestraffing van de graf of het bestaan ​​van Kirāman Kātibin niet bestaat herhaald namāz omdat dit wājib is. Aalamgiri, Guniya
  4. Er is een nog strengere regel voor degenen die zichzelf moslim noemen en in feite de sunnat volgen maar toch enkele belangrijke geloofsovertuigingen verwerpen (Zaruriyāt-e-Dīn) zoals Allāh Ta’ālā en Zijn Profeet ﷺ beledigen of geloven dat achter de badd-mazhab namāz gelezen mag worden, is ook strikt verboden.
Volgen van een fāsiq
  1. Voor de Imām geldt om alleen te staan op een hoger platform is makruh. Ook als de hoogte klein is, dan is het ook Makruh Tanzīhī en als de hoogte groot is, is het Makruh Tahrīmi. Durr-e-Mukhtar, etc.
  2. Als de Imām op een lagere plaats staat dan de muqtadi is het ook Makruh en tegen de Sunnat. Durr-e-Mukhtar etc.
Wie is een masbook, en wie een munfarid?
  1. Een masbook is een persoon die toetreedt tot de Jamaat nadat de Imām al één of meer rak’āt heeft gebeden en hij (muqtadi) blijft bij de Jamaat tot het einde van de namāz.
  2. Een munfarid is een persoon die alleen namāz bidt en niet met Jamaat.
  3. Een masbook bij het afronden van zijn gemiste rak’āt is een munfarid.
  4. Als een masbook de Imām in de Qada heeft aangetroffen, dan moet hij Allāhu Akbar zeggen terwijl hij staat en zijn armen vouwen zoals normaal in Qayām, dan terwijl hij Allāhu Akbar zegt, moet hij gaan zitten en sluit zich aan bij de Jamaat. Als hij de Imām in ruku of sajdah vond, moet hij hetzelfde doen door het uitvoeren van Takbīr-e-Tahrīm en dan lid worden van de Jamaat. Als hij echter de eerste Allāhu Akbar opzegt en te ver boog alsof hij al bijna in ruku was, dan zal de namāz niet geldig zijn.
Wanneer moet je een farz namāz breken en bij de Jamaat aansluiten?
  1. Iemand begon alleen aan bijvoorbeeld een vier rak’āt farz namāz en hij had de eerste sajdah nog niet uitgevoerd toen een groep naast hem namāz met Jamaat begon. In zo’n geval moet hij breken met zijn namāz en zich aansluiten bij de jamaat.
  2. Als hij in de vier rak’āt namāz al sajdah heeft uitgevoerd voor de eerste rak’ah, dan moet hij de namāz niet breken maar bid hij twee rak’āt, en maak dan de namāz af met twee rak’āt. Daarna kan hij zich bij de Jamaat voegen.
  3. Als hij drie rak’āt heeft gebeden, kan hij de namāz niet breken, maar hij moet de zijn namāz alleen afronden. Daarna kan hij zich bij de Jamaat voegen om als een nafl namāz te bidden. Echter, je kunt niet toetreden tot de Jamaat om nafl te bidden in de bloktijd Asr namāz, omdat je niet kunt bidden voor een nafl in Asr bloktijd.
  4. In een vier rak’āt namāz had je de sajdah niet uitgevoerd voor de derde rak’ah dan moet je de namāz breken en je bij de Jamaat voegen.
  5. Als je de namāz wilt breken, hoef je niet te gaan zitten maar staand neem je de intentie om het te breken en de salām aan één kant uit te voeren.
  6. Als je een nafl, sunnat of een qazā namāz bent begonnen en een Jamaat is begonnen, breek dan de namāz niet, maar sluit je aan bij de Jamaat nadat je de namāz hebt voltooid. Als je een nafl namāz bent begonnen met de intentie van vier rak’āt en had er maar één of twee gebeden, maak dan twee rak’āt af en sluit je aan bij de Jamaat. Als je in de derde rak’ah bent, maak dan de namāz af en sluit je dan aan bij de Jamaat.
  7. Om je bij de Jamaat aan te sluiten kun je de namāz alleen breken als de Jamaat wordt gestart waar je aan het bidden bent. Als je thuis bidt en de Jamaat is begonnen in de moskee of bij jou in de ene moskee en een jamaat is begonnen in een andere moskee, dan kun je de namāz om je bij die Jamaat aan te sluiten, zelfs als je de sajdah van de eerste rak’ah nog niet hebt uitgevoerd de namāz niet breken. Radd-ul-Muhtar
  8. Het is verplicht voor de muqtadi om de Imām te volgen voor de verplichte acties van de namāz, wat betekent dat de muqtadi een verplichte actie uitvoerde voor de Imām en niet deed op hetzelfde moment of na de Imām zal de namāz ongeldig worden. Bijvoorbeeld de muqtadi ging de sajdah doen voordat de Imām sajdah deed of de muqtadi tilt zijn hoofd op van sajdah voordat de Imām het doet, dan zal zijn namāz ongeldig worden.[2] Durr-e-Mukhtar, Radd-ul-Muhtar.
  9. Als de muqtadi de sajdah vóór de Imām uitvoerde, maar de Imām de sajdah deed voordat de muqtadi zijn hoofd optilde, zal de sajdah tellen, maar om dit te doen is het harām. Aalamgiri
  10. Het is Makruh-e-Tanzīhī voor een muqtadi om alleen achteraan te staan ​​als er ruimte is in de rijen vooraan. Als er geen ruimte beschikbaar is, is het geen probleem, maar als hij kan, moet hij iemand van voren naar achteren trekken, zodat hij naast elkaar kan staan. Hij moet onthouden dat de persoon die hij terugtrekt zich bewust is van deze regel, anders zou hij zijn namāz kunnen overtreden [Aalamgiri] en indien nodig moet hij een teken geven en/ of de andere persoon komt niet naar de laatste rij, dan zal het niet makruh zijn om alleen te bidden in de laatste rij. Fatah-ul Kabir, Bahār-e-Shariat

[1] Makruh-e-Tahrīmi is een ontoelaatbare handeling in de Dīn. De status is bijna de status van een harām handeling. Als iemand een makruh-e-tahrīmi handeling uitvoert, zal hij zondig zijn. Het gevolg van het voortdurend uitvoeren van een makruh-e-tahrīmi-handeling kan rampzalig zijn. Makruh Tanzīhī is het tegenovergestelde van Sunnat-e-Ghair-Muakkadah. Degene die het vermijdt, verdient goedheid en beloning en in geval van opdracht is hij niet vatbaar voor kwelling of Allāh woede.

[2] Hadith: op de Dag des Oordeels staat zo iemand op uit zijn graf met een ezelskop.


Translate »
error: Content is protected !!