Inleiding

Sayyidena Usman ibn Affān Ghani (radi Allāhu ‘Anhu) was de derde kalief van de Profeet ﷺ. Hij werd conform de aanwijzing van de Profeet ﷺ geselecteerd door een commissie van zes Sahāba. Hij behoorde tot de stam Quraysh en had ook een relatie met de Profeet ﷺ via zijn overgrootvader ‘Abd-e-Manāf. Hij was een handelaar en kon ook lezen en schrijven. Ook was hij een betrouwbare en integer persoon, en een beste vriend van Sayyidena Abu Bakr (radi Allāhu ‘Anhu).

Wat betreft het feit dat Sayyidena Usman ibn Affān hoger in aanzien is dan Sayyidena Ali (radi Allāhu ‘Anhuma) zeiden de Ulema van de vier Mazahib: “Na de Shaikhayn (dat wil zeggen, na Abu Bakr en ‘‘Umar) is de hoogste moslim in rang Usman ibn Affān en daarna is de hoogste Ali (radi Allāhu ‘Anhuma).” Hoewel Imām Malik zou hebben getwijfeld over de superioriteit van Sayyidena Usman ibn Affān schrijft Qādi Iyād, de auteur van het boek Shifa, in zijn boek dat Imām Malik later zei dat Sayyidena Usman ibn Affān hoger is. Imām Qurtubi zegt ook: “Inshā’Allāh, dit is de waarheid van de zaak.”

Nikāh

De Profeet ﷺ huwde eerst zijn dochter Sayyidah Ruqayyah (radi Allāhu ‘Anha) aan met hem en na haar overlijden trouwde Sayyidena Usman ibn Affān (radi Allāhu ‘Anhu) met Sayyidah Umm-e-Koelsoem (radi Allāhu ‘Anha) een andere dochter van de Profeet ﷺ. Hierdoor kreeg hij de titel “ZunNoorain” (drager van twee lichten).

RasoolAllāh ﷺ verklaarde: “Als ik een derde ongehuwde dochter had, zou ik haar na Umm-e-Koelsoem met Usman ibn Affān opnieuw trouwen als zij doodging.”

Rijkdom

Sayyidena Usman ibn Affān Ghani was heel rijk. Toen hij in Medina had hij zijn handelsbedrijf vestigde groeide het spoedig tot een succesvolle onderneming. Hij spendeerde veel van zijn bedrijfswinsten in zaken ten behoeve van de Islam. Hij had de grondgebieden waar vandaag de dag Masjid-e-Nabwi staat en de begraafplaats Jannat-ul-Baqi gekocht. Ook had hij een waterput voor 25.000 dirham gekocht aan de moslims gedoneerd. Toen voorbereidingen voor de Jihad tegen de Romeinen werden getroffen kocht hij de militaire uitrusting voor een derde van het leger.

Karakter

Hij was extreem kuis, bescheiden, eerlijk, genereus, tolerant en vriendelijk van karakter. Hij raakte nimmer alcoholische dranken aan en kleedde zich ook nooit helemaal uit, zelfs niet als hij alleen was. Op iedere vrijdag liet hij de slaven vrij en bracht de nachten door in ibādah en vastte elke tweede of derde dag.

Khalifah

Sheikh Abdul Qādir Jilāni (radi Allāhu ‘Anhu) schreef in zijn boek Ghunyat-ut-Tālibin dat onze Profeet ﷺ zei: “Ik vroeg aan Allāh Ta’ālā dat Ali de khalifah na mij werd. Engelen zeiden: ‘O Mohammed! Het zal gebeuren als Allāh testament. Abu Bakr-e-Siddiq is de khalifah na u.” Sheikh Abdul Qādir Jilāni (radi Allāhu ‘Anhu) meldde opnieuw: “Hazrat Ali zei dat de Profeet ﷺ tegen hem zei: ‘Na mij wordt Abu Bakr de khalifah, daarna ‘Umar, dan Usman ibn Affān en dan word jij de khalifah.”

Karāmāt

Hazrat Anas ibn Malik bezocht de toenmalige khalifah Usman ibn Affān (radi Allāhu ‘Anhuma). Hij had een vrouw gezien op weg naar de khalifah. Hazrat Usman ibn Affān keek hem aan en zei: “Ik zie dat er een teken van zinah (overspel van ogen) in uw ogen is.” Hazrat Muhammad Masoom al-Faruqi (Rahmatullāhi Ta’ālā alay), Maktubāt, deel 3, 19e brief, details in Jami’ al-karāmat.

Zijn 66 parels van wijsheid
  1. Verbazingwekkend is hij die de dood werkelijkheid vindt, maar toch blijft lachen.
  2. Verbazingwekkend is dat hij die weet dat deze wereld spoedig zal vergaan, maar er nauw mee omgaat.
  3. Verbazingwekkend is hij die van het lot weet en toch rouwt om het verlies van iets.
  4. De verspreking is gevaarlijker dan de slip van de voeten.
  5. Als de ogen dagelijks helder en stralend zijn, dan is het een dag van opstanding.
  6. Stoppen met zondigen is makkelijker dan vergeving zoeken.
  7. Maak een doel voor het leven en gebruik dan al je kracht om het te bereiken, je zou zeker succesvol zijn.
  8. Ik ben verbaasd over die persoon die deze wereld als vergaand erkent en alles begrijpt over het lot, maar rouwt om het verlies van dingen. Ik ben verbaasd over die persoon die gelooft in beloningen, straf van de hel en het paradijs, maar toch begaat hij nog steeds zonden. Ik ben verbaasd over die persoon die weet dat Allah bestaat, maar toch anderen onthoudt en daar hulp zoekt.
  9. De acties van een familieman worden samen met die van een mujāhid (moslimsoldaat) gepresenteerd in het hof van Allāh Subhānuhu wa Ta’ālā.
  10. Ik ben verbaasd over hem die de realiteit van het bestaan van Allāh Subhānuhu wa Ta’ālā beschouwt, maar zich anderen herinnert en om hun hulp vraagt.
  11. Ik verbaas me over die persoon die in de hel gelooft en toch blijft zondigen.
  12. Ik verbaas me over die persoon die geloof in het paradijs brengt, maar zich toch associeert met de geneugten van deze wereld.
  13. Ik verbaas me over die persoon die Iblīs (Satan) als zijn vijand beschouwt en hem toch blijft volgen.
  14. Verkwanseld is die ‘Alīm (geleerde mens) aan wie een mens geen vraag kan stellen. Hij wordt vergeleken met dat wapen dat niet wordt gebruikt – die rijkdom die niet wordt gebruikt in goed werk – die kennis zonder toepassing – die moskee die Salāh niet wordt gelezen – die Salāh die niet in een moskee wordt uitgevoerd – dat goede advies dat niet wordt geaccepteerd – dat boek dat niet wordt gelezen – die aanbidder die in zijn hart de geneugten van de wereld bewaart en dat lange leven dat niet was gevuld bepalingen voor het Hiernamaals.
  15. Soms maakt het vergeven of vergeven van een crimineel de crimineel gevaarlijker.
  16. Mensheid! Allāh Subhānuhu wa Ta’ālā heeft jou geschapen zodat je hem kunt behagen, maar je kiest ervoor om anderen te behagen.
  17. 9/10 van de aandelen van vrede en veiligheid zijn in het isoleren van zichzelf van het volk en het resterende deel ligt in de ontmoeting met het volk.
  18. Een persoon in tijden van moeilijkheden handelt op zijn eigen apparaten en berooft zichzelf zo van de hulp van Allāh Subhānuhu wa Ta’ālā. Hij keert zich af van Allāh Subhānuhu wa Ta’ālā, daarom keert Allah Subhānuhu wa Ta’ālā Zijn aandacht van Allāh’s Genade ook van hem af.
  19. Isolatie is het meest geliefd bij de geliefde van Allāh Subhānuhu wa Ta’ālā.
  20. Overdreven beleefdheid is een teken van kwaadaardigheid.
  21. Vertrouw op niemand anders dan Allāh Subhānuhu wa Ta’ālā en vrees niets anders dan je zonden.
  22. Op welke manier een mens de wereld ook herkent, zo deed zijn neiging zich er ook toe.
  23. Bewust deelnemen aan het plezier dat deze materiële wereld biedt, is het verminderen van de resterende beloningen en goede daden.
  24. Test de wereldse mensen in elke kwestie die je wilt en je zou merken dat ze niet minder zijn dan slangen en schorpioenen.
  25. Het bestaan van goede dingen en rijkdom in overvloed is ook een medische klacht. (wat ongezond betekent)
  26. Kennis in combinatie met actie is winstgevend en actie zonder kennis levert niets op.
  27. Leg je lasten op niemand, ook al zijn het er maar weinig of veel.
  28. Een vrome en praktiserende faqīh (moslimjurist) is superieur aan duizend aanbidders.
  29. “Wereld” is dat werk dat niet het doel dient om het Hiernamaals te verwerven.
  30. Stilte is de beste behandeling voor woede.
  31. Het dragen van de last van anderen sluit het respect van een aanbidder af.
  32. Deze Wereld is gecreëerd als een tijdelijke verblijfplaats door de Almachtige Allah Subhānuhu wa Ta’ālā, en in vertrouwen gesteld aan de reizigers van het Hiernamaals. Neem alleen die voorzieningen die heilzaam zijn en begeert niet naar datgene wat je achter je gaat laten.
  33. De gladde tong is veel gevaarlijker dan de gladde voeten.
  34. De enige dirham liefdadigheid van een arme persoon is beter dan 10 000 dirham liefdadigheid gegeven door de rijken.
  35. Als je bereid bent om een zonde te begaan, zoek dan naar een plaats waar de Almachtige Allah Subhānuhu wa Ta’ālā niet bestaat.
  36. Volk! Als je de ene ware Heer niet wilt aanbidden, maak dan geen gebruik van datgene wat Hij geschapen heeft. Het is beter dat de Wereld je beschouwt als een misdadiger in relatie tot de Almachtige Allah Subhānuhu wa Ta’ālā en je daarmee als een hypocriet beschouwt.
  37. Het zien van de ‘Alīm (geleerde) en vromen die het gezelschap van de rijken en rijken houden, getuigt van hypocrisie.
  38. Handel niet met een onderdrukker of zijn metgezellen.
  39. Huilen in het Paradijs is verrassend, nog verbazingwekkender is lachen in de wereld.
  40. Wanneer je geen rechten hebt op het parfum, moet je je neus ervoor sluiten, want zelfs de geur ervan is je verboden.
  41. Spaar jezelf voor het prijzen van de corrupte rijken, want de lof van een onderdrukker onthult de toorn van Allāh Subhānuhu wa Ta’ālā.
  42. Het publiekelijk geven van sadaqāh (liefdadigheid) om mensen te verleiden om liefdadig te zijn, is beter dan het geven van liefdadigheid in het geheim.
  43. Om te denken dat Allāh Subhānuhu wa Ta’ālā op elk gegeven moment bij je aanwezig is, is de meest uitstekende vorm van geloof.
  44. Een beleefd persoon die iets wenst in deze wereld of in het hiernamaals zal zeker zijn wensen ingewilligd krijgen.
  45. Degenen die met de Allāh Subhānuhu wa Ta’ālā omgaan met oprechtheid en eerlijkheid haten het om in andere zaken om te gaan zonder oprechtheid en eerlijkheid.
  46. Een lastdier erkent zijn meester, maar mensen herkennen hun Meester (Allāh Subhānuhu wa Ta’ālā) niet.
  47. Eenmaal in de regering (khilafat) van Sayyidena ‘Usman (radi Allāhu anhu) was er een grote droogte. Mensen begonnen hun kostbaarheden en bezittingen goedkoop te verkopen om hun benodigdheden aan te vullen. Sayyidena ‘Usman (radi Allāhu anhu) kreeg te horen dat een bepaalde boomgaard tegen een zeer goedkope prijs werd verkocht en dat hij die moest kopen. Dus besloot hij het te kopen. Op weg naar de aankoop van de boomgaard kwam hij veel mensen tegen die straatarm, uitgehongerd en ontredderd waren. Toen hij de toestand van deze mensen zag, werd hij erg verontrust en ongelukkig. Hij verdeelde het hele geld dat hij bij zich had onder het volk. Toen hij terugkeerde naar zijn huis, werd hem gevraagd of hij de boomgaard had gekocht. Hij antwoordde: “Ja! Ik heb een boomgaard in het Paradijs gekocht voor jullie allemaal.”
  48. Alle goede daden worden geassocieerd met bescheidenheid en alle slechte daden zijn met onbescheidenheid.
  49. Geroddel en kwaadwilligheid veroorzaken letsel bij drie mensen. Ten eerste naar zichzelf, ten tweede naar wie het gericht is en ten derde naar de persoon die luistert.
  50. Verlangen naar de rechtsbedeling, is het Paradijs van de wereld.
  51. Wie zijn eigen schoenen repareert, een zieke bediende bezoekt, zijn eigen kleren wast en ook oplapt, dan is die persoon vrij van trots en opschepperij.
  52. Mensen zijn spionnen van je ondeugden.
  53. Het zwaard verwondt het lichaam terwijl beledigingen de ziel pijn doen.
  54. Een mens wordt geen trouwe dienaar, totdat en tenzij hij afstand neemt van de zonde en degenen die hem prijzen en respecteren (vanwege zijn status) zijn gelijke worden.
  55. De beste heiligheid voor een moslimman is, wanneer hij zijn tong, zijn geslachtsorgaan en zijn blik bewaakt.
  56. Onder de zondaars is de ernstigste hij die de tijd vindt om de fouten van anderen te bespreken.
  57. De schande en het gebrek aan respect voor een moslim is te wijten aan het feit dat hij afdwaalt van zijn religie en is niet te wijten aan gebrek aan goud (rijkdom).
  58. Dat een behoeftig en arm persoon naar je toe komt, is een geschenk aan jou van Allāh Subhānuhu wa Ta’ālā.
  59. De huid van een geliefde of favoriete persoon wordt zacht, net als zijn hart. Zijn toewijding is prominent aanwezig. De zachtheid van zijn huid en hart is merkbaar en hij vindt alleen vrede in de Herinnering van zijn Schepper.
  60. Het vinden van een persoon die standvastig is op waarheid zijn ver en weinig, maar velen zijn degenen met status, waardigheid en hoge morele waarden.
  61. Hoe berooid iemand ook is, hij mag zich nooit onderworpen voelen.
  62. Wanneer iemands tong stil en vriendelijk wordt, wordt zijn hart vroom en rein.
  63. Als ik ‘s nachts slaap en ‘s morgens berouwvol wakker wordt, dan vind ik dit beter in vergelijking met de hele nacht wakker blijven en in verwarring opstaan.
  64. De meest gehate beroepen doen is beter dan bedelen.
  65. Zonde op welke manier dan ook zou op een gegeven moment iemands hart onrustig maken.
  66. Denk aan je kafan (lijkwade voor het bedekken van de doden) in plaats van mooie kleren, denk aan het graf in plaats van de luxe van weelderige herenhuizen en onthoud al dat heerlijke voedsel waar je van smult, zal je op een dag een heerlijk feest voor de wormen maken.

Translate »
error: Content is protected !!