Kennis is Macht
indien goed toegepast!
Onze doelstellingen
Qaid-
Kennis is Macht
indien goed toegepast!
Onze doelstellingen
Qaid-
Het is jammer genoeg nog niet tot alle murid van verschillende murshid (spirituele Gidsen) doorgedrongen wat ‘bayyat’ als murid inhoudt. Veel murid gedragen zich onbewust dan wel bewust als vijanden, beter gezegd als concurrenten, van elkaar in de soennietgemeenschap. Dat is erbarmelijk jammer. Wij moeten niet vergeten dat alle spirituele gidsen leiden naar de Verheven Leider Ghaus-ul-Azam Hazrat Sayyidena Sheikh Mohiyuddin Abdul Qādir Jilāni (radi Allāhu anhu) en via hem naar de Heilige Profeet Mohammed ﷺ. Een ander tegenwoordig, in het rijke Westen, veel voorkomend affaire is dat er zogenaamde spirituele en godsdienstige gidsen zijn, wiens beroep meer het inzamelen van rijkdom is dan het werk van Allāh te verrichten. Reden genoeg voor mij om op zoek te gaan naar een boek dat over dit onderwerp gaat. Na lang zoeken en piekeren heeft Allāh mij geleidt naar de bron waarvan deze uitgave een vertaling is. Er zijn zelfs mannen die zich murshid of soefi noemen maar ongelovigen tot hun volgelingen maken. Het lijkt dat deze bandieten niet bang zijn voor Allāh Ta’ālā.
Zelf ben ik (Juzoef Tangali) murid van Qaid-e-Ahle Sunnat Sheikh Shah Ahmad Noorani Siddiqui Qadri (Alayhis Rahma), Tālib van Sheikh Taajush Shari’ah Sheikh Mohammed Ismail Akhtar Raza Khan Qadri (AlayhirRahma)en Khalifah van Shere Raza Sheikh Mannan Raza Khan Qadri (Hafizullah).
Ik hoop dat mijn waarde soenniet broeders en zusters lering trekken uit dit hoofdstuk en elkaar dwars door alle spirituele Ordes heen zullen steunen en inspireren en juist niet bejegenen. Amien.
Murshid murid Gids
Door Maulana Abdun Nabi Hamidi, Imām van Sultan Bahu Juma Masjid, Mayfair, Johannesburg.
Inleiding door Maulana Abdun Nabi Hamidi
Alle lof aan Allāh Ta’ālā, vrede en Darood voor de Heilige Profeet Hazrat Mohammed ﷺ, zijn nobele Sahāba (metgezellen) en zijn verheven familie (radi Allāhu anhum). Het lichaam en de ziel samen maken een volmaakt lichaam. Terwijl het lichaam aan de wereld toebehoort, stamt de ziel van herkomst af van het koninkrijk der Goddelijke. Allāh Ta’ālā heeft met Zijn Goddelijke kracht het lichaam en de ziel verenigt en voor de groei voorzieningen geschapen. Zoals Allāh voor het lichaam diverse voedingsstoffen heeft geschapen, zo heeft Allāh ook voor de groei van de ziel voorzieningen getroffen. Deze vitale voorziening, die de ziel versterkt, is de memorie van Allāh.
In tijden dat het lichaam ziek is kan diverse medicijnen gebruikt worden voor herstel. Zo wordt de ziel ook wel eens ziek. Hiertegen zijn geen wereldse medicijnen bestand, maar Allāh Ta’ālā heeft wel daarvoor het beste middel beschikbaar. Artsen behandelen het lichaam tijdens ziekte en ‘Vrienden van Allāh’ genezen de ziel. Zoals wij artsen consulteren bij ziekte, zo moeten wij ook Awliya Allāh consulteren voor onze spirituele ziekten. Zowel het lichaam als de ziel heeft hun onzuiverheden. Onzuiverheden van het lichaam zijn bijvoorbeeld urine, ontlasting en pus. Op een vergelijkbare manier heeft de ziel onzuiverheden zoals liegen, uitbuiten, polytheïsme en andere handelingen die tegen de Shari’ah (islamitische wet) indruisen. Zoals wij ons lichaam tegen onzuiverheden beschermen en als het toch gebeurt het schoonmaken, zo is het voor iedere moslim voorbehouden om de ziel voor onzuiverheden te behoeden. Het lichaam wordt doorgaans met water gereinigd. De ziel met oprecht berouw. De tranen van een berouwvolle moslim reinigt zijn of haar ziel en hart.
Allāh Ta’ālā openbaart in de Heilige Qur’ān: “Ongetwijfeld, hij verwerft zijn eindbestemming welk is gezuiverd.” De reinheid en zuiverheid waarnaar dit vers verwijst, heeft een veelomvattend karakter. Om deze volmaakte reinheid op een gebalanceerde wijze te kunnen realiseren heeft de Islam diepgaande richtlijnen beschikbaar.
Andere godsdiensten vinden deze harmonie tekortschieten in de Islam. Sommige godsdiensten concentreren zich alleen op het denkvermogen en minachten het spirituele aspect. Doch, het hart, geheugen en lichaam zijn zo met elkaar verweven, dat zij elkaar beïnvloeden. Zodoende heeft reinigen van het lichaam effect op het denkvermogen en het hart. In het verlengde hiervan openbaart Allāh in de Heilige Qur’ān: “Roem Allāh en houdt Uw gewaad schoon.” De Profeet ﷺ informeert ons, dat reinheid een deel is van geloofsovertuiging. Mishkāt Sharīf, boek over reinheid, hoofdstuk 1
Om reinheid van de ziel te bevorderen, is kennis over deze materie onvoorwaardelijk. Dit deel van de kennis is de wetenschap van Tasawwuf, waarvan de geestvermogens berusten bij de murshid en de murid en de kennis en door toepassing van Awrād (speciale gebeden).
Wat is tasawwuf?
Tasawwuf is het concept dat de reinheid van het hart in alle oprecht verwezenlijkt en onderwerpt aan de levenswijze van de Heilige Profeet Mohammed ﷺ in alle hoedanigheden van het leven. Hazrat Sheikh Data Ganj Bakhsh Ali Hujwiri (400-465 H) citeert wat Hazrat Mutaish (radi Allāhu anhuma) heeft gezegd: “Tasawwuf is beschaafde karakter. Dit beschaafde karakter kan op drie wijze worden gezien. Ten eerste, onverkort nakomen wat Allāh en Zijn Rasool ﷺ hebben opgedragen. Ten tweede, eerbiedig alle oudere personen, kennis en vroomheid; heb de jongeren lief; zeg altijd de waarheid en verwacht niets terug voor uw goede daden. Ten derde, vermijd alle slechte verlangens en satanische evenementen. Door deze regels in acht te nemen bereikt men de staat van reinheid.” Kashful Mahjoob, pagina 106
Beweegredenen voor tasawwuf
Degenen die zichzelf volkomen hebben onderworpen aan Allāh Ta’ālā hebben geen behoefte aan wereldse zaken. Zulke mensen worden uit anonieme bronnen voorzien in hun levensbehoefte. Deze godvrezende mensen hebben geen hoop op wereldse verlangens van mensen. Zij hebben volkomen vertrouwen op Allāh. Wanneer zij iets uit het publiek krijgen, ontvangen zij het met de intentie dat Allāh de Schenker is en de donor het middel. Zulke godvrezende dienaren van Allāh ten gunste zijn is in feite onszelf goed doen. Ghaus-ul-Azam Sayyidena Sheikh Abdul Qādir Jilāni (radi Allāhu anhu) verklaart dat Nabi ﷺ heeft bevolen om zulke devote mensen en derwisjen voedsel en kleding te geven. Door de derwisjen in hun levensbehoefte te voorzien minimaliseren wij hun beproeving en stellen wij hen in staat zich beter te concentreren op Allāh. Op deze wijze zullen wij beloond worden door zijn goede daden te helpen bevorderen. Al-Fath-ur-Rabbani, pagina 192
De meeste mensen geven van tijd tot tijd giften aan Mashā’ikh en Ulema. Dit is een goede traditie die de vromen ontlast van wereldse onbenulligheden en hun in staat stelt voor de volle werktijd de openbaringen van Allāh te verkondigen.
Doch, er zijn bedrieglijke mensen onder de Ulema en Mashā’ikh die verwikkeld zijn in zondige daden. Zij praktiseren handelingen die weerlegd worden door de Shari’ah. Deze mensen moeten niet in hun levensbehoefte worden voorzien, zodra duidelijk is geworden dat zij bedriegers zijn en het inzamelen van rijkdom hun hoofddoel is. De nadruk ligt bij de mensen om terughoudendheid te trachten en rechtvaardig te beslissen of de persoon in kwestie daadwerkelijk het werk voor Allāh verricht.
Categorieën van Ahl-us-Safā
Vrome mensen, meer bekend als Ahl-us-Safā worden als volgt ingedeeld:
De noodzaak van een murshid
Als iemand een bepaalde kunst en wetenschap wil leren of kennis wil vergaren zal hij een specialist op het desbetreffende vakgebied zoeken. Kennis van de eigenschappen van Allāh Ta’ālā is het meest gecompliceerde geheim ter wereld. Het kan alleen geworven worden door de hulp van de specialisten, namelijk de Awliya Allāh. Uitsluitend deze mensen kunnen als murshid (gids) geaccepteerd worden. De volgende rede definieert de noodzaak en leiding van een murshid.
Ghaus-ul-Azam, Hazrat Sheikh Abdul Qādir Jilāni (radi Allāhu anhu) verwoordt de noodzaak van een murshid in een prachtige metafoor. Hij zegt: “Het hart is de plantage voor de Aakhrih (Hiernamaals). Zaait de zaden van Imān in uw hart. Besproei, bemest en laat het volgroeien met geestelijke goede daden. Indien gunst en energie in het hart zitten, zal het volgroeien en een overvloedige oogst zal het resultaat zijn. Is het hart liefdeloos en minachtend, dan zal de ziel onvruchtbaar en droog worden en dus geen vrucht dragen. Leer deze bekwaamheid over akkerbouw van hun bouwers en specialisten, de Awliya Allāh. Denk niet dat uw opvatting toereikend is. U kunt het niet zonder hulp bereiken.” Onze Profeet ﷺ zei: “Zoek hulp op elk terrein bij een vakspecialist.” Al-Fath-ur-Rabbani, pagina 202
Ghaus-ul-Azam (radi Allāhu anhu) zei verder: “Arrogantie, hypocriete en egoïsme zijn allen pijlen van de Shaytān die gericht zijn op uw hart. Eenieder moet een methode uitzoeken om zich te beschermen tegen deze aanvallen. De juiste methoden zijn uitgelegd en gedemonstreerd door de Mashā’ikh (gidsen). U zult hun bevelen onverkort moeten opvolgen. Zij zullen u begeleiden op het Pad van Allāh, omdat zij het Pad al hebben afgelegd. Vraag hen advies over zaken zoals nafs (lichamelijke verlangens), begeerte en andere zwakheden, omdat zij zelf de gevolgen ondervonden hebben en dus waakzaam zijn over de gevaren en ondeugd van duivelse verlangens. Zij hebben deze zaken gedurende lange perioden overbrugd en kunnen deze confronteren, beheersen en overmeesteren.” Al Fath-ur-Rabbani, pagina 150
Zoektocht naar een murshid
Ghaus-ul-Azam (radi Allāhu anhu) zei: “Als iemand niet in staat is het verschil tussen een volmaakte en valse murshid te onderscheiden, dan zal hij gedurende de Tahajjud tijd twee Rak’āt Nafl moeten verrichten om een signaal te krijgen. Vervolgens zal hij Allāh Ta’ālā verzoeken hem te informeren over de vroomheid van de persoon die hem op het Rechte Pad zal begeleiden. Hij zal Allāh smeken om hem de juiste persoon te laten zien die hem voor Allāh’s liefde in extase zal brengen, de ogen van zijn hart zal versieren met het Licht van Allāh’s nabijheid en hem zal informeren over ongeziene gebeurtenissen die hij persoonlijk aanschouwde.” Inshā’Allāh, door deze handelswijze zal de zoeker antwoord krijgen. Al Fath-ur-Rabbani, pagina 146
Als iemand niet in staat is deze signalen van Allāh te ontvangen, dan zal hij advies aan een zeer ervaren soenniet Alim vragen. Op gezette tijden nemen mensen adviezen aan van ondeskundige mensen en worden daardoor murid van Shaytān. Moge Allāh Ta’ālā ons allen beschermen. Aamīn.
De murshid en zijn verbintenis met de Shari’ah
De murshid is verplicht de geboden van de Shari’ah op te volgen met absoluut respect en genegenheid. De rol van de murshid is het pad verlichten voor degene die gedwaald zijn. Een murshid die de Shari’ah niet respecteert en volgt, verkeerd zelf in duisternis en is volkomen ongeschikt voor leiderschap. Zulke mensen zijn afgezanten van Shaytān en de vijanden van de Islam[1]. Sommige murshid zaaien twijfels in de gedachten van hun aanhangers. Zij onderwijzen dat salāh (namāz) en saum (vasten) fysieke vormen zijn van aanbidding en aan de ulema moet worden overgelaten. Zij claimen dat zij uitsluitend met hun hart praktiseren. Zulk een murshid is gedwaald en misleid zijn volgelingen. Zij vieren openlijk feest in de Ramadān en bespotten de Shari’ah en Tariqat. Nog altijd zijn murid onbewust overtuigd dat deze mensen hun zal leiden naar de Jannah (Paradijs). Het is vreemd dat aan lichamelijke behoeften zoals eten, drinken, slapen, medicijnen gebruik en andere fysieke activiteiten prompt wordt voldaan. Het zijn juist die fysieke inspanningen bevolen door Allāh Ta’ālā en Nabi ﷺ, die hun lichaam vormgeeft en zij kiezen ervoor om die plichten te volvoeren met hun hart. Waarom doen zij niet de andere behoeften zoals eten en drinken met hun hart?” (Echte) Heiligen krijgen slechts ééns in de veertig dagen honger.” Kashf-ul-Mahjoob, pagina 444
Het moet herinnerd worden dat Nabi ﷺ, zijn nobele metgezellen, de Tābi’īn, Tāba Tābi’īn, de volmaakte Heiligen en de Allāh vrezende mensen nooit met het hart alleen de salāh en saum hebben verricht. Deze zijn fysieke vormen van Ibādah, die zowel met het hart, gedachte en lichamelijke handelingen verricht moet worden en volkomen in onderwerping aan Allāh. Hazrat Umar Farooq (radi Allāhu anhu) uitte de belangrijkheid van salāh toen hij dodelijk werd verwond door Abu Lulu. Hij verrichtte fajr salāh ondanks overvloedige bloeding en zei: degene die de salāh niet verricht maakt geen deel uit van de Islam. Izālat-ul-Khifā, deel 4, pagina 281
Enkele murshid ontkent de absolute Eenheid van Allāh Ta’ālā (Tauhid). Zij geloven dat Nabi ﷺ de Heer is en respecteert dit als het geheim van tasawwuf. Om hun duivelse geloof te rechtvaardigen misbruiken zij termen als ‘Anal Haqq’ die wel eens door heiligen in staat van mystieke extase wordt uitgesproken. Wanneer de Ulema-e-Haqq zulke godslasterlijke en valse murshid uitdaagt, verschuilen zij zich achter valse beweringen dat de Ulema-e-Haqq volgelingen zijn van de Shari’ah en niets afweten van de innerlijke (mystieke) kennis. Om hun valse praktijken te beschermen instrueren zij hun murid hun leerstellingen niet te publiceren, zodat anderen de details en verwikkelingen van deze zogenaamde ‘innerlijke kennis’ niet zullen begrijpen. Dit doen zij om zelf niet kwetsbaar te worden. Zij verbieden hun murid contact te hebben met de Ulema-e-Haqq zodat zij zelf niet ontmaskert kunnen worden en hun inkomsten daardoor niet in het gedrang komt.
Sultān-ul-Aarifīn, Hazrat Sultan Bahu (radi Allāhu anhu) bevestigt dat wanneer iemand het territorium van tasawwuf betreedt hij onverkort aan de vereisten van de Shari’ah moet voldoen. Hij zal op iedere stap die hij zet de lering van de Heilige Qur’ān en Sunnah volgen én hij zal het gezelschap zoeken van de ulema en fuqarā. Hij zal uitsluitend datgene doen wat door de Shari’ah is bevolen en zich onthouden van die activiteiten die verboden zijn door de Shari’ah. Hij zal zich niet door lichamelijke verlangens of duivelse verleiding laten beïnvloeden. Mihak-ul-Fuqarā, pagina 93
Hazrat Data Ganj Bakhsh Ali Hujwiri (radi Allāhu anhu) schrijft: “Een groep dwaalgeesten sloten zich aan bij de soefi’s. Zij prediken, dat uitzonderlijke gehoorzaamheid aan de Shari’ah iemand tot het niveau van de Wilāyāh wordt gebracht. Zij zeggen dat ta’at (gehoorzaamheid aan de wetgeving van de Shari’ah) niet langer noodzakelijk is. Dit is een onjuiste en valse bewering. Op het Pad van de Waarheid is absoluut geen moment aanwezig waar ta’at overbodig wordt.” Kashf-ul-Mahjoob, pagina 312
Hazrat Data Sāhib (radi Allāhu anhu) benadrukt dat het onvermijdelijk is om de Sunnah van de Profeet Mohammed ﷺ achterwege te laten, wil men Wilāyāh bereiken. Kashf-ul-Mahjoob, pagina 455
Hazrat Data Sāhib verklaart de relatie van Haqiqat en Shari’ah als volgt: “Shari’ah zonder Haqiqat is een schijnvertoning en gevoel zonder Shari’ah is huichelarij. Excuus en huichelarij zijn beide de vernieling van Imān. Allāh Ta’ālā zegt: ‘Wie dan ook blijk geeft van mujāhida (voortdurend streven) naar ons, Wij zullen hun onze Pad wijzen.’ Mujāhida is Shari’ah en leiding naar het Pad van Allāh, en dat is Haqiqat. Shari’ah is bedoeld om het lichamelijke te beschermen en Haqiqat om de innerlijke condities van de Gelovige te beschermen.” Kashf-ul-Mahjoob, pagina 526
U moet weten dat Shari’ah gebaseerd is op de standvastige fundering van de Heilige Qur’ān en Soenna, overeenstemming en vergelijkbaarheid van de islamitische juristen. Als iemand een uitzonderlijk vergelijkbare Maslah betwist en toegerust is met een substantieel bewijsstuk, dan is er niets aan de hand. Doch, zodra iemand openlijk de Heilige Qur’ān, Hadith en Itjma (consensus) trotseert bewijst hij daarmee niet alleen dat hij geen murshid is, maar dat hij ook geen moslim is.
Verwachtingen die een murid mag hebben van de murshid
Sommige mensen worden murid met de hoop financiële voordelen te behalen, bevrijdt te worden van de wereldse ontberingen en een comfortabel leven te kunnen leiden. Op gezette tijden zegent de Awliya Allāh zijn murid met wereldse gunsten. De murid moet wereldse verlangens vermijden en ‘bayyat’ (plechtige belofte) doen om uitsluitend Allāh Ta’ālā ’s Mārifat te bereiken, genees de ziel en toon absolute berouw. Hij zal de juiste intentie hebben om absolute gehoorzaamheid aan Allāh Ta’ālā en de Heilige Profeet Mohammed ﷺ.
Het verschil tussen een deskundige en onbekwame murshid
Sultan ul Fuqarā, Hazrat Faqir Nur Mohammed Sarwari Qadri (radi Allāhu anhu) definieert een volmaakte Sheikh als iemand die de nafs (lichamelijke verlangens) terzijde legt, de ziel en geachte van de murid geneest (met enkel de intentie zijn discipel te begeleiden op het juiste Pad) en hem naar Allāh te brengen. Een volmaakte murshid heeft geen wereldse verlangens. Een valse Sheikh accepteert murid, zodat zijn wereldse status wordt versterkt. De murid geeft zijn zuur verdiende geld aan zijn murshid die daarvan een luxe levensstijl leidt. Dergelijke levensstijl kunnen zelfs rijke mensen zich niet veroorloven. Deze hemelse marketingmanagers hebben hun huizen ingericht met de sieraden van de Hel en zijn zelf brandstof geworden van de Hel.
Een murid moet voor zichzelf eerst de murshid beoordelen over wereldse handelingen. Als blijkt dat de murshid een egoïst is of wereldse verlangens heeft, dan zul u onmiddellijk afstand moeten nemen van hem. De murshid mag zijn status niet ontlenen aan zijn afkomst. Enigszins, hij zal zelf onder leiding en training zijn geweest van een volmaakte murshid, de spirituele bekwaamheden hebben eigen gemaakt en verschillende stadia van de geheime mystieke paden hebben afgelegd. Zelfkennisverrijking aan de hand boeken over tasawwuf, oppervlakkige kennis van de jurisprudentie, logica of geboren zijn in het huis van een vrome persoon of beweren khalifah (toestemming om andere in het soefisme in te leiden door bayyat) van een valse murshid te hebben verkregen kwalificeren dergelijke personen niet tot een volmaakte murshid. Niemand kan hopen op leiding (Hidāyah) of gunst (Faiz) van zulke valse murshid. Betreurenswaardig, deze arrogante murshid zwerven met z’n velen, chaos en rotzooi veroorzakend, de straten af. Moge Allāh Ta’ālā hidāyah verlenen aan deze Sheikhs en de murid zegenen met transparant oordeel. Irfān, pagina 326
De relatie tussen de murid en murshid
Twee soorten murshid
1. murshid Aam (algemene gids) en
2. murshid Khāss (specifieke gids)
De murshid Khāss is gevormd uit de Sheikh-ul-Ittisaal en de Sheikh-ul-Isāl. De murshid Aam is opgeleid in de Heilige Qur’ān, Hadith, jurisprudentie, autoriteiten op het terrein van tasawwuf, geschriften van geletterden en boekwerk van de mensen die bewind voeren en rechtvaardig zijn. De leidraad van het algemene publiek is de Kalām (toespraken en schriftuur) van de geleerden. De gids van de Ulema of Schriftgeleerde is het schrijfwerk van de A’imma van fiqh. De leidraad van A’imma van Fiqh is de Sunnat en Hadith van Nabi ﷺ. De gids van de Heilige Profeet ﷺ is de Heilige Qur’ān, toespraken en openbaringen van Allāh. Hieruit kan worden afgeleid, dat de murshid Aam een absolute noodzaak is. Iemand zonder leiding van beide murshid (Khāss en Aam) is onder de heerschappij van Shaytān. Het is deze context waarover A’la Hazrat Imām-e-Ahle Sunnat Maulana Ash Shah Ahmad Khan Bareilvi (radi Allāhu anhu) schrijft, dat Sayyidena Bāyazid Bustāmi verklaring in ‘Awārif-ul-Ma’arif’ het volgende omvat: “Iemand zonder een murshid (Khāss en Aam) heeft Shaytān als zijn leider.” Fatāwa Afrika, pagina 124
Twaalf sekten die vermeden moet worden
Sheikh-e-Akbar Mohiyuddin Mohammed Ibn-ul-Arabī (radi Allāhu anhu) verklaart de bijzonderheden van wonderen. Een soort wonder is de ‘hissi’ (ogenschijnlijk) wonder. Deze is zichtbaar voor de gewone mensen. Bijvoorbeeld, vliegen in de lucht, lopen op water, de toekomst kunnen voorspellen, afleggen van honderden kilometers in een stap. Een ander soort wonder is de ma’nawi (spiritueel) wonder die uitsluitend door speciale mensen kan worden gezien en beseft. Bijvoorbeeld, beheersen van lichamelijke begeerten, krachten aanvaarden door goddelijke leiding, zich onthouden van slechte verlangens, praktiseren van alle wājib (dwingende godsdienstige activiteiten), zorgvuldig en ijverig. Deze mirakels bevatten geen enkele samenspanning terwijl het aannemelijk is dat dergelijke mirakels samenspanningen bevatten. Futuhāt-e-Makkiyya, deel 2, pagina 488
De standvastige aanhankelijkheid aan de Shari’ah is het beste wonder. Een volmaakte heilige is rechtvaardig en volgt het pad dat door de Profeet Mohammed ﷺ is aangelegd. Hazrat Bāyazid Bustāmi (radi Allāhu anhu) waarschuwt ons: “Als u iemand met gekruiste benen in de lucht ziet zitten, wees dan niet dwaas over die handeling! Observeer zijn gedrag naar farz en wājib (verplichte activiteiten), Harām en makruh tahrīmi (verboden handelingen), makruh (afkeuringswaardige handelingen), andere beperkingen en gedragscode van de Shari’ah.” Risālah Qushayriya, pagina 81
Soorten Sheikhs
Mashā’ikh zijn in twee categorieën, namelijk Sheikh-ul-Ittisaal en Sheikh-ul-Isāl.
Definitie van een Sheikh-ul-Ittisaal
Wanneer iemand zich aan hem verbindt (bayyat) is hij in staat de murid te verbinden met de spirituele orde die de murid leidt naar de Heilige Profeet Mohammed ﷺ. De murshid is een sleutelfiguur in die spirituele ketting.
Een Sheikh-ul-Ittisaal voldoet aan de volgende vier voorwaarden:
Definitie van Sheikh-ul-Isāl
Sheikh-ul-Isāl moet de vier kwalificaties bezitten van een Sheikh-ul-Ittisaal. In het verlengde hiervan moet de Sheikh-ul-Isāl ook behoedzaam zijn voor het kwaad en de nafs. Het vele kattenkwaad van Shaytān en de verleidingspoging van verlangens. Hij moet in staat zijn de murid te leiden met vaderlijke affectie, hen adviseren over hun zwakheden en hen genezen. De Sheikh-ul-Isāl zal alle problemen die het pad van de murid (op zoek naar Allāh) kruisen moeten oplossen. Het ligt in de handen van zulk murshid als de Bait-ul-Irāda wordt afgelegd. Fatāwa Afrika van A’la Hazrat, pagina 123
De betekenis van bayyat (plechtige belofte)
Bayyat betekent ‘verkocht zijn’. Wanneer iemand murid wordt van een murshid verkoopt hij zijn hart, leven en rijkdom aan zijn murshid. Na deze verkoop heeft hij geen zeggenschap meer over deze zaken noch kan hij doen wat hij wil. A’la Hazrat Imām Shah Ahmed Raza Khan (radi Allāhu anhu) schrijft dat het is opgetekend in ‘Suba Sanabil’, dat iemand tot de dood was veroordeeld door een Keizer. Toen de beul zijn zwaard ophief om de veroordeelde te onthoofden keek de murid in de richting van het graf van zijn murshid. De beul zei: “Op deze tijden moet U Uw gezicht richten naar de Qiblah.” De veroordeelde antwoordde: “Doe Uw werk, ik kijk al naar de Qiblah. Het is waar, dat de Ka’aba de Qiblah is van het lichaam en de Qiblah van het hart en ziel is de murshid.” Dit is de echte Irāda om een discipel te worden. Als iemand voortdurend met zijn Sheikh op deze wijze in oprechte devotie in verbinding staat zal hulp definitief bereikt worden. Als de Sheikh onvolwaardig is, zal de Sheikh ’s Sheikh niet minderwaardig zijn. Anders, Ghaus-ul- Azam (radi Allāhu anhu) die de bron is van spirituele gunst en de fontein van het licht zal u goedgunstig zijn zolang de Silsilah (spirituele ketting) onvervalst is. Malfoozāt A’la Hazrat, pagina 189
A’la Hazrat zegt: “Mensen zien de ‘bayyat’ als een normale zaak en realiseren zich niet wat het betekent. Een goed voorbeeld van ‘bayyat’ is van een zekere murid van Sheikh Yahya Munayri (radi Allāhu anhu). Deze murid was op het punt te verdrinken toen Hazrat Khizr (alayhis salām) bij hem verscheen en zei: “Geef mij uw hand zodat ik u kunt redden.” De murid antwoordde: “Ik heb mijn hand al gegeven aan Sheikh Yahya Munayri. Nu zal ik het niet meer geven aan een ander.” Hazrat Khizr (alayhis salām) verdween en Sheikh Yahya Munayri verscheen en redde hem van verdrinking. Malfoozāt A’la Hazrat, pagina 164
Enkele mensen zijn vrijgesteld van de Shari’ah wetgeving, namelijk de kinderen, de slapende en geestelijke gehandicapten.” De majzoub struikelen in deze hadīth. In de staat van bewusteloosheid uiten de woorden ‘Anal Haqq’ (Ik ben de Waarheid) ‘AnAllāh’ (Ik ben Allāh). In dit stadium heeft de mens zijn ego vernietigd en is hij zich niet bewust van zichzelf. Net als de drie die zeiden: “O Musā, Ik ben Allāh”, iemand die deze woorden zegt in de staat van Jazb is geen zondaar. Het juiste teken van een majzoub is dat hij nooit en te nimmer de Shari’ah ontkent. Als in het stadium van Jazb (extase), een onwettig woord of actie wordt gemanifesteerd, wordt niemand daarover aangesproken. Wanneer iemand hem berispt voor zijn woorden accepteert hij het zonder enige commentaar. Ghaus-ul-Azam (radi Allāhu anhu) verhaalt: “Iemand zegt aan Hazrat Junaid Baghdādi dat iemand in staat van ‘wajd’ (religieuze trance) lijkt op een draaiende molensteen. Hij eet en drinkt niets. Hazrat Junaid Baghdādi vroeg over de situatie van die persoon gedurende de Salāh tijden. De onderzoeker antwoordde: “Wanneer de muazzin de oproep tot het gebed (Azān) verricht die persoon kalm wordt en de Salāh met respect verricht. Hazrat Junaid verklaarde dat er dan geen bezwaar is, deze soorten van wajd is een gift van Allāh.”
Ziekten van de ziel
Verschillende ziekten infecteren de ziel. Alleen een volmaakte murshid kan ze behandelen. Wij moeten bij onszelf nagaan en ondervinden of wij geïnfecteerd zijn door de volgende ziekten, zoek de verlossing bij een volmaakte murshid.
De ziekten van de ziel zijn:(1) Hoogmoedig (2) jaloezie (3) haat (4) trots (5) verlangen naar trotsheid, status en roem (6) ontzag voor de rijken (7) oneerbiedig naar de armen zijn (8) begeerten volgen (9) vleiende woorden (10) ondankbaar zijn (11) hebzucht (12) te veel willen hebben (13) ziekelijk denken (14) waarheid ontkennen (15) voortdurend liegen (16) comfort (17) luiheid beredeneren (18) schending van getrouwheid (19) de Schepper vergeten (20) met opzet zonde begaan en niet bang zijn voor Allāh (21) huichelarij (22) Shaytān gehoorzamen (23) zelf aanbidding (24) buiging voor zinloze dingen (25) luiheid (26) ontbreken van angst voor Allāh (27) ongeduldig (28) ontbreken van nederigheid (29) nalatig zijn in het opvolgen van Allāh’s Geboden, etc. Fatāwa Afrika van A’la Hazrat, pagina 129
Afsluitende woorden en adviezen
Broeders die zich begeven op het pad van tariqah moeten taqdīr met plezier aanvaarden. Wanneer tegenspoed iemand overkomt als deel van het decreet van Allāh en diegene maakt onmiddellijk bezwaar jegens Allāh Ta’ālā dan zal zijn Imān onmiddellijk vergaan. Deze weerstand is ook een vernietiging van het vertrouwen in Allāh (tawakkul) en Ikhlās (eerlijkheid). Iemand met Imān vraagt nooit ‘waarom’ en ‘hoe’ in relatie tot de Wil van Allāh. Hij accepteert altijd de Wil van Allāh.
Het is het natuurlijke verschijnsel van nafs (begeerte) om zwaarden te kruisen met taqdīr. Degenen die wensen de nafs te bedwingen en uit de weg te ruimen of te zuiveren zal voortdurend in gevecht zijn met zijn zichzelf voordat hij immuun wordt voor de nafs. Degenen die zwichten voor de Wil van Allāh met doorzetting, zijn bedekt met Allāh’s overvloedige zegen in deze wereld en in het Hiernamaals. Voor het believen van Allāh, zal eenieder de beproevingen van Allāh aanvaarden. Geduld is een grote zedelijkheid en een daad van grote dapperheid. Allāh is inderdaad met hen die geduldig zijn. Beste vrienden, ontwaakt voor de zegen van Allāh. Wees niet onwetend over Zijn Macht! Laten wij niet aarzelen tot de dood naderbij is, omdat het dan van geen nut zal zijn. Wij zullen ons hart moeten heronderzoeken en doen herleven, want het hart is het centrum van ons bestaan. Als het hart gezuiverd is zal ons bestaan in waarde doen toenemen. Echter, als het hart besmet is zal ons lichaam bederven. Het hart kan gezuiverd worden door onthouding en volledige geloofsovertuiging in Allāh Ta’ālā. Wij moeten onze nafs bedwingen voordat wij andere veroordelen. Een serieuze kandidaat toont geen eerbetoon aan zijn nafs of de Shaytān, noch gehoorzaamt hij hun. Hij is niet geobsedeerd met de wereld en beschouwt het als nederig. Hij kent Allāh als de Heerser over alles. Als wij iets nodig hebben, laten wij dat praten met Allāh Ta’ālā. Is er iets dat niet verkrijgbaar is in de schatkamer van Allāh Ta’ālā?
O vrienden! Laten wij vroomheid praktiseren. Wij moeten de regels van de Shari’ah naleven, voortdurend de nafs en Shaytān bedwingen en slecht gezelschap ontwijken. Allāh Ta’ālā heeft ons gezegend met vele giften, doch wij zijn vergeten Allāh te bedanken. Waar is onze waardering gebleven? Op gezette tijden, bedelen anderen deze zegens toe of achten onszelf waardig voor deze zegens. Wij maken zelfs gebruik van ‘Allāh’s Beloningen’ om vervolgens ‘Allāh’s Bevelen’ te negeren. Wij zijn voortdurend in gedachten over wat wij zullen eten, drinken, wie moet trouwen, waar te rusten, wat te vergaren. Al deze dingen zijn geraaskal van de nafs. Waar is onze bezorgdheid over de toestand van het hart en onze innerlijke en het genoegen geschreven door Allāh Ta’ālā in een absolute en onveranderlijke wijze? Waarom zullen wij iets willen dat niet in ons taqdīr staat geschreven? Is het niet zelfvernietiging? Alleen wanneer wij aanvaarden en realiseren dat wij aan Allāh Ta’ālā toebehoren zal de schatten van Allāh Ta’ālā aan ons toekomen. Rijkdom en wereldse bezittingen hebben mensen hebberig gemaakt. Laten wij ons verlossen van onze trots voordat wij worden gestraft en vernedert. Wij zullen dankbaar moeten zijn voor onze bezittingen. Kortom, alles wat wij hebben gehad zijn toevertrouwd aan ons. Wij zijn niet geboren om ze op te stapelen en ervan te genieten in de wereld. Wij moeten gehoorzaam zijn aan Allāh Ta’ālā. Wij zullen ons niet voor de gek proberen te houden met blanco declaraties.
Laten wij mensen ontlopen die opgezadeld zitten met de wereld en zoek het gezelschap van de Fakirs. Vriendschap met de wereldse bezetenheid is schadelijk in alle opzichten. Wij moeten streven het uiterlijk (zāhiri) I’lm te verwerven om de innerlijke (bātini) I’lm te verlichten en te bevorderen. Wij moeten de Shari’ah praktiseren, want dit is het pad dat ons zal leiden tot Zāhiri en Bātini I’lm. Hoe meer wij praktiseren op onze I’lm, hoe dichter wij bij Allāh Ta’ālā komen.
Moge Allāh Ta’ālā ons zegenen in deze wereld en in het Hiernamaals, en moge Allāh ons beschermen voor de straf van Jahannam (Hel). Amien. Al-Fath-ur-Rabbani
[1] Shari’at aur Sufi, pag. 5, maulana Nizamuddin Ahmad Noori