Een inleiding voor de onwetende soenniet broeders en zusters die gauw een zondaar verder de beerput in duwen. Shari’ah verbiedt dit! Steek een helpende hand uit!

Inleiding

In deze publicatie ga ik een inleidend leerstof introduceren over het onderwerp zonde. Mensen zijn al gauw geneigd een zondig persoon verder in de beerput te duwen zonder erbij stil te staan wat de Shari’ah zegt over hoe om te gaan met een zondaar.

In de islam worden alle zaken eerst onder de loep gehouden en gezocht naar antwoorden in de Shari’ah (Heilige Qur’ān en Sunnah van de Profeet ﷺ), en op basis van de gevonden antwoorden kan een uitspraak worden gedaan. Deze uitspraak fatwa (jurist advies)[1] genaamd is niet een eenvoudige zaak, maar dient weloverwogen en onderbouwd te worden met redenaties en argumenten.

Aangezien deze publicatie niet gaat over het nemen van een beslissing in het juridisch vakgebied zal ik daar geen aandacht aan geven.

Wat is een zonde?

In de islam kennen wij zonde als een belangrijk begrip in de islamitische ethiek. Moslims  zien zonde als iets dat indruist tegen de bevelen van  Allāh Ta’ālā, een schending van de wetten en normen die door religie zijn vastgelegd. De islam  leert dat zonde een kwade daad is. Er wordt aangenomen dat Allāh Ta’ālā de goede daden van een individu en tegen zijn of haar zonden op de Dag van het Oordeel opweegt en de individuen bestraft wiens kwade daden zwaarder wegen dan hun goede daden. Deze individuen worden verondersteld te worden veroordeeld tot het Hiernamaals in het brandend Vuur (hel).

De Heilige Qur’ān beschrijft deze zonden in de tekst en toont aan dat sommige zonden meer strafbaar zijn dan andere. Er wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen belangrijke en kleine zonden.

Allāh Ta’ālā openbaart

وَلِلَّهِ مَا فِي ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَمَا فِي ٱلأَرْضِ لِيَجْزِيَ ٱلَّذِينَ أَسَاءُواْ بِمَا عَمِلُواْ وَيِجْزِيَ ٱلَّذِينَ أَحْسَنُواْ بِٱلْحُسْنَى

ٱلَّذِينَ يَجْتَنِبُونَ كَبَائِرَ ٱلإِثْمِ وَٱلْفَوَاحِشَ إِلاَّ ٱللَّمَمَ إِنَّ رَبَّكَ وَاسِعُ ٱلْمَغْفِرَةِ هُوَ أَعْلَمُ بِكُمْ إِذْ أَنشَأَكُمْ مِّنَ ٱلأَرْضِ وَإِذْ أَنتُمْ أَجِنَّةٌ فِي بُطُونِ أُمَّهَاتِكُمْ فَلاَ تُزَكُّوۤاْ أَنفُسَكُمْ هُوَ أَعْلَمُ بِمَنِ ٱتَّقَىٰ

“En aan Allāh behoort hetgeen in de hemelen en hetgeen op aarde is, opdat Hij degenen die slecht deden moge vergelden voor hetgeen zij hebben gewrocht en opdat Hij degenen die goed doen, met het beste moge belonen. Zij, die behalve kleine feilen, de ergste zonden en slechtheden vermijden, voorwaar, uw Heer is de Heer der Alomvattende Vergiffenis. Hij kende u toen Hij u uit aarde deed ontstaan en toen gij een embryo waart in de baarmoeder uwer moeder. Prijst daarom uzelf niet om reinheid. Hij kent de godvruchtigen het beste.” Surah an-Najm (de ster), H53, verzen 31-32

Dus, zondaars worden gered van de Hel door Zijn Genade. Allāh Ta’ālā openbaart in de Heilige Qur’ān dat de mens drie staten heeft, namelijk zijn staat in de wereld, in het graf, en in het Hiernamaals. Als de mens Allāh Ta’ālā aanbidt, faciliteert hij zijn werken in de wereld, uitgerekend hem in het graf en vergeeft zijn zonden in het Hiernamaals.

Verleiden tot het begaan van zonden

Toen Allāh Ta’ālā het lichaam van Hazrat Abu Bashr (aartsvader, de Profeet Adam alayhis salām) had geschapen weigerde Azazīl om zich neer te werpen voor het lichaam van de aartsvader. Allāh Ta’ālā werd boos en verbande Azazīl uit het Paradijs naar de Hel. Sindsdien veranderde Azazīl’s naam in Iblīs, de Satan. Voordat Iblīs uit het Paradijs ging verzocht hij Allāh Ta’ālā om respijt tot de Dag des Oordeels. Allāh Ta’ālā gaf hem uitstel om naar de Hel te gaan tot Waqt (Dag des Oordeels). Toen zei Iblīs zoals Allāh Ta’ālā openbaart in de Heilige Qur’ān, zo lezen wij

لَّعَنَهُ ٱللَّهُ وَقَالَ لأَتَّخِذَنَّ مِنْ عِبَادِكَ نَصِيباً مَّفْرُوضاً

“Allāh heeft hem vervloekt. En hij (Satan) zeide: “Ik zal voorzeker een bepaald deel van uw dienaren nemen.” Surah an-Nisā (de vrouwen), H4, vers 118

Tafsir al-Jalālayn: Allāh Ta’ālā heeft hem [Iblīs] vervloekt, Hij heeft hem uit Zijn Genade verwijderd. En hij [Iblīs] zei: “Ik zal voor mijzelf zorgen, ik zal voor mijzelf een aangewezen portie benoemen, een verdeeld deel van uw dienstknechten [aanbidders], die ik zal influisteren om mij te gehoorzamen.

وَلأُضِلَّنَّهُمْ وَلأُمَنِّيَنَّهُمْ وَلأَمُرَنَّهُمْ فَلَيُبَتِّكُنَّ ءَاذَانَ ٱلأَنْعَٰمِ وَلأَمُرَنَّهُمْ فَلَيُغَيِّرُنَّ خَلْقَ ٱللَّهِ وَمَن يَتَّخِذِ ٱلشَّيْطَٰنَ وَلِيّاً مِّن دُونِ ٱللَّهِ فَقَدْ خَسِرَ خُسْرَاناً مُّبِيناً

“En ik [Iblīs] zal hen zeker doen dwalen en ijdele begeerten in hen opwekken en ik zal hen voorzeker ophitsen en zij zullen de oren van het vee afsnijden en ik zal hen voorzeker aansporen en zij zullen Allāh’s schepping bederven.” Derhalve hij, die buiten Allāh [om] Satan tot vriend neemt, zal zeker zichtbaar verlies leiden.” Surah an-Nisā (de vrouwen), H4, vers 119

Over ‘ijdele begeerte’ in vers 119 lees ik in het boek ‘Jinnāt wa Shayātin’ van Imām Jalāluddin Suyuti een geciteerd hadīth dat de Profeet ﷺ zei: “Vrouwen behoren tot het leger van Iblīs.” Met andere woorden vrouwen zullen door Iblīs worden ingezet om degene die op het Rechte Pad is te verleiden en ten schade te brengen zodat hij van geen betekenis meer is. Echter, Allāh Ta’ālā is Barmhartig en Genadevol en vergeeft de zonden van Zijn oprechte aanbidders.

Wat is zachtmoedigheid in de islam?

Zachtmoedigheid is een kenmerk van menselijke aard en gedrag. Er zijn verschillende manieren te definiëren in de ontwikkelingspsychologie zoals rechtvaardig, nederig, leerbaar en geduldig onder lijden, lang lijden dat bereid is de islamleringen te volgen; een kenmerk van een ware gelovige.

Zachtmoedigheid staat in contrast met nederigheid als verwijzend naar gedrag jegens anderen, terwijl nederigheid verwijst naar een houding ten opzichte van zichzelf, wat betekent dat je eigen macht wordt gefixeerd om ruimte voor anderen mogelijk te maken.

Moslims moeten elkaar dus niet laten vallen, maar helpen overeind te komen, omdat een zondaar (man of vrouw) misschien door zijn/haar tauba (oprechte spijtbetuiging) een veel beter moslim wordt dan voorheen. Allāh Ta’ālā wil sommige van Zijn aanbidders testen door hun volkomen te vernietigen om zodoende die persoon te laten beseffen of hij/zij nog steeds van Allāh Ta’ālā houdt en Hem aanbidt ondanks alle ontberingen. Dit is een eigenschap die veel moslims eigen moeten maken.

Wat is tauba?

Degenen die de verbodsbepalingen van Allāh Ta’ālā erkennen en respecteren [dus doen], worden overwonnen door Iblīs en misleid door hun nafs en plegen kwade daden zoals stelen, alcohol zuipen en overspel, maar komen ze later tot hun zintuigen [bezinning] dan kunnen zij vergeven worden door tauba. Zulke mensen worden asi (ongehoorzaam) of fāsiq (zondaar) genoemd. Hoewel ze misschien naar de Hel zullen gaan wegens hun grote zonden en zullen worden gestraft, zullen ze niet eeuwig in de Hel blijven, maar zullen zij het Paradijs betreden. Daarom doe elke tauba, en reciteer de astaghfār. De Profeet ﷺ reciteerde dagelijks 70 keer de astaghfār om ons [zijn volgelingen] de gewoonte te leren dit ook te doen. Tauba is dus oprechte spijtbetuiging aan Allāh Ta’ālā, aan de Profeet ﷺ en degenen die geaffecteerd zijn door een kwade daad van een ander persoon.

Allāh Ta’ālā openbaart

إِلاَّ ٱلَّذِينَ تَابُواْ مِن قَبْلِ أَن تَقْدِرُواْ عَلَيْهِمْ فَٱعْلَمُواْ أَنَّ ٱللَّهَ غَفُورٌ رَّحِيمٌ

“Dit, met uitzondering van hen die berouw tonen, voordat gij hen in uw macht hebt. Weet derhalve, dat Allāh Vergevensgezind, Genadevol is.” Surah al-Mā’idah (de tafel), H5, vers 34

فَمَن تَابَ مِن بَعْدِ ظُلْمِهِ وَأَصْلَحَ فَإِنَّ ٱللَّهَ يَتُوبُ عَلَيْهِ إِنَّ ٱللَّهَ غَفُورٌ رَّحِيمٌ

“Maar degene, die na zijn overtreding berouw heeft en zich betert; Allāh zal Zich gewis in Barmhartigheid tot hem wenden; voorwaar, Allāh  is Vergevensgezind, Genadevol.” Surah al-Mā’idah (de tafel), H5, vers 39

Tafsir al-Jalālayn: Maar wie zich bekeert na zijn kwaadaardige activiteit en afziet van diefstal e.d. en zijn kwade daden wijzigt, dan zal Allāh Ta’ālā aan hem toegeven [vergeven]. Allāh Ta’ālā vergeeft inderdaad Barmhartig bij het uiten van wat er is [kwaad] gezegd [gedaan]. In feite, zoals in de Sunnah wordt verduidelijkt, dat alleen als hij/zij spijt betuigd [gratie verzoekt aan Allāh Ta’ālā] hij wordt meegenomen naar de Imām [Raad van Ulema] voor steun en hulp, dan is de bestraffing kwijtgescholden volgens Imām Shafi’ī (radi Allāhu anhu).


[1] Let een fatwa is geen uitspraak van een mufti. Hiervoor is de ambt Qāzi (rechter). Wel dient de uitspraak van een erkende, middels gedegen juridische opleiding, mufti niet licht opgevat te worden.


Translate »
error: Content is protected !!