Inleiding
In deze verhandeling Fiqh al-Siyāsah (politiek) zult u kennis maken met de politieke arena. U zult te weten komen wat politiek is, hoe het werkt in het Westen en in het bijzonder wat de Shari’ah zegt over politiekbestuur. Moge Allāh Ta’ālā u en mij verrijken met de kennis van de Heilige Qur’ān en Ahadīth en ons conform laten leven. Amien, summa Amien.
Wat is politiek conform de islam?
Het politieke systeem van islam is gebaseerd op drie principes van de islam, namelijk Tauhid (Eenheid van Allāh Ta’ālā), Risālah (Profeetambt) en Khalifah (kalifaat/bestuurder).
Tauhid betekent, dat uitsluitend één Allāh is Die de Schepper is van alles, Levensonderhouder en Meester van het universum inclusief alles wat zich daarin bevindt. Hij alleen heeft het recht iets te gebieden en te verbieden. Aanbidding en gehoorzaamheid zijn aan Hem alleen voorbehouden en op Zijn Gezag aan de Heilige Profeet Mohammed ﷺ.
Allāh Ta’ālā openbaart:
وَأَطِيعُواْ ٱللَّهَ وَٱلرَّسُولَ لَعَلَّكُمْ تُرْحَمُونَ
“En gehoorzaamt Allāh en de boodschapper, zodat u barmhartigheid moge worden betoond.” Surah al-Imrān (het Huis van Imrān) H3, vers 132
Dit principe van de Eenheid van Allāh Ta’ālā maakt dus het concept van legaal en politieke heerschappij van de mensen betekenisloos. Geen individu, familie, gradatie of zelfs streven kan iemand boven Allāh Ta’ālā verheffen. Allāh Ta’ālā is alleen de Heerser en Zijn Geboden vormen de wetgeving van islam.
Risālah is het middel (Profeet) via welke wij de Geboden van Allāh Ta’ālā hebben ontvangen. Wij hebben twee dingen ontvangen, namelijk de Heilige Qur’ān dat het Boek is van Allāh Ta’ālā en waarin Zijn Wetten staan; en als tweede authentieke bron de gezaghebbende interpretatie en toelichting van het Boek door de Heilige Profeet Mohammed ﷺ die hij door woord en daad in praktijk had gebracht conform zijn capaciteit als vertegenwoordiger van Allāh Ta’ālā. De Heilige Qur’ān legt het brede principe vast waarnaar de mens het leven dient in te richten en op deze wijze een systeem van islamitisch leefwijze leidt. De combinatie van beide authentieke bronnen (Qur’ān en Ahadīth) wordt Shari’ah (wet) genoemd.
Khalifah betekent vertegenwoordiging of bestuurder. Mannen, conform islam, zijn de vertegenwoordigers van Allāh Ta’ālā op aarde, die zij middels de verkregen krachten en kennis van Allāh Ta’ālā inzetten. Met mannen worden hier bedoeld de Sahābiyyin (radi Allāhu anhum, deze zijn de metgezellen van de Heilige Profeet Mohammed ﷺ), Tāba-oen (volgers), Tāba Tābi’īn (opvolgers), Ghaus, Abdāl, Awrād, Oelema en Imams (allen verheven wegens hun spirituele inspanningen). Daarnaast dienen deze bestuurders gekozen en geaccepteerd te worden door de moslims.
Democratie in islam
Bovenstaande uitleg over het kalifaat of bestuurder maakt duidelijk dat geen enkele individu of dynastie uit zichzelf een Khalifah kan worden. U dient aan enkele voorwaarden te voldoen, namelijk kennis van Tauhid, Risālah en Khalifah. Daarnaast dient u geaccepteerde te worden door de moslims. Op dit punt begint democratie in islam. Het spreekt voor zich dat analfabeten niet als politici gekozen kunnen worden, omdat zij veroorzakers kunnen worden van openbare wanorde. Zulke afvallige atheïsten zitten helaas in de Westerse parlementen.
Islamitische Fundamentele Rechten
Hoewel een islamitische Staat overall gesticht mag en kan worden, is de islam niet bedoeld om mensenrechten of privileges aan banden te leggen. Islam heeft universele fundamentele mensenrechten vastgelegd die in alle omstandigheden gerespecteerd dienen te worden. Bijvoorbeeld, het is niet toegestaan vrouwen, kinderen, bejaarden, zieke mensen en gewonden te onderdrukken. Vrouwen waardigheid en kuisheid dient gerespecteerd te worden, de hongerige dienen gevoed te worden, de naakten van kleding voorzien te worden en medische voorzieningen getroffen te worden voor zowel moslims, niet-moslims als vijanden. Er mag géén verschil worden gemaakt tussen ras, cultuur en achtergrond. Verder is er geen verschil in toepassing van de islamitische- als de seculiere wetgeving ten aanzien van moslims en niet-moslims. Criminelen, terroristen, dieven, moordenaars, enzovoorts dienen met hetzelfde wetboek veroordeeld te worden.
Jihad
Vechten tegen fasād en zulm (kwaad, grensoverschrijding en tirannie) is extreem in Jihad (vechten tegen het kwaad, kan ook je eigen ego zijn). Munkar (grensoverschrijding) is niet alleen gelimiteerd tot alcohol, gokken, hoerenpraktijken, zinah (onwettig seks), maar ook degraderen en onteren van de waardigheid van bevolkingsgroepen is een grote grensoverschrijding. Zo is ook bedrog bij verkiezingen, weigeren om een getuigenverklaring af te geven betreffende veronachtzamen van de verkiezingen, het in handen geven van de regering aan degene die corrupt zijn, discrimineren, ongenoegzaam besef hebben bij het aanbesteden van gemeenschapsgelden, monopoliseren van mensen hun behoeften ook grote zonden. Al deze dingen zijn ernstige overtredingen.
Allāh Ta’ālā openbaart:
ٱدْعُواْ رَبَّكُمْ تَضَرُّعاً وَخُفْيَةً إِنَّهُ لاَ يُحِبُّ ٱلْمُعْتَدِينَ
“Roep uw Heer in nederigheid en in het verborgene aan; Hij heeft de overtreders zeker niet lief.” Surah al-A’rāf (de verheven plaatsen) H7, vers 55
Islam vereist, dat iedere moslim politieke verantwoordelijkheid draagt. Daarvoor dient hij geschoold te worden en te zijn in zowel de islamitische- als de seculiere wetenschappen. Hij dient zich in te zetten om op z’n minst de boven aangehaalde overtredingen de kop in te drukken en de namen van de overtreders openbaar te maken.
Hazrat Abu Huraira (radi Allāhu anhu) verhaalde, dat de Heilige Profeet Mohammed ﷺ zei: “Banu Isrā’īl werd geregeerd door Profeten. Wanneer een Profeet overleed werd hij opgevolgd door een andere Profeet, maar na mij komt géén Profeet meer en zullen er kaliefen in grote getallen zijn. Zijn metgezellen vroegen, ‘wat beveelt u ons om te doen (in geval er meer dan een kalief er is)?’ Hij antwoordde, ‘degene aan wie als eerste loyaliteit is gezworen heeft een heerschappij over de anderen. Geef hun, hun rechten (gehoorzaam ze). Allāh zal aan hen vragen stellen over de onderwerpen die Hij aan hen heeft toevertrouwd.” Sahīh Muslim
De ontwikkeling en werking van de Nederlandse politiek
Ontstaansgeschiedenis van politieke partijen in Nederland en ontwikkeling van de kiezersdemocratie tot een partijendemocratie is begonnen met de Grondwet van 1815 (Staten Generaal vertegenwoordigen het gehele Nederlandse Volk).
In 1848 introduceerde Thorbecke het parlementaire stelsel en direct verkiezingen van de Tweede Kamer. Volksvertegenwoordigers handelen naar eigen inzicht. Tegen dit vrije mandaat kwam Groen van Prinsterer in verweer. Hij wilde intermediaire band tussen kiezer en gekozene. In het parlement kristalliseerden de politieke stromingen. In het land vormden zich lokale kiesverenigingen. Gaandeweg bundelden zij zich. Hieruit kwam aan het einde van de 19e eeuw de moderne, hechte partijorganisatie tevoorschijn.
Met de opkomst van de politieke partijen voltrok zich de overgang van de 19e eeuw klassiek liberale kiezersdemocratie naar de partijendemocratie van tegenwoordig. Deze democratie is indirect dat wil zeggen gebaseerd op het principe van representatie (afvaardiging).
In Nederland heeft politiek vier betekenissen
- strategisch en tactisch handelen (iets politiek goed spelen)
- beleid (marktpolitiek, financiële politiek)
- structureel conflict (ligt politiek gevoelig)
- optreden van de Staat (Den Haag, regering, parlement, politieke partijen)
Staat der Nederlanden
De Staat der Nederlanden heeft het legitieme geweldsmonopolie. Overheid is het hoogste gezag binnen de Staat. Politiek gaat niet alleen over wat de Staat doet en laat, maar ook over wat groepen in de maatschappij vinden dat de Staat zou moeten doen en wat niet. De 4 betekenissen van politiek kunnen ook gezien worden als aspecten van politieke situaties. Problemen waarbij de Staat betrokken is, is een politiek probleem. Het onder de noemer politiek brengen als de Staat nog niet betrokken is, is een politieke stap. Men wil dan, dat de Staat wordt ingeschakeld. Maar kan en moet de Staat dat doen? In deze vraag ligt het politieke aspect. Mensen verschillen in hun belangen en zullen verschillend antwoorden.
Politieke modellen proberen politieke verschijnselen en processen vereenvoudigd weer te geven. Daarbij bekijkt men welke theoretische en empirische consequenties het gebruik van bepaalde modellen heeft. Theoretische gevolgen, omdat ze het politieke proces vereenvoudigen; dus bepaalde onderdelen zijn juist wel of niet opgenomen. Empirische gevolgen, omdat gebruik van bepaalde modellen tot een bepaalde opzet van onderzoek en specifieke interpretaties van uitkomsten kan leiden.
Model van links naar rechts geeft de verdeling van verschillende functies van bestuursorganen weer. Links de organen belast met dagelijks bestuur en rechts de vertegenwoordigingen van burgers. Relaties tussen besturen en vertegenwoordigingen vormen zwaartepunt van Nederlandse bestel: beleid en wetgeving komt tot stand en bestuur wordt gecontroleerd.
Van boven naar beneden worden de drie bestuurslagen weergegeven: Rijk, provincie en gemeente. Lagere organen zijn ondergeschikt aan de centrale overheid. De leden van bestuursorganen worden benoemd en leden van vertegenwoordigingen worden gekozen.
Probleem van waarde vrijheid
Uitspraken van politicologen kunnen leiden tot invloed op verkiezing of invloed op het politieke bestel. Sommigen denken die op te lossen door onderscheid te maken tussen feiten en meningen. Kennisverwerving moet intersubjectief overdraagbaar zijn, dat wil zeggen voor iedere wetenschapper toegankelijk en controleerbaar.
De samenhang tussen waardeoordelen en kennisverwerving wordt erkend, maar de waardeoordelen mogen slechts op een beperkt aantal fasen in de wetenschapsbeoefening van invloed zijn:
- fase van keuze van onderzoeksterrein en formulering van onderzoeksvraagstellingen: relevantie, belangstelling, persoonlijke betrokkenheid of ambitie kunnen rol spelen;
- fase van wetenschappelijke kennisverwerving: of dit mogelijk is, is de kern van de discussie over waarde vrijheid;
- fase van toepassing van wetenschappelijke kennis en inzicht: afhankelijk van politieke opvattingen, waarden en belangen.
Wetenschappelijke ontwikkelingen in Nederland
Vanaf 1945 in de politicologie in termen van de meest invloedrijke stromingen.
- traditionalisme 1945-1960: object van de politicologie is staat of openbaar bestuur;
- behaviorisme 1950-1960: bestudering feitelijk gedrag van mensen in hun relaties met de omgeving;
- postbehaviorisme en kritische benaderingen 1960-1975: behaviorisme met oog voor relativering van onderzoeksmethoden en relevantie van onderzoek;
- consensus 1975-nu: erkenning dat discussies geen ondubbelzinnig antwoord kunnen geven en consensus over feit dat er verschillende benaderingen zijn.
Beleidsproces
Het beleidsproces is het verloop van de gebeurtenissen of geheel van handelingen ten aanzien van een beleid:
- Agendavorming: proces waarbij maatschappelijke problemen de aandacht van het publiek of beleidsbepalers krijgen, publieke en officiële agenda vormen samen de politieke agenda.
- Beleidsvoorbereiding: het verzamelen en analyseren van informatie en het formuleren van adviezen over het te voeren beleid, ook dit proces bestaat weer uit een aantal stappen.
- Beleidsbepaling/besluitvorming: nemen van beslissingen over de inhoud van het beleid, keuze uit alternatieven is beperkt. Randvoorwaarden beperken beleidsvrijheid zoals vastgestelde doeleinden, beschikbare middelen, beleid van hogere overheden, beleid van nevengeschikte organisaties, uitvoerende ambtenaren en andere beleidsuitvoerders, politieke machtsverhoudingen en ontwikkelingen in het beleidsveld.
- Beleidsuitvoering: de politiek goedgekeurde beleidstekst moet worden omgezet in politiek-bestuurlijke handelingen, belangrijkste schakel tussen woord (beleidsplan) en daad (beleidseffecten).
- Beleidsevaluatie: waardering of beoordeling van beleid, vereisten zijn beschikking over feitelijke informatie over datgene wat wordt beoordeeld en er moet een maatstaf aangelegd zijn.
Partijendemocratie
Parlementsleden moeten naar eigen inzicht besluiten nemen en problemen oplossen door uitwisseling van argumenten. Volgens aanhangers van ‘vrij mandaat’ zouden politieke partijen deelbelangen nastreven. Partijen werden dan bedreiging van de democratie. Met de invoering van algemeen kiesrecht was een organisatie nodig die kon concurreren om stemmen van de kiezers: de politieke partij. De politieke partij verstevigde haar positie zodanig in het democratische systeem, dat gesproken kan worden van het ontstaan van een partijendemocratie.
Democratie onderscheiden (vormen)
- directe democratie: besluiten worden genomen door alle burgers;
- representatieve democratie: burgers laten besluitvorming over aan door hen gekozen volksvertegenwoordigers;
- gemengde democratie: binnen representatieve democratie zijn enkele elementen van de directe democratie gebruikt waarbij niet de volksvertegenwoordigers, maar kiesgerechtigde burgers direct over bepaalt politiek probleem beslissen;
- volksdemocratie: burgers hebben kiesrecht en er bestaan meerdere partijen, maar de kiezer heeft geen invloed op de zetelverdeling in parlement, zetels worden volgens vaste verdeelsleutel over de fracties van de partijen verdeeld, er is één lijst en geen concurrentie tussen partijen
Referendum en wat zijn de voor- en nadelen?
Er zijn verschillende vormen van referenda, raadpleeg voor meer informatie: http://www.parlement.com
Voordelen:
- vergroten politieke betrokkenheid van burgers;
- afstand tussen burgers en overheid wordt kleiner;
- overheid kan beleid beter afstemmen op wensen en problemen van burgers;
- versterkt legitimiteit en representativiteit van partijendemocratie;
- kan politieke impasses doorbreken.
Nadelen:
- burgers kiezen in eigenbelang;
- burgers nemen niet te moeite zich te verdiepen in beleidsproblemen;
- burgers laten zich te veel leiden door emoties en vooroordelen;
- politieke opvattingen van burgers zijn conservatiever dan van Kamerleden;
- burgers tillen minder zwaar aan rechtsprocedures en individuele rechten dan Kamerleden;
- ja of nee is niet geschikt om ingewikkelde problemen op te lossen;
- biedt te weinig ruimte voor noodzakelijke compromissen;
- politieke strijd omtrent formulering van beleidsalternatieven;
- volksstemming kan tot polarisering leiden;
- volksvertegenwoordiging wordt uitgehold;
- legitimiteit en representativiteit van de representatieve democratie verzwakt;
- lage opkomst.
Spanning tussen de verkiezingsuitslag en coalitievorming
Kiezers hebben slechts indirect invloed op de samenstelling van het kabinet. Een partij kan de verkiezingen winnen maar buiten de coalitie blijven. Zo kunnen partijen ook de verkiezingen verliezen en toch in het kabinet komen. De kiezer kan geen uitspraak doen over de gewenste regeringscoalitie. Verkiezingsuitslagen geven dus geen uitsluitsel over het beleid dat in de toekomst gevolgd zal worden. Daarom wordt dit systeem ook willekeurig en ondemocratisch genoemd.
Relatief kleine partijen een relatief grote invloed in een coalitie
Als kleine partijen een wippositie in de coalitie innemen (een positie waarbij zonder deze kleine partij door de andere grotere partijen in de coalitie net geen meerderheid in het parlement gehaald wordt) kunnen relatief een grote invloed hebben in de coalitie, als blijkt dat zij in een volgende coalitie sterker naar voren zullen komen. Zulke partijen zullen niet snel aansturen op een kabinetscrisis. De kleine partij met een wippositie in de coalitie kan echter een kabinetscrisis veroorzaken door (te dreigen) uit de coalitie te stappen en heeft dus een relatief machtige positie in de coalitie.
Coalitietheorieën en de twee principes op basis waarvan coalitietheorieën worden ingedeeld
- Met het oog op diverse vragen rondom coalitievorming zijn in de politicologie, theorieën opgesteld waarmee geprobeerd wordt de kansen van partijen op deelname in coalitiekabinetten te bepalen én het gedrag van partijen tijdens formaties te verklaren.
- Eerste principe is de minimaal winnende coalitie: er worden alleen coalitiekabinetten gevormd waarbij geen van de partners gemist kan worden zonder de meerderheid in het parlement te verliezen.
- Tweede principe is de minimale ideologische afstand: die coalitie komt tot stand die niet alleen minimaal winnend is maar waarbij tevens de coalitiepartijen in termen van links en rechts naast elkaar liggen.
Opkomst van politieke partijen en de positie van politieke partijen ten tijde van de verzuiling en na de ontzuiling
Politieke partijen bleven hun specifieke belangen dienen, maar namen begin 20ste eeuw doelstellingen aan gericht op het algemeen belang. Daarmee werden ze organisaties die verschillende deelbelangen afwogen. Door invoering van algemeen kiesrecht en stelsel van evenredige vertegenwoordiging in 1917 kregen politieke partijen een belangrijke meerwaarde in het politieke proces.
Tijdens verzuiling waren belangengroepen ondergeschikt aan politieke partijen. Politieke partijen hadden primaat van belangenbehartiging en beleidsbeïnvloeding.
Tijdens ontzuiling maakten belangengroepen zich los uit de zuilen waarvan de politieke partijen de belangrijkste spreekbuizen waren. Bij belangengroepen kwam het accent te liggen op functionele belangenbehartiging.
In de tweede helft van de 20ste eeuw nam het aantal belangengroepen toe door voortschrijdende overheidsbemoeienis met de samenleving. De verzorgingsstaat versterkte dit proces. Adviesraden werden gevormd waarin vertegenwoordigers van overheid en belangengroepen overleg pleegden over het te voeren overheidsbeleid. Parallel aan de partijendemocratie ontwikkelde zich een belangengroependemocratie.
Voordelen en nadelen van de belangengroependemocratie
Voordelen:
- overheid blijft op de hoogte van wat er in de samenleving leeft;
- overheid kan rekenen op steun van de belangengroepen als die instemmen met bepaalde maatregelen;
- maatschappelijke acceptatie van overheidsbeleid wordt bevorderd;
- het is niet goed als één soort organisatie (politieke partij) een monopolypositie zou hebben als makelaar tussen burger en overheid (monopolie maakt lui, concurrentie zorgt ervoor dat organisaties nauwkeuriger de wensen van burgers overnemen en omzetten in beleid).
Nadelen:
- druk op overheid zou een doordachte belangenafweging kunnen belemmeren;
- sterke belangengroepen verdringen zwakke belangengroepen;
- als de overheid aan eisen van belangengroepen tegemoetkomt zou de overheid wel eens te veel deelbelangen kunnen behartigen en te weinig oog hebben voor algemeen belang;
- veel beleid wordt gevormd in overlegcircuits van overheid en belangengroepen; hierdoor verliest het parlement een deel van haar legitimiteit.
Wereldpolitiek
Aanvankelijk begonnen Westerse landen zich te verenigingen voor economisch gewin. Later werd de samenwerking verder uitgebouwd tot terreinen van defensie en coalitie in oorlogstijden. Ook werd samengewerkt om internationale criminelen te kunnen opsporen en uit te leveren aan verdragslanden. Ook nieuwe ontwikkelingen op het gebied van watermanagement, klimaatbeheersing werden kwesties om samen te werken. Zulke instituten zijn de Europese Unie, NAVO, NATO, International Gerechtshof, enzovoorts. Doch, ondanks dat de Verenigde Staten van Amerika (VS) actief lid is van vele internationale organisaties zien wij, dat de VS zelf de grootste wetsovertreder is. De VS houdt zich niet aan internationale verdragen om het milieueffect terug te dringen, valt Arabische landen onrechtmatig aan en sleept daarmee landen als Nederland mee is de molen. Internationale inspanningen om zaken beter te regelen voor de mensheid worden door de VS onder de schoenen gelopen. Ook regeringsleiders van islamitische landen zoals Pakistan en Turkije laten zich door hun Westerse materialisme meeslepen in de molen van de VS. Voorbeelden zat, dagelijks waar te nemen op Al Jazeera, CNN, Sky News en BBC World. Voor meer informatie over wereldpolitiek raadpleegt onder andere http://iwp.edu/.
Conclusie
Uit bovenstaande kunnen wij concluderen, wat islamitische democratie onderscheid van de Westerse democratie is, dat de laatste gebaseerd is op het concept van populaire heerschappij, terwijl eerste rust op principes van Shari’ah via Khalifah. In Westerse democratie zijn de mensen vorsten; in islam is soevereiniteit gevestigd in Allāh Ta’ālā en de moslims zijn, Zijn vertegenwoordigers. In het Westen maken politici hun eigen wetten en regelgeving gebaseerd op eigen gewin, terwijl de islam politiek volgzaam is en gehoorzaam is aan de Shari’ah gegeven door Allāh Ta’ālā via Zijn Profeet Mohammed ﷺ. In het Westen is de politieke regering volgzaam aan dat wat de mensen willen en wensen, terwijl in islam politiek de regering en de mensen volgzaam (dienen te) zijn aan de Wil van Allāh Ta’ālā. Helaas zijn sommige regeringsleiders en politici van islamitische landen verraders.
Het politieke systeem in het Westen is gebaseerd op samenwerking waarbij leugen, voor het gek houden en achterlijk gedrag niet als te onsmakelijk gezien wordt. Het Westen bedrijft politiek, dat gebaseerd is op leugens. Mensen worden op tactische wijze tegen elkaar uitgespeeld. Moslims worden op kunstmatige wijze uit elkaar gehouden, zij worden willens en wetens van enkele kleine en vrijwel niets zeggende stichtingen voorzien. Deze moslim bestuurders zijn juist de zwakke broeders die geen kennis hebben van de islam en dus ook niet opkomen voor de rechten van de moslims. Doordat het politieke systeem van Nederland de moslims willens en wetens uit elkaar houdt en de moslims blind afgaan op wat door de politiek wordt geboden kunnen de één miljoen moslims in Nederland geen vuist maken.
Het wordt tijd dat de moslims hun ogen openen en laten zien, dat ook wij (soenniet) een behoorlijk bestuurlijk gezag kunnen dragen. Door zwakke moslims zonder voldoende kennis van islam op stoelen van regering te zetten en andere hoogwaardigheidsbekleders te maken willen de Nederlandse politiek zij laten zien dat zij menens zijn met de moslims.
Hebt u ooit in het openbaar of op televisie gehoord dat een moslims op een hoge overheidsfunctie de vijanden van de islam aanvallen? Neen, want zij zijn bang hun wereldse positie kwijt te raken.
Deelnemen aan de Westerse politiek kan alleen door moslims gedaan als zij ter verdediging van de islam met de daarbij behorende toelichting kunnen geven. Zij dienen niet bang te zijn om hun wereldse en tijdelijke positie kwijt te raken. Het beter je stoel kwijt te raken dan je Iman (geloof).
De wereld van nu sleept zich van crisis naar crisis. De meeste crises zijn nog niet eens zichtbaar, tenminste als je je kop maar diep genoeg in het zand steekt. En continu worden oplossingen geïmplementeerd die in het verleden gewerkt hebben, maar die in feite mede oorzaak zijn van de huidige crises. (Zie ook ‘Visie is tegenwoordig een achterhaald begrip’.) De economische crisis speelt zich af in de Westerse wereld, waar we vooral last hebben van opvattingen die ver over hun houdbaarheidsdatum zijn. In de rest van de wereld bloeit de economie. Daar denkt men anders. Dat werkt dus beter. Het wordt tijd dat in de Westerse wereld alle leiders met opvattingen die niet meer werken, het veld ruimen.