Inleiding

Nikāh, wat ‘huwelijk’ betekent in het Arabisch, is meer dan alleen een sociaal contract in de islam. Het is een heilig verbond, gezegend door Allāh Ta’ālā, dat een basis legt voor een harmonieus en bevredigend levenspartnerschap.

Wat Openbaart Allāh Ta’ālā hierover?

De Profeet Mohammed en zijn vrouwen

De Heilige Profeet Mohammed ﷺ is het beste rolmodel voor alle facetten van het leven van de man en de vrouwen en dochters (radi Allāhu anhunna) van de Profeet Mohammed ﷺ de beste rolmodellen voor de vrouwen. Dit rolmodel geldt ook voor Hazrat Meriam (radi Allāhu anha), de moeder van Profeet Isa (alayhis salām).

Allāh Ta’ālā openbaart over Meriam (radi Allāhu anha):

 وَإِذْ قَالَتِ ٱلْمَلاَئِكَةُ يٰمَرْيَمُ إِنَّ ٱللَّهَ ٱصْطَفَـٰكِ وَطَهَّرَكِ وَٱصْطَفَـٰكِ عَلَىٰ نِسَآءِ ٱلْعَـٰلَمِينَ

“Toen zeiden de engelen: “O, Maria, Allāh heeft u uitverkoren en u gereinigd en u boven de vrouwen aller volkeren uitverkoren.” Surah al-Imrān (het huis van Imrān), H3, vers 42

De vrouwen en dochters (radi Allāhu anhunna) van de Profeet Mohammed ﷺ zijn de moeders (Ummehāt ul-Mu’minin) van de Ummah. De vrouwen die met de Profeet Mohammed ﷺ trouwden worden zo genoemd, zij waren inderdaad dames met uitzonderlijke karakters die veel hebben bijgedragen in het leven van de Profeet Mohammed ﷺ. Het waren ook geweldige moslima’s en rolmodellen voor de vrouwen in de Ummah. De Profeet Mohammed ﷺ had elf vrouwen. Hij trouwde pas nadat Hazrat Sayyidah Khadija (radi Allāhu anha) was overleden. De reden van trouwen met meer dan vier vrouwen was om hem te helpen de Shari’ah (Heilige Qur’ān en Sunnah) te verspreiden en het te leren aan de vrouwen in de Ummah. Reden was ook dat Allāh Ta’ālā op gegeven ogenblik verboden had dat mannen en vrouwen met elkaar allerlei zaken bespraken, en dit gold ook voor de Profeet Mohammed ﷺ als het rolmodel. De vrouwen stelden vragen via vooral Hazrat Sayyidah Aisha Sadaqāh (radi Allāhu anhu) aan de Profeet Mohammed ﷺ en het antwoord hoorden deze vrouwen weer via haar.

De namen van de vrouwen (radi Allāhu anhunna) van de Profeet Mohammed ﷺ zijn: Hazrat Khadija, Hazrat Sau’dah & Aisha, Hazrat Umm-e-Habiba, Hazrat Hafsa, Hazrat Umm-e-Salamah, Hazrat Zaynab, Hazrat Safia, Hazrat Maria Qibtiyya, Hazrat Juwairriyah, Hazrat Maymuna en Hazrat Rayhānah (radi Allāhu anhunna).

Introductie van enkele vrouwen (radi Allāhu anhunna) van de Profeet Mohammed
Sayyidah Khatidja-ul-Kubra

Hazrat Sayyidah Khadija-ul-Kubra (Khadija de Grote) was een edele dame die behoorde tot de Quraysh stam. De Profeet Mohammed ﷺ trouwde met haar toen hij 25 jaar oud was en zij op dat moment 40 jaar oud was. Ze was een zeer toegewijde vrouw, metgezel, raadslid en stond altijd klaar om de Profeet Mohammed ﷺ bij te staan in alle beproevingen. Ze bleek een immense steun en hulp aan de zaak van de islam. Ze overleed op 65-jarige leeftijd op de 11e Ramadān al-Mubārak, 10e jaar na de eerste Openbaring. De Profeet Mohammed ﷺ heeft over haar gezegd: “De edelste vrouwen van de wereld zijn Sayyidah Meriam (salām-un-alayha) en Sayyidah Khadija (radi Allāhu anha).” Sahīh al-Bukhārī

Sayyidah Sau’dah

Hazrat Sayyidah Sau’dah (radi Allāhu anha) was een weduwe en de dochter van Sayyidah Zama (radi Allāhu anhu). Ze trouwde met de Profeet Mohammed ﷺ nadat Sayyidah Khadija (radi Allāhu anha) was overleden. De Profeet Mohammed ﷺ was toen 55 jaar oud. Ze was gul, aanhankelijk en vriendelijk. De reden voor zijn huwelijk was dat hij ﷺ iemand nodig had om voor zijn kinderen te zorgen zodat hij zich kon concentreren op de zware verantwoordelijkheden van het profetische ambt. Sayyidah Aisha Siddiqāh (radi Allāhu anha) heeft over haar gezegd: “Het is slechts Sau’dah, bij het zien van wie ik wenste dat mijn ziel in haar lichaam leefde.” Sayyidah Sau’dah (radi Allāhu anha) is overleden in 55 Hijri (H). Ze was de dochter van Sayyidena Abu Bakr (radi Allāhu anhu) en was ongehuwd. In het 10e jaar van de missie trouwde de Profeet Mohammed ﷺ met haar. Daar zij erg jong was ten tijde van haar nikāh, begon Hazrat Aisha (radi Allāhu anha) pas met hem ﷺ te leven in Medinat-ul-Munawwarah in 2 H. de Profeet Mohammed ﷺ trouwde met Sayyidah Aisha Siddiqāh (radi Allāhu anha) om de banden van vriendschap met Sayyidena Abu Bakr (radi Allāhu anhu), zijn beste vriend, maar ook zodat zij andere vrouwen kon onderwijzen. Sayyidah Aisha (radi Allāhu anha) leidde een zeer eenvoudig leven zonder comfort en luxe. Ze kleedde zich heel simpel. Ze assisteerde de Profeet Mohammed ﷺ met de grootst mogelijke toewijding en hij hield heel veel van haar. Zij leidde een zeer vroom leven. Toen de Profeet Mohammed ﷺ overleed was ze 25 jaar oud. Daarna leefde ze voor nog eens 48 jaar en zag de regeringen van alle vier Khulafā. Ze wordt herinnerd om haar intelligentie, intuïtie, haar kennis van Ahadīth en de beginselen van religie, geheimen van islamitische kennis, Arabische literatuur, vroomheid en islamitische fiqh. Ze werd een grote Madani (persoon van Medinat-ul-Munawwarah) Schriftgeleerde en kende enkele duizenden Ahadīth uit het hoofd. De Profeet Mohammed ﷺ zette haar in om te onderwijzen en de aan haar vooral door vrouwen gestelde vragen te beantwoorden. Ze gaf ook les aan andere vrouwen. Een grote geleerde, Imām Zahri (radi Allāhu anhu) heeft over haar gezegd: “Sayyidah Aisha’s (radi Allāhu anha) kennis zal de kennis van alle mannen en moeders van de gelovigen overtreffen.”

Sayyidah Umm-e-Habībah

Hazrat Sayyidah Umm-e-Habībah (radi Allāhu anha) de dochter van Abu Sufyan (ooit de grootste tegenstander van de Profeet Mohammed ﷺ) was ook getrouwd met de Profeet Mohammed ﷺ. Umm-e-Habiba (radi Allāhu anha) was eerder getrouwd en tijdens de eerste jaren van vervolgingen migreerde ze met haar man naar Abessinië (Ethiopië). Helaas werd haar man beïnvloed door het christendom en hij omarmde het christendom. Daar Umm-e-Habiba een oprechte moslima was kon ze niet langer bij een ongelovige blijven wonen en scheidde ze van haar man omwille van de islam. Umm-e-Habiba nam haar dochter mee en zonderde zich af. Ze werd op dat moment door alle mannen vergeten. Allāh Ta’ālā ‘vergat’ haar en haar offer echter niet. Op een dag kwam een ​​slaaf naar haar toe en vertelde haar dat de koning haar wilde zien en dat er een bericht voor haar was. Toen ze naar de koning ging kreeg ze te horen dat de Profeet Mohammed ﷺ om haar hand had gevraagd en met haar wilde trouwen. Umm-e-Habiba was zeer vereerd en gelukkig en de Profeet Mohammed ﷺ stuurde voor haar 400 dinar als mahr (bruidsschat). Zes jaar later, nadat de Hijri had plaatsgevonden ging Umm-e-Habiba naar Medina om bij de Profeet Mohammed ﷺ te verblijven en werd ze hartelijk ontvangen.

Sayyidah Hafsah

Hazrat Sayyidah Hafsah (radi Allāhu anha) was de dochter van Umar ibn Al-Khattāb (radi Allāhu anhu). Hafsa was ook eerder getrouwd geweest. Hafsa werd op zeer jonge leeftijd weduwe. Haar vader maakte zich zorgen en besloot een echtgenoot voor haar te zoeken. In het begin dacht Hazrat Umar aan Abu Bakr en Usman (radi Allāhu anhum), maar ze verontschuldigden zich allebei. Umar was ook teleurgesteld en boos. Dus ging hij naar de Profeet Mohammed ﷺ om de kwestie met hem te bespreken. De Profeet Mohammed ﷺ legde hem uit dat Abu Bakr en Usman hadden geweigerd, omdat ze wisten dat de Profeet Mohammed ﷺ om de hand van Hafsa wilde vragen. Dus, Hafsa trouwde in 2 of 3 Hijri met de Profeet Mohammed ﷺ. Hij ﷺ gaf zijn eigen dochter Sayyidah Umm Koelsoem (radi Allāhu anha) ten huwelijk aan Sayyidena ‘Usman Ghani (radi Allāhu anhu).

Hazrat Hafsa was een zeergeleerd persoon en bracht het grootste deel van haar tijd door met lezen en schrijven. De Profeet Mohammed ﷺ had haar persoonlijk onderwezen zodat ze een Alimah (Schriftgeleerde autoriteit) was op het gebied van islamitische kennis. Zij was ook gevraagd door Hazrat Abu Bakr (radi Allāhu anhu) om de originele handgeschreven kopie van de Heilige Qur’ān te bewaren. Ze was erg vroom en heilig. Ze is overleden in de maand Sha’bān 45 Hijri.

Sayyidah Safiyyah

Hazrat Sayyidah Safiyyah (radi Allāhu anha) was de dochter van een Jood die bekend stond als Huyayy Ibn Akhtab, het hoofd van de stam Banu Nadir die ook een andere neef van de Profeet Mohammed ﷺ was. Huyayy was ook de vijand van de islam en vocht tegen de Boodschapper ﷺ en de moslims in de slag om de loopgraaf en stierf uiteindelijk.

Na de dood van Huyayy werd zijn dochter door Hazrat Bilāl (radi Allāhu anhu) teruggebracht naar de Profeet Mohammed ﷺ die wist dat Safiyya alleen was en hij ﷺ kon haar niet alleen laten. Daarom vroeg de Profeet Mohammed ﷺ haar of ze voor hem wilde zorgen en ze antwoordde positief. Ze omarmde toen de islam en trouwde met de Profeet Mohammed ﷺ. Toen ze het huis van de Profeet Mohammed ﷺ binnenging kreeg ze de titel ‘Moeder van de gelovigen’. Na het heengaan van de Profeet Mohammed ﷺ rouwde ze veel om hem. Zij diende de islam met grote oprechtheid en diep geloof.

Allāh Ta’ālā openbaart: “Voor de mensen is de liefde tot begeerten schoonschijnend gemaakt, vrouwen, kinderen, stapels goud en zilver, raspaarden, vee en akkers. Dat is de voorziening van het leven dezer wereld, maar Allah is het, bij Wie het juiste einddoel ligt.” Surah al-Imrān (het huis van Imrān), H3, vers 14

Rechten van de vrouw

Vrouwen zijn geen slavinnen van hun mannen, maar hebben ook rechten en plichten. Zij hebben recht op een mahr (huwelijksgift) en een goede man. Doch, er zijn vrouwen die graag een goed geschoolde man wil hebben om mee nikāh te doen en van hem te leren zodat zij de Shari’ah beter kunnen belijden. Echter, nadat de man aan haar zegt dat haar handelingen tegen de Shari’ah indruisen worden zij agressief tegen hun man. Dit kan een teken zijn van munāfiq (huichelaar), tegen Allāh Ta’ālā zeggen een goede islam geleerde man te willen en als Allāh Ta’ālā haar met zo’n man in contact brengt voor nikāh beginnen de kwalen boven water te komen.

Allāh Ta’ālā openbaart:

وَٱلَّذِينَ يَرْمُونَ ٱلْمُحْصَنَاتِ ثُمَّ لَمْ يَأْتُواْ بِأَرْبَعَةِ شُهَدَآءَ فَٱجْلِدُوهُمْ ثَمَانِينَ جَلْدَةً وَلاَ تَقْبَلُواْ لَهُمْ شَهَادَةً أَبَداً وَأُوْلَـٰئِكَ هُمُ ٱلْفَاسِقُونَ

“En zij, die kuise vrouwen beschuldigen en geen vier getuigen brengen, geselt hen met tachtig slagen en aanvaardt hun getuigenis nooit meer, want dezen zijn overtreders.” Surah an-Noor (het Licht), H24, vers 4

 إِنَّ ٱلَّذِينَ يَرْمُونَ ٱلْمُحْصَنَاتِ ٱلْغَافِلاَتِ ٱلْمُؤْمِناتِ لُعِنُواْ فِي ٱلدُّنْيَا وَٱلآخِرَةِ وَلَهُمْ عَذَابٌ عَظِيمٌ

“Zij die kuise, gelovige vrouwen, die geen kwaad kennen, belasteren, zijn in deze wereld en in het Hiernamaals vervloekt. Voor hen is er een grote kastijding.” Surah an-Noor (het Licht), H24, vers 23

Imām Jalāluddin Suyuti haalt in zijn boek een hadīth aan: “Vrouwen behoren tot het leger van Iblīs.” Jinnāt wa Shayātin

Maar, Allāh Ta’ālā is Vergevensgezind en wie [man en vrouw] tauba (spijtbetuiging) doet aan de Schepper om nooit meer onheuse praktijken te doen wordt vergeven, omdat Allāh Ta’ālā houdt van moslims die spijt hebben van hun slechte daden.

Allāh Ta’ālā openbaart aan de mannen: “De vrouw is geen speeltje om mee te doen wat je maar wilt. Het is verboden om de gedachte op na te houden dat je een vrouw wil huwen om alleen seks. Zo een nikāh heeft geen toekomst en je hebt die vrouw vernedert. De nikāh is een ibādat, het is de toekomst van de groei van de moslimnatie.”

Allāh Ta’ālā openbaart:

 وَلاَ جُنَاحَ عَلَيْكُمْ فِيمَا عَرَّضْتُمْ بِهِ مِنْ خِطْبَةِ ٱلنِّسَآءِ أَوْ أَكْنَنتُمْ فِيۤ أَنْفُسِكُمْ عَلِمَ ٱللَّهُ أَنَّكُمْ سَتَذْكُرُونَهُنَّ وَلَـٰكِن لاَّ تُوَاعِدُوهُنَّ سِرّاً إِلاَّ أَن تَقُولُواْ قَوْلاً مَّعْرُوفاً وَلاَ تَعْزِمُوۤاْ عُقْدَةَ ٱلنِّكَاحِ حَتَّىٰ يَبْلُغَ ٱلْكِتَابُ أَجَلَهُ وَٱعْلَمُوۤاْ أَنَّ ٱللَّهَ يَعْلَمُ مَا فِيۤ أَنْفُسِكُمْ فَٱحْذَرُوهُ وَٱعْلَمُوۤاْ أَنَّ ٱللَّهَ غَفُورٌ حَلِيمٌ

“En er zal geen schuld op je rusten, indien gij niet rechtstreeks spreekt over een huwelijksaanzoek aan die vrouwen, of indien je dit in uw gedachten verborgen houdt. Allāh weet, dat je het haar zult zeggen. Maar belooft haar niets in het geheim tenzij je op de goede wijze spreekt. En besluit niet tot de huwelijksband, voordat de voorgeschreven wachttijd ten einde is. En weet, dat Allāh weet, wat in uw gedachten is en vrees derhalve voor Hem en weet, dat Allāh Vergevensgezind, Verdraagzaam is.” Surah al-Baqarāh (de koe), H2, vers 235

ٱلْيَوْمَ أُحِلَّ لَكُمُ ٱلطَّيّبَـٰتُ وَطَعَامُ ٱلَّذِينَ أُوتُواْ ٱلْكِتَـٰبَ حِلٌّ لَّكُمْ وَطَعَامُكُمْ حِلٌّ لَّهُمْ وَٱلْمُحْصَنَـٰتُ مِنَ ٱلْمُؤْمِنَـٰتِ وَٱلْمُحْصَنَـٰتُ مِنَ ٱلَّذِينَ أُوتُواْ ٱلْكِتَـٰبَ مِن قَبْلِكُمْ إِذَا ءاتَيْتُمُوهُنَّ أُجُورَهُنَّ مُحْصِنِينَ غَيْرَ مُسَٰفِحِينَ وَلاَ مُتَّخِذِيۤ أَخْدَانٍ وَمَن يَكْفُرْ بِٱلإِيمَٰنِ فَقَدْ حَبِطَ عَمَلُهُ وَهُوَ فِي ٱلآخِرَةِ مِنَ ٱلْخَٰسِرِينَ

“Alle goede dingen zijn u deze dag geoorloofd. Het voedsel der mensen van het Boek is u geoorloofd en uw voedsel is hun toegestaan. En geoorloofd zijn voor u kuise, gelovige vrouwen en kuise vrouwen uit het midden dergenen, wie het Boek was gegeven vóór u, wanneer gij haar, haar huwelijksgift geeft, een geldig huwelijk aangaande en geen ontucht plegende, noch heimelijk minnaressen nemende. En wie het geloof verwerpt, diens werk is waarlijk tevergeefs en hij zal in het Hiernamaals onder de verliezers zijn.” Surah al-Mā’idah (de tafel), H5, vers 5

Allāh Ta’ālā openbaart over mahr:

 وَءَاتُواْ ٱلنِّسَآءَ صَدُقَٰتِهِنَّ نِحْلَةً فَإِن طِبْنَ لَكُمْ عَن شَيْءٍ مِّنْهُ نَفْساً فَكُلُوهُ هَنِيئاً مَّرِيئاً

“En geeft de vrouwen gewillig haar mahr (huwelijksgift). Maar als zij naar haar eigen behagen u er een gedeelte van kwijtschelden, geniet het dan met genoegen en heilzaam gevolg.” Surah an-Nisā (de vrouwen), H4, vers 4

يَٰأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُواْ لاَ يَحِلُّ لَكُمْ أَن تَرِثُواْ ٱلنِّسَآءَ كَرْهاً وَلاَ تَعْضُلُوهُنَّ لِتَذْهَبُواْ بِبَعْضِ مَآ ءَاتَيْتُمُوهُنَّ إِلاَّ أَن يَأْتِينَ بِفَٰحِشَةٍ مُّبَيِّنَةٍ وَعَاشِرُوهُنَّ بِٱلْمَعْرُوفِ فَإِن كَرِهْتُمُوهُنَّ فَعَسَىٰ أَن تَكْرَهُواْ شَيْئاً وَيَجْعَلَ ٱللَّهُ فِيهِ خَيْراً كَثِيراً

“O, gij die gelooft [mannen], het is u niet geoorloofd, vrouwen te erven tegen haar wil, noch mag je haar tegenhouden opdat gij een gedeelte van wat gij haar hebt gegeven [mahr], moogt terugnemen, tenzij zij schuldig zijn aan een schandelijk kwaad [harām seks]; en blijft met haar vriendelijk omgaan en als gij afkeer van haar hebt, kan het zijn, dat gij afkeer hebt van iets, waarin Allāh veel goeds kan hebben gelegd.” Surah an-Nisā (de vrouwen), H4, vers 19

وَمَن لَّمْ يَسْتَطِعْ مِنكُمْ طَوْلاً أَن يَنكِحَ ٱلْمُحْصَنَٰتِ ٱلْمُؤْمِنَٰتِ فَمِنْ مَّا مَلَكَتْ أَيْمَٰنُكُم مِّن فَتَيَٰتِكُمُ ٱلْمُؤْمِنَٰتِ وَٱللَّهُ أَعْلَمُ بِإِيمَٰنِكُمْ بَعْضُكُمْ مِّن بَعْضٍ فَٱنكِحُوهُنَّ بِإِذْنِ أَهْلِهِنَّ وَآتُوهُنَّ أُجُورَهُنَّ بِٱلْمَعْرُوفِ مُحْصَنَٰتٍ غَيْرَ مُسَٰفِحَٰتٍ وَلاَ مُتَّخِذَٰتِ أَخْدَانٍ فَإِذَآ أُحْصِنَّ فَإِنْ أَتَيْنَ بِفَٰحِشَةٍ فَعَلَيْهِنَّ نِصْفُ مَا عَلَى ٱلْمُحْصَنَٰتِ مِنَ ٱلْعَذَابِ ذَلِكَ لِمَنْ خَشِيَ ٱلْعَنَتَ مِنْكُمْ وَأَن تَصْبِرُواْ خَيْرٌ لَّكُمْ وَٱللَّهُ غَفُورٌ رَّحِيمٌ

“En wie uwer het niet kan bekostigen vrije gelovige vrouwen [soenniet vrouwen] te huwen, hij huwe hetgeen gij bezit, namelijk gelovige slavinnen. En Allāh kent uw geloof het beste. U bent van elkander; huwt haar daarom met de toestemming van haar meesters en geeft haar een mahr (huwelijksgift) op de gebruikelijke wijze, kuis zijnde, geen ontucht plegende, noch er heimelijke minnaars [vrouwen die met vreemde mannen (blijven) chatten op Facebook, Whatsapp, andere social media, enz.] op nahoudende. En indien zij, nadat zij gehuwd zijn zich schuldig maken aan ontrouw [liegen voor hun man en seks hebben met andere mannen, enz.], geldt voor haar de helft van de straf, die voor de vrije vrouwen is voorgeschreven. Dit is voor degene uwer die vreest te zondigen. Maar het is beter voor u dat gij u weerhoudt en Allāh is Vergevensgezind, Genadevol.” Surah an-Nisā (de vrouwen), H4, vers 25

ٱلرِّجَالُ قَوَّٰمُونَ عَلَى ٱلنِّسَآءِ بِمَا فَضَّلَ ٱللَّهُ بَعْضَهُمْ عَلَىٰ بَعْضٍ وَبِمَآ أَنْفَقُواْ مِنْ أَمْوَٰلِهِمْ فَٱلصَّٰلِحَٰتُ قَٰنِتَٰتٌ حَٰفِظَٰتٌ لِّلْغَيْبِ بِمَا حَفِظَ ٱللَّهُ وَٱلَّٰتِي تَخَافُونَ نُشُوزَهُنَّ فَعِظُوهُنَّ وَٱهْجُرُوهُنَّ فِي ٱلْمَضَاجِعِ وَٱضْرِبُوهُنَّ فَإِنْ أَطَعْنَكُمْ فَلاَ تَبْغُواْ عَلَيْهِنَّ سَبِيلاً إِنَّ ٱللَّهَ كَانَ عَلِيّاً كَبِيراً

“Mannen zijn voogden over de vrouwen omdat Allāh de enen boven de anderen heeft doen uitmunten en omdat zij [mannen] van hun rijkdommen besteden. Deugdzame vrouwen zijn dus zij, die gehoorzaam zijn en heimelijk bewaren [wat tussen haar man en haar besproken en gedaan wordt], hetgeen Allāh onder haar hoede heeft gesteld. En degenen, van wie gij ongehoorzaamheid vreest, wijst haar terecht en laat haar in haar bedden alleen en tuchtigt haar. Als zij u dan daarna gehoorzamen, zoekt geen weg tegen haar. Waarlijk, Allah is Verheven, Groot.” Surah an-Nisā (de vrouwen), H4, vers 34

De Profeet Mohammed ﷺ zei: “Vrouwen zijn om vier redenen getrouwd: rijkdom, schoonheid, afkomst en religieuze toewijding. Kies degene die religieus toegewijd is, mogen uw handen met stof worden ingewreven [dat wil zeggen moge u voorspoedig zijn).” Sahīh al-Bukhārī, Sahīh Muslim


Translate »
error: Content is protected !!