Start transcriptie

Khutbah

‘Auzubillaahi minash shaytaan-ir-rajeem, Bismillaah-ir-Rahmaan-ir-Raheem.

Alhamdulillaah, nahmaduhu wa nasta’eenuhu wa nastaghfiruhu wa nu’minubihi wanatawakkalu ‘alayh, wa na’oodhubillaahi min shuroori anfusinaa wa min sayyiaati a’maalina man-yahdihillaahu falaa mud-hillalah, wa man yudhlilhu falaa haadiyalah, wa nash hadu an laa ilaa-ha illallaahu wahdahu laa shareekalah, wa nash hadu anna sayyidinaa wa nabiyyinna wa habeebina wa mawlaanaa Muhammad, sallallaahu Ta’alaa alayhi wa sallama ‘abdahu wa Rasooluh.  Alladhee ursila ilal khaliqi kaaffatan basheerawn wa nazweera, wa daa’iyan illallaahi bi idhnihi wa siraajan muneerah.

Wa bash-shiril mumineena bi-anna lahum minallaahi fadlan kabeera. Fahuwal habeebulladhi turjaa shafaa ‘atuhu likulli hawlim minal ahwaali muqtahimi.  Yaa ‘adli da’wati ashjaaru saajidatan tamshee ilahi ‘alaa saaquim bilaa quadamee.  Yaa Rab! Yaa rabbi saalli wa sallim daamiman sarmada ‘alaa Habeebika Khayril Khalqui kullihimi. Allaahumma salli ‘alaa Habeebika Sayyidina wa Mawlaanaa Muhammad Saahibil wajhil Anwar wal Jabeenil Azhar, salaatan wa salaaman ‘alayka yaa sayyidee yaa Rasoolallah.

Qalallaahu ‘Azzawajalla feeshaani Habeebihi Mukhbiranw Wa aami-rah. Innallaaha wa Malaa ikatahu yusalloona ‘alan-Nabee. Yaa-ayyuhal ladheena ‘amanu sallu ‘alahyi wa sallimu tasleema.  Allāhumma saalli ‘alaa Sayyidinaa wa Mawlaanaa Muhammad wa ‘alaa Aalihi wa Sahbihi wa sallam. Salaatan wa Salaaman ‘alayka Yaa Sayyidee Yā Rasoolallah.

Inleiding

Zijne Excellentie, gerespecteerde ‘ulema (islamitische Schriftgeleerden), mijn waarde broeders en zusters in islam, Assalāmu ‘alaikum wa Rahmatullāhi wa Barakātuhu.  Allereerst wil ik World Islamic Mission Canada feliciteren met het organiseren van de Derde Internationale Milād-Un-Nabi Conferentie, [Milād-e-Mustafa Conferentie].  Mijn felicitaties aan de organisatoren van World Islamic Mission en andere organisaties die geparticipeerd hebben met hand en spandiensten van de World Islamic Mission. Ik feliciteer alle organisaties van Canada voor hun deelname in de Milād-un-Nabi Conferentie en het organiseren van andere evenementen in Canada.

Tegelijkertijd dienen wij te denken over de plicht van moslims in Canada jegens islam en de plicht van islam op u. Ik zou een paar woorden aan u willen richten met betrekking tot dit punt. Als een moslim, volgeling van de Geliefde Profeet Sayyidul ‘Aalameen Muhammadur Rasūlullāh ﷺ (Sallallaahu ‘alayhi wa Sallam) nemen wij deel in deze veelbelovende gelegenheid van de Eid-e-Milād-Un-Nabi Conferentie. Doch, tegelijkertijd is het onze plicht om hem lief te hebben, hem te respecteren en onze kinderen te leren hoe zij de Geliefde Profeet ﷺ kunnen liefhebben. Dat is hoe islam in praktijk te brengen in dit deel van de wereld.

Geen straf wegens Profeet

Mijn beste broeders en zusters in islam, uw plicht jegens de islam is om te participeren in dit evenement. Tegelijkertijd wil ik u herinneren dat islam een godsdienst is, niet uw godsdienst. Als gelovigen (soenniet) moeten wij herinneren dat deze godsdienst voor dan 1.400 jaar in de deze wereld is geïntroduceerd en moeten wij ook onze Geliefde Profeet ﷺ gedenken, dan hij de enige levende Profeet is in deze wereld. Hij is de enige Profeet die hier met u is, die Medina al-Munawwarah stichtte en de hele moslimgemeenschap wereldwijd leidt. Dit betekent dat hij hier is, maar hoe is hij dan hier?

Allah Ta’ālā openbaart

وَمَا كَانَ ٱللَّهُ لِيُعَذِّبَهُمْ وَأَنتَ فِيهِمْ وَمَا كَانَ ٱللَّهُ مُعَذِّبَهُمْ وَهُمْ يَسْتَغْفِرُونَ

“En, Allah zal hen niet straffen zolang gij onder hen zijt noch zal Allah hen straffen indien zij om vergiffenis vragen.” Surah al-Anfāl (de oorlogsbuit), H8, vers 33

Bovenstaande betekent, dat zij (de heidenen) niet gestraft zullen worden, omdat de Heilige Profeet ﷺ daar aanwezig is, hij is onder hen. 

Deze woorden van de Heilige Qur’ān werden geopenbaard in de tijd van de Geliefde Profeet Sayyidul ‘Aalameen Muhammadur Rasūlullāh.  Er was geen straf, omdat hij daar aanwezig was. Daarna was er geen straf, maar straf werd gegeven aan de Ummah van Bani Isrā’īl, de kinderen van Israël.  Allah Ta’ālā veranderde hun gezichten. Zij werden gestraft door Allah. De kinderen van Israël, zij die Jezus volgden en zij die Mozes volgden.  Maar Allah heeft in de Heilige Qur’ān beloofd: “Wij gaan geen straf geven aan u”, zelfs niet aan de heidenen van Makkah vanwege uw aanwezigheid daar Yaa RasoolAllāh ﷺ. De Geliefde Profeet ﷺ is in de stad van Madînah, meer dan 1.400 jaar is voorbij gegaan en nog steeds is hij daar.

De Heilige Profeet is met zijn Ummah

Broeders en zusters, kunt u een stichter van een godsdienst vinden die nog steeds met zijn Ummah (volgelingen) is?

Ik heb getracht de (zogenaamde) heilige tombe van meneer Boeddha te lokaliseren.  Het kan in de hele wereld nergens worden gevonden.  Geen twijfel, ‘Gautham Boedh’, zijn overlijdingsplaats en zijn graf kan niemand vinden.  Net zo, hetzelfde geldt voor Jezus of Hazrat ‘Isa ‘alā Nabiyyinna wa ‘Alayhis salātu wa Salaam.  Jezus, de stichter van christendom is niet hier, hij is niet met zijn volgelingen.  Lichamelijk en geestelijk is Jezus niet hier. Meneer Boeddha is niet hier.  En over Mozes, de stichter van het Jodendom?  Vader van de joden, Musā ‘Alayhis salātu wa Salaam, Dawood ‘Alayhis salātu wa Salaam? U zult hun graven nergens in de wereld vinden.  Als u iemand vraagt over de vindplaats van de heilige tombe van Hazrat Musā ‘Alayhis salātu wa Salaam en Hazrat Yaqub ‘Alayhis salātu wa Salaam, zal u geen bevredigende antwoord krijgen.  Sommige zullen zeggen, misschien is het hier, andere zullen zeggen misschien is het daar, maar er zal geen enkele begraafplaats of graf van Sayyidinaa Musā of Dawood ‘Alayhis salātu wa Salaam gevonden worden.  Geen enkele stichter van een godsdienst is in deze wereld aanwezig, behalve de Geliefde Profeet Sayyidul ‘Alemīn Muhammadur Rasūlullāh ﷺ.  Hij is nog steeds met zijn Ummah.  Dat is wat Allah Ta’ālā openbaart: “Wa maa kaanallahu liyu ‘azzibahun wa anta fihim” in surah al-Anfāl (8:33) wat betekent dat de Geliefde Profeet ﷺ altijd met zijn Ummah verbonden is en altijd hier aanwezig. Iedere moslim, van welk werelddeel ook, wanneer hij wil kan hij verbonden zijn met de Heilige Profeet ﷺ.

De deur van Mustafa

Allah Ta’ālā openbaart in de Heilige Qur’ān:

 وَمَآ أَرْسَلْنَا مِن رَّسُولٍ إِلاَّ لِيُطَاعَ بِإِذْنِ ٱللَّهِ وَلَوْ أَنَّهُمْ إِذ ظَّلَمُوۤاْ أَنْفُسَهُمْ جَآءُوكَ فَٱسْتَغْفَرُواْ ٱللَّهَ وَٱسْتَغْفَرَ لَهُمُ ٱلرَّسُولُ لَوَجَدُواْ ٱللَّهَ تَوَّاباً رَّحِيماً

“Wij zenden geen Boodschapper of hij moet worden gehoorzaamd volgens Allāh’s Gebod; als zij tot u waren gekomen, toen zij hun ziel onrecht hadden aangedaan en Allah om vergiffenis hadden gevraagd en de Boodschapper ook om vergiffenis voor hen had gevraagd, zouden zij Allah voorzeker Berouw aanvaardend, Genadevol hebben bevonden.” Surah An-Nisā (de vrouwen) H4, vers 64

Dit vers betekent, als een moslim een fout begaat of een zonde begaat, “Walaw annahum izzalamu anfusahum”, hij aan de deur van de Heilige Profeet ﷺ dient te komen. Dit betekent, dat de deur van de Heilige Profeet ﷺ voor altijd open is.  Mijn deur en uw deur kunnen ieder moment gesloten worden naar uw believen. De deur van overheidsgebouwen kunnen gesloten zijn, maar de deur van Zijn Geliefde Profeet ﷺ is voor zijn Ummah ieder moment open.  Een moslim kan op ieder moment via zijn verbeelding, zijn visioen de Heilige Profeet Sayyidul ‘Alemīn Muhammadur RasoolAllāh ﷺ bereiken en in een ander vers van de Heilige Qur’ān Allah (S.W.T) verteld Allah Ta’ālā aan u hoe dicht bij de Profeet ﷺ bij u is.

Allah Ta’ālā openbaart in de Heilige Qur’ān:

ٱلنَّبِيُّ أَوْلَىٰ بِٱلْمُؤْمِنِينَ مِنْ أَنْفُسِهِمْ وَأَزْوَاجُهُ أُمَّهَاتُهُمْ وَأُوْلُواْ ٱلأَرْحَامِ بَعْضُهُمْ أَوْلَىٰ بِبَعْضٍ فِي كِتَابِ ٱللَّهِ مِنَ ٱلْمُؤْمِنِينَ وَٱلْمُهَاجِرِينَ إِلاَّ أَن تَفْعَلُوۤاْ إِلَىٰ أَوْلِيَآئِكُمْ مَّعْرُوفاً كَانَ ذَلِكَ فِي ٱلْكِتَابِ مَسْطُوراً 

“De Profeet is dichter bij de gelovigen dan zij zelven, en zijn vrouwen zijn hun moeders. En bloedverwanten zijn nader bij elkander volgens het Boek van Allāh, dan de gelovigen en de Muhājirin tenzij gij uw vrienden een gunst bewijst. Dit is in het Boek neergeschreven.” Surah al-Ahzāb (de confrères) H33, vers 6

De vertaling van “An-Nabiyyu” (eerste woord van het vers) is, de Profeet Muhammadur Rasūlullāh ﷺ is dichterbij “awlaa”, de Profeet is dichter bij de gelovige. Wat is de afstand tussen de Ummah en de Geliefde Profeet ﷺ?  Allah openbaart: “De Profeet is dichter bij de gelovigen dan zij zelven.”  Profeet Sayyidul ‘alamina Muhammadur Rasūlullāh ﷺ is dichter bij alle gelovigen, ongeacht waar zij zijn, in welk werelddeel dan ook, Oost of West, Noord of Zuid.  Voor alle moslims, volgelingen van Rasūlullāh ﷺ, de Profeet is dichter bij hen dan hun eigen ik. Dit is de status van de Profeet, hij is erg dichtbij u en daar hij erg dichtbij is, bent u ook dicht bij hem. Hoe kunt u dicht bij hem zijn?

Allah Ta’ālā openbaart in de Heilige Qur’ān:

 إِنَّ ٱللَّهَ وَمَلاَئِكَـتَهُ يُصَلُّونَ عَلَى ٱلنَّبِيِّ يٰأَيُّهَا ٱلَّذِينَ آمَنُواْ صَلُّواْ عَلَيْهِ وَسَلِّمُواْ تَسْلِيماً

“Allah en Zijn engelen zenden zegeningen over de Profeet; O gij die gelooft, zendt zegeningen over hem en wenst hem vrede met die eerbied toe.” Surah al-Ahzāb (de confrères) H33, vers 56

 Allāhumma salli ‘alaa aalihi wa Sahbihi Wa sallim]  Als u dichterbij, zeer dicht bij hem wilt zijn dan uw eigen ik, hoe kan dat? 

Alleen door de recitatie van Darood Sharīf.  Door de Darood te reciteren wanneer u salāt reciteert, staat u toe Rasūlullāh ﷺ lief te hebben.  Dus onze plicht is hem lief te hebben. Waarom zouden wij hem liefhebben?  Omdat hij onze Meester is.  Waarom zouden wij van hem houden? Omdat via hem wij weten over het bestaan van Allah en dat wij alleen Allah Ta’ālā dienen te aanbidden. Zonder de Heilige Profeet ﷺ zouden wij van Hem niets kunnen weten.  Toen wij de deur van de Heilige Profeet ﷺ bereikten, wisten wij van het bestaan van Allah, wij kwamen te weten dat namāz verplicht is, vijf keer per etmaal.  Toen wij de deur bereikten kwamen wij te weten over de verplichting in de maand Ramadān.  Toen wij de deur bereikten kwamen wij te weten dat Hajj eens in het leven verplicht is, als een moslim het zich kan veroorloven.  Toen wij de deur bereikten kwamen wij te weten over de openbaring van Allah Ta’ālā in de vorm van de Heilige Qur’ān dat aan hem was gegeven. Toen wij de deur bereikten kwamen wij te weten over de zegeningen van Allah Ta’ālā in de vorm van de Heilige Qur’ān, “Kalaamullahi ‘Azzawajal”.  Toen wij de deur bereikten kwamen wij te weten over de namāz, de verdiensten van namāz, de verdiensten van Haj, zakāt, vasten in Ramadān.  Toen wij de deur bereikten, ontvingen wij zegeningen van Allah Ta’ālā, omdat Hij de Genade is voor de mensheid. Hij is het centrum van de Genade van Allah Ta’ālā. De Genade van Allah Ta’ālā kwam via de persoonlijkheid van de Heilige Profeet Muhammadur Rasūlullāh ﷺ Door de Genade van Allah Ta’ālā verkregen wij zegeningen van Allah Ta’ālā, dat is toen wij de deur van de Heilige Profeet ﷺ bereikten.

Op dit moment moeten wij de Geliefde Profeet Sayyidul ‘Aalamina Muhammadur Rasūlullāh ﷺ gedenken. Wij dienen meer van hem te houden dan van onze kinderen, meer dan onze echtgenoten, meer dan onze familieleden.  Wij moeten hem liefhebben, omdat alles wat wij hebben en in het bijzonder de gunsten van Allah en de zegeningen van Allah Ta’ālā komt wegens de Heilige Profeet ﷺ. Dus dienen wij hem lief te hebben.

Ummul Mu’minin Sayyidina Aisha Siddiqāh (radi Allāhu anha), de echtgenote van de Geliefde Profeet ﷺ verhaalde, dat toen de Geliefde Profeet ﷺ na middernacht salāt ul-Layl (salāt Tahajjud) verrichtte, Allah Ta’ālā salāt Tahajjud in de Heilige Qur’ān noemde, het is een bijzonder gebed. Dit gebed was verplicht voor de Heilige Profeet ﷺ. Wij moeten de vijf verplichte namāz per etmaal verrichten. En de  Heilige Profeet ﷺ had op zes tijden namāz te verrichten en de zesde was de Tahajjud namāz. Dus stond hij daarvoor op.  Ummul Mu’minin Sayyidina Aisha Siddiqāh (radi Allāhu anha)  verhaalde, dat toen de Heilige Profeet ﷺ opstond voor namāz, hij sajdah (prosternatie) urenlang deed dat zij soms dacht dat hij dood was. Maar als hij daarna zij hoofd optilde in de vroege ochtend (nadat hij middernacht in sajdah was gegaan) deed hij du’ā (smeekbede) voor zijn Ummah “Yaa Rabirham Ummati, Yaa Rabighfir Ummati” (O Allah vergeef mijn Ummah). Gedurende de nachten deed hij geen smeekbede voor zichzelf. Voor zichzelf vragen was geen noodzaak, omdat hij gekozen was door Allah Ta’ālā. “ljtabaahullah, ljtabaahu”. Allah Ta’ālā heeft hem gekozen als superieur boven alle Profeten en na hem als superieur gekozen te hebben heeft Allah Ta’ālā hem gezegend. Er is geen superieur boven hem onder de scheppingen van Allah Ta’ālā. Allah Ta’ālā heeft hem aangewezen voor dit doel. Toen hij vergiffenis vroeg voor zijn Ummah, werd zijn smeekbede zonder enige twijfel geaccepteerd.  Overeenkomstig, zoals hij smeekbede deed voor zijn Ummah, zo is het de plicht van de Ummah om hem lief te hebben en tegelijkertijd uw leven toe te wijden aan wat de Heilige Profeet ﷺ heeft gezegd. U dient uw leven aan hem toe te wijden.

Plicht van een moslim

Als een moslim is het onze plicht de islam te beschermen en verdedigen. Dit zijn twee belangrijke woorden. Broeders en zusters in islam, u zult nu het bericht horen van deze conferentie. De Geliefde Profeet ﷺ houdt van u, zie hoe hij in de nacht opstond en smeekbede deed bij Allah voor uw vergiffenis. En wat is uw plicht? 

Uw plicht is om de godsdienst islam te beschermen welke was gegeven aan de Geliefde Profeet Sayyidul ‘Aalameen Muhammadur Rasūlullāh ﷺ en herinner mijn waarde broeders en zusters, als u islam in dit land beschermt, niet alleen in dit land, maar in de hele wereld waar u ook heen gaat om u te vestigen of niet,  Allah weet beter. Maar weet, dat u plicht is om islam te beschermen, om de dien (godsdienst) te beschermen, om de Heilige Qur’ān te beschermen, om de wetenschappen van Allah Ta’ālā te beschermen, de leerstellingen van de Geliefde Profeet Sayyidul ‘Aalameen Muhammadur Rasūlullāh ﷺ. Bijvoorbeeld een waar gebeurtenis. Er was een dame die maaltijd bereidde met haar baby in haar arm en dicht bij het vuur.  Op het moment dat de dame de mu’adhin de Azān hoorde roepen vanuit de masjid (moskee) liet zij onmiddellijk haar baby daar en stond voor salāt (namāz = gebed). Toen zij haar namāz verrichtte hoorde zij een stem zeggen: “U let niet op uw baby”.  Shaytaan (duivel) probeerde haar te onderbreken. Nadat zij haar namāz had verricht kon zij haar baby nergens zien en werd zij gechoqueerd.  De baby speelde met het vuur. Zij was verbaasd. Een stem kwam van de engelen die zeiden: “U beschermde uw namāz, u beschermde wat verplicht is, u kwam uw plicht jegens Allah Ta’ālā na en Allah Ta’ālā beschermde uw kind.”

Allah Ta’ālā openbaart in de Heilige Qur’ān: intansurullaha Yansurkum Wa Yuthabbit Aqdaamakum.

“Als u verdediger wordt van uw ware godsdienst Islam, dan zal Allah u beschermen.” Islam dient dus verdedigd te worden.”

Wel broeders en zusters, als u frequent de moskee begint te bezoeken zullen de gewone mensen zeggen:  “Daar gaat een fundamentalist”.  Als onze zuster in islam haar hoofd bedekt en naar de moskee gaat wordt zij gezien als een fundamentalist. U ziet en ik heb gezien dat joden en christenen naar de kerk gaan met hun hoofd ook bedekt, maar niemand noemt ze fundamentalisten.  Wanneer moslim jongens een hoofddeksel opzetten worden zij meteen gezien voor fundamentalisten. Onze zusters zijn fundamentalisten genoemd en nu worden onze broeders ook fundamentalisten genoemd. Wanneer de joodse man, vrouw en kinderen naar de synagoge gaan en kleine hoofddeksels hebben opgezet noemt niemand hen fundamentalisten.  Waarom worden moslims fundamentalisten genoemd?

Wij hebben in onze godsdienst een fundering en wij geloven in de fundamenten van islam. Wij geloven in de “Ashadu anlaa Ilāha IllAllāh Wa Ash’hadu anna Muhammadan Abduhu Wa Rasooluh”.  Dit is ons fundament, wij geloven in vijf gebedstijden, wij geloven in vasten gedurende de heilige maand Ramadān, dit is onze fundering.  De Geliefde Profeet Sayyidul ‘Aalameen Muhammadur Rasūlullāh ﷺ heeft gezegd: “Buniyal Islaamu ‘alaa Khamsin”.  Het fundament van islam zijn de vijf zuilen: Shahāda, salāt, sawm, zakāt en hadj.  Deze zijn de fundamentele beginselen van islam. Dus, als een moslim zegt: “Ik ben geen fundamentalist, wat bedoeld hij dan eigenlijk?”  U moet vol trots zeggen: “Ja, sinds mijn geloof een fundering heeft, ben ik een fundamentalist.  U (niet-moslims) hebben geen fundering, dus kunnen jullie niet zeggen fundamentalisten te zijn.”  Zij (niet-moslims) hebben geen fundering.  “Mijn Profeet, de stichter van de godsdienst islam is daar in Medina al-Munawwarah.  En geen andere Profeet is in deze  wereld aanwezig. Dus, Alhamdulillaah, mijn godsdienst, mijn geloof is perfect.  Daarom ben ik blij een moslim te zijn.”

Trots een moslim te zijn, de boodschap van Milād-un-Nabi

Waar komt het door, dat u bang bent voor de vijanden van de islam? 

De belangrijkste reden is dat u, Ummah al-Islamiyya, uzelf hebt gesplitst. Er zijn sommige personen onder u die blij zijn Pakistanen te zijn, er zijn enkele die blij zijn Arabieren te zijn, er zijn sommige die trots zijn Somaliërs te zijn, er zijn ook enkele die trots zijn van India te zijn en blij Indiërs te mogen zijn. Maar ik ben trots, dat ik een moslim ben. Dit is mijn identiteit.  Als u in dit land woont, dient u te leven met de identiteit van islam. Als u islam beschermd zal Allah Ta’ālā u beschermen.

De kleur van onze huid maakt geen verschil. U ziet dat er moslims zijn, sommige zijn blank en leven in Europese landen. Wat is met hen gebeurd? U weet het heel goed. Onze moslim broeders in Bosnië, onze moslimbroeders in Albanië, zij zijn blank, maar wat is met hen gebeurd, u weet het bliksems goed. Het is nodig om de massamoorden die plaatsvonden in Bosnië te memoreren. Het is niet nodig te herinneren hoe moslimvrouwen werden verkracht. Het niet nodig dit allemaal voor de geest te halen, maar het punt is, als u uzelf en uw kinderen zal Allah Ta’ālā u beschermen.  Hoe kan het gedaan worden? 

Allah Ta’ālā openbaart in de Heilige Qur’ān:

وَمَنْ أَحْسَنُ قَوْلاً مِّمَّن دَعَآ إِلَى ٱللَّهِ وَعَمِلَ صَالِحاً وَقَالَ إِنَّنِي مِنَ ٱلْمُسْلِمِينَ

“En wie spreekt beter woord dan hij die mensen tot Allah uitnodigt en goede werken doet en zegt: ‘Waarlijk, Ik behoor tot de moslims’.” Surah al-Fussilat, H41, vers 33

Dit is mijn identiteit, ik ben een moslim.  Ik ben trots, dat ik een moslim ben. Van bovenstaand vers leiden wij af, dat u trots moet zijn een moslim te zijn. Uw nationaliteit is op de tweede plaats. U kunt een moslim zijn van Pakistan of een moslim van India. Het is niet nodig de nationaliteit van Pakistan of India groot aanzien te geven. Het is niet nodig de Arabische nationaliteit te verheffen. Deze zijn alleen voor introductie doelstellingen. Uw identiteit is, dat u een volgeling bent van Rasūlullāh ﷺ en behoort tot zijn Ummah.  Dit de boodschap van Milād-un-Nabi ﷺ.

U kent het verhaal van Hazrat Bilāl Habashī (radi Allāhu anhu). Ook Abu Jahal was daar. Maar wie was dichter bij de Geliefde Profeet Sayyidul ‘Aalameen Muhammadur Rasūlullāh ﷺ?  Bilāl uit Habash, van de kop van Afrika, was een zwarte persoon maar heel dicht bij de Heilige Profeet ﷺ. En wat was de afstand tussen Abu Jahal en Abu Lahab tot de Heilige Profeet ﷺ?  Abu Jahal was Arabier, Abu Lahab was ook een Arabier, de Arabische taal sprekend en beide geboren in de stad van de Geliefde Profeet ﷺ, maar Bilāl Habashī (radi Allāhu anhu)was heel dicht bij de Heilige Profeet ﷺ en wij weten achteraf ook wat met Abu Jahal is gebeurd.

Dus, het zeggen dat alleen mensen die onze taal spreken onze broeders zijn is een onjuist concept in islam. Denken dat een bepaalde persoon van het Arabische schiereiland of van Pakistan een vroom persoon is, is onjuist. Een vroom persoon is een moslim, die ongeacht de taal of land van afkomst angst heeft voor Allah Ta’ālā in zijn hart. Sayyidina Bilāl (radi Allāhu anhu), wij noemen hem “Sayyidina” omdat het meester betekend. Sayyidina Umar (radi Allāhu anhu)  is van Arabië, hij was een Arabisch  sprekende persoon.  Umar (radi Allāhu anhu) van Makkah-ul-Mukarramah is heel dicht bij de Heilige Profeet ﷺ, maar hij zei vol trots wanneer hem gevraagd werd:  “Bilāl huwa Sayyidena” (is Bilāl onze Meester)?”  Umar (radi Allāhu anhu) antwoordde: “Bilāl is onze Meester”.  De Heilige Profeet ﷺ kwam om al deze begrenzingen en discriminaties te vernietigen. Er is geen nationale discriminatie in islam. 

Mijn beste broeders en zusters in islam, als u heeft gekozen om in dit land te wonen en leven, leef dan als een moslim en ga dood als een moslim. Uw identiteit is islam net zoals uw Meester de Geliefde Profeet Sayyidul ‘Aalameen Muhammadur Rasūlullāh ﷺ is. 

Allah Ta’ālā openbaart

يٰأَيُّهَا ٱلَّذِينَ آمَنُواْ ٱتَّقُواْ ٱللَّهَ حَقَّ تُقَاتِهِ وَلاَ تَمُوتُنَّ إِلاَّ وَأَنْتُمْ مُّسْلِمُونَ

“O gij die gelooft, vreest Allah zoals het behoort en sterft niet, tenzij gij moslim zijt.” Surah al-Imrān, H3, vers 102

Moge Allah Ta’ālā Zijn gekozen zegeningen sturen op u allen en ons de kracht geven om de islam te beschermen, onze Imān (geloof), onze dien (godsdienst), de laatste godsdienst.

Wa Aakhiru da‘waana anhi-lhamdu Lillaahi Rabbil ‘alamin


Translate »
error: Content is protected !!