Inleiding

Tegenwoordig laten veel geloofsgenoten (soenniet) zich in de dwaling meeslepen door de andersgelovigen (badd-aqīda die naar de Hel gaan), dat Hāzir-o-Nāzir van de Heilige Profeet Mohammed ﷺ onmogelijk is, sinds hij is overleden. Wij soenniet zeggen, dat inderdaad conform de Heilige Qur’ān iedere ziel de dood zal beleven (Surah al-Imrān), maar wij zeggen ook dat Allāh Ta’ālā de overleden personen zal doen herleven. Over het algemeen weten de moslims (uit de ahadīth), dat het gaat gebeuren op de Dag des Oordeels. Daarnaast weten de volgelingen (soenniet) van de Heilige Profeet ﷺ ook uit islamitische schriftelijke bronnen, dat voor Allāh Ta’ālā het niet onmogelijk is ook in het graf de mensen tot leven te brengen. Zo heeft de Heilige Profeet ﷺ tijdens zijn verheven Mirāj Sharīf (hierin geloofd de Ahmadiya ook niet) mogen aanschouwen, dat niet alleen in het graf Profeet Musā (alayhis salām) in leven was, maar ook in de hemel. Is de Dag des Oordeels, dan al geweest? Neen, dus voor Allāh Ta’ālā is alles mogelijk!

Dit artikel Hāzir-o-Nāzir is het concept waarover ik u meer wil vertellen. O soenniet, laat geen badd-aqīda bij u lezingen houden, want weet zij spugen vuur en hebben geen respect voor de Heilige Profeet ﷺ. Zij zullen u meeslepen naar de Hel! Gebruik uw kostbare zintuigen en lichaamsdelen en onthoud heel goed het volgende vers.

Allāh Ta’ālā openbaart:

 وَلَقَدْ ذَرَأْنَا لِجَهَنَّمَ كَثِيراً مِّنَ ٱلْجِنِّ وَٱلإِنْسِ لَهُمْ قُلُوبٌ لاَّ يَفْقَهُونَ بِهَا وَلَهُمْ أَعْيُنٌ لاَّ يُبْصِرُونَ بِهَا وَلَهُمْ آذَانٌ لاَّ يَسْمَعُونَ بِهَآ أُوْلَـٰئِكَ كَٱلأَنْعَامِ بَلْ هُمْ أَضَلُّ أُوْلَـٰئِكَ هُمُ ٱلْغَافِلُونَ

“Voorwaar, Wij hebben menige djinn en mens geschapen wier einde de Hel zal zijn; zij hebben harten maar begrijpen er niet mede en zij hebben ogen maar zij zien er niet mede en zij hebben oren maar zij horen er niet mede; zij zijn als vee, neen zij dwalen nog meer [dan dit], zij zijn de achtelozen.” Surah al-A’rāf (de verheven plaatsen) H7, vers 179

Moge Allāh Ta’ālā de soenniet beschermen tegen dwaling!

De dood

Conform de Heilige Qur’ān, Surah al-Imrān, zal alles komen te overlijden of vergaan. Dus hebben de profeten van Allāh Ta’ālā ook overeenkomstig het Qur’ān vers het proces van de doodintrede meegemaakt. Zij werden geconfronteerd met de dood, maar dat was voor een korte duur. Tegelijkertijd werden zij door Allāh Ta’ālā weer tot leven gebracht zoals zij tijdens het aardse leven in leven waren. Nu zijn alle profeten vanaf Profeet Adam (alayhis salām) tot en met de laatste Heilige Profeet Mohammed ﷺ weer in leven.

Allāma Baihāqi (Rahmatullāhi alay) had veel artikelen als bewijsmateriaal verzameld over het leven van de profeten na de dood.

Allāma Jalāluddin Suyuti (Rahmatullāhi Alay) heeft ook een boek geschreven op dit onderwerp en er zijn eveneens zoveel Schriftgeleerden die over dit onderwerp hebben geschreven.

Allāh Ta’ālā openbaart:

وَلاَ تَقُولُواْ لِمَنْ يُقْتَلُ فِي سَبيلِ ٱللَّهِ أَمْوَاتٌ بَلْ أَحْيَاءٌ وَلَكِن لاَّ تَشْعُرُونَ

“En zeg niet van degenen, die voor Allāh’s zaak zijn gedood, dat zij dood zijn; neen, zij leven, maar gij bemerkt het niet.” Surah al-Baqarāh (de koe), H2, vers 154

Wat zegt de Heilige Qur’ān over Hāzir-o-Nāzir?

Hāzir en Nāzir (aanwezig zijn en getuigen) wordt in de Heilige Qur’ān uitgelegd. Voordat wij dat gaan bestuderen staan wij stil bij beide begrippen. Deze terminologie wordt als volgt verhelderd:

Hāzir: aanwezig zijn (fysiek of spiritueel)
Nāzir: zien of aanschouwen met de eigen ogen (zowel van dichtbij als van ver).

Weet, dat voor daadwerkelijk aanwezig zijn en aanschouwen u ‘bewust dient te zijn van’ en ‘begrijpen’ van wat u ziet. Bijvoorbeeld, een persoon Said is in zijn huis en kijkt naar de televisie-uitzending van Jumu’ah (vrijdaggebed) in Mekka. Hieruit kunt u afleiden, dat Said thuis fysiek aanwezig (hāzir) is en ziet (nāzir) de uitzending in zijn huis uit Mekka. Nu ziet Said met zijn eigen ogen, dat de Imām het Jumu’ah gebed voorgaat in Mekka ondanks dat Said in Paramaribo zit. Over dit feit, terwijl Said in Paramaribo zit en kijkt naar de gebeurtenis in Mekka, heeft Said twee bekwaamheden nodig om getuige te worden van de gebeurtenis in Mekka. Hij moet zich ervan bewust zijn van wat hij hoort en wat hij ziet, maar ook van wat hij begrijpt van de gebeurtenis. Daarom, wanneer Said voldaan heeft aan de genoemde voorwaarden (aanwezig zijn en zien) samen met de bekwaamheid om de gebeurtenis te bevatten, dan zal Said als getuige van de gebeurtenis erkend kunnen worden.

Stel dat Said nu blind en doof is, dan kan Said niet als een realistische getuige genoemd kunnen worden, omdat hij niet voldoet aan de voorwaarden om als getuige erkend te worden. Daarom, een getuige is iemand die hāzir en nāzir is bij een gebeurtenis en de gebeurtenis volledig begrijpt.

Was de getuige Said nu fysiek aanwezig in Mekka om de gebeurtenis te aanschouwen, was hij spiritueel aanwezig of zag hij alles live via de satelliet?

Het is dus duidelijk, dat niemand nāzir kan zijn zonder ook hāzir te zijn, beide voorwaarden gaan samen, hand in hand. Dit is een heel belangrijke punt om te bevatten. Nu u de begrippen hāzir en nāzir samen met de definitie van getuigenis heeft begrepen, gaan wij kijken wat in de Heilige Qur’ān staat over de Heilige Profeet ﷺ.

Allāh Ta’ālā openbaart:

يٰأَيُّهَا ٱلنَّبِيُّ إِنَّآ أَرْسَلْنَٰكَ شَٰهِداً وَمُبَشِّراً وَنَذِيراً

“O Profeet, Wij hebben u als getuige, drager van blijde tijdingen en waarschuwer gezonden.” Surah al-Ahzāb (33) H33, vers 45

Tafsir Imām Jalāluddin Suyuti: “O profeet! Inderdaad, wij hebben u als getuige gezonden tegen degenen naar wie u gezonden bent en als een drager van goede tijdingen voor degenen die uw oprechtheid van het Paradijs bevestigen en als waarschuwer voor degenen die u van de straf van het vuur verloochenen.

فَكَيْفَ إِذَا جِئْنَا مِن كُلِّ أُمَّةٍ بِشَهِيدٍ وَجِئْنَا بِكَ عَلَىٰ هَـٰؤُلاۤءِ شَهِيداً

“En wat geschiedt, wanneer Wij een getuige van elk volk zullen roepen en u als getuige tegen deze zullen brengen.” Surah an-Nisā (de vrouwen) H4, vers 41

Let op! In bovenstaande verzen wordt de Heilige Profeet ﷺ getuige genoemd voor alle naties die Allāh Ta’ālā op aarde heeft gezet. Dan moet de Heilige Profeet ﷺ toch aanwezig moeten zijn geweest en zelf ook met eigen ogen gezien (nāzir) hebben gezien wat gebeurt, dus is hij ﷺ nog steeds aanwezig (hāzir) na zijn aardse leven, anders kan hij niet getuigen over de moslim en de andersgelovigen van de afgelopen 1400 jaar tot de Dag des Oordeels. Een ander aspect is zijn aanwezigheid bij de ondervraging in het graf van de overleden mensen (moslims en niet-moslims).

Zo zijn er veel meer verzen over dit onderwerp in de Heilige Qur’ān.

Is Allāh Ta’ālā hāzir en nāzir?

De ongelovigen zeggen, dat alleen Allāh Ta’ālā hāzir en nāzir is om alles op ieder moment te kunnen overzien. Dit is niet waar, omdat Allāh Ta’ālā niet afhankelijk is van tijd en plaats. Allāh Ta’ālā is eeuwig hāzir en nāzir zonder tijd en zonder plaats, want Allāh Ta’ālā was er altijd, zelfs toen niets en ook de Noor (het Licht) van de Heilige Profeet ﷺ niet geschapen was. Toen was er ook geen tijd en plaats.

Allāh Ta’ālā Zijn attributen zoals Leven, Kennis, Macht en Rede zijn zonder tijd en zonder plaats. Zo zijn Allāh Ta’ālā Zijn attributen! Allāh Ta’ālā Zijn attributen zijn altijd aanwezig geweest en zal voor eeuwig blijven voortbestaan, ook na de Dag des Oordeels.

Imān van Ahle Sunnah wal Jamā’ah

Het is het geloof van de Ahle Sunnah wal Jamā’ah, dat de Heilige Profeet Mohammed ﷺ de macht heeft gekregen van Allāh Ta’ālā om hāzir en nāzir te zijn. Sommige mensen zeggen: “De soenniet geloven dat de Heilige Profeet ﷺ net als Allāh Ta’ālā aanwezig is.” Dit is volkomen onjuist! De soenniet geloven niet in de gelijkwaardigheid van Allāh Ta’ālā en de Heilige Profeet ﷺ.

Ten slotte, de Ulema hebben de woorden “Hāzir-o-Nāzir” voor de Heilige Profeet ﷺ gebruikt. Dit hebben zij afgeleid van onder andere de Qur’ān verzen die in dit artikel zijn gememoreerd.


Translate »
error: Content is protected !!