Inleiding

Deze thesis ‘de analyse van Mehfil-e-Milād voor de Munkir-e-Milād’ is een islamitisch onderzoek antwoord aan de tegenstanders van de viering der geboortedag van de Heilige Profeet Mohammed ﷺ.

O vijanden van de Profeet ﷺ, leest u deze thesis zonder vooroordeel en  ontdek de Waarheid!

Als iemand beweert, dat het vieren van de geboortedag van de Heilige Profeet Mohammed ﷺ  een kufr, shirk of bid’ah is, zal ik hem/haar vragen: “Waar staat in de Heilige Qur’ān of Hadith Sharīf, dat het vieren van de Milād-un-Nabi ﷺ  op welke dag dan ook en in het bijzonder op 12 Rabbi-Awel verboden is?” In tegenstelling tot, Allah Ta’ālā openbaart in de Heilige Qur’ān Zelf de details van Hazrat Adam (alayhis salām)  , Zijn schepping en de details van de geboorte van Hazrat ‘Isa (Jezus) (alayhis salām). Vrijwel alle profeten van Allah Ta’ālā hebben hun Ummah (volgelingen) de komst van de laatste Profeet Mohammed ﷺ  aangekondigd.

De Heilige Profeet Mohammed ﷺ  is een vitale schakel tussen Allah Ta’ālā en de mensheid én de liefde van de Profeet Mohammed ﷺ is een essentieel onderdeel van iemands Iman. Daarom, Allah Ta’ālā beveelt de moslims in de Heilige Qur’ān om de Profeet Mohammed ﷺ  te volgen: “Zeg: O, mensen! Indien u van Allah houdt, volg mij, Allah zal u liefhebben en uw slechte daden vergeven.” Surah Ale-Imrān, vers 31

De openbaring is dubbelzinnig. Aan de ene kant wordt gezegd, dat de mensen Heilige Profeet ﷺ moeten volgen indien wij van Allah Ta’ālā houden en aan de andere kant wordt gezegd dat wij de Heilige Profeet ﷺ moeten volgen als wij door Allah Ta’ālā geliefd willen worden. Met andere woorden, zover het gaat over de liefde van Allah Ta’ālā, is het volgen van de Heilige Profeet ﷺ een voorwaarde. Dit is wat Allah Ta’ālā verklaart. 

De Heilige Profeet ﷺ verklaart: “Geen van jullie is een momīn (gelovige) zolang ik voor u niet veel dierbaarder ben dan uw ouders, kinderen en andere personen.” Sahīh Bukhārī 

Met andere personen wordt hier eveneens bedoeld uw (bloed)verwanten, vrienden, autoriteiten, enzovoorts. Het is juist deze hemelse liefde die iedere moslim momīn in het hart voelt en veel respect, na Allah Ta’ālā, toont aan onze geliefde Profeet ﷺ. Zodra de maand Rabbi-Awwal nadert beginnen de Ashiq-e-Rasool (liefhebbers van de Profeet) met veel vreugde de viering van de geboortedag van hun Aaqa (Leider) Mohammed ﷺ in de vorm van Mehfil-e-Milād. 

Ongelukkigerwijs, er zijn mensen die zich moslims noemen en de onschuldige moslims misleiden door de Mehfil-e-Milād shirk en bid’ah te noemen. Zij belemmeren de trouwe moslims de geboortedag van de Heilige Profeet ﷺ te laten vieren door te zeggen dat zij door Allah Ta’ālā niet gezegend zullen worden. Wat wij wel zien, is dat de verwerping van de viering der geboortedag van onze Heilige Profeet ﷺ vergeten wordt door deze mensen als het erop aankomt de verjaardag en Aqīqa (offer ter gelegenheid van de geboorte van een kind dat dient als bescherming aan Allah vragen in geval van toekomstige ernstige ziektes) van hun kinderen te vieren. Dat vinden zij niet dat wat zij doen shirk en bid’ah is.

Mehfil-e-Milād componenten

De aanleiding voor deze thesis is om de tegenstanders, maar ook om onze soenniet moslim broeders en zusters te laten inzien, dat de viering van Mehfil-e-Milād niet indruist tegen de Shari’ah, maar juist in overeenstemming is met de spirit van de islam. Als iemand het niet leuk vindt om de Mehfil-e-Milād te vieren wil dat nog niet zeggen, dat de viering verboden is. Met andere woorden, als iemand de islam niet praktiseert wil dat nog niet zeggen dat de islam slechts is. De wonderlijke Mehfil-e-Milād bestaat uit de volgende onderdelen die doorgaans ook bij Milād-un-Nabi ﷺ  viering te zien is: 

  •  Recitatie van de Qur’ān-ul-Hakiem 
  •  Hamd-e-Allah Ta’ālā
  •  Naat-e-Rasool ﷺ
  •  Toespraken over het leven van de Profeet Mohammed 
  •  Salāt (tazīm en Duroed)-o-Salaam
  •  Du’ā (smeekbede)
  •  Distributie van siernie (zoetigheid) en maaltijd.
Analyse

In het vervolg van deze thesis wil ik analyseren om te weten of de in paragraaf 2 genoemde Milād componenten tegen de islam indruist.

Recitatie van de Qur’ān-ul-Hakiem 

Niemand heeft bezwaar tegen recitatie van de Heilige Qur’ān. 

Hamd-e-Allah Ta’ālā 

Hamd is een manier om Allah Subhana wa Ta’ālā te lof prijzen. Ieder atoom in het universum zegt de Tasbīh van Allah Ta’ālā op. Zikr-e-Allah is vrede en rust voor het hart van de momīn. Munkir-e-Milād (tegenstanders) hebben geen bezwaar hierop. 

Naat-e-Rasool ﷺ 

Naat-e-Rasool ﷺ is een manier om onze geliefde Profeet ﷺ te lof prijzen in de vorm van poëzie of gedichten. Het lezen van Naat geeft haat en nijd aan de Munkir-e-Milād en wederom laten zij hun ware gezicht zien door Naat khawān mushrik en bid’atti enzovoorts te noemen.

De Qur’ān-ul-Hakiem lofprijst de Sāhib-e-Qur’ān ﷺ, het bewijs vinden wij in de volgende verzen van de Heilige Qur’ān die gaan over het eerbiedigen en lof prijzen van de Heilige Profeet Mohammed Mustafa ﷺ:

وَرَفَعْنَا لَكَ ذِكْرَكَ

“En Wij hebben voor u [Profeet Mohammed] uw herdenking [viering] verheerlijkt” Surah Al-Sharh (opbloeien, ontplooien), H94, vers 4

إِنَّ ٱللَّهَ وَمَلاَئِكَـتَهُ يُصَلُّونَ عَلَى ٱلنَّبِيِّ يٰأَيُّهَا ٱلَّذِينَ آمَنُواْ صَلُّواْ عَلَيْهِ وَسَلِّمُواْ تَسْلِيماً

“Ongetwijfeld, Allah en Zijn Engelen sturen zegeningen op de Profeet de verkondiger van het onzichtbare nieuws, O gelovige! Stuur op hem zegeningen en saluut (Tazīm) hem met vol respect, in overvloed.” Surah Al-Ashāb Samenspannen), H33, vers 56

وَمَآ أَرْسَلْنَاكَ إِلاَّ رَحْمَةً لِّلْعَالَمِينَ

“En Wij hebben u niet gestuurd, doch als zegen der Werelden.” Surah Anbiya (de Profeten), H21, vers 107

 ٱلنَّبِيُّ أَوْلَىٰ بِٱلْمُؤْمِنِينَ مِنْ أَنْفُسِهِمْ وَأَزْوَاجُهُ أُمَّهَاتُهُمْ وَأُوْلُواْ ٱلأَرْحَامِ بَعْضُهُمْ أَوْلَىٰ بِبَعْضٍ فِي كِتَابِ ٱللَّهِ مِنَ ٱلْمُؤْمِنِينَ وَٱلْمُهَاجِرِينَ إِلاَّ أَن تَفْعَلُوۤاْ إِلَىٰ أَوْلِيَآئِكُمْ مَّعْرُوفاً كَانَ ذَلِكَ فِي ٱلْكِتَابِ مَسْطُوراً

“De Profeet is dichter bij de gelovigen dan zij zelven, en zijn vrouwen zijn hun moeders. En bloedverwanten zijn nader bij elkander volgens het Boek van Allāh, dan de gelovigen en de Muhājirin tenzij gij uw vrienden een gunst bewijst. Dit is in het Boek neergeschreven.” Surah Al-Ashāb Samenspannen),  H33, vers 6

مَّنْ يُطِعِ ٱلرَّسُولَ فَقَدْ أَطَاعَ ٱللَّهَ وَمَن تَوَلَّىٰ فَمَآ أَرْسَلْنَاكَ عَلَيْهِمْ حَفِيظاً

“Wie de boodschapper gehoorzaamt, gehoorzaamt inderdaad Allāh en wie zich afkeert – tot hen hebben wij u niet als bewaker gezonden.”  Surah An-Nisā (de vrouw), H4, vers 80 

 لَّقَدْ كَانَ لَكُمْ فِي رَسُولِ ٱللَّهِ أُسْوَةٌ حَسَنَةٌ لِّمَن كَانَ يَرْجُواْ ٱللَّهَ وَٱلْيَوْمَ ٱلآخِرَ وَذَكَرَ ٱللَّهَ كَثِيراً }

“Wij hebben daadwerkelijk een mooi patroon (gedrag, houding) in de Apostel van Allah voor eenieder die hoop heeft in Allah en de Laatste Dag.” Surah Al-Ashāb Samenspannen), H33, vers 21

 قَدْ نَرَىٰ تَقَلُّبَ وَجْهِكَ فِي ٱلسَّمَآءِ فَلَنُوَلِّيَنَّكَ قِبْلَةً تَرْضَاهَا فَوَلِّ وَجْهَكَ شَطْرَ ٱلْمَسْجِدِ ٱلْحَرَامِ وَحَيْثُ مَا كُنْتُمْ فَوَلُّواْ وُجُوِهَكُمْ شَطْرَهُ وَإِنَّ ٱلَّذِينَ أُوتُواْ ٱلْكِتَابَ لَيَعْلَمُونَ أَنَّهُ ٱلْحَقُّ مِن رَّبِّهِمْ وَمَا ٱللَّهُ بِغَافِلٍ عَمَّا يَعْمَلُونَ

“Waarlijk, Wij zien jouw aangezicht zich naar de hemel wenden, daarom zullen Wij je tot beheerder maken van de Qiblah, die u behaagt. Wend daarom je aangezicht naar de Heilige Moskee en waar je ook mag zijn, wendt jouw aangezicht daarheen. En voorzeker, zij wie het Boek is gegeven, weten, dat dit de Waarheid is van hun Heer; Allāh is niet achteloos ten aanzien van wat zij doen.” Surah Al-Baqarāh (de koe), H2, vers 144  

 وَهُوَ بِٱلأُفُقِ ٱلأَعْلَىٰ

 ثُمَّ دَنَا فَتَدَلَّىٰ

 فَكَانَ قَابَ قَوْسَيْنِ أَوْ أَدْنَىٰ

“En hij staat aan de hoogste horizon. Hij naderde en kwam steeds nader. En werd als de spanning van twee bogen, Ja, nog dichterbij.” Surah An-Najm (de ster), H53, vers 7-9

 يٰأَيُّهَا ٱلَّذِينَ آمَنُواْ لاَ تَرْفَعُوۤاْ أَصْوَاتَكُمْ فَوْقَ صَوْتِ ٱلنَّبِيِّ وَلاَ تَجْهَرُواْ لَهُ بِٱلْقَوْلِ كَجَهْرِ بَعْضِكُمْ لِبَعْضٍ أَن تَحْبَطَ أَعْمَالُكُمْ وَأَنتُمْ لاَ تَشْعُرُونَ

”O gelovigen! Verhef niet uw stem boven de stem van de Profeet, noch spreekt u luid tegen hem, zoals u tegen een ander mag spreken, totdat u daden nutteloos worden en u niets beseft.” Surah Al-Hujarāt (de vertrekken, kamers), H49, vers 2

 مَّآ أَفَآءَ ٱللَّهُ عَلَىٰ رَسُولِهِ مِنْ أَهْلِ ٱلْقُرَىٰ فَلِلَّهِ وَلِلرَّسُولِ وَلِذِي ٱلْقُرْبَىٰ وَٱلْيَتَامَىٰ وَٱلْمَسَاكِينِ وَٱبْنِ ٱلسَّبِيلِ كَيْ لاَ يَكُونَ دُولَةً بَيْنَ ٱلأَغْنِيَآءِ مِنكُمْ وَمَآ آتَاكُمُ ٱلرَّسُولُ فَخُذُوهُ وَمَا نَهَاكُمْ عَنْهُ فَٱنتَهُواْ وَٱتَّقُواْ ٱللَّهَ إِنَّ ٱللَّهَ شَدِيدُ ٱلْعِقَابِ

” Wat Allāh aan Zijn boodschapper heeft gegeven als buit van het volk van de stadsgebieden, is voor Allāh en Zijn boodschapper en voor de naaste familieleden en de wezen en de armen en de reiziger, opdat het niet alleen in omloop moge zijn tussen de rijken onder u. En wat de boodschapper u ook moge geven, neemt het en wat Hij u ook verbiedt, onthoudt u daarvan. En vreest Allāh, zeker, Allāh is streng in het straffen.” Surah al-Hashr (de vergadering), H59, vers 7

Dierbare moslims dit zijn enkele verzen van de Heilige Qur’ān waarin Allah Ta’ālā beveelt, hulde en respect aan Zijn meest prachtige schepping Hazrat Mohammed ﷺ. De Heilige Qur’ān bevat veel van zulke eerbetoon en hulde aan Rasūlullāh ﷺ. Er zijn verschillende hadīth waaruit blijkt dat Rasūlullāh ﷺ zelf opdracht gaf aan Hazrat Hasan bin Thābit (radi Allāhu anhuma) om gedichten (Naat) voor te dragen ter lofprijzing van de Profeet. Ik vraag mij af wat de Munkir-e-Milād nu zal denken over Allah Ta’ālā en Rasūlullāh?. Wij de liefhebbers van Rasūlullāh ﷺ geloven dat lof prijzen van wie dan ook, binnen de kaders van de Shari’ah, in feite indirect lof prijzen van Allah Ta’ālā is Die de Schepper is van het heelal. Bijvoorbeeld, als u een gebouw lofprijst voor de architectuur u in feite de architecten van het gebouw lofprijst.

Ten slotte, als een Munkir-e-Milād in de Heilige Qur’ān kan bewijzen waar het lof prijzen van de Profeet ﷺ door Allah verboden is, zullen wij onmiddellijk stoppen met Mehfil-e-Milād. In tegendeel, Allah huldigt in de Heilige Qur’ān Zelf onze Rasūlullāh ﷺ: “En Wij hebben voor u (Profeet Mohammed ﷺ) uw herdenking (viering) verheerlijkt” Surah Al-Sharh (opbloeien, ontplooien), H94, vers 4

Wanneer Allah Ta’ālā Zelf het herdenken van de Profeet Mohammed ﷺ heeft verheven, wie zijn wij dan op aarde om de huldiging te fnuiken. 

Toespraken over het leven van de Profeet

Onze geliefde Profeet Mohammed Mustafa ﷺ is het symbool van de islam. Niemand kan over de islam praten zonder zijn mubārak (gezegende) naam ﷺ te noemen. Hij is een vitale schakel tussen Allah Ta’ālā en de mensen. Het doet er niet toe hoe vaak u La-Ilāha IllAllāh zegt, u wordt geen moslim zolang u niet ook Muhammadur Rasool Allah zegt. Zelfs onze namāz (wat uitsluitend voor Allah Ta’ālā is) zal niet compleet zijn als wij in tashahhud (onder het reciteren van Attahiyāt) niet zeggen: “Assalāmu Alaika Aiyohun Nabi”, want Allah Ta’ālā heeft Zijn naam niet gescheiden van de naam van Zijn Habīb ﷺ. Wie zijn zij dan om de naam van de Profeet ﷺ niet te herdenken. Als de Profeet Mohammed ﷺ niet op deze wereld geweest was, hadden wij geen islam, geen Namāz, geen Zakāt, geen Ramadān, geen Ka’aba en geen Hadj. Daarom heeft Allah Ta’ālā in de Heilige Qur’ān geopenbaard:  “Allah schonk de gelovigen een grote gunst toen Hij onder hen een Profeet uit hun midden stuurde om de Tekenen van Allah te vertellen, hen te sanctioneren en hen van instructies te voorzien in het Geschrift en wijsheid, terwijl zij daarvoor in fouten hebben verkeerd.” Surah Imrān, H3, vers 164

“En droeg de gelovigen op om conform Zijn instructies feest te vieren zoals in dit vers is geopenbaard.” Surah Ad-Doha, H93, vers 11). Alhamdulillāh, voor ons gelovigen is Mohammed ﷺ van alles de grootste gunst (Nemat) en Allah draagt gelovigen op feest te vieren op Zijn gulheid en daarom vieren wij Ied-e-Milād-un-Nabi ﷺ. In werkelijkheid is voor ons (gelovigen) Ied-Milād-un-Nabi ﷺ een echte Ied, omdat zonder de Profeet Mohammed ﷺ er geen Ied-ul-Fitr of Ied-ul-Adha zou zijn! 

Salāt (tazīm en Duroed)-o-Salaam

In de Heilige Qur’ān beveelt Allah Ta’ālā gelovigen om Salāt (Tazīm) en Salaam (Duroed) te sturen naar Zijn Habīb Mohammed Mustafa ﷺ zoals in het volgende vers is geopenbaard:

  إِنَّ ٱللَّهَ وَمَلاَئِكَـتَهُ يُصَلُّونَ عَلَى ٱلنَّبِيِّ يٰأَيُّهَا ٱلَّذِينَ آمَنُواْ صَلُّواْ عَلَيْهِ وَسَلِّمُواْ تَسْلِيماً

 “Ongetwijfeld, Allah en Zijn Engelen sturen zegeningen op de Profeet de verkondiger van het onzichtbare nieuws, O gelovige! Stuur op hem zegeningen en saluut (Tazīm) hem met vol respect, in overvloed.” Surah Al-Ashāb Samenspannen), H33, vers 56

In een hadīth mubārak is verhaald door Hazrat Abu Mas’ud al-Ansāri radi Allāhu anhu (hij had de oproep voor namāz in zijn droom gezien): “Wij zaten in het gezelschap van Hazrat Sa’d ibn Ubaidah radi Allāhu anhu toen de Boodschapper ﷺ van Allah  naar ons kwam. Hazrat Bashir ibn Sa’d radi Allāhu anhuma zei: “Allah heeft ons opgedragen u te zegenen, Boodschapper van Allah! Maar hoe moeten wij dat doen? Hij (de rapporteur) zei: “De Boodschapper van Allah bleef stil (en wij waren door zijn stilte zo ongerust), dat wij wensten hem die vraag niet te hebben gesteld. De Boodschapper ﷺ van Allah zei (voor het zegenen van hem) toen:  “O Allah, zegen Mohammed en zijn gezin zoals Gij het gezin van (Profeet) Ibrahim heeft gezegend. Bestendig gunsten voor Mohammed en zijn gezin zoals Gij gunsten heeft bestendigd voor het gezin van (Profeet) Ibrahim in deze wereld. Uw gunsten zijn waarlijk Prijzenswaardig en Glorieus”; en groet die U weet.” Sahīh Muslim). 

In een andere hadīth vertelde Allāh’s Boodschapper ﷺ: “Stuur veel zegen op Jumu’ah (vrijdag) naar mij, omdat het wordt getuigd. De Engelen tekenen het op en niemand zal een zegen naar mij sturen zonder dat zijn zegen bij mij wordt genoteerd, totdat hij stopt.” Ik vroeg of het ook nuttig blijft na de dood, en hij antwoordde: “Allah heeft de aarde verboden de lichamen van de profeten aan te tasten, dus de profeten van Allah zijn in leven en krijgen voeding.” (Al-Tirmīzī) 

Alhamdulillāh, bovenstaande vers van de Heilige Qur’ān en Ahadīth laat geen keus over voor de Munkir-e-Milād dan het sturen van Salāt en Salaam op onze Profeet Mohammed ﷺ. Vanwege de haat tegen de liefhebbers van Rasūlullāh ﷺ heeft de Munkir-e-Milād bezwaar gemaakt tegen het in staande ovatie sturen van Salāt en Salaam aan onze geliefde Profeet ﷺ. In antwoord daarop zeggen wij dat nergens in de Heilige Qur’ān of Hadith, Allah of Zijn Boodschapper ﷺ hebben gezegd in welke houding wij Salāt en Salaam moeten sturen. Het is volkomen aan de gelovigen in welke houding zij Salāt-o-Salaam willen sturen. Doch, sinds wij in opdracht van Allah uiterste respect moeten tonen aan de Heilige Profeet ﷺ is het vanzelfsprekend dat wij staand Salāt-o-Salaam sturen naar de Profeet ﷺ.

U staat toch ook op als een prominente persoon bij u thuis komt? Of, voor de rechter als u in de rechtszaal bent?

Du’ā

Er zijn verschillende soorten Munkir-e-Milād, sommige geloven Du’ā Smeekbede), sommigen niet, anderen zijn zo bevroren in hun geloof dat zij zeggen: “Sinds Allah Ta’ālā alles weet is er geen noodzaak voor Du’ā.” (Astaghfirullah). In tegenstelling tot dit staat in de Heilige Qur’ān dat Allah Ta’ālā de gelovigen beveelt Du’ā te doen. Deze openbaring treffen wij in de volgende verzen aan: 

“Wa izâ sa-‘alaka ‘ibâdee ‘annee fa-‘innee Qareeb; ‘ujeebu da’-watad-dâ-‘i izâ da-‘âni fal-yastajeebou Lee wal-yu’minou bee la-‘allahum yarshudoun.”  

“Wanneer mij aanbidders U (Profeet) vragen over Mij, Ik ben waarlijk dicht bij hen: Ik luister naar hun smeekgebeden van iedere bidder die Mij aanroept.” Surah  Al-Baqarāh (de koe), H2, vers 186). 

In een ander vers openbaart Allah Ta’ālā:

 ٱدْعُواْ رَبَّكُمْ تَضَرُّعاً وَخُفْيَةً إِنَّهُ لاَ يُحِبُّ ٱلْمُعْتَدِينَ

“Roep aan, uw Heer [Allāh Ta’ālā] in nederigheid en heimelijk; …..” Surah Al-A’rāf (de verdediging), H7, verse 55). 

Zelfs onze geliefde Profeet ﷺ, die vrij is van alle zonden en fouten, maakte voortdurend du’ā Smeekbede). Zijn wij superieur ten opzichte van onze Leider Mohammed ﷺ dat du’ā niet noodzakelijk vinden? Laten wij eens onderzoeken wat Allah Ta’ālā openbaart over deze arrogante en negerende mensen die smeekbede niet noodzakelijk vinden.

“En uw Heer (Allah) Zegt: ‘Roep Mij aan; Ik zal uw smeekbede aanhoren, maar degenen die arrogant zijn om Mij te dienen zullen zichzelf in de Hel aantreffen, in nederigheid!”. Surah Momīn (………..), H…., vers 60. 

In een ander vers openbaart Allah Ta’ālā:

فَلَوْلاۤ إِذْ جَآءَهُمْ بَأْسُنَا تَضَرَّعُواْ وَلَـٰكِن قَسَتْ قُلُوبُهُمْ وَزَيَّنَ لَهُمُ ٱلشَّيْطَانُ مَا كَانُواّ يَعْمَلُونَ

“Wanneer de bestraffing van Ons uit hen bereikt, waarom leren zij nederigheid dan niet? In tegenstelling, hun harten worden hard en Satan maakt hun Slechte) daden bekoorlijker voor ze.” Surah Al-An’ām (het vee), H6, vers 43 

Distributie van siernie (zoetigheid) en maaltijd 

Ik weet niet welk bezwaar de Munkir-e-Milād heeft op het distribueren van siernie (zoetigheden) of maaltijden. Eten zij niet op huwelijksfeesten, Walīmah feesten, Aqīqa gelegenheid, fondswerving diners, verjaardagspartijtjes van wie dan ook? 

Mehfil-e-Milād kan ook zonder lekkernijen en maaltijden worden georganiseerd. Het maakt geen deel uit van de Mehfil, als iemand het zich niet kan veroorloven om maaltijden te geven, kan hij of zij evengoed de Milād-un-Nabi ﷺ vieren. Het serveren van lekkernijen en maaltijden is een liefdadigheid. De maaltijd wordt aan de gasten geserveerd, omdat zij een lange zit hebben gehad bij de lezingen. En concentratie kan honger veroorzaken.

Conclusie en aanbeveling 

Zeer gewaardeerde soenniet moslim broeders en zusters, bovenstaand onderzoek heeft aan de hand van de Heilige Qur’ān en Ahadīth bewezen dat voor ieder onderdeel van de Mehfil-e-Milād helder bewezen is dat het vieren van Milād Sharīf niet tegen de islam is, maar juist conform de geest van de islam.

Waar moslim broeders en zusters samen (wel gescheiden van elkaar) naar de Woorden van Allah Ta’ālā en Zijn Habīb ﷺ luisteren, heerst zegen, rust en glorie. In dezelfde vorm vinden ook andere bijeenkomsten plaats zoals Shab-e-Barā’at, Shab-e-Mirāj, Shab-e-Qadar, Ghieyaarwie-Sharief, enzovoorts, waar toespraken en loftuitingen over Allah Ta’ālā en Zijn Boodschapper ﷺ worden gehouden voor khair (bestendiging). Alle moslims zouden deze bijeenkomsten in groten getale moeten bezoeken.

Twee juridische verhandelingen

De munkir-e-milād hebben twee afgrijselijke bezwaren jegens het vieren van Milād om de onwetende moslims te misleiden, in het bijzonder de godvrezende soenniet vrouwen.

Bezwaar 1

Mehfil-e-Milād werd in de dagen van de Profeet ﷺ niet gevierd, daarom is het Bid’ah (een innovatie).

Bezwaar 2

Saoedi Arabië viert Milād-un-Nabi ﷺ niet, daarom is het onjuist om de Mehfil-e-Milād te vieren.

Attest

Beste moslims, iedere moslim zonder een fractie van religieus kennis kan vrij snel in bovenstaande bezwaren van Munkir-e-Milād verstrikt raken. Ik zal de bovenstaande bezwaren in mijn repliek verweren en bewijzen dat de Munkir-e-Milād proberen om de onwetende moslims te misleiden. De eerstvolgende keer dat de Munkir-e-Milād u weer probeert te misleiden kunt u die persoon met de opgedane kennis in deze thesis verweren. Moge Allah Ta’ālā u en mij veel wijsheid en standvastigheid in de islam schenken. Amien!

Repliek op bezwaar 1

Degenen die Mehfil-e-Milād verwerpen refereren naar een hadīth uit Miskaat Sharīf waarin de Profeet ﷺ zegt: “Wie dan ook een vernieuwing introduceert in ons geloof, welke indruist tegen de islam principes, is verworpen.”

Hij zei ook: “Kijk uit voor innovaties, voor iedere innovatie (Kullu Bid’ah) staat misleiding.” Verder vertellen de hypocriete Munkir-e-Milād nooit een andere hadīth uit hetzelfde boek (Miskaat Sharīf, afdeling Babul-I’lm) die ten gunste komt aan goede innovaties. De Profeet ﷺ verkondigt in dat boek: “Hij die een goede standaard in de islam brengt, zal beloond worden voor zijn handeling (goede daad) en een beloning zal ook voor degene zijn die conform handelen. Degene die een slechte vernieuwing introduceert, voor  hem is een straf in het vooruitzicht en degene die conform deze slechte daad handelt, voor hem is ook een bestraffing.”

Van deze hadīth is af te leiden, dat het introduceren van een mooie manier van leven conform de Heilige Qur’ān en Sunnah van de Profeet ﷺ voor het belijden van de islam zal eindigen in beloning en een leefwijze die tegen de islam is zal eindigen in bestraffing. 

Als wij (voor even) aannemen dat iedere nieuwe innovatie gerekend kan worden tot Bid’ah, wat zeggen de Munkir-e-Milād dan over de volgende nieuwe innovaties die gedurende de tijd van de Profeet ﷺ werd ingevoerd:

  • • Compileren van de Heilige Qur’ān
  • • Toevoegen van de eerste oproep (Azān) tot het gebed op vrijdag
  • • Tarawīh gebed in Jamaat (gezamenlijk)
  • • Compileren van de boeken der Ahadīth
  • • Enzovoorts.

Enkele goede Bid’ah-e-Hasana (gunstige toevoeging) in onze dagelijkse religieuze activiteiten  

Imān: Iedere moslim kind wordt Iman-e-Mujmal en Iman-e-Mufassal geleerd, terwijl dit in de tijd van de Heilige Profeet ﷺ of na hem, van de drie gezegende  generaties niet voorkwam. (*) 

(*) Met de drie gezegende generaties wordt bedoeld de tijd van de Sahāba, de Tābi’īn en de Tāb’i Tābi’īn. 

Kalimah: Iedere moslim onthoudt de zes Kalimah. De volgorde van deze zes Kalimah (1e kalimah, 2e kalimah, etc.) zijn allen Bid’ats, want zij werden in het begin periode van de islam niet op deze volgorde geleerd en gekend. 

Qur’ān: Het verdelen van de Heilige Qur’ān in 30 Para’s (delen) en het verdelen van de Para’s in Roekoe’s, het plaatsen van de I’rāb (accenten zoals Zabbar, Zeer, Pesh) in de Heilige Qur’ān verder het drukken van dit Heilige Boek in de offset drukkerij zijn Bid’ats welke niet kan worden gevonden in het begin stadium van islam.

Hadith: Het compileren van de hadīth in boekvorm en het rangschikken van de vertellers in oplopende volgorde, het rangschikken van de Ahadīth (door te zeggen dit is Sahīh, dit is Hassan, Da’if, Mu’adal of Mudallas, etc.) en het benoemen van dingen als Makruh, Mustahab, etc. aan de hand van hadīth zijn waarneembare Bid’ats welke niet in de praktijk van de gezegende tijd van Rasūlullāh ﷺ voorkwam.

Principes van Hadith (Usool-E-Hadith): Dit totale gebied van kennis inclusief de regelgeving zijn op zich Bid’ah Hasana.

Fiqh: Tegenwoordig zijn alle onderwerpen in ons dagelijkse leven gebaseerd op deze kennis, omdat het de wet- en regelgeving bevat voor alles wat zich in ons leven kan voorkomen, maar dit is ook het kennisgebied wat Bid’ah Hasana wordt genoemd. 

Usool Fiqh en I’lm-E-Kalām: Deze twee soorten kennisgebieden met hun principes en gebod zijn ook Bid’ah Hasana. 

Salāt: Het is Bid’ah-e-Hasana om voor het verrichten van Salāt luid op de intentie af te kondigen of de 20 Rak’āt Tarawīh gebed gedurende de Heilige (maand) Ramadān te verrichten. 

Vasten: Vlak voor het verbreken van de vasten (Iftār) de Du’ā opzeggen: “O Allah, voor Gij heb ik gevast en in Gij geloof ik en in Gij vertrouw ik en met het door Gij geschonken voedsel begin ik met Iftār.” En om de vasten te beginnen SEHRI) het opzeggen van de Du’ā: “O Allah, ik heb de intentie om te vasten voor Gij behagen (morgen)”, zijn alle Bid’ah Hasana. 

Zakāt: Het geven van zakāt met de valuta die tegenwoordig wordt gebruikt en papiergeld en munten is Bid’ah, omdat deze niet in gebruik waren in het begin stadium van islam. 

Hadj: Voor het doen van Hadj is het reizen met vliegtuigen, schepen, auto’s, bussen en het gaan naar het Arafat terrein per auto zijn Bid’ats, omdat  dergelijke vervoermiddelen in de begintijd van de islam niet bestonden.

Als Bid’ah is geïntroduceerd bij onderwerpen als Iman en Kalimah, hoe kunnen wij dan succesvol (moslim) zijn in het op afstand houden van ze. Dus zullen wij eens moeten worden dat niet alle Bid’ats Harām zijn en dus alleen die Bid’ats Harām zijn die tegen de regels van het Kitāb en Sunnah zijn. 

Bid’ah in wereldlijke affaires: Tegenwoordig zien wij om ons heen zulke nieuwe uitvindingen die in de eerste drie eeuwen van de islam niet gevonden kunnen worden. Wij zijn zo aan die dingen gewend geraakt, dat het leven zonder bemoeilijkt wordt. Iedereen is gefascineerd om die dingen te gebruiken zoals treinen, auto’s, vliegtuigen, horloges, elektriciteit enzovoorts. Zonder deze dingen kunnen wij een makkelijk leven niet voorstellen. Maar al deze dingen zijn Bid’ats en kunnen niet getraceerd worden in het tijdperk van Rasūlullāh ﷺ of de Sahāba (radi Allāhu anhum). 

Wat heeft de Munkir-e-Milād te zeggen over deze moderne bid’ah welke nu een deel is geworden van onze religieuze activiteiten? Bijvoorbeeld: Gebruik van luidsprekers en microfoon voor de dagelijkse Azān, lezingen en Jumu’ah-gebed.  Organiseren van fondsenwerving diners in hotels voor het bouwen van Masjid en Madrassa Scholen, etc. 

Waarom gebruiken zij geen fatwa van shirk, kufr en bid’ah voor het praktiseren van de bovengenoemde nieuwe innovaties in islam? 

  • Munkir-e-Milād, kom mij niet vertellen dat u geen gebruik maakt van luidsprekers en ook geen diners organiseert voor fondsenwerving. 
  • Sommige hedendaagse slechte bid’ah (bid’ah-e-sai’yya) welke tegen de islam indruist moet vermeden worden. Deze worden door de munkir-e-milād gebezigd. Ongelukkigerwijs vallen sommige moslims in hun val! 
  • Verrichten van namāz zonder het hoofd te bedekken.
  • Alleen de farz namāz verrichten.
  • Geen du’ā doen na namāz.
  • Het vooraf aankondigen van het begin van de Ramadān, Ied-ul-Fitr, Ied-ul-Adha zonder eerst de nieuwe maan te hebben waargenomen met het blote oog.
  •  Eten van Harām burgers, etc. en denken dat door het opzeggen van Bismillāh het Halāl is geworden.

Elk van bovengenoemde bezigheden is een nieuwe en slechte innovatie in islam of te wel Bid’ah-e-Sai’yya, omdat door het adopteren van deze handelingen u niet alleen een nieuwe innovatie in islam introduceert, maar ook tegelijkertijd een eind maakt aan de Sunnah van onze Profeet ﷺ en dus direct de geboden van Allah Ta’ālā schendt. 

Repliek op bezwaar 2

Het is betreurenswaardig dat in wereldlijke affaires sommige moslims mentaal geïmponeerd zijn door de westerlingen en in religieuze affaires geïmponeerd door de Arabs. Qur’ān-ul-Hākim is in het Arabisch geopenbaard en toevallig spreken de Saoedi Arabieren ook Arabisch én onze Heilige Plaatsen zijn ook in Saoedi Arabië. Wij hebben natuurlijk eerbied hiervoor, maar dat betekend niet dat zij de enige kampioen of autoriteit zijn in islam. In tegenstelling, nergens in de Heilige Qur’ān en Ahadīth hebben Allah en Zijn Rasool gezegd, dat moslims de Saoedi Arabieren, Arabieren of non-Arabieren moeten volgen. Overal in de Heilige Qur’ān en Ahadīth is de moslim erop gewezen om Allah en de Sunnah van onze geliefde Profeet ﷺ te volgen. Vergeet ook niet de laatste preek van onze lieve Profeet Mohammed ﷺ in de Hadj-ul-wida waar hij ﷺ verklaarde dat de Arabieren geen superioriteit hebben over non-Arabieren en de non-Arabieren ook geen superioriteit hebben over Arabieren. Jullie zijn allen gelijkwaardig met uitzondering van degenen met vroomheid en goede daden. 

Het is hedendaags, dat de Saoedi Arabische Wahhābis, nu salafieten regering (welke is geïnstalleerd door de Engelsen [herinner: Lawrence of Arabia] in het begin van de 20e eeuw), de geboortedag van onze Profeet ﷺ niet viert. Als u nog geen 75 jaar teruggaat in de geschiedenis van Saoedi Arabië toen het nog Hidjaz-al-Muqaddas (in de periode van Ottomaan Empires) was, zult u zien hoe enthousiast Arabieren van die tijd de Milād-un-Nabi ﷺ hebben gevierd. Zelfs vandaag de dag, met uitzondering van Saoedi Arabië en enkele van zijn bondgenoten, viert de hele Arabische wereld zoals Egypte, Syrië, Libanon, Irak, Jordanië, Marokko, Algerije, Nigeria, Tunesië, Jemen, Sudan, Libië, etc. Milād-un-Nabi ﷺ op de een of andere manier. Allah heeft  ons bevolen om Zijn Boodschapper ﷺ te volgen en een bepaald land te volgen.

Waarschuwing!

Pas op voor de wolf in schaapvermomming – bescherm uw aqīda voor de dief van de Imān 

Beste Soenniet) broeders en zusters, liefde en respect van de Profeet Mohammed Mustafa ﷺ is de hoeksteen van Iman. Als wij geen liefde en respect hebben voor onze geliefde Profeet ﷺ, hoe willen wij dan gehoor geven aan zijn boodschap en zijn Sunnah volgen. Weet dat Abu-Jahal c.s. altijd zeiden aan de Profeet Mohammed ﷺ:  “Je bent een mens net als wij! Waarom zullen wij jou volgen” en Abu-Jahal probeerde voortdurend fouten in de persoonlijkheid van de Profeet ﷺ te vinden. De vraag die zich hier voordoet is, ‘waarom hebben die ongelovigen altijd onze geliefde Profeet ﷺ gezegd, “Je bent een mens net als wij’. Daar zal een diepgaande redden voor moeten zijn. Het antwoord is vrij eenvoudig. Als zij de mensen konden overtuigen dat de Profeet Mohammed ﷺ een gewone man was net als zij, dan zouden fouten en gebreken de Profeet ﷺ zijn goddelijke boodschap vanzelfsprekend onjuist worden, omdat een onvolmaakte persoon geen perfecte boodschap kan overbrengen! (zo dachten zij). Het tijdperk van Rasūlullāh ﷺ, Sahāba Kirām, Tābi’īn en Tāba Tābi’īn zijn al verstreken, maar ongelukkigerwijs heeft de familiekroniek zich gecontinueerd. Nu heeft de vijandige en vermomde Kuffār-e-Makkah dit karwei overgenomen met dezelfde missie om onze Profeet ﷺ en zijn Sahāba te degraderen (wat hen niet gaat lukken) én in naam van Tauhid het licht van de Ishq-e-Mustafa te doven in de harten van de moslims. Gelukkig, onze Profeet Mohammed ﷺ aan wie Allah Ta’ālā kennis van het ongeziene heft gegeven heeft ons reeds onaangekondigd over zulke fitnah. De volgende Ahadīth verwijst naar zulke fitnah: 

De Profeet ﷺ zei: “O Allah! Schenk Uw zegeningen aan onze Shām! O Allah! Schenk Uw zegeningen aan onze Jemen.” De mensen zeiden: “En ook aan onze Najd.” Hij ﷺ zei: “O Allah! Schenk Uw zegeningen aan onze Shām (Noord)! O Allah! Schenk Uw zegeningen aan onze Jemen.” De mensen zeiden: “O Allāh’s Apostel! En ook aan onze Najd.” Ik denk dat de derde keer de Profeet zei: “Daar (in Najd) is de plaats van aardbevingen en kwellingen én daar vandaan komt de zijkant van het hoofd van Satan.” Sahīh Al-Bukhārī

Allāh’s Profeet ﷺ zei: “Er zullen enkele mensen uit uw midden voortkomen wiens gebedsdienst u zult laten neerkijken op de uwen en wiens vasten u zult laten neerkijken op de uwen, maar zij zullen de Qur’ān reciteren wat niet uit hun keel zal komen (wordt bedoeld: zij zullen niet naar leven) en zij zullen uit de islam treden zoals een pijl die door het bord gaat waarop de boogschutter schiet, maar niets zal zien én op de niet gevederde pijl zal kijken maar niets zal zien, en op de gevederde pijl zal kijken en niets zien,  en ten slotte zal hij verwachten iets te vinden in het onderste deel van de pijl. “ Sahīh Al-Bukhārī

“Yahya berichtte mij van Malik van Yahya ibn Said van Mohammed ibn Ibrahim ibn al-Hārith at-Taymi van Abu Salama ibn Abd ar Rahmān dat Abu Said radi Allāhu anhuma vertelde, dat hij van de Boodschapper ﷺ van Allah had gehoord: “Een groep mensen uit uw midden  zal voortkomen wiens gebedsdienst, vasten en daden u over uw eigen gebedsdienst, vasten en daden minderwaardig zal laten denken. Zij zullen de Qur’ān reciteren, maar het zal niet door hun keel komen en zij zullen door de Dien (godsdienst) gaan zoals een pijl doorschiet. U zult kijken op de pijlspits kijken en niets zien, en u zult naar de schacht kijken en niets zien, en u zult naar de vaart kijken en niets zien. En, u bent in twijfel over de kerf.” Hadith Al-Muwatta

Op een dag zaten de eminente Ashāb (metgezellen radi Allāhu anhum) van de Heilige Profeet ﷺ rondom hem toen een persoon aankwam en op de rand van de majlis (bijeenkomst) Sharīf ging staan. Onmiddellijk ging hij daar vandaan verder in de Masjid-e-Nabwi Sharīf. De Heilige Profeet ﷺ richtte zich tot de Sahāba en vroeg: “Wie van jullie wil hem gaan doden?” Sayyidena Abu Bakr As Siddiqui radi Allāhu anhu stond op en ging naar die persoon die Salāh verrichtte. Hij kon iemand die in Salāh was niet doden, keerde daarom terug naar de Heilige Profeet ﷺ en vertelde hem de situatie. De geliefde Nabi ﷺ van Allah vroeg wederom:  “Wie wil hem gaat doden?” Sayyidena Umar Al Farooq radi Allāhu anhu stond op en ging naar die persoon waar hij hem in dezelfde situatie aantrof. Voor de derde keer vroeg de Heilige Profeet ﷺ: “Wie wil hem gaan doden?” Sayyidena Ali Al Murtaza radi Allāhu anhu stond op en zei: “Ik wil hem dood maken.” De Heilige Profeet ﷺ zei: “Ja, jij zult het doen als je hem vindt, maar hij zal daar niet meer zijn.” Toen Sayyidena Ali radi Allāhu anhu naar de Masjid Sharīf ging was de man al vertrokken. Toen zei de Nabi ﷺ of Allah: “Als je hem had gedood dan zou een enorme fitnah (andersdenkende) van deze Ummah zijn verwijderd.” 

Dierbare moslims, uit bovenstaande Ahadīth van Rasūlullāh ﷺ zijn twee punten heel erg duidelijk geworden: 

  • Najd is de plaats van fitnah.
  •  Er zullen gustakhaan-e-Rasool zijn die als trouwe moslims zullen actoren, maar in feite buiten de islam zullen zijn. 

Wanneer wij de bladzijde van de geschiedenis omslaan treffen wij Abdul Wahhāb Najdi aan, de oprichter van de hedendaagse Wahhābi sekte behorende tot Najd. Hij stichtte een kliek Sekte) die fitnah veroorzaakt in de moslim Ummah. Hun missie is de degradatie van Rasūlullāh ﷺ en rukt in naam van Tauhid de liefde voor Rasūlullāh ﷺ uit de harten van de moslims. Hun toespraken en boeken staan vol met minachtende opmerkingen over de Profeet, Sahāba Kirām, vier Imams en Awliya-Allah. Sommigen zeggen dat de Profeet een persoon was net als wij, sommigen zeiden dat hij geen macht had, anderen zeiden  dat hij niet wist wat aan de andere kant van de muur was, anderen zeiden hij was maar een postbode, sommigen zeiden dat zijn boodschappen belangrijk is, niet zijn persoonlijkheid, enzovoorts. 

Uit bovenstaande blijkt hoe bereidwillig de Sahāba Kirām waren om eenieder die onbeleefd en oneerbiedig was tegen de Profeet ﷺ te onthoofden. In de laatste hadīth is de persoon in de moskee de vader van Wahhābisme van wie vandaag de dag de nazaten te zien zijn. Zij maken de aarde onrein en veroorzaken Fitnah in de Ummah. Die onbeleefde persoon stond op de rand van een majlis Sharīf van Sayyidena Rasūlullāh ﷺ en wierp een blijk op eenieder die daar aanwezig was. Zijn corrupte hart vertelde hem dat in de majlis niemand was die beter was dan hijzelf. Hij was erg trots en blufte van zijn Salāh en zogenaamde vroomheid. Hij realiseerde niet dat  Salāh of welk kuisheid dan ook een gunst is van de Glorieuze Profeet ﷺ van Allah. 

Afsluitende aanbevelingen

Iemand kan nooit een godvrezende aanbidder van Allah zijn totdat hij/zij oprecht plechtige gelofte (getrouwheid) aan de geliefde ﷺ van Allah betuigd. In de Heilige Qur’ān openbaart Allah Subhānuhu wa Ta’ālā over het respect en hulde van Zijn Geliefde Nabi voor Zijn aanbidding. Daarover openbaart Allah: “Zo dat u Iman (geloofsovertuiging) brengt op Allah en Zijn Rasool én respect en hulde betuigd aan Zijn Rasool én Allah dag en nacht lofprijst (wordt bedoeld: Salāh verrichten).” De eerste en meest vooraanstaande factor van Iman is respect voor de Rasool. Zonder respect voor de Rasool is Salāh of welke Ibādat (gebedsdienst) dan ook, zinloos. Er zijn vele Abdullah’s (Dienaren van Allah) in deze wereld, maar de echte en oprechte Abdullah is hij die een Ghulām-e-Mustafa (dienaar van de gekozen Profeet ﷺ) is. Indien het niet zo is, dan is de dienaar van de Shaytān (dienaar van de vervloekte Duivel). Allah verbiedt dit! Wahhābis gaan nu verder onder de naam salafieten om onschuldige moslims te strikken in hun val. Wees alert, op de wijziging van hun familienaam.

Ik zal deze thesis afsluiten met de volgende hadīth: 

Allāh’s Boodschapper ﷺ zei: “Mijn Ummah zal exact hetzelfde  onheil overkomen welke de mensen van Isrā’īl overkwam, zoveel dat indien er één onder hen was die openlijke ontucht pleegde met zijn moeder er onder mijn Ummah één zou zijn die dat zou willen doen; en als de mensen van Isrā’īl worden gesplitst in 72 sekten, mij Ummah zich zal splitsen in 73 sekten. Al die sekten zullen in het hellevuur zijn behalve één sekte. Zij Sahāba = de metgezellen) vroegen: “Allāh’s Boodschapper, welke is dat?” Daarop antwoordde de Profeet: “Het is de sekte (Ahle Sunnah) waaraan ik en mijn Sahāba behoren.” Al- Tirmīzī

De bron van Ahle-Sunnat-Wal-Jamaat is bovenstaande hadīth. Ahle-Sunnah is van de Sunnah van onze geliefde Profeet ﷺ en Wal-Jamaat is het geloof Sekte) van de Sahāba Kirām, Tābi’īn en Tāba Tābi’īn. Rasūlullāh ﷺ bracht de geloofsovertuigingen van Ahle as-Sunnat. De Sahāba al-Kirām kreeg dit onderricht van Iman van de bron en de Tābi’īn Izaam op hun beurt leerden het van de Sahāba al-Kirām. En van hun opvolgers kwam de leerstelling van de Ahle-Sunnat-Wal-Jamaat naar ons, van overbrenging en tawātur. Deze leerstelling kan niet exploreren door redenering. Intellect kan ze niet veranderen, maar kan alleen helpen om het te begrijpen. Daarom is intellect noodzakelijk voor het kennen begrijpen ervan, voor het realiseren dat ze juist zijn en voor hun waarde. Alle geleerden van hadīth behouden de geloofsovertuigingen van Ahle-Sunnat-Wal-Jamaat. De Imams van de vier mazhab (Hanafi, Shafi’ī, Mālikī, Hanbali) zijn in waarlijk ook in deze mazhab (Ahle Sunnah). 

Moge Allah Ta’ālā ons allen beschermen tegen deze fitnah en ons Leiden op het  Rechte Pad, welk het Pad is van Rasūlullāh ﷺ en Sahāba Kirām radi Allah anhum. Amien!

Geraadpleegde bronnen:

Heilige Qur’ān


Translate »
error: Content is protected !!