Hafiz, een Schriftgeleerde van hadīth, Shamsuddin Mohammed as-Sahawi[1] zei: “Over het assembleren van de Milād is er geen rapport van de Salaf voor handen.” Het kreeg meer betekenis na de 3e eeuw. Elk jaar geven moslims aalmoezen en verheugen zich op de Milād nacht. Ze verrichten vrome daden. Ze komen bij elkaar en luisteren naar de Milād naat (lofrede gereciteerd).

Hafiz ‘Izzuddin ‘Ali ibn al-Asir Jazri[2] zei: “Het reciteren van een Milād geeft bescherming tegen schade en gevaren voor een heel jaar. Zegeningen en een overvloed aan regen vallen in de hele jaar op plaatsen waar een Milād wordt gereciteerd.”

Hafiz ‘Imaduddin Ismail ibn Kathīr[3] rapporteerde, dat de emier (monarch) van Arbil in Irak enorme bijeenkomsten voor een Milād in de maand Rabī ‘ul-Awwal organiseerde.” Arbil was eerder onder bewind van de Babylonisch, de Mades, de Perzen en de Grieken.  Abu al-Khattāb ‘Umar ibn Dihya[4] gaf lange details van de Milād congregaties georganiseerd door de emir van Arbil in zijn boek at-Tanwīr fi Milād al-Bashir. Veel Ulema zoals Hāfiz Abu Shama[5] die de meester was van al-Imam an-Nawāwi hebben dit boek geroemd.

‘Abdur Rahmān Abu Shama zijn boek al-Bais ‘ala Inkari al-Bid ‘at wal-Hawadith is vol met zulke lof.

‘Allama Saifuddin ibn Tughrul Beg[6] schreef in zijn boek Durr an-Nazim fi Milād an-Nabiyyi al-Karim: ‘ Degene die van Rasūlullāh ﷺ houden organiseren Milād op de nachten van Rabī ul-Awwal. Onder hen werd de grote Milād bijeenkomst in Egypte georganiseerd door Abu al-Hasan die beroemd is met de titel Ibn Afdal dat onder leiding was van Abu ‘Abdullah ibn Muhammad ibn Numan en twee andere Milād gehouden door Jamāluddin al-‘Ajami al-Hamdāni en Yusuf ibn ‘Ali Hajjar al-Misri. Deze Ulema hebben verteld dat ze gedroomd hebben van Rasūlullāh ﷺ die zei dat degenen die zijn Milād vieren ook verheug kunnen zijn op hem.

Allama Zahiruddin ibn Jāfar zei: “Bijeenkomsten voor een Milād is een bid ‘at Hasana (goede innovatie). Het is altijd verdienstelijk (sawāb) aan de vrome, om Salawāt (Darood Sharief) op te zeggen en te organiseren, en voedsel te geven aan de armen. Toch is het een grote zonde om en harām voor het introduceren van muziekinstrumenten, zingen of dansen in dergelijke conventies. ‘

Allama Nasiruddin zei: “Het houden van een Milād bijeenkomst is geen Sunnah, maar het is zeer verdienstelijk om aalmoezen of cadeaus te geven, om vreugde en geluk te tonen en te krijgen door de Milād lofrede (naat) te reciteren waar de mannelijke en vrouwelijke moslims niet samen zijn in één ruimte van een dergelijke bijeenkomst. Echter, men moet niets vragen aan iemand, tenzij er darura (dwang, noodzaak) is. Het is harām om dat te doen als er geen darura is. Het is een ‘Ibādat voor de vrome samenkomen en de zikr van Allah Ta’ālā en Salawāt (Darood) op te zeggen. Het is zeer verdienstelijk!

Allama Abu Shama schreef in zijn boek Al-Ba’is: “Rabī rapporteerde van al-Imam Shafi’ī dat er twee soorten bid ‘at zijn, namelijk (1) een type dat niet voldoet aan het Boek (Heilige Qur’ān), de Sunnat, de athars (woorden van Sahāba al-Kirām) of itjma. Het veroorzaakt dalālā (verdeeldheid) en (2) het andere type omvat datgene die voldoen aan bovenstaande vier bronnen van de islam en zijn gunstig. Geen Aliem heeft dit type beschouwd als slecht.”

Deze bestond niet in de tijd van de Sahāba al-Kirām en de Tabiyyin en werden later ingevoerd, maar ze werden aanvaard als bid ‘at Hasana want zij waren behulpzaam bij de uitvoering van Allah Ta’ālā bevel. Een dergelijke bid ‘at Hasana was de jaarconventie van Milād, gehouden in de stad Arbil in de buurt van Mosoel waar aalmoezen worden gegeven op de nacht van Milād an-Nabi ﷺ, zijn ornamenten en vreugde weergegeven, en geschenken worden verdeeld onder de armen, vandaar dat de liefde en respect voor Rasūlullāh ﷺ zijn onthuld.

Deze bijeenkomst werd voor het eerst georganiseerd door ‘Umar ibn Mala, een groot Schriftgeleerde en een Sālih, in Mosoel. De Sultan Abu Sa’id al-Muzaffar al-Kukburi was de schoonbroer van Salahuddin al-Ayyubi (radi Allāhu anhuma). Hij werd gemarteld tijdens de jihad van Akka kasteel in de verdediging tegen de aanvallen van de christelijke legers genaamd “Kruisvaarders” in 630 AH/1232 van Arbil die hem volgde. ‘

Allama Sadruddin Umar, een Shafiyyi Schriftgeleerde zei dat houden van Milād bijeenkomsten niet makruh was maar ja’iz en kreeg sawāb conform de intentie. [Als de intentie slecht is, dan is er geen sawāb].

Hafiz zei dat het houden van Milād bijeenkomsten een bid ’at was [dat is een ‘ Ibādat dat later verscheen], maar het was een bid ‘at Hasana aangezien er goede en nuttige dingen werden gedaan zonder het doen van harām activiteiten.


[1] Overleden in Al- Medinat al-Munawwarah in 902 AH/1496

[2] Overleden in Mosoel (plaats in Irak) in het jaar 630 AH/1234

[3] Overleden in het jaar 774 AH/1372

[4] Overleden in het jaar 633 AH/1236

[5] Overleden in het jaar 655 AH/1266

[6] Overleden in het jaar 670 AH/1271


Translate »
error: Content is protected !!