Waarom de titel “Alahazrat”?
De eerste en belangrijkste lading genivelleerd door de Deobandi is dat de volgelingen van de grote Mujaddid-e-Ālam hem Alahazrat noemen. Hij heet Alahazrat, terwijl de Heilige Profeet ﷺ simpelweg genaamd is met Hazrat. Hazrat betekent persoon en Alahazrat betekent ‘groot en een geweldig persoon’. Dus, volgens de Deobandi door Imām Ahmed Raza Khan (radi Allāhu anhu) Alahazrat te noemen zou willen zeggen dat hij groter is dan de Heilige Profeet ﷺ. Ma’āzAllāh (hoe verkeerd is het, wat ze accommoderen).
Blijkbaar lijkt deze lading krachtig te zijn. Het creëert een soort van misverstand in de hoofden van mensen. Echter, als een zaak van de feiten is het verre van krachtig. Het is te zwak! Als het verkeerd is om hem Alahazrat te noemen, is het dan verkeerd alleen in het geval van Imām Ahmed Raza Khan (radi Allāhu anhu) van Bareilly geldig? Is het allemaal vrij en eerlijk in het geval van Alahazrat van Deoband? Degenen die Imām Ahmed Raza Khan (radi Allāhu anhu) bekritiseren voor de naam Alahazrat moet weten dat ze zelf veel Alahazrat ‘s in hun eigen kringen hebben. Hoe zit het met hen, laat ze eerst beslissen.
Geen literaire argumenten hoeven te worden gemaakt. Geen annotatie van woorden hoeft te worden gemaakt. Haji Imdadullah Sāhib is de top Deobandi hooggeleerde. Moulvi Ashiq Ilāhi van Meerut is een van de beste hooggeleerde van Deoband. In zijn boek Tazkirāt-ur-Rashid, deel 2, pagina 237-238, heeft hij Haji Imdadullah Sāhib als Alahazrat vier keer genoemd. In deel I van dit boek, op pagina 128, heeft Ahmad Gangohi een brief van Moulvi Rashid gepubliceerd waarin hij noemt Haji Imdadullah Sāhib tweemaal Alahazrat betiteld. Op pagina 130, 132 en 136 van deel 1 heeft Moulvi Ashraf Ali Thanvi hem als Alahazrat driemaal betiteld. Verder staat op pagina 9 van het boek Tohfat al-Qadiyan heeft Moulvi Saifullah, een bekende prediker van Deobandi gedachtengoed, de titel Alahazrat voor Qāri Taiyab Sāhib van madrassa Deoband gebruikt.
Het is dus duidelijk, dat degenen die niet graag het woord Alahazrat willen gebruiken voor Imām Ahmad Raza Khan (radi Allāhu anhu) net zo hard genoeg het wel gebruiken voor Haji Imdadullah Sāhib en Qāri Taiyab Sāhib. Betekent het in deze gevallen dan niet dat zij aanzienlijker zijn dan de Heilige Profeet Mohammed ﷺ?
Eigenlijk is er niets mis om het woord Alahazrat te gebruiken voor Imām Ahmad Raza Khan (radi Allāhu anhu). Ook is het niet verkeerd voor Haji Imdadullah Sāhib als het wordt gebruikt om de grootheid aan te duiden onder alleen de tijdgenoten. Op dezelfde manier is het correct om Imām-e-‘Azam, Ghaus-e-Azam, Mufti-e-‘Azam (radi Allāhu anhum) enzovoorts te gebruiken om de geleerdheid van iemand aan te duiden.
Mijn geloof
De volgende beschuldiging aan het adres van de Mujaddid-e-Ālam, Imām-e-Kubra, Shaikh-ul-Hadith, Allama Ahmed Raza Khan (radi Allāhu anhu) is, dat hij een nieuwe religie stichtte. De Bareilly of de Bareilvi religie beweren ze. Ter ondersteuning van deze lading wordt uitnodigend verwezen naar het boekje Wasiya Sharief waarbij wordt beweerd dat Alahazrat Imām Ahmed Raza Khan zou hebben gezegd: “Mijn religie blijkt uit mijn boeken.” Elke beklemtoning wordt gelegd op de woorden “mijn religie”. Volgens deze tegenstanders betekent ‘mijn religie’ de religie die door mij is gesticht. Geen twijfel, Alahazrat Imām Ahmed Raza Khan (radi Allāhu anhu) terwijl hij op zijn sterfbed lag, adviseerde: “Blijf sterk op mijn religie die uit mijn boeken blijkt. Het is absoluut noodzakelijk.”
Alahazrat, de grote Schriftgeleerde van de islam, benadrukt het maximale belang van de religie. Hij heeft zich verduidelijkt met de religie die blijkt uit zijn boeken, dat is de religie islam die hij heeft gepraktiseerd en vervolgens in zijn boeken schreef. In zijn boeken heeft de grote Imām nergens verklaard dat hij is enige nieuwe religie heeft gesticht. Hij volgde de godsdienst die ook gevolgd is door Imām-e-‘Azam, Ghaus-e-‘Azam, Imām Ghazālī, Shah Abd al-Haqq Dehlvi, Khwaja Gharib Nawāz, Hazrat Nizam-ud-Din Mehboob-e-Awliya (radi Allāhu anhum), enzovoort. Hij heeft alle soennitische heiligen en geleerden gevolgd. Wat is dan nieuw met hem? Feitelijk is het Alahazrat Imām Ahmed Raza Khan (radi Allāhu anhu) die zich verzette tegen de “nieuwe sekten” zoals die door Muhammad bin Abd al-Wahhāb (geboren in 1699) en zijn Indiase counterpart Moulvi Ismail Delhwi, die in 1799 was geboren.
Er is niets mis met de woorden “mijn religie.” In het graf gaat gevraagd worden: “Wat is uw godsdienst?” Het wordt beantwoord als: “Mijn religie is de islam.” Het betekent niet de religie opgericht of gesticht door mij de islam is. Er wordt in het dagelijkse leven gesproken en gezegd mijn kat, mijn hond en ga zo maar door. Doet het betekenen de kat of hond die ik heb gesticht. Niet alleen dit, zo vaak wordt er gezegd: “Mijn Allāh.” En wat zou het betekenen? Dus, ‘mijn religie’ spreekt geen regentschap uit vanuit Alahazrat Imām Ahmed Raza Khan (radi Allāhu anhu).
Bareilly is geen religie! In 1986 heeft Mufti-e-‘Azam van India, Hazrat Allama Akhtar Raza Khan (radi Allāhu anhu), de kleinzoon van de grote Imām, tijdens zijn Hadj (bedevaart), in Saoedi-Arabië verklaart dat Bareilly geen religie is. En, als het een religie is, is hij afkerig tegen, zo maakte hij het duidelijk. Het feit is, dat noch Bareilly noch Deoband een religie is. Beide zijn verschillende denkscholen. Imām Ahmad Raza Khan (radi Allāhu anhu) was de drager van de fakkel van Ahle Sunnat wa Jamaat. Hij was fataal tegen uiteenvallen van de eenheid van de Ahle Sunnat. Hij streefde voor dit doel gedurende zijn hele leven.
Niet-veroordeling van Moulvi Ismail als Kāfir
Er wordt is een exceptie dat de grote Imām (radi Allāhu anhu) Ismail Delhwi niet tot kāfir heeft verklaard; hij onthield zich van voor het doen van de uitspraak. Ik wil graag één ding aan zulke mensen zeggen: “U hebt een bezwaar dat Moulvi Ismail Delhwi niet werd verklaard tot kāfir door Mujaddid Imām Ahmed Raza Khan (radi Allāhu anhu). Met andere woorden, u wilde horen dat Moulvi Ismail Delhwi tot kāfir was bestempeld. Hij wilde hem niet verklaren tot kāfir en dus heeft hij hem niet voor kāfir bestempeld.” Hij had alleen Kaf-e-Lisān (stilte) over de kwestie gehouden. Als u hem kāfir wilt noemen mag u dat gerust doen. Wie belet u hem kāfir te noemen? U wilt noch dit, noch dat. Als Alahazrat (radi Allāhu anhu) bepaalde mensen tot kāfir had bestempeld, had u bezwaar gemaakt jegens zijn uitspraak. Maar als hij iemand zoals Moulvi Ismail Delhwi niet tot kāfir verklaart, dan zelfs hebt u bezwaar. Het is grandioos, in plaats van het aanvoeren van bezwaar, moet u de grote Imām eigenlijk bedanken op deze grond. In feite keert een dergelijk bezwaar zich tegen de mensen die het maken.
Een aspect is belangrijk. De grote Imām heeft Moulvi Ismail Delhwi niet verklaard tot kāfir, maar hij heeft naar behoren zijn diverse geschriften die bezwaarlijk waren kufria (toonaangevende ongeloof) verklaard. En, waarom? De voor de hand liggende reden is, dat Moulvi Ismail Delhwi een tijdgenoot was van de grote Imām. Slechts een kwart eeuw was verstreken sinds de dood van Moulvi Ismail Delhwi toen Alahazrat Imām Ahmed Raza Khan (radi Allāhu anhu) werd geboren. Het was fameus geworden, dat Moulvi Ismail Delhwi verontschuldigd had voor zijn verwerpelijk en schandelijk geschriften, maar er was geen bewijs beschikbaar. Of, was het de realiteit of gerucht, die niet kon worden gecontroleerd door Imām Ahmed Raza Khan (radi Allāhu anhu). Zo ontstond een voordeel van de twijfel. Elke verstandige persoon zou begrijpen dat Alahazrat Imām Ahmed Raza Khan (radi Allāhu anhu) erg juist was om af te zien van het verklaren van Moulvi Ismail Delhwi tot kāfir door hem voordeel van de twijfel te geven. Non-verklaring was helemaal in orde. Zijn beslissing is niet een kwestie van verzet, maar van appreciatie, niet een kwestie van tranen, maar gejuich. Zie hoe voorzichtig, rechtvaardig en verstandig de grote Imām was.
Oppositie van “lage kaste” moslims
Veel tint en geschreeuw wordt gemaakt over de kwestie die Imām Ahmed Raza Khan (radi Allāhu anhu) heeft geschreven tegen de Ansāri gemeenschap. Het is een gevaarlijke uiting om hem te belasteren. Wat hij heeft geschreven is allemaal op papier. Niets is te verbergen en niets kan worden verborgen. Lees een boek of alle boeken die geschreven zijn door de grote Mujaddid van de islam. U zult maar een aspect tegenkomen dat hij tegen de Sayyeds, aan wie hij enorm respect toonde, zich heeft stil gehouden. Hij heeft niets geschreven om een bepaalde gemeenschap te degraderen of op te waarderen. In dit verband heeft Qāri Amanat Rasul Sāhib van Pilibhit een boekje geschreven genaamd “A’la Hazrat Ki Bargah Men Ansariyon Ka Maqām” (plaats van de Ansār in de ogen van Alahazrat Imām Ahmed Raza Khan radi Allāhu anhu). Qāri Sāhib zelf behoort tot de Ansāri gemeenschap. In dit boekje heeft hij duidelijk gemaakt dat volgens de grote Imām de meting van superioriteit niets anders is dan vroomheid. In het boekje staat dat een Ansāri meer vroomheid (taqwa) heeft om de namāz voor te gaan en de Pathanen en Shaikh hem moeten volgen. Ik hoop dat het zou verdrijven het misverstand, indien aanwezig.
Een ding meer dat is een ruim bewijs van de vraag of de grote Imām was anti-Ansāri of pro-Ansāri. Per “Wasiya Sharief” de grote Imām heeft geleid dat zijn Namāz-e-Janaza zijn geleid door Maulana Amjad Ali (radi Allāhu anhu). Wie was deze Maulana Amjad Ali (radi Allāhu anhu)? Allen kennen hem en zo niet, dan moet u weten dat Hazrat Amjad Ali (radi Allāhu anhu) de schrijver is van het volumineuze “Bahār-e-Shari’at” en is ook Ansāri door kaste. Het bewijst zonder twijfel hoeveel Alahazrat geliefd en gerespecteerd Hazrat Amjad Ali (radi Allāhu anhu) ongeacht zijn kaste. Niet te spreken van Hazrat Amjad Ali, zelfs vandaag de dag zijn honderden geleerden Ansāri door kaste en allen zijn bereid om hun leven op te offeren voor Imām Ahmed Raza (radi Allāhu anhu). Immers, waarom? Heeft Imām Ahmed Raza (radi Allāhu anhu) hen iets gegeven of schriftelijke iets aan hen gevraagd. Vraag een willekeurige Ansāri geleerde of Alahazrat Imām Ahmed Raza (radi Allāhu anhu) iets heeft geschreven tegen de Ansāri gemeenschap. Hij zou zeggen: “Nee, helemaal niet.”
Gelieve oordeel zelf waar de waarheid ligt.