Kunt u in het kort beschrijven hoe die bijzondere dag was “de twaalfde Rabī Oel Awwal”?

Inleiding

Allereerst over het begrip Milād of Mauloed in het Arabisch Mawlid afgeleid van wilādat, dit wil zeggen geboorte. Met Milād-un-Nabi ﷺ doelen wij op de geboortedag van de Profeet Mohammed ﷺ. ‘Mawlid’ betekent ‘de tijd van geboorte.’ ‘Rabi’ul-Awwal’ betekent ‘de lente’. Hazrat Adam (‘alayhi’s-salam), toen hij op het punt stond te sterven, zei tegen zijn zoon Hazrat Shies (‘ alayhi’ salām): “O mijn zoon! Deze Noor die op je voorhoofd schijnt, is de Noor van Hazrat Mohammed ﷺ, de laatste profeet. Bezorg deze Noor aan pure en kuise dames, die geloven in Allāh Ta’ala, en vertel je zoon om dit te doen in je laatste verzoek!” Tot aan de Profeet Mohammed ﷺ zeiden alle vaders ditzelfde aan hun zonen wat zij moesten doen. Elk van hen vervulde deze laatste wil van hun vader door te trouwen met de edelste, het kuiste meisje.

De Profeet Mohammed ﷺ werd geboren in Mekka, 52 jaar voor de Hijri op 12 Rabi’ul-Awwal, op een maandagnacht die samenviel met 20 april 571, tegen de ochtend aan, dus vóór de fajr namāz.

Toen de Profeet Mohammed ﷺ geboren was stuurde Allāh Ta’ala Hazrat Jibra’il (alaihissalām) met een leger engelen naar de aarde met de opdracht om drie vlagen te vestigen, één in de tuin of op het dak van het geboortehuis van de Profeet Mohammed ﷺ, één op de Ka’aba en één op Masjid Aqsa. Deze vlagen zijn er nog en zullen wapperen tot de Dag des Oordeels. Wij kunnen ze niet zien, omdat zij in één van de 70.000 dimensies staan. Dus, Allāh Ta’ala vierde als eerste de verjaardag samen met de engelen.

Onze Profeet Mohammed ﷺ, nadat hij zich als de Profeet bekend had gemaakt legde deze avond elk jaar met veel nadruk op. Daden van aanbidding uitgevoerd op speciale avonden, zoals de nachten genaamd Juma, ‘Arafat’, Ied, Qadr, Barā’at, Mirāj, ‘Ashura, Mawlid en Raghaib, brengen veel zegeningen voort.

Mogen wij de Milād-un-Nabi vieren?

(Wat kunt u onze trouwe luisteraars vertellen over het ontstaan en de viering van Eid Milād Un Nabi?)

Ja, het vers dat ik in de inleiding (khutbah) heb gereciteerd verteld ons, En uw roem niet verheven?” Surah al-Sharh (de expansie, opbloeien, ontplooien), H94, vers 4

Bovenstaand vers is een retorische vraag.

Tafsir ibn Kathīr: “En hebben Wij uw roem niet verheven?” Hazrat Mujāhid (radi Allāhu anhu) verhaalde dat de Profeet Mohammed ﷺ over dit vers uitlegde: “Het betekent dat wanneer Ik (Allāh Ta’ala) wordt herinnerd, je ook herinnerd zult worden.” Hazrat Qatadah (radi Allāhu anhu) verhaalde dat de Profeet Mohammed ﷺ zei: “Allāh verhoogde de herinnering  aan de Profeet Mohammed ﷺ zowel in deze wereld als in het Hiernamaals.” [dus door viering van zijn geboortedag, door zijn sirah te vertellen, enz.]

Het volgende is geschreven in de 186ste memo van de Arabische en Perzische versies van het boek Maktubāt over de uitleg van bidat: “De meeste islamitische geleerden classificeerden de bidat van daden in twee groepen: die vernieuwingen en hervormingen die niet tegen de Sunnah waren, d.w.z. die een oorsprong hadden in de 1e eeuw van de islam. Deze werden bidat-e-hasana genoemd. En dat wat geen oorsprong had in de 1e eeuw van de islam werd bidat-e-sayyia genoemd.

De tegenstanders, o.a. Wahhābi (Ibn Wahhāb 1703–1792), zeggen dat de Milād viering een slechte bidat is. Laten wij nu eens luisteren naar wat hun Imāms Ibn Taymiyya en Ibn Kathīr schrijven in hun boeken over de Milād viering.

Imām Ibn Taymiyya schrijft over Mawlid in zijn boek Majma ‘Fatāwi Ibn Taymiyya (de Verzamelde Fatwa’s van Ibn Taymiyya) deel. 23, p. 163: “Fa-t’aziem al-Mawlid wat-tigāsuhu mawsiman qad yaf’alahu ba’ad annāsi wa yakunu lahu fihi ajra ‘Azīm li-Husni Qasdihit ‘aziemihi li-Rasulillāhi ﷺ

(vertaling: om de geboorte van de Profeet Mohammed ﷺ te vieren, en te eren en het als een geëerd seizoen te beschouwen zoals sommige mensen aan het doen is goed en daarin zit een grote beloning vanwege hun goede intenties bij het eren van de Profeet Mohammed ﷺ.”

Wie is Ibn Kathīr?

Ibn Kathīr looft de nacht van Mawlid, hij is een van de meest bekende geleerden, een Muhaddith van de volgelingen van Ibn Taymiyya.

Ibn Kathīr schreef in de laatste dagen van zijn leven een boek met de titel “Mawlid RasoolAllāh ﷺ dat wijd en zijd werd verspreid. In dit boek op blz. 19 noemde hij de toelaatbaarheid en aanbevelenswaardig van het vieren van de Mawlid.

Hij schreef: “De nacht van de geboorte van de Profeet Mohammed ﷺ is een prachtige, nobele, gezegende en heilige nacht, een nacht van gelukzaligheid voor de gelovigen, puur, stralend met licht en van onschatbare waarde.”

Ibn Kathīr noemt de naat (poëzie) van de Profeet Mohammed ﷺ aanvaardbaar ter ere van hem. Hij schrijft: “In de tijd van de Profeet Mohammed ﷺ is het bekend dat dichters bij hem kwamen met allerlei werken die hem roemden, schreven over zijn campagnes en veldslagen en over de Sahāba. Dit wordt bewezen door de talrijke gedichten die worden geciteerd in de Sirās van Ibn Hishām, al-Wāqidi en anderen. De Profeet Mohammed ﷺ was blij met goede poëzie.

Ibn Kathīr zei dat het wordt gerapporteerd in Bukhārī ‘s “al-Adāb al-Mufrad” dat hij zei:” Er is wijsheid in naat (poëzie).”

Ibn Kathīr schrijft verder in zijn boek “Mawlid” op blz. 30: “De oom Ibn Abbās (radi Allāhu anhu) van de Profeet Mohammed ﷺ componeerde naat (poëzie), prees de geboorte van de Profeet Mohammed ﷺ aan.”

Ibn Kathīr vermeldt het feit dat volgens de Sahāba de Profeet Mohammed ﷺ zijn eigen naam prees en naat (poëzie) over zichzelf reciteerde in de midden in de slag bij Hunayn om de metgezellen aan te moedigen en de vijanden bang te maken. Die dag zei hij ﷺ: “Ana an-Nabi, lā kazib, Ana ibn ʻAbd al-Muttalib” (“Ik ben de Profeet! Dit is geen leugen. Ik ben de zoon van ‘Abd al-Muttalib!’)

Hazrat Imām-e-Rabbāni Mujaddid Al-Fishāni al-Farooqi al-Sirhindi (1564–1624, radi Allāhu anhu) noemde ze Sunnah-e-​​hasana. Voorbeelden hiervan zijn het uitvoeren van de Mawlid en het bouwen van minaretten en graven. Hij gaf de naam bidat alleen aan die zonder oorsprong. Wahhābis noemden deze bidat-e-hasana’s ook bidat-e-sayyia. Ze zeggen die sunnat-e-​​hasana’s waren ook shirk (polytheïsme). Aan de andere kant, onwetende mannen van de Dīn noemde de meeste bidat-e-sayyia bidat-e-hasana, en veroorzaakte zo deze afschuwelijke bidat wijdverspreid worden. Bij het afkeuren van bidat is Hazrat Imam-i Rabbāni niet tegen de islamitische geleerden, maar hij is tegen de onwetende mannen van het kabaal.”

Sommige mensen zeggen ook dat het bidat is om de Mawlid te vieren. Hazrat al-Farooqi al-Sirhindi (radi Allāhu anhu) schrijft in zijn 37ste brief van zijn Maktubāt-e-Ahmad dat het toegestaan is om de Mawlid te vieren.

Dit wordt ook bewezen op blz. 233 van het boek Yusuf-e-Nabhani’s Hujjatullahi al’Alamin fi mujizat-e-Sayyid-il-Mursalīn, aan het einde van het boek Al-Basair li-munkirit-tawassuli bi-ahl-il-Maqabir, en in het boek An-ni’mat-ul-Kubra al-Ālam fi Mawlid-e-Sayyid-e-Walad-e-Adam.

In het boek Atta’akkub-ul-Mufid van Abu Hāmid bin Marzuq (radi Allāhu anhu), een heilige van Damascus, en in At-Tawassul bin Nabi wa bis-Sālihīn, wat een verkorte versie van twee delen van Al-Barā’at-ul-Ashariyyin, zijn de gedachteflitsen van Ibn Taymiyya, Ibn Qayyim en de zoon van Abdul Wahhāb verworpen.

Het boek Al-fajr-us-Sadiq fi-Radd-e-Alal-munkiri tawassul wal-Hawariq, van Jamil Sidqi Effendi, een heilige van Bagdad, beschaamt de Wahābis.

Het boek Nur-ul-Yaqīn van Hazrat Mustafa bin Ibrahim Siyami, een heilige in Thailand, werd gepubliceerd in 1345, vermeld dat Mawlid toegestaan is.

Hazrat Muhammad Abdur Rahmān Silhati, een heilige in India, bewijst met documenten in zijn boek Sayf-ul-Abrār-il-Maslul dat Wahhābis op een ketterse manier bezig zijn.

Wat zegt de Islamitische literatuur over het vieren van de Eid Milād un Nabi?

Met name ook de vraag, wat is de mening van de 4 Imāms (Hanafi, Hanbalī, Mālikī en Shafi’ī) over de viering?

Elk jaar vieren moslims over de hele wereld deze nacht als de Mawlid Kandil. Overal wordt de Profeet Mohammed ﷺ herinnerd door in de Milād de Heilige Qur’ān, hamd, naat te reciteren.

De sultan van Erbil, Abu Said Muzaffar-ud-Din Kukburi bin Zayn-ud-Din Ali (radi Allāhu anhu), een schoonbroer van Salāh ad-Dīn al-Ayyubi (radi Allāhu anhu), organiseerde festivals op de Milād avonden en gaf geschenken en cadeautjes. Het mooie karakter, de welwillendheid en de goede daden van de sultan wordt vermeld in detail in een geschiedenisboek van Ibn-e-Khilligan, op blz. 234 van Hujjatullahi ‘al-al’Alamin en in een pamflet getiteld Mawlid-e-Sharīf door Sayyid ‘Abdul Hākim-e-Arwasi (radi Allāhu anhu).

Sibt Ibn al-Jawzi (radi Allāhu anhu) schreef in het boek Mir’at al-Zamān, dat in het Milād Sharīf georganiseerd door Sultan Muzaffar de eettafels waren gedekt met de volgende eetwaren:

  1. vijfhonderd gebrade geiten,
  2. tienduizend kippen,
  3. 100.000 tuimelaars (duiven)
  4. 30.000 manden vol met zoete vruchten
  5. Elk jaar waren zijn uitgaven voor de Milād Sharīf 300.000 dinars. 
  6. Voor degenen die afkomstig waren van buiten (de stad) had hij een gasthuis laten bouwen voor allen zonder enig onderscheid van status. De uitgaven van dat gasthuis waren 100.000 dinars.
  7. Vooraanstaande vrome Ulema en illustere soefi van heinde en verre de Milād Sharīf ceremonie door de Sultan bijwoonden. 
  8. Voor de soefi organiseerde de Sultan Mehfil-e-Sama van Zohr tot Fajr, waarin de Sultan ook participeerde en in ecstasy kwam, samen met de soefi’s. 
  9. Hij gaf met Milād Sharīf jaarlijks 200.000 dinars uit als losgeld voor moslims die gevangen waren genomen door de Europeanen. 
  10. Ook voor het onderhoud van de twee Harams en voor het verstrekken van water langs de routes in Hidjaz (voor pelgrims) gaf hij jaarlijks 300.000 dinars uit. Deze vormen, als een aanvulling op de Sadaqāh en liefdadigheid, gaf hij in het geheim uit. 

Zijn vrouw, Rabīʿah Khatoon Bint Ayyub, de zus van Sultan Nasir Salahuddin vertelde dat haar man gebruikelijk als kledingstuk een Qamis droeg van grof katoen die niet meer dan vijf dirhams koste. Ze zei dat ze op een keer aan de Sultan, haar man, vroeg waarom hij zo goedkoop aankleedde waarop hij antwoordde: belangrijk is bedekken van je lichaam, 5 dirham kledingstuk is daarvoor voldoende en de rest van het geld besteed ik in liefdadigheid dat veel beter is dan een dure kleding dragen, en het geven van geld aan noodlijdende personen die mogen verworden tot goede wensen.

Door Mawlid (toespraak, naat) te reciteren vertellen moslims over de geboorte van de Profeet Mohammed ﷺ, de Mirāj en zijn leven, en gedenk en prijs hem. Elke moslim moet de Profeet Mohammed ﷺ liefhebben. Hij die de Profeet Mohammed ﷺ liefheeft, herinnert zich hem veel, herhaalt zijn naam en looft hem heel vaak. De hadīth overgeleverd door ad-Dailami en geciteerd in Kunuz ad-Daqā’iq verklaart: “Degene die heel veel liefheeft, herinnert zich de geliefde heel erg vaak.” Alle ‘ulema’ van de islam hebben in detail geschreven dat het noodzakelijk is de Profeet Mohammed ﷺ lief te hebben, en heel veel.

Zelfs het Wahhābi boek vermeldt dit feit op blz. 336: “Er wordt verklaard in een hadīth Sharīf: ‘Iemands Imān is onvolledig tenzij hij meer van mij (Profeet Mohammed ﷺ) houdt dan van zijn kinderen, zijn ouders en iedereen.’ Dat wil zeggen: ‘Zijn overtuiging is niet perfect’, bedoelde hij. Het is wājib voor hem die van Allāh houdt om ook van zijn Profeet Mohammed ﷺ te houden. En hij moet ook van de vrome (Awliya) van Allāh houden.”

De Profeet Mohammed ﷺ gaf vroeger een feest aan de Sahāba-e-Kirām (radi Allāhu anhum) op de Mawlid-nachten en vertelde de gebeurtenissen die waren gebeurd toen hij de wereld eerde en tijdens zijn jeugd. Hazrat Abu Bakr (radi Allāhu anhu), toen hij de kalief was, riep de Sahāba-e-Kirām bijeen om samen te komen op de Mawlid-avonden, en ze spraken over het wonderbaarlijke gebeurtenissen die plaatsvonden toen de Profeet Mohammed ﷺ de wereld eerde. Christenen leerden en adopteerden het vieren van verjaardagen van de moslims. Moslims over de hele wereld hebben de boeken erover gelezen Rasūlullāh, voelde zich gelukkig en vierde die eervolle avond waarop hij de wereld eerde hij en Sahāba-e-Kirām deden die nacht. De ‘ulema’ van de islam hebben veel aandacht besteed tot vanavond. Alle wezens, engelen, geesten, dieren en niet-levende substanties voelen zich vrolijk en geef elkaar het goede nieuws van de komst van deze nacht waarop Fakhr al- ‘Ālam eerden de wereld.

Maulana Jalāluddin Rumi (radi Allāhu anhu) onthulde dat de plaatsen waar een Mawlid werd gelezen, zou veilig zijn voor rampen en moeilijkheden. Het is effectiever en nuttig om een ​​Mawlid in vers te reciteren. De ‘ulema’ van de islam hebben boeken in elke taal geschreven om de zegeningen ervan uit te leggen het reciteren van een Mawlid, de manier om het te reciteren en dat reciteren is een ‘ibādah. Zoals vermeld in Mustafa Katib Chelabi’s (rahmat-Allahi ‘Alaih) boek Kashf az-Zunun en in de appendix heeft hij tien van deze boeken als referentie opgegeven:

1) De Turkse Mawlid-lofrede van Sulaimān Chelabi van Bursa heeft grote bekendheid verworven. Hij was de imam [bij rituele gebeden] van de Ottomaanse sultan Yildirim Bāyazid Khan (rahmat-Allahi ‘Alaih) en stierf in 800 A.H. (1398). Het is overal in Turkije geliefd en gereciteerd zoals het was gedurende het Ottomaanse rijk. De oorspronkelijke titel was Wasilat an-najat.

2) De Mawlid-lofrede geschreven door Hamdullah Effendi (rahmat-Allahi ‘Alaih), die de zoon van Al-Shams ad-Dīn Effendi.

3) Een andere Mawlid is geschreven door Molla Hasan al-Basrī (rahmat-Allahi ‘Alaih), die stierf in 994 A.H. (1586).

4) Dat is geschreven door Waiz Muhammad ibn Hamza.

5) Een ander is geschreven door Shams ad-Dīn as-Swazi (rahmat-Allahi ‘Alaih), in 1006 A.H. (1598).

6) Jami ‘al-asar fi mawlidi’ l-mukhtar door Hāfiz ibn Nasir ad-Dīn ad-Dimashqi (rahmat-Allahi ‘Alaih).

7) At-ta’rif bi ‘l-mawlidi’ sh-Sharīf door Ibn Asir Muhammad al-Jazri, die stierf in 833 A.H. (1430).

8) Durr al-munzam fi mawlidi ‘n-Nabi’i l-Muazzam door Abu ‘l-Qāsim Muhammad al- Luluwi (rahmat-Allahi ‘Alaih), die stierf in Damascus in 867 A.H. (1463).

9) Mawlidi ‘n-Nabi door’ Afif ad-Dīn Muhammad at-Tabrizi, overleden in al-Medinat al-Munawwarah in 855 A.H. (1451).

10) Mawlidi ‘n-Nabi door Sayyid Muhammad Kawukju al-Hanafi, die stierf in 1305 A.H. (1887).

Bovendien, dat het reciteren van een Mawlid een ‘ibādah is, wordt bewezen met documenten in het boek An-ni’mat al-Kubra ‘alā’ l-‘ālam fi Mawlid as-Sayyid al-walad al-Adam door Ibn Hajar al-Haythamī, in Ar-raddu ‘alā man ankara qirāt al-mawlidi’ n-Nabi van Imām Jalal ad-Dīn as-Suyuti, in Jawāhir al-Bihar (deel drie) en Hujjat-Allahi ‘alā’ l-‘alamin (pagina’s 233-239) door Yusuf an-Nibhāni, in Ithbat al-Mawlid door Ahmad Said al-Mujaddid en in Sharh al-Mawāhib al-Ladduniya (deel 1, pagina’s 136-40) door ‘Allāma Muhammad az-Zarqani.

“Hāfiz (geleerde van hadīth) Shams ad-Dīn Muhammad as-Shāwi [d. Al-Medinat al-Munawwarah, 902 A.H. (1496)] zei: ‘Over [samenkomen voor] een Mawlid is er geen rapport van de Salaf. Het verscheen na de derde eeuw. Elk jaar geven moslims aalmoezen en verheugen ze zich op de Mawlid-nacht. Ze doen liefdadige en vrome daden. Ze komen samen en luisteren naar de Mawlid lofrede gereciteerd. ‘

Hāfiz ‘Izz ad-Dīn’ Ali ibn Asir al-Jazri [d. Musul, 630 A.H. (1234)] zei: ‘Het reciteren van een Mawlid biedt bescherming tegen schade en gevaren voor een heel jaar. Zegeningen en een overvloed aan regen vallen op plaatsen waar een Mawlid wordt gereciteerd gedurende de jaar.’

Hāfiz ‘Imad ad-Dīn Ismail ibn Kathīr [d. 774 A.H. (1372)] meldde dat de Amir van Arbil verzamelde in de maand Rabī ‘alawwal enorme gemeenten voor een Mawlid.

Abu ‘l-Khattāb’ Umar ibn Dihya [d. 633 A.H. (1236)] gaf lange details van Mawlid georganiseerd door de Amir van Arbil in zijn boek At-Tanwīr fi mawlidi ‘l-Bashir. Veel ‘ulema’, voor bijvoorbeeld Hāfiz Abu Shama [d. 655 A.H. (1266)], die de meester was van al-Imam an-Nawāwi, prees vol lof dit boek. ‘

Abd ar-Rahmān Abu Shama’s werk Al-bais’ alā inkari ‘l-bidat’ wal-hawadith zit vol met dergelijke lofprijzingen. ‘

Allāma Saif ad-Dīn ibn Tughrul Beg [d.670 A.H. (1271)] schreef in zijn werk Durr an-nazim fi mawlidi ‘n-Nabii’ l-Karīm: ‘die van Rasūlullāh (sallallāhu ‘alayhi wa sallam) houden, vergaderingen van Mawlid houden op de nachten van Mawlid. Onder hen zijn de grote bijeenkomst van Mawlid in Egypte door Abu ‘l-Hasan, die is beroemd met de titel “Ibn Afdaal”; die gehouden door Abu ‘Abdullah ibn Muhammad ibn Numan, wie was de meester van onze meester; en twee andere in handen van Jamal ad-Dīn al-‘Ajami al-Hamadani en Yusuf ibn ‘Ali Hajjar al-Misri. Deze ‘ulema’ hebben opgemerkt dat ze droomde van Rasūlullāh (sallallāhu ‘alayhi wa sallam) die zei dat degenen die zich voor hem verheugden maakte hem ook blij. ‘

De Ummah van elke Profeet hadden van de verjaardag van hun profeet een feestdag gemaakt. En deze dag de Milād is de feestdag van de moslims. Het is een dag van plezier en geluk.

Toen Hazrat Adam alaihissalām tussen ziel en lichaam was, was Hazrat Mohammed ﷺ al profeet. Hazrat Adam en alles zijn gemaakt voor zijn eer.

Zijn gezegende naam staat in islamitische letters op de Arsh, in de lucht en in de hemelen. Zijn naam Mohammed werd hem gegeven door zijn grootvader, Abdulmuttalib. Dat had hij gedroomd (Mohammeds) naam zou over de hele wereld worden verspreid en die iedereen zou prijzen en loof hem. ‘Mohammed’ betekent ‘hij die veel wordt geprezen’.

Hazrat Jibra’îl’s eerste komst was om hem informeren over zijn Profeet ambt, zijn vertrek uit de stad Mekka voor een Hegira, zijn voet zetten in het dorp Kuba van Medina-e-Munawwarah, zijn vertrek uit Medina voor de verovering van Mekka, en zijn dood. Deze vonden allemaal op maandag plaats. Toen hij werd geboren, werd het ontdekt dat zijn navelstreng was doorgesneden en dat hij was besneden.

In een hadīth in Sahīh Bukhārī Sharīf, het meest waardevolle en het meest correcte boek na de Heilige Qur’ān, verklaart onze Profeet Mohammed ﷺ: “Ik ben geboren uit de vooraanstaande, de beste mensen die in elke eeuw, in elk tijdperk leven.”

In een hadīth in Sahīh Musli verklaart de Profeet Mohammed ﷺ: “Van de afstammelingen van Hazrat Ismail ‘alaihissalām’, koos Allāh Ta’ala een persoon genaamd Quraysh. En van de nakomelingen van Quraysh, koos Hij de Hashim-familie. En onder hen plaatste Hij mij.”

In een hadīth gecommuniceerd door Imām Tirmīzī verklaart de Profeet Mohammed ﷺ: “Allāh Ta’ala heeft iedereen geschapen. Hij schiep mij uit de beste groep mensen. Vervolgens schiep Hij de beste van deze groepen in Arabië. Hij heeft mij van hen gemaakt. Vervolgens koos Hij het beste gezin, het beste gezin schiep mij uit hen. Dan zijn mijn ziel en lichaam de beste schepsels. Mijn voorouders zijn de beste mensen.”

In een hadīth in Tabrānī staat dat de Profeet Mohammed ﷺ verklaart: “Allāh Ta’ala schiep alles uit het niets. Van alle dingen hield Hij van de mens  en maakte ze waardevol. Van de mensheid zorgde Hij ervoor dat degenen die Hij uitkoos zich vestigden Arabië. En van de voornaamste in Arabië koos Hij mij. Hij plaatste mij onder de onderscheiden, de beste van de mensen in elke leeftijd. Dan, degenen die houden van degenen [al-Salaf al-Sālih, dit zijn de eerste drie generatie in de islam] in Arabië die mij gehoorzamen, heb ze lief omwille van mij. Degenen die vijandigheid jegens hen voelen, voelen vijandigheid jegens mij.” Deze hadīth staat ook aan het begin van Mawāhib-e-Ladduniya.

Wat zijn de voorwaarden om Milād-un-Nabi te vieren?

Er zijn geen voorwaarden dan dat er geen shirk (alles wat indruist tegen de Shari’ah) in de voorbereiding van/en de viering mag voorkomen. Je kunt elke dag de geboortedag van de Profeet Mohammed ﷺ vieren, er zijn geen belemmerende factoren hiervoor.

Zelfs u kunt uw geboortedag elke vieren, want dat is dankbaarheid getuigen aan Allāh Ta’ala dat Hij u nog in leven heeft gehouden om hem aan te bidden.


Translate »
error: Content is protected !!