Umm al-Mu’minin Hazrat Maymuna Bint al-Hārith (radi Allāhu anha)

5 Safar al Muzaffar

Hazrat Sayyidah Maymuna (radi Allāhu anha) was de laatste vrouw van de Heilige Profeet ﷺ. Ze behoorde tot de stam van de Banu-Hilala en daarna trouwde hij niet meer. De Profeet ﷺ was ongeveer zestig jaar oud ten tijde van zijn huwelijk met Hazrat Maymuna (radi Allāhu anha). Ze leefde drie jaar na het huwelijk met de Heilige Profeet Mohammed ﷺ.

De Heilige Profeet Mohammed ﷺ had een andere vrouw uit dezelfde stam. De naam van de andere vrouw was Zaynab (radi Allāhu anha), algemeen bekent als Umm-ul-Masakīn (moeder van de behoeftigen en armen). Maymuna was haar tweede aangenomen naam. Haar eerste naam Barra is veranderd door de Heilige Profeet ﷺ en de nieuwe naam Maymuna werd gegeven wat betekent “gezegend”. Haar vader Hārith bin Hazam was een gerespecteerde leider van de stam Banu-Hilala en hij had zestien dochters. Een van zijn dochters te weten Umm-ul-Fazal was de vrouw van Hazrat Abbās, die was de oom van de Heilige Profeet ﷺ. Zijn andere dochter namelijk Umm-e-Salma was getrouwd met Hazrat Hamzah, een andere oom van de Heilige Profeet Mohammed ﷺ. Een andere dochter Lubaba was de moeder van Hazrat Khalid Bin Walid (een bekende generaal van moslims die vochten tegen de Iraniërs, hij kreeg de titel ‘Zwaard van wat Allah’ door de Heilige Profeet Mohammed ﷺ). Hārith’s andere dochters trouwden later met Hazrat Umar (de tweede Kalief) en Hazrat Ali (de vierde Kalief). Een andere dochter Asmā was getrouwd met Hazrat Jāfar. Dus, de meeste zusters van Hazrat Maymuna waren getrouwd met de baanbrekende revolutionaire leiders van de islam.

Eerder was zij twee keer getrouwd. Haar eerste huwelijk vond plaats met Mas’ud bin Amr. Toen Mas’ud van haar scheidde trouwde zij met Abu bin Abdul Raḥīm Aza. Abu Raḥīm stierf in het zevende jaar van Hijri. Na de dood van Abu Raḥīm is de Heilige Profeet Mohammed ﷺ door zijn oom Hazrat Abbās voorgesteld te trouwen met Maymuna. Maymuna of Barra zoals ze toen genoemd werd, hoorde over het huwelijksvoorstel met de Profeet Mohammed ﷺ. Dus ging zij naar haar zus Umm al-Fadl om met haar te praten over het voorstel, daarop sprak haar zus met haar man Abbās. Abbās ging onmiddellijk naar de Boodschapper ﷺ met het voorstel om Maymuna’s uit te huwen aan de Profeet ﷺ en het voorstel werd aanvaard. Toen het goede nieuws haar bereikte, zat ze op een kameel en ging er meteen van af en zei: ‘De kameel en wat erop is, is voor de Boodschapper ﷺ van Allah.” Ze trouwden in de maand Shawwāl van het jaar 7 Hijri net nadat de moslims van Medina toestemming kregen om Mekka te mogen bezoeken in het kader van het verdrag van Hudaybiyyah om Umrah te doen.

Allah Ta’ālā openbaarde toen:

 يٰأَيُّهَا ٱلنَّبِيُّ إِنَّآ أَحْلَلْنَا لَكَ أَزْوَاجَكَ ٱللاَّتِيۤ آتَيْتَ أُجُورَهُنَّ وَمَا مَلَكَتْ يَمِينُكَ مِمَّآ أَفَآءَ ٱللَّهُ عَلَيْكَ وَبَنَاتِ عَمِّكَ وَبَنَاتِ عَمَّاتِكَ وَبَنَاتِ خَالِكَ وَبَنَاتِ خَالاَتِكَ ٱللاَّتِي هَاجَرْنَ مَعَكَ وَٱمْرَأَةً مُّؤْمِنَةً إِن وَهَبَتْ نَفْسَهَا لِلنَّبِيِّ إِنْ أَرَادَ ٱلنَّبِيُّ أَن يَسْتَنكِحَهَا خَالِصَةً لَّكَ مِن دُونِ ٱلْمُؤْمِنِينَ قَدْ عَلِمْنَا مَا فَرَضْنَا عَلَيْهِمْ فِيۤ أَزْوَاجِهِـمْ وَمَا مَلَكَتْ أَيْمَانُهُمْ لِكَيْلاَ يَكُونَ عَلَيْكَ حَرَجٌ وَكَانَ ٱللَّهُ غَفُوراً رَّحِيماً 

“O profeet, Wij hebben voor u uw vrouwen wettig gemaakt, aan wie gij haar huwelijksgiften hebt gegeven, en degenen die uw rechterhand bezit van haar, die Allāh u als een oorlogsbuit heeft gegeven en de dochters van uw ooms en tantes van vaderszijde en de dochters van uw ooms en tantes van moederszijde die met u emigreerden, en elke gelovige vrouw indien zij zich aan de profeet toevertrouwt als de profeet haar wenst te huwen; dit is slechts voor u en niet voor de gelovigen. Wij hebben reeds kenbaar gemaakt wat Wij omtrent hun (gelovige) vrouwen en degenen die hun rechterhand bezit, hebben verordend, opdat er geen blaam u aankleve. Allāh is Vergevensgezind, Genadevol.”  Surah Al-Ahzāb (de confrères) H33, vers 50

De Heilige Profeet Mohammed ﷺ had de ihrām aan (bestaat uit twee lappen doek voor het verrichten van Hajj en/of Umrah, een deel gewikkeld rond de taille en de andere rond de schouder. Na het aantrekken van ihrām, mag men zijn haar niet knippen, ook de nagels niet knippen, misbruik maken of seks hebben, enz.). In dezelfde staat stuurde hij ﷺ vijfhonderd Dirhams als Mahr naar Hazrat Maymuna (radi Allāhu anha) en de nikāh plechtigheid werd uitgevoerd. Op de terugkeer van Umrah, van Mekka naar Medina, verbleef hij op een plaats genaamd Seraf. Deze plaats is op tien mijl afstand van Mekka, op weg naar Medina, verwijderd. In Seraf was het Walīmah (het feest, dat wil zeggen een lunch of diner aangeboden aan vrienden en gasten op de eerstvolgende dag na het huwelijk) gehouden.

Een grote gebeurtenis volgde na het huwelijk van Hazrat Maymuna (radi Allāhu anha) met de Heilige Profeet Mohammed ﷺ. Hazrat Maymuna’s neef Hazrat Khalid bin Walid (radi Allāhu anhu) omarmde de islam. Hij was een zeer getalenteerde en moedige man uit de Quraysh stam. Hij was ook een groot krijger en gerenommeerde soldaat. Na haar huwelijk, toen Hazrat Maymuna naar Medina met de Heilige Profeet Mohammed ﷺ ging, verklaarde Hazrat Khalid bin Walid aan zijn stam: “Ik kan niet langer onder jullie verblijven.” Zo kwam een grote groep onder leiding van Hazrat Khalid aan de kant van de islam.

Hazrat Maymuna (radi Allāhu anha) was duidelijk erg goedaardig en had een goede band met iedereen, en had ook geen ruzie of onenigheid met een van de andere vrouwen van de Profeet Mohammed ﷺ. Hazrat ‘A’isha (radi Allāhu anha) zei over haar: “Onder ons, had ze de meeste vrees voor Allāh Ta’ālā en deed alles om de banden van verwantschap te handhaven.” Het was in haar kamer toen de Profeet Mohammed ﷺ de gevolgen begon te voelen van wat later zijn laatste ziekte was en vroeg toestemming aan zijn vrouwen om te mogen verblijven in de kamer van A’isha (radi Allāhu anha), gedurende de laatste uren van zijn (aardse) leven.

Hazrat Maymuna (radi Allāhu anha) had een grote liefde voor het onderwijs en de prediking van de islam. Ze heeft zesenveertig tradities (ahadīth) verteld en volgens sommigen zesenzeventig tradities. Mensen kwamen graag naar haar toe voor de oplossing van hun verschillende religieuze problemen en zij heeft hen altijd begeleid met intelligente antwoorden op hun vragen. Ze was een bijzonder en zeer vrome dame. Tijdens haar leven liet ze veel slaven vrij. Op een keer liet zij in het leven van de Profeet Mohammed ﷺ een slaaf vrij om te genieten van het leven van een vrije burger en de Profeet Mohammed ﷺ prees haar en zei: “Maymuna, Allāh zal je belonen voor deze daad.” Ze was ook een grote Schriftgeleerde van religie. Zelfs haar neef Ibn-e-Abbās (radi Allāhu anhu), die later een groot Schriftgeleerde en commentator van de Heilige Qur’ān werd, was haar leerling.

Hazrat Maymuna (radi Allāhu anha) woonde pas drie jaar bij de Heilige Profeet Mohammed ﷺ en bleef na zijn dood in Medina wonen gedurende veertig jaren, en stierf op de leeftijd van tachtig jaar in 51 Hijri als de laatste der vrouwen van de Profeet Mohammed ﷺ. Ze vroeg om te worden begraven waar de Profeet ﷺ met haar was getrouwd in Seraf, en haar verzoek is uitgevoerd.

Hazrat Ibn-e-Abbās (radi Allāhu anhu) leidde haar begrafenisgebeden. Toen haar kist werd opgeheven en vervoerd naar het graf zei Hazrat Ibn-e-Abbās: “Niet schudden met haar bed. Wees respectvol en draag haar met gemak. Zij is de vrouw van de Heilige Profeet Mohammed ﷺ.”

Mazār Sharief van Hazrat Maymuna in 1901 vóór de sloop.

De Tombe over het Heilig Graf van Sayyidah Maymuna (radi Allāhu anha) werd gesloopt en het was zelfs een plan de Qabr Sharief te verwijderen om de weg vrij te maken voor een weg over het graf, maar de bulldozers weken uit toen de constructeurs probeerden om de Heilige Qabr Sharief van Sayyidah Maymuna (radi Allāhu anha) met de bulldozer te vernielen.

Translate »
error: Content is protected !!