Kennis is Macht
indien goed toegepast!
Onze doelstellingen
Qaid-
Kennis is Macht
indien goed toegepast!
Onze doelstellingen
Qaid-
Nabijheid van de Dag des Oordeels is dichterbij dan menigeen denkt.
Zoals Allāh Ta’ālā degenen die Hij liefheeft in dienst neemt als tussenpersonen voor gunstige daden, zo gebruikt Hij op slechte plaatsen degenen die vijandig tegenover Hem staan. Degenen die het verlies van islamitische zegeningen veroorzaken, zijn van twee groepen:
Het islamitische geloof is geleidelijk aan het degenereren en verandert in de vorm die door deze ongelovigen is gepland en ongeschoolden zomaar uit de lucht gegrepen anderen willen overstijgen en met andere moskeeën concurreren wat verboden is. Zij hebben geen kaas gegeten van SWOT-analyse, risicomanagement, financieel management, investeringsanalyse, Nederlandse wet- en regelgeving zoals bestemmingsplan, enzovoorts, maar willen met hen bekrompen en ervaring van eenvoudige business grote zakendoen.
Ook zeggen sommige anderen: “Om in de huidige eeuw te kunnen overleven, moeten we zelf helemaal verwesterd worden. Deze uitspraak heeft twee connotaties.
Hazrat Abu Huraira (radi Allāhu anhu) vertelde dat de Profeet Mohammed ﷺ zei: “Elke dag komen er twee engelen uit de hemel neer en een van hen zegt: ‘O Allāh! Compenseer elke persoon die in Uw Zaak doorbrengt,’ en de andere (engel) zegt: ‘O Allāh! Vernietig elke vrek’.” Sahīh al-Bukhārī
Hazrat Jābir (radi Allāhu anhu) meldde dat de Profeet Mohammed ﷺ zei: “Doe anderen geen onrecht aan, want op de Dag des Oordeels zal het veranderen in veelvuldige duisternis en jezelf beschermen tegen gierigheid, want het heeft degenen die voor je waren geruïneerd. Het zette hen aan tot moord en behandelde het onwettige als wettig.” Sahīh al-Muslim
Wie Imān heeft en zich aanpast aan haar Shariat, is een moslim. Degenen die de Shari’ah willen aanpassen aan hun nafs-e-Ammāra (egoïste verlangens en genoegens) zijn aan de rand van ongeloof. Ze begrijpen niet dat Allāh Ta’ālā de Shari’ah (Heilige Qur’ān met de uitleg van de Profeet Mohammed ﷺ) heeft neergezonden om de verlangens en genoegens van de nafs te doorbreken en hun overmatige toegeeflijkheid te voorkomen.
Op pagina 73 van het boek Mirat-ul-Maqāsid over een intentie voor een abdast (rituele wassing, wudu) in Ibn-e-Abidīn (Rahmatullāhi ‘Alaih) en op pagina 54 in de vertaling van Milal-Nihal staat geschreven dat er drie soorten handelingen zijn:
Wat is een moskee en wat niet?
Een moskee is een Huis van gebed en een plaats van neerbuiging. Het is een gebouw dat speciaal is ontworpen en gebouwd voor de aanbidding van Allāh Ta’ālā. Het is waar moslims schouder aan schouder staan, verenigd in hun liefde voor Allāh Ta’ālā en hun verlangen om Hem te behagen.
De rol van moskeeën voor een moslimgemeenschap wordt nog duidelijker in landen waar moslims in de minderheid zijn. Het bijwonen van een moskee houdt de moslims meestal op de hoogte van de problemen of problemen waarmee de moslimgemeenschap wordt geconfronteerd. Daarom spelen moskeeën een vitale rol in de spirituele, morele en sociale verbetering van elke moslimgemeenschap. Het is aan moskeecomités, de Imāms en de lokale moslimbewoners om ervoor te zorgen dat de moskeeën altijd een ware weerspiegeling zijn van de islamitische leer en vrede, harmonie en goede wil onder de mensen bevorderen.
Volgens de Sunnah (tradities) van de Profeet Mohammed ﷺ kan een moskee worden gebruikt als een plaats om gebeden aan te bieden, als een educatieve instelling, een plaats voor dawah (oproep tot de islam) activiteiten en een plaats van sociale bijeenkomsten. Het is echter verboden om deel te nemen aan zakelijke of handelsactiviteiten binnen de moskee.
Hier in dit deel van de wereld zijn mensen erg corrupt, er zijn veel groepen die een spel van religie islam maken, handelen in religie én religie omzetten in zaken om hun sensuele verlangens te vervullen. Sommigen van degenen die beweren moslimleiders te zijn, zijn afgedwaald en overgelopen van de islam. Velen hebben van religie een lucratieve business gemaakt waaruit ze miljoenen willen realiseren met geld van anderen. In feite kan men niet te voorzichtig zijn. Religieuze leiders hebben het geloof gereduceerd tot louter woorden van mond die kunnen worden versierd met prachtige retoriek om applaus te krijgen.
Allāh Ta’ālā openbaart
“O, jij die gelooft, velen der priesters en monniken verteren de rijkdommen der mensen door valse middelen en leiden de mensen van de weg van Allāh af. En degenen, die goud en zilver ophopen en het niet voor de zaak van Allāh besteden, deel hun het nieuws van een pijnlijke straf mee.” Surah at-Tawbah (berouw), H9, vers 34
Zonden zijn niet vrijgesteld van zonden als ze met of zonder goede bedoeling zijn begaan. De hadīth “Acties zijn goed of slecht, afhankelijk van de intentie”, verklaart dat de taa’t– en mubāh acties beloningen zullen krijgen in overeenstemming met de intentie. Als iemand, om iemand te behagen, een andere persoon beledigt, of als hij aalmoezen geeft met het eigendom van iemand anders, of als hij moskeeën of scholen bouwt met harām geld, zal hij geen beloningen krijgen. Het zal onwetend zijn om beloningen te verwachten voor deze inspanningen.
Wreedheid en zonden zijn nog steeds zonden, zelfs als ze met goede wil worden begaan. Het is gezegend om dergelijke acties niet te doen. Als iemand ze doet in de wetenschap dat het zonden zijn, zal het een ernstige zonde worden. Als iemand ze doet zonder het te weten, zal het ook zonde zijn om de dingen die bij de meeste moslims bekend zijn niet te weten of niet te leren. Zelfs in Dar-ul-harb is het geen excuus, maar een zonde, om de islamitische regels die gebruikelijk zijn niet te kennen. Leren (door ook vragen te stellen) is verplicht! Wanneer de taa’ts worden gedaan zonder een verkeerde intentie of bedoeld voor Allāh’s Wil, worden zegeningen gegeven.
Geld (of rijkdom) is in de islam eigendom van de mens als ondeugdelijke van de Gever. Het moet verstandig worden gebruikt en geïnvesteerd en in overeenstemming met de Shari’ah (de Wetten van de Schepper). In tegenstelling tot de kapitalistische ideologieën ontmoedigt de islam egoïsme.
Tot slot een WAARSCHUWING
Allāh Ta’ālā openbaart
“En verteert jullie rijkdommen niet onder elkander door valse middelen [liegen en eigenaar van het geld geen toestemming vragen om te investeren] en breng ze niet naar de rechters, opdat je een deel der rijkdommen der mensen in zonde kunt verteren, tegen beter weten in.” Surah al-Baqarāh (de koe), H2, vers 188
Hazrat Abu Huraira (radi Allāhu anhu) vertelde dat de Profeet Mohammed ﷺ zei: “Er zal een tijd over de mensen komen dat het iemand niet kan schelen hoe iemand zijn geld verkrijgt, legaal of illegaal. Sahīh al-Bukhārī
Wat de gevolgen zijn weet eenieder!