Status van leerkrachten in de islam

“Rechten van leerkrachten, eens uw ustaaz (docent) voor altijd uw ustaaz”

In deze uitgave deel ik mijn onderwijservaring met meer dan 700 volwassen studenten islam en seculier op hun gedrag in het licht van de Shari’ah. Ik zal in het bijzonder ingaan op de leerkracht in de islamitische godsdienst waarbij ik ook de onderwijservaring van moslim leerkrachten verwerk.

Dit tijdperk waarin de mensen leven is turbulent, in die zin dat veel leerlingen, cursisten en studenten zich in bepaalde vormen willen meten met de status van de docent en ouders, en daardoor die overtredingen begaan die indruisen tegen de Shari’ah. Niet alleen geven zij aan hun ouders en docenten onacceptabele reacties zoals oeff en een brutale mond, maar ook op social media zoals Facebook en WhatsApp lees ik dit soort brutaal gedrag. Deze arrogante studenten denken dat zij daarmee de ouders en docenten vernederen, maar helaas zij vernederen zichzelf en hebben een ernstige zonde of meer begaan waarover u meer leest in deze uitgave.

Deze studenten zijn tijdens de lessen meer bezig met hun mobieltjes, gepraat over allerlei zaken in plaats van aantekeningen maken, en doen daarmee niet alleen tekort aan zichzelf, maar ook aan de andere studenten door storend te zijn. Ik merk dan ook op, dat die studenten die zich wel inspannen geen waardering hebben voor hun klasgenoten die een storende factor zijn.

Tot slot, zie deze uitgave vooral als een leidraad bij de opvoeding van de student door de docent en ouders.

Status van leerkrachten in de islam

Alle gezegden door Allāh Ta’ālā, de Heilige Profeet ﷺ en A’imma tonen aan hoe opgeheven en hoogst beschouwd de status van leraren in de islam is. Ze genieten hoge rangen en rechten, en studenten moeten ervoor zorgen dat zij leraren hun respect en hun rechten geven.

Lesgeven is een van de meest respectvolle en waardevolle beroepen ter wereld. In de godsdienst islam heeft dit beroep meer belang aangezien onze geliefde Profeet Mohammed ﷺ ook een leraar was.

Allāh Ta’ālā openbaart: “Omdat Wij uit uw midden een boodschapper hebben gezonden, die u Onze tekenen verkondigt, u zuivert, u het Boek [Heilige Qur’ān] en de Wijsheid onderwijst en u leert, hetgeen u niet wist.” Surah al-Baqarāh (de koe), H2, vers 151

Volgens dit vers werd de Heilige Profeet ﷺ gezonden om de Heilige Qur’ān, de Wijsheid en de onbekende dingen aan de mensen te onderwijzen.

In Tafsir Ibn Kathīr staat: op dezelfde manier [om Mijn zegeningen op u te voltooien], hebben Wij onder u een Boodschapper (Mohammed ﷺ) van uwen gestuurd om Onze verzen [Heilige Qur’ān] aan u te reciteren en u te zuiveren en te onderwijzen uit het Boek [Heilige Qur’ān] en Hiqmah te leren [soenna, islamitische wetten, fiqh], en u te doceren over dat wat u niet wist. Allāh Ta’ālā herinnert Zijn gelovige dienaren met wat Hij hen heeft begiftigd door het sturen van de Profeet ﷺ als een Boodschapper naar hen met als taken het reciteren van Allāh’s āyat (verzen) en het zuiveren en reinigen van hun ergste vormen van gedrag, de kwalen van de zielen en de daden van Jāhiliyyah (pre-islamitische tijdperk). De Boodschapper neemt ook uit hen weg de duisternis [van kufr (ongeloof)] en brengt in hen het Licht [Imān (geloof)] en leert hun het Boek, de Heilige Qur’ān en Hiqmah (de Wijsheid) die zijn Soenna is. Hij leert hun ook wat ze niet wisten.

In de tijd van Jāhiliyyah uitten de ongelovigen dwaze uitspraken. Later, en met de zegen van de Boodschap van de Profeet ﷺ en de goedheid van zijn profetie, werden zij verheven naar de status van Awliya (loyale Vrienden van Allāh Ta’ālā) en de rang van de Alim-e-Din (Schriftgeleerden). Vandaar dat zij de diepste kennis verwierven onder de mensen, de meest vrome harten en de meest waarheidsgetrouwe tongen kregen.

Rol van de leerkracht

Zoals wij allemaal weten is de persoon die lesgeeft een leraar, een man van gehoorzaamheid en respect. Leerkrachten zijn de meest invloedrijke mensen in de samenleving en hebben een groot belang in de moderne samenleving. Leerkrachten dragen de verantwoordelijkheid op zich om de identiteiten van studenten te vormen en hen op te leiden. Leraren worden beschouwd als de meest geëerde personen in elke religie. Vanwege de belangrijke rol van leraren heeft de islam een hoge status en rechten verleend aan de leraren. De islam heeft veel aandacht besteed aan leraren voor hun wezen om de eerste steen te leggen in de structuur van sociale ontwikkeling en perfectie, en de oorzaak van het begeleiden en ontwikkelen van het gedrag en de mentaliteit van individuen en samenlevingen.

Wij kunnen de hoogste rang van leraren begrijpen uit het citaat van Hazrat Ali (radi Allāhu anhu) waarin hij zei: “Als iemand mij één woord leert, heeft hij van mij levenslang zijn dienaar gemaakt.”

De leraar wordt beschouwd als de diepe vader in religie islam. Alle profeten vóór de Profeet Mohammed ﷺ waren ook als leraar gezonden met een duidelijke boodschap voor hun volk, maar het was de Heilige Profeet ﷺ die ook als de grote leraar voor de totale mensheid werd gezonden.

De Profeet ﷺ leert ons hoe Allāh Ta’ālā te aanbidden, hoe de leer van de Heilige Qur’ān te praktiseren in ons dagelijks leven en vele andere dingen. De islam legt grote nadruk op kennis. In de talrijke tijdperken en gevallen, gaf Allāh Ta’ālā de moslims opdracht om kennis te verwerven en te leren. De islam legt zoveel nadruk op het zoeken naar kennis en ook op het geven van respect aan degenen die de kennis bij u hebben bijgebracht. Daarom hebben leraren de hoogste status in de islam.  

Allāh Ta’ālā openbaart: “O, gij die gelooft, als er u gezegd wordt: “Maakt plaats in vergaderingen, maakt dan plaats; Allāh zal rijkelijk plaats voor u maken. En als er gezegd wordt “Staat op” staat dan op; Allāh zal de gelovigen onder u en hen die kennis werd gegeven in rang verheffen. En Allāh is goed op de hoogte van hetgeen gij doet.” Surah al-Mujādilah (de pleitende vrouw), H52, vers 11

Rechten van leerkrachten

Een leraar onderwijst een persoon waardoor hij een aantal rechten verwerft die hieronder worden opgenoemd:

  1. Opleiden van zijn leerling betekent dat het de plicht van de leraar is om zijn student slimmer te maken en hebben een goede akhlāq (karakter) aan te leren.
  2. De leraar is de geestelijke vader van de student, omdat hij degene is die geestelijke opvoeding geeft en het gedrag van de studenten verbetert. Daarom moeten wij de leraren waarderen voor hun geweldige werk.
  3. Leerkrachten moeten de vrijheid van meningsuiting, obstakels en interventie hebben.
  4. Leraren moeten respect krijgen van andere mensen. Wij moeten de leraar respecteren die bereid is ons zijn kennis te geven.
  5. Leraren moeten een goede behandeling krijgen om zijn werk makkelijker te maken.
  6. Leerkrachten moeten de vrijheid hebben om een oordeel te vellen.
  7. Leerkrachten moeten leerfaciliteiten en infrastructuur verwerven en gebruiken.
  8. Leerkrachten moeten fysieke en spirituele behoeften krijgen.

Kortom, we moeten respect geven om dichter bij de leraar te komen die bereid is ons onderwijs en kennis te geven.  Respecteer altijd uw leraar!

Soorten leerkrachten in de islam

Er zijn vele concepten van leraren in de islam. Alle Ulema (Schriftgeleerden) zijn in beginsel leraar. De islam heeft geen expliciete hiërarchie, dus de concepten en namen voor spirituele leraren en seculiere functies worden vaak gemengd en gemakkelijk verward. Een lijst van termen die in diverse islamitische tradities worden gebruikt zijn:

  1. Ulema is de titel van de islamitische theoloog die als leraar zich bewust is van de noodzaak om kennis te verspreiden onder de Ummah (volgelingen van de Profeet ﷺ) en andere mensen.
  • Allāma (Perzisch) is de titel van een theoloog die alle kennisgebieden uitmuntend beheerst. Deze titel wordt ook voor een leraar gebruikt om de leraar buitengewoon respect aan te duiden.
  • Mufti is een theoloog met daarnaast een juridische opleiding die de dagelijkse handelingen (uiterlijk) en zaken kan toetsen aan de islamitische wet (Shari’ah en fiqh) en daarover een interpretatie geeft in een fatwa.

Een fatwa is een niet-bindend juridisch advies over een punt van islamitische wet (Shari’ah) gegeven door een gekwalificeerde jurist in antwoord op een vraag gesteld door een persoon, rechter of regering.  Een jurist die fatāwa uitgeeft [kan niet vonnissen, omdat dat alleen een Qāzi mag doen] wordt een moefti genoemd, en de handeling van het uitgeven van fatāwa wordt Iftā genoemd. Fatwa heeft een belangrijke rol gespeeld in de islamitische geschiedenis, het aannemen van nieuwe vormen in de moderne tijd.

Muhaddith is iemand die diepgaande kennis van de Ahadīth heeft. Is een specialist die de isnād weet (ketens van vertellers) en de originele en beroemde vertellers.

Volgens Imām Muhammad ibn Idris Shafi’ī (radi Allāhu anhu) is een muhaddith iemand die ten minste 400.000 ahadīth heeft onthouden samen met de isnād van elke hadīth (vertelling).

Moellah is vaak de titel van de leraren op de madrassa (islamitische scholen). Moellah is een leraar die wordt gerespecteerd als een opvoeder conform de Heilige Qur’ān en de islamitische tradities.

Sheikh is een Arabische eervolle term die letterlijk betekent ouderling. Het is een lang historisch debat in vele culturen of de oudste op zich de rol en de status van leraar aanduidt. Ook iemand die een prestatie heeft geleverd in de wetenschap wordt zo betiteld.

Mujaddid is iemand die aan het begin van elke eeuw door Allāh Ta’ālā wordt gestuurd om de Ulema en Ummah te helpen, en de islam te doen herleven (naar oorspronkelijke status terug te brengen).

De profeten als rolmodel voor leerkrachten

Alle profeten hadden ook de rol van een leraar om hun volk te onderwijzen en te begeleiden naar de religie van Allāh Ta’ālā en voor gerechtigheid. Dit verhoogt automatisch de status van leraren aan grootheid, aangezien het een beroep van de Heilige Profeet ﷺ was. De Profeet ﷺ zorgde voor leraren en toonde hun verheven status.

Eens passeerde de Profeet ﷺ twee kringen van mensen; de eerste was in smeekbede aan Allāh Ta’ālā, terwijl de andere luisterde naar een leraar. Hij ﷺ merkte op dat de eerste Allāh Ta’ālā smeekt Die hen iets wel of niet geeft. De tweede was aan het leren. Vandaar dat hij ﷺ de tweede meer waarde gaf.

De status en de rol van leraren in islam is geworteld in het Heilige Qur’ān concept van kennis en zijn belang. De eerste geopenbaarde verzen zeiden aan de Profeet ﷺ zoals

Allāh Ta’ālā openbaart: “Verkondig de naam van uw Heer, de Schepper.” Surah al-‘Alaq (het geronnen bloed), H96, vers 1

“Die [de mens] door de pen onderwees.” Surah al-‘Alaq (het geronnen bloed), H96, vers 4

Het bestuderen en afkondigen van kennis, met name religieuze kennis, wordt afgeschilderd als een maatschappelijke verantwoordelijkheid die een belangrijk onderdeel is van het mobiliseren voor de zaak van Allāh Ta’ālā in de totale samenleving. Studenten dienen daarom naast islam vakken ook seculiere vakken te leren zodat de samenleving gediend kan worden met zijn dienstverlening.

Allāh Ta’ālā openbaart: “Het is de gelovigen niet opgelegd, allen tezamen op te trekken. Waarom trekt dan niet van elke groep een deel hunner op, opdat zij in de godsdienst goed onderlegd mogen worden [in fiqh] en opdat zij hun volk, wanneer zij tot hen terugkeren mogen waarschuwen, zodat zij gered mogen worden.” Surah at-Tawbah (berouw), H9, vers 122

Nogmaals, de islam legt grote nadruk op kennis. De reden waarom engelen werd gevraagd om te buigen voor de aartsvader, omdat de mens meer kennis leert. Dus, als de islam zo’n stress op kennis legt, hoeveel zou het respect voor de leerkracht moeten zijn die kennis bij u heeft bijgebracht? Leraren hebben dus één van de hoogste status in de islam!

De beloning van leraren is ook veel groter dan beloningen voor andere mensen.

Hazrat Umar Ibn al-Khattāb (radi Allāhu anhu) zei: “De dood van duizend aanbidders is makkelijker te verdragen dan de dood van een geleerde die kennis heeft van wat Allāh Ta’ālā heeft toegestaan en verboden.”

Imam al-Bāqir (radi Allāhu anhu) zei: “Hij die een kennisgebied onderwijst dat leidt tot de juiste begeleiding, zal dezelfde beloningen hebben van hen die dat kennisgebied op zichzelf toepassen zonder enige afname van hun beloningen. En hij die een punt van afwijking leert zal dezelfde straf moeten belasten die wordt bepaald voor degenen die zo’n kennisgebied beoefenen zonder enige vermindering van hun straf.”

Plichten van studenten

De islam verleent leraren ook talrijke rechten die alle studenten verplichten om aan hun leraren te geven.

Imam al-Sajjād (radi Allāhu anhu) zei: “Het recht van de leerkracht die u traint door middel van kennis is de leraar roemen, respect voor zijn sessies hebben, goed naar hem luisteren, het bijwonen van hem met toewijding, het vermijden van het verhogen van uw stem tegen hem, het mijden van het beantwoorden van een vraag voordat hij antwoordt, het vermijden van praten met iedereen tijdens zijn instructies, het vermijden van roddelen bij iedereen over hem, uw best doen om uw leraar te verdedigen als over hem wordt geroddeld met betrekking op zijn gebreken en bekend zijn met uw leraar goede eigenschappen. Ga niet bij de vijand van de leraar zitten en maak zijn vriend niet uw vijand. Als u dit doet, zullen de engelen voor u getuigen dat u uw leraar hebt bijgewoond en zijn kennis hebt ontvangen omwille van Allāh Ta’ālā, en niet omwille van complimenten van de mensen te krijgen.”

Hazrat Abu Huraira (radi Allāhu anhu) zei dat hij de Boodschapper ﷺ van Allāh Ta’ālā hoorde zeggen: “De wereld is vervloekt, dat wat erin zit is vervloekt, behalve zikr van Allāh (Allāh Ta’ālā herinneren) en wat volgt, of een geleerd persoon [leraar], of een student.”

In een ander gezegde, verwant aan bovenstaande hadīth zei Hazrat ad-Dārimi Kāb (radi Allāhu anhu): “De wereld is vervloekt en dat wat erin zit is vervloekt, behalve een leraar van khair (genade) en een student.”

Het beste van alle kennisgebieden is de kennis van de Heilige Qur’ān. De Profeet ﷺ zei: “De beste van jullie zijn de studenten van de Qur’ān en de leraren ervan.”

In een hadīth staat gerelateerd aan bovenstaande hadīth in Tirmizi, dat de Profeet ﷺ zei: “Hij is niet van ons die de ouderen niet respecteert, genadig is voor onze jeugd, en de rechten van degenen [leerkracht] die onderwijzen niet kent.”

Hazrat Ibn ‘Abd al-Barr (radi Allāhu anhu) vertelde dat de Heilige Profeet ﷺ zei: “U zou niet naar hem [leraar] met uw handen [vingers] moeten wijzen; u moet niet zeggen: ‘Dus, zo en zo zei iets anders dan wat u zegt’.”

Allāh Ta’ālā openbaart: “Behandelt de uitnodiging van de Boodschapper onder u niet zoals je de uitnodiging van elkander behandelt. Allāh kent degenen uwer die wegsluipen en zich verbergen. Laat daarom degenen die tegen Zijn gebod ingaan, zich in acht nemen opdat hen geen rampspoed overkomt of een pijnlijke straf hen achterhalen.” Surah an-Noor (het Licht), H24, vers 63

Bovenstaande laat zien, dat aangezien de Heilige Profeet ﷺ ook een leraar was, dit aantoont hoe leraren moeten worden gerespecteerd.

Allāh Ta’ālā openbaart: “Hen te leiden is niet uw plicht, maar Allāh leidt wie Hij wil. En welke rijkdommen je ook weggeeft, het komt je ten goede en je geeft alleen om Allāh’s welbehagen te zoeken. En welke rijkdommen je ook besteedt, het zal je ten volle worden terugbetaald en je zal geen onrecht worden aangedaan.” Surah al-Baqarāh (de koe), H2, vers 272

De Profeet ﷺ zei: “De beste monumenten en erfenissen die een man achter zich laat zijn een plichtsgetrouwe zoon, nuttige gebouwen, kennis en wijsheid die worden geprofiteerd door de mensen na hem.”

Imam Jāfar Sādiq (radi Allāhu anhu) zei: “Kennis en actie worden met elkaar geassocieerd, omdat wie kennis bezit er naar handelt en de kennis en wijsheid van degene die ze in de praktijk brengt, intact blijft. Kennis is Allāh’s stem die zijn drager uitnodigt om ernaar te handelen. Als hij zijn uitnodiging aanvaardt en handelt blijft zijn kennis paraat, maar als hij negatieve reactie geeft, raakt hij kennis kwijt.”

Imam Jāfar Sādiq (radi Allāhu anhu) zei ook: “Uw leraar geniet van het recht op u, dat u hem zou moeten eren en hem eerbied in verschillende samenstellingen [bijeenkomsten] moet tonen.”

De Profeet ﷺ zei: “De slaap van een geleerde is superieur aan duizend rak’āt namāz die door een vrome persoon wordt aangeboden.”

Imam Jāfar Sādiq (radi Allāhu anhu) zei: “Op de Dag des Oordeels zal Allāh Ta’ālā blij zijn met een persoon die een moslim Alim-e-Din eert en respecteert; en Hij zal zich ergeren aan iemand die een Alim-e-Din beledigt.”

Besluit studenten

Al deze gezegden door Allāh Ta’ālā, de Heilige Profeet ﷺ en A’imma tonen aan hoe opgeheven en hoogst beschouwd de status van moslim leraren in islam is. Ze genieten hoge rangen en rechten, en studenten moeten ervoor zorgen dat ze leraren hun respect en rechten geven.

Samenvattend, u moet erg alert zijn op uw woorden. U moet uw stem niet boven de zijne verheffen. Als iemand hem een vraag stelt, moet u daarop geen antwoord geven. U moet niet praten met anderen in zijn aanwezigheid en u moet toestaan dat de mensen profiteren van zijn kennis. U moet niet slecht spreken met iemand over hem. Als iemand negatief over hem spreekt in uw aanwezigheid moet u hem verdedigen. U moet zijn tekortkomingen verbergen en zijn deugden aan het licht brengen. U moet niet associëren met zijn vijanden en u mag niet geschil hebben met zijn vrienden. Als u op deze lijnen handelt, zullen de engelen van Allāh Ta’ālā getuigen dat u aandacht aan hem hebben besteed en kennis hebben verworven omwille van Allāh Ta’ālā en niet om de aandacht van het volk te trekken.

Besluit leerkrachten

Het recht van uw studenten op u is dat u moet realiseren dat Allāh Ta’ālā u als hun beschermer heeft aangewezen om hen te beschermen door kennis bij te brengen. In het geval u hen dan goed onderwijst en hen niet bang maakt en niet woedend op hen bent, zal Allāh Ta’ālā door Zijn vriendelijkheid, uw kennis vergroten. Maar als u de mensen wegjaagt van uw kennis en als zij u daarvoor benaderen, schrikt u hen af en ergert u uzelf eraan, dan is het niet meer dan gepast dat Allāh Ta’ālā het Licht van kennis van u kan wegnemen en u in de ogen van het volk kan degraderen.

Translate »
error: Content is protected !!