Kussen van nagels bij horen de naam van Profeet Mohammed ﷺ

Bij het horen van “Ash’hadu anna Muhammadar RasoolAllāh” tijdens Azān (de oproep tot het gebed) door de muazzin is het mustahab (verdiend het de voorkeur) om de nagels van de twee duimen of de wijsvingers (Shahāda) te kussen en daarmee de ogen aan te raken. Er zijn veel spirituele, religieuze en wereldlijke voordelen verbonden aan deze handeling, evenals talloze ahadīth documenteren deze praktijk. Eerder hebben de Sahāba (metgezellen van de Profeet Mohammed ﷺ dit zelf ook beoefend en overal ter wereld voeren moslims in de overtuiging dat het Mustahab is deze handeling ook uit.

Het is vermeld in het boek: ”De Nobele Profeet ﷺ zou gezegd hebben: “Op de Dag van de Qiyāmah (Oordeels), zal ik zoeken naar de persoon die vroeger met zijn duimen zijn ogen heeft aangeraakt bij het horen van mijn naam tijdens de Azān. Ik zal hem naar Jannah meenemen.” Salāt al-Mas’oodi, deel 2, hoofdstuk 20

Allama Ismail Haqqi (radi Allāhu anhu) schrijft onder het vers 58 van Surah al-Mā’idah: “Kussen van de nagels van de duimen en de wijsvingers wanneer Shahāda “Muhammadur RasoolAllāh wordt gezegd is geclassificeerd als Da’if (zwak), omdat het niet bewezen is van een marfuh hadīth. Desondanks, hebben echter de Muhaddithīn (hadīth kenners) afgesproken om aan deze Da’if hadīth gehoor te geven, omdat mensen in de richting van goede daden teweeg brengen en angst voor het binnendruppelen op hen is toegestaan.” Tafsir Rooh al-Bayān, deel 3, p. 282

Shāmi (radi Allāhu anhu) verklaart: “Op het getuigenis (van het profeet ambt) in Azān, is het Mustahab te zeggen: “Sallallāho Alaika Ya RasoolAllāh Sallallāho Alaihi wa Salām” op de eerste en “Quratu Aini bika Ya RasoolAllāh SubHanuhu wa Ta’ālā” op de tweede. Plaats dan de nagels van uw duimen op uw ogen en zeg: “Allāhumma Matti’ni bis-Sam’i wal-Basr.” De Heilige Profeet ﷺ zal de persoon die dit doet naar Jannat brengen. Hetzelfde is gedocumenteerd door Kanzul-lbād, Kohistaani en in Fatāwa Sufia. Kitāb ul-Firdaus verklaart dat de Profeet ﷺ heeft gezegd: “Ik zal de persoon naar Jannat leiden die zijn duimnagels kust bij het horen van ” Ash’hadu anna Muhammad ar-RasoolAllāh. Ik zal hem ook plaatsen onder de gelederen van de bewoners van Janna.” De volledige discussie over dit gegeven is in de marginale toelichting van Bahr ar-Raaiq van Ramli.” Radd al Muhtar, Baab al-Azān, deel 3, p. 233

Dit uittreksel heeft, verwijzingen gegeven naar de 5 boeken Kanzul Ibād, Fatāwa Sufia, Kitāb al-Firdaus, Kohistaani en de marginale aantekeningen over Bahr ar-Raaiq. Allen hebben geoordeeld dat deze praktijk Mustahab is.

In het boek “al Maqāsid al Hasanah Fil Hadisil Atwirah Al as-Sunnah” verklaart Imam Sakhawi als volgt: “Dailmi meldt dat Hazrat Abu Bakr Siddiq (radi Allāhu anhu) ooit zei: ‘Toen ik hoorde dat de muazzin zeggen Ash’hadu anna Muhammadur RasoolAllāh, zei ik hetzelfde, kuste de innerlijke kant van mijn kalma vinger en legde die op mijn ogen.

Toen de Heilige Profeet ﷺ dit zag zei hij: “Mijn bemiddeling jegens hem wordt verplicht als hij hetzelfde doet als mijn geliefde.” Deze hadīth is niet ingedeeld als Sahīh.” al Maqāsid al Hasanah, Hadith 1021, Dar al Kutb Ilmiyah, Beirut – Libanon, p. 384

Verwijzend naar het boek Mujibāt ar-Rahmah schrijft Imam Sakhaawi verder: “Er wordt melding gemaakt door Hazrat Khizr dat een persoon zegt: “Maharban bi-Habibi Quratu Aini Muhammad ibn Abdullah” bij het horen van “Ash’hadu anna Muhammadur-RasoolAllāh, en dan zijn duimen kust en plaatst op zijn ogen, zullen deze (de ogen) nooit pijn voelen.” al Maqāsid al Hasanah, Hadith 1021, Dar al Kutb Ilmiyah, Beirut – Libanon, p. 384

Hij schrijft verder dat Abul Abbās zei dat Ahmad Muhammad ibn Baba zijn persoonlijke ervaringen vertelde, dat als volgt luidt: “Eens, door een zware wind raakte een kiezelsteen mijn oog, bleef in vastzitten en voelde ik enorm veel pijn.” Toen Mohammed ibn Baba de muazzin hoorde zeggen: ” Ash’hadu anna Muhammad ar-RasoolAllāh,” zei hij deze “Quratu Aini …”, en onmiddellijk viel de kiezelsteen uit zijn ogen.” al Maqāsid al Hasanah, Hadith 1021, Dar al Kutb Ilmiyah, Beirut – Libanon, p. 384

Imam Amjad die een volleerd wetenschapper in Egypte was, voegt hieraan toe: “Sommige niet-Arabische en de Irakese mashā’ikh hebben gezegd dat door deze praktijk, de ogen nooit pijn zal doen.” Vanaf het moment dat ik dit in de praktijk bracht, deed zelfs mijn ogen niet pijn.” al Maqāsid al Hasanah, Hadith 1021, Dar al Kutb Ilmiyah, Beirut – Libanon, p. 384

Kortom, het boek al-Maqāsid Hasanah bevestigt al dat deze praktijk door vele Imams en geleerden van de dien (islamgeloof) zijn nageleefd.

Sharah Niqāya zegt als volgt: “Het moet bekend zijn dat het beter is (mustahab) te zeggen:” Quratu Aini bika Ya RasoolAllāh en de duimen te leggen op de ogen bij het horen van het eerste deel van de tweede Shahāda. De Profeet ﷺ zal de persoon in Jannat leiden die dit doet. Kanzul Ibād zegt ook iets van gelijke strekking.” Jami’ ar-Rumooz, Fasl al Azān, Maktaba Islamiyah (Iran), deel 1, p. 125

Allama Muhammad Tāhir classificeert deze Hadith as Ghair Sahīh, en verklaart: “Er zijn veel meldingen van dit voordeel ervaren.” Khatima Majma’ Bihar al-Anwār, deel 3, p. 511

Er zijn vele andere citaten naast genoemde die ook kunnen worden gepresenteerd. Omwille van de beknoptheid, doen wij het met alleen de volgende. Hazrat Sadr al-Afadhil, Maulana Sayyed Muhammad Na’īm al-Din Murādabadi verklaart dat een zeer oude kopie van de Injīl (Nieuwe Testament) is ontdekt. Het staat bekend als het Evangelie van Barnabas en is vertaald in bijna elke taal. De meerderheid van zijn uitspraken en wetten lijken op de islamitische Geboden. Daarin is geschreven dat toen Hazrat Adam alayhi’s salām de Noor (Rooh al-Quds = Licht) van de Geliefde Mustafa ﷺ wilde zien de Noor fel werd op zijn duimnagels. Hazrat Adam kuste en plaatste ze op zijn ogen uit liefde en waardering.

Naast de Ulema van de Hanafi mazahib hebben ook de Ulema van de Shafi’ī en Mālikī mazahib tevens bepaald dat het kussen van de duimen (Taqbil al-Ibhāmain) Mustahab is. Een beroemd boek van fiqh door Imām Shafi’ī verklaart: “Kus dan de duimen en plaats ze op je ogen. Door dit te doen, zal je nooit blind worden, noch zal uw ogen pijn doen.” I’ānatut-Tālibin ‘Alā Hali al-Faazi Fat’hil-Mu’een, p. 247, Egyptische versie

Shaikh Ali Saied Adawi schrijft in zijn commentaar van deze passage: “De schrijver vermeldde niet wanneer de duimen moeten worden gekust. Er wordt echter gemeld dat sommige mensen Allama Mufassir Nooruddin Khorasaani ontmoetten op het moment van de Azān. Toen hij de Muazzin hoorde zeggen: ‘Ash’hadu anna Muhammad ar-RasoolAllāh’ kuste hij zijn duimen en legde ze in de holte tussen zijn wimpers en ogen. Hij deed dit bij elke Shahāda. Toen de mensen hem vroeg over deze uitvoering van hem, antwoordde hij, “ik gebruikte mijn duimen om te kussen, maar stopte na een tijdje. Mijn ogen werden later pijnlijk. Ik zag toen de Heilige Profeet ﷺ in een droom en hij zei tegen mij, “Waarom ben je gestopt met je duimen te kussen en te plaatsen op de ogen tijdens de Azān? Als u wilt dat uw ogen geen pijn meer doen, hervat dan deze praktijk. “Zo, vanaf dat moment bleef ik deze handeling verrichten en heb mijn voordeel mee gedaan. De pijn kwam niet meer terug sinds de tijd dat ik het kussen van de duimen hervatte.” Nahj-ul-Islamiyah, p. 177

Belangrijke opmerking: Directe verhalen en ahadīth zijn aangehaald over deze praktijk in de Azān. Takbīr (iqamat) is in de gelijkenis van de Azān en is zelfs Azān genoemd in de ahadīth. Dus is het kussen en plaatsen van de duimen tijdens de takbīr ook goed en een middel van de zegeningen, maar tijdens Salāh (namāz) of een Khutbah of terwijl u luistert naar de Heilige Qur’ān moet deze handeling niet gedaan worden!

Het niet uitvoeren van deze praktijk tijdens Salāh is evident en ontoelaatbaar tijdens het luisteren naar de khutbah of de Heilige Qur’ān, omdat men zoveel mogelijk aandacht moet hebben op deze momenten en zich onthouden van overbodige bewegingen. Als het vers Mā kāna Muhammadun abā ahadim mir rijālikum wordt gereciteerd, zien wij zoveel mensen hun duimen kussen, het is alsof vogels zijn samengekomen om te zingen en ze doen het in die mate dat de mensen die verder zitten zelfs enkele woorden van de Heilige Qur’ān niet kunnen horen. Zelfs is het niet toegestaan om tijdens het kussen van de duimen kusgeluid te maken. Ook is het niet toegestaan om kusgeluiden te maken tijdens het kussen van Hajr-e-Aswad (de zwarte steen) in de Ka’aba, de Heilige Qur’ān of de handen en voeten van de vromen. Kortom, er is geen regel om de geluiden te maken zoals een zwerm vogels die maken.

Conclusie
Deze hele verhandeling bepaald dat het kussen en plaatsen van de duimen tijdens de Azān, enz. Mustahab is. Het is te vinden als de Sunnah van ‘Hazrat Adam, Hazrat Abu Bakr Siddiq en Imam Hassan. Zelfs imams van de Shafi’ī en Mālikī mazahib hebben geoordeeld dat het mustahab is. In elk tijdperk, hebben moslim deze praktijk nageleefd wat hen de volgende voordelen opleverde.

  1. De ogen van een persoon die dit doet worden gered van pijn.
  2. Inshā’Allāh, hij zal nooit blind worden.
  3. Het is een uitstekende remedie om iets dat moeilijk leek uit de ogen te verwijderen. Deze voordelen zijn meerdere malen ervaren.
  4. De Profeet Mohammed ﷺ zal bemiddelen voor degene die deze praktijken naleven.
  5. Sayyidena RasoolAllāh ﷺ zal ook zoeken naar de persoon die het toepaste in zijn leven en hem/haar leiden naar de Jannah.

Zolang er geen expliciet verbod als bewijs is gevonden, kan het door niemand worden gestopt. Moge Allah ons beschermen tegen het vallen tot de diepte van de verdorvenheid en de afwijking van het Rechte Pad … Amien!

Translate »
error: Content is protected !!