Drie stadia van het licht van het geloof

Inleiding

Het licht van geloof in de ziel heeft drie stadia. In de eerste fase is het licht van het geloof van de gewone man. Het is het licht van blind geloof. In de tweede fase is het licht van het geloof van de volgelingen van fiqh (jurisprudentie). Het wordt gemengd met een soort bewijs. In de derde fase is het licht van het geloof van de Awliya (Vrienden van Allāh Ta’ālā). Het is de duizelingwekkende straal van een bepaald geloof. Neem bijvoorbeeld het verblijf van Zaid in zijn huis. Het kan op drie manieren worden bewezen.

De eerste vorm van bewijs is het gehoor. Als je gelooft in een bepaalde man en je weet dat hij geen leugen spreekt, zul je zijn woord geloven dat Zaid in zijn huis is. Dit is het geloof van de gewone man op basis van alleen horen. Wanneer de kleine jongens volwassenheid bereiken, horen ze van hun ouders en verwanten over Allāh Ta’ālā, dat Hij de Almachtige is, Schepper van alles, dat Hij apostelen met Boeken stuurde. Ze geloven wat ze horen. Dit geloof zal de oorzaak zijn van het heil in de volgende wereld. Maar ze zullen in de eerste fase van de gelukkige, maar niet opgenomen in de nabije degenen, want er is geen opening van hun innerlijke oog (kashf) met de hulp van een bepaald geloof en geen uitzetting van de borst, en er kunnen gebreken in gerucht.

Het tweede soort bewijs is, dat Zaid binnen zijn huis is, dit kan worden geraden uit het horen van zijn stem die vanuit zijn huis komt. Dus dit geloof is sterker dan dat van gerucht. Er kan ook een vergissing zijn van stemmen en woorden.

Het derde soort bewijs is om de kamer binnen te gaan en Zaid met open ogen te zien. Dit is echte kennis opgedaan door direct zicht. Deze kennis is als die van de Awliya en in de buurt van degenen. Er is geen misverstand in deze overtuiging.

Er zijn echter graden van deze kashf onder hen. Als Zaid aan de voorkant wordt gezien in licht of zonlicht, is het een perfect zicht. Als hij wordt gezien in zijn huis van op een grote afstand is het minder perfect. Evenzo zijn er verschillende gradaties van spirituele visie en kennis.

Twee soorten kennis

De kennis die zo in de ziel valt, is van twee soorten, te weten kennis over intellect en over religie. De eerste is ook van twee soorten: natuurlijk kennis en verworven kennis. Verworven kennis is ook van twee soorten: wereldse kennis en spirituele kennis. We begrijpen door kennis over intellect primaire natuurlijke en noodzakelijke kennis. Het wordt niet verworven door blind geloof of gerucht. Het is dat wat wordt opgedaan, maar niet bekend is hoe en waar, bijvoorbeeld de kennis dat dezelfde persoon fysiek niet tegelijkertijd op twee verschillende plaatsen kan blijven en dat hetzelfde niet tegelijk oud en nieuw kan zijn. Deze voorkennis wordt in zijn vroegste jaren in de geest van een jong kind geprent. Hij weet niet waar deze kennis vandaan komt. De verworven kennis over intellect wordt opgedaan door te leren. Deze twee soorten kennis wordt intellect of wijsheid genoemd. De Profeet ﷺ zei over het natuurlijke intellect vanaf de geboorte: “Allāh Ta’ālā heeft niets eerwaarder geschapen dan intellect.” Over het tweede soort intellect op gerucht, zei de Profeet ﷺ tegen Hazrat Ali (radi Allāhu anhu): “Wanneer de mensen dicht bij Allāh Ta’ālā komen wegens goede daden, zul je in staat zijn om dicht bij Hem te komen door de hulp van je intellect. Het is niet mogelijk om dicht bij Allāh Ta’ālā te komen door natuurlijk intellect. Het moet worden verworven. Dus, menselijke ziel heeft macht van het gezicht middels externe ogen, want er is kracht van zicht in de ogen, dus is er ook kracht in de menselijke ziel. Een van de namen is intellect ook wel wijsheid genoemd. De kracht van het visioen is een basis ingrediënt dat niet in een geestelijk blinde mens voorkomt. Het is alleen te vinden in een persoon die alles ziet zelfs als hij zijn twee ogen sluit of in de duisternis blijft. Alle dingen worden gezien door het oog van kennis. Er is vertraging in de opkomst van de kennis tot men volwassenheid bereikt zoals de Tablet van de ziel niet wordt voorbereid voor licht van kennis. Pen is een instrument om foto’s van kennis te verbeelden.

Allāh Ta’ālā openbaart: “[Allāh Ta’ālā] leert [mensen] de pen te gebruiken [het basis fundament voor kennis]; Hij leert de mens hetgeen hij niet weet [een Goddelijke roeping voor onderzoek en uitbreiding van wetenschap, zodat het leven geleid wordt op orthodoxe soenniet wijze én gehoorzaamheid aan Allāh’s Behagen].” Surah al-´Alaq (het geronnen bloed), H96, vers 4

Hij leerde mannen wat hij niet kende. Allāh Ta’ālā ‘s pen is niet zoals de pen van de mens, omdat Zijn attributen niet zijn zoals de attributen van de mens. Zijn pen is niet gemaakt van materiaal of andere dingen. Er is dus onderscheid tussen innerlijke visie en uiterlijke zicht.

Zielenvisie en blindheid

De visie van de ziel is latifa (subtiele essentie) waarmee spirituele dingen worden gezien. Deze essentie is als een rijder en zijn oog is als een vervoer. De blindheid van de ruiter is schadelijker dan de blindheid van het paard, de blindheid van de ziel is schadelijker dan de blindheid van het oog. Deze twee dingen hebben geen verband met elkaar. Toch is er enige gelijkenis tussen uitwendig zicht en inwendige aanblik.

Allāh Ta’ālā legde het zicht van de ziel in dit vers uit: “Het hart loog niet over wat het zag.” Surah an-Najm (de sterren), H53, vers 11

Hier is gezegd dat de ziel macht heeft van het zicht. Allāh Ta’ālā openbaart in een ander vers: “Zo toonden Wij Abraham het koninkrijk der hemelen en der aarde, opdat hij tot de vast-gelovende zou behoren.” Surah al-An’ām (het vee), H6, vers 75

Hier is niet gesproken over externe zicht, omdat anderen deze macht ook hebben gekregen, maar er is hier sprake van interne aanblik.

Het tegenovergestelde is de interne blindheid waarover Allāh Ta’ālā openbaart: “Zie, hoe Wij sommigen hunner hebben doen uitblinken boven anderen; voorwaar, het Hiernamaals is groter in waardigheid en uitmuntendheid.” Surah al-Isrā (de nachtelijke tocht), H17, vers 21

Dit is de blindheid van de ziel. Dit is de vertelling van kennis over intellect.

Kennis van de religie

De kennis van de religie wordt verworven door blind geloof in de woorden van de profeten. Het kan geleerd worden na het bestuderen van de Heilige Qur’ān en de soenna van de Profeet ﷺ of het te horen voor de zaligheid van de ziel, hoewel kennis over intellect noodzakelijk is, is het niet afzonderlijk voldoende. Wat de gezondheid van het lichaam betreft, zijn sommige maatregelen noodzakelijk, maar ze zijn niet alleen voldoende zonder hun eigenlijke toepassing. Speciale methoden van geneesmiddelen voor genezing moeten worden geleerd van de artsen. Alleen intellect is niet voldoende. Hij die alleen maar oproept tot blind geloof zonder toepassing van intellect is een dwaas. Aan de andere kant, hij die eerder vertrouwt op intellect na bestuderen van de Heilige Qur’ān en soenna is een trotse man. De twee moeten bij elkaar gehouden worden. Onderwijs over intellect is als voedsel en religieuze educatie is als geneeskunde. Een zieke man leidt schade als hij alleen voedsel neemt na het opgeven van de geneeskunde. Zo is het geval met de zieke ziel. De remedie is niet mogelijk zonder heilzaam geneeskunde van Shari’ah. Het geneesmiddel van Shari’ah is de taak die door de profeten voor de zuiverheid van de ziel is geboden. Hij die zijn zieke ziel niet behandelt door het geneesmiddel van godsdienstoefening zoals geordend door Shari’ah en denkt dat de neigingen van intellect als voldoende gezichten worden verpest.

De wetenschap is niet tegen de religie

Sommige mensen denken dat de wetenschap tegen de religie is. Dit is helemaal niet juist. Zo’n mens zet het leren van Shari’ah tegen een ander op. De reden is zijn onvermogen om de twee te coördineren. Als gevolg daarvan gaan zulke mensen uit de religie. Zo’n mens is net als een blinde man die neervalt op meubels van een huis en zegt: “Waarom zijn deze meubels hier geplaatst?” De huiseigenaar zegt: “Zij zijn op hun juiste plaats. Het is uw blindheid die verantwoordelijk is voor uw struikelblok.” Dit is ook het geval met degene die denken dat de wetenschap tegen religie is.

Twee soorten wetenschap

Er zijn twee soorten wetenschap, te weten materieel en spiritueel. Medische wetenschap, wiskunde en andere technische wetenschappen behoren tot de neigingen van deze wereld. De religieuze wetenschappen daarentegen zijn de opvoeding over ziel, Allāh Ta’ālā, Zijn attributen en daden. Hij die inspanningen doet voor de wereldse wetenschappen wordt expert en heeft in de meeste gevallen tekortkomingen in het zijn van een deskundige in de religieuze wetenschappen. Om deze reden noemde Hazrat Ali (radi Allāhu anhu) drie illustraties om dit uit te leggen. Hij zei: “Deze wereld en de volgende wereld zijn als twee schubben of als het Oosten en het Westen of als twee echtgenotes. Je zult ontdekken dat hij die intelligent is in wereldse wetenschappen en expert is in de medische wetenschap, wiskunde, filosofie, geometrie etc. onervaren is in de religieuze wetenschappen. Hij die ervaren is in de religieuze wetenschappen is onervaren in de wereldse leer.” Om deze reden zei de Profeet ﷺ: “De meeste gevangenen van het Paradijs zijn onverschillig.” Met andere woorden, ze zijn onattent in wereldse aangelegenheden. Hazrat Hasan Basrī (radi Allāhu anhu) zei: “Wij hebben zulke mensen gezien die als je ze zou zien zou denken dat zij krankzinnig en boos zijn. Als ze je hadden gezien, zouden ze je duivels noemen.” Dus de wereldse opgeleide mensen ontkennen een prachtig evenement van de religie. Allāh Ta’ālā zegt: “Degenen die niet hopen om Mij te ontmoeten en tevreden blijven met het leven van deze wereld krijgen daarin troost.” Allāh Ta’ālā zegt ook: “Wie achteloos is om Mij te herinneren en niets anders wil behalve het leven van deze wereld limiteert zijn kennis. Het zijn alleen de profeten die op zich de kennis van deze wereld en de volgende hebben gecombineerd. Zij werden door de Heilige Geest (Jibra’il alayhis salām) geholpen en kregen bovennatuurlijke krachten.

Middelen om geestelijke krachten te verwerven

Weet, o lieve lezers, dat er verschillende kennis-voorwaarden zijn die niet allemaal nodig zijn. Sommigen van hen vallen plotseling in het achterhoofd genaamd ilhām (inspiratie) en sommige van hen worden verworven door inspanningen. Kennis die niet door inspanningen is verworven, is van twee soorten. Een soort van dergelijke kennis is niet bekend waar het vandaan komt of hoe het komt. Een andere soort van dergelijke kennis komt door een engel die het in iemands ziel zet. Dit heet Wahy (openbaring). Dit wordt geopenbaard aan de profeten. Ilhām van de eerste soort wordt gezet in de zielen van profeten en andere religieuze persoonlijkheden. Kortom, de menselijke ziel is de plaats van het bekendmaken van waarheden van alle dingen, maar de eerder genoemde obstakels staan als schermen. Dat zijn schermen tussen Lawh-e-Mahfooz (bewaakte Tablet) en de spiegel van de ziel. Beeld van alles wat zal plaatsvinden tot de Dag der Opstanding zijn bewaard gebleven in deze bewaakte Tablet. De werkelijke toestand van elke affaire wordt weerspiegeld in de spiegel van de ziel, dat is net als het plaatje voor een spiegel. Als er geen scherm is tussen de twee, is het te zien in de spiegel van de ziel van de bewaakte Tablet. De wind van latifa (essentie) verwijdert soms het scherm van de spiegel van de ziel, om te onthullen wat er in de bewaakte Tablet staat. Soms kunnen de toekomstige gebeurtenissen worden gezien in een droom. Door de dood worden alle schermen verwijderd. In wakker staat wordt het scherm soms ook verwijderd, mits geheime genade wordt begunstigd in de ziel. Dan komt in de ziel de kennis van de ongeziene dingen. Het duurt een korte tijd. Ilhām en Wahy (inspiratie en openbaring) kunnen niet worden verkregen door de menselijke wil. Allāh Ta’ālā zegt: “Het is niet aan een mens om met Allāh Ta’ālā te praten, behalve door Wahy of achter het scherm of door een boodschapper die met Zijn toestemming onthult wat Hij wil.

Verdiensten van de kennis door ilhām

De Soefi’s krijgen kennis door ilhām. Om deze reden hebben ze niet graag onderwijs of houden zij niet van boeken lezen of argumenten. Ze zeggen dat de belangrijkste bron van verwerving van kennis de besparing van zichzelf is van de veroordeling van het kwaad, het verbreken van alle connecties en het aansturen van alle inspanningen jegens Allāh Ta’ālā. Wanneer het nodig is wordt Allāh Ta’ālā zelf de verzorger van de menselijke ziel. Hij redt de ziel door het licht van de kennis op te waarderen. Wanneer Allāh Ta’ālā voor de ziel zorgt, valt er genade in, schittert licht, breidt de borst uit en de geheimen van spirituele wereld worden bekendgemaakt. Door Allāh Ta’ālā hulp worden schermen van de duisternis uit het bovenste deel van de ziel verwijderd en komt de ware aard van Allāh Ta’ālā tot hem. Het is dus de plicht van de dienaar van Allāh Ta’ālā om zijn ziel te zuiveren en inspanningen te doen met ware en oprechte intentie. Deze zaken worden geopend voor de profeten en Awliya. Licht stroomt over hun borsten. Het is niet te wijten aan hun verworven kennis door inspanningen, maar het is te wijten aan hun onthechting van wereldse connecties en naar volle richting van hun energieën jegens Allāh Ta’ālā. De soefi gaat hierdoor op in Allāh Ta’ālā. Voor soefi is de eerste stap om alle wereldse connecties af te snijden, om de ziel vacant te maken voor Allāh Ta’ālā, om alle inspanningen voor familie, bezittingen, kinderen, huizen, naam en roem op te geven en zich vervolgens te beperken tot het uitvoeren van verplichte en vrijwillige ibādah (aanbidding) en in meditatie te zitten met een geest helemaal vrij van alles. Hun gedachten zijn alleen op één Wezen (Allāh Ta’ālā) gecentreerd. Zelfs zij worden vrij van interpretatie van de Heilige Qur’ān, hadīth en andere boeken en zaken. Ze zitten in eenzame plaatsen en roepen alleen Allāh Ta’ālā aan met nederigheid van geest tot ze zo’n podium bereiken, wanneer ze zelfs de bewegingen van hun tong opgeven. Dan komt de invloed van hun tong in hun ziel die Allāh Ta’ālā regisseert. De foto’s van woorden verdwijnen dan uit hun ziel, maar hun betekenissen blijven daarin.

Het is jouw optie om deze etappe te herwinnen. U hebt geen macht om genade van Allāh Ta’ālā te claimen, eerder ben je misschien fit om zijn zegen te ontvangen. Op dit moment kan sprankelende straal van de Waarheid schitteren in de ziel, eerst net als het aantrekken van elektriciteit, maar het kan niet lang duren. U zult uw ziel dan blijven zuiveren en hopen om Allāh Ta’ālā zegeningen te ontvangen. Deze modus is zeer lastig en het fruit is tijdrovend. Als u één stadium bereikt is het moeilijk voor u om er in te blijven, omdat de duivel u voortdurend zal misleiden. De Profeet ﷺ zei: “Het hart van een gelovige verandert meer dan een pot (van heet water).” Tijdens deze periode van inspanningen en beproevingen kan de gezondheid verslechteren.

Ilhām en verworven kennis

Weet, o lieve lezers, dat de prachtige actie van de ziel buiten de kennis van de zintuigen ligt, omdat de ziel buiten de kennis van de zintuigen is. Dus om de daden van de ziel te begrijpen, zijn sommige illustraties van de materiële wereld noodzakelijk. Slechts twee daarvan worden hier aangehaald.

Eerste illustratie

Neem bijvoorbeeld aan dat een put is gegraven in de grond. Er zijn twee manieren om water in te gieten, een weg door de pijp of het kanaal en een andere manier is om de put heel diep te graven, zodat water van zijn bodem kan uitstromen. De tweede modus is beter, omdat het op deze manier verkregen water zuiverder en duurzamer is. Evenzo is de ziel als een put, kennis is als water en de vijf zintuigen zijn als pijpen of kanalen. Kennis als water komt naar de ziel door vijf organen zoals pijpen of kanalen. Als je zuivere kennis wilt krijgen, moet u de vijf zintuigen sluiten als u de leidingen of kanalen afsluit om zuiver water in de put te krijgen door zeer diep te graven zodat zuiver water van de bodem kan uitstromen. De vuiligheid in de bodem van de put moet worden gewist om zuiver water van de bodem te laten uitstromen. Dus ook om zuivere en onvervalste kennis te krijgen, moet u de kennis die door de vijf zintuigen is opgedaan, sluiten omdat dergelijke kennis vol kwalen, bijgeloof en fouten zit.

Hoe kan kennis uit de ziel komen als deze zonder kennis blijft? Deze zaken zijn de prachtige daden van de ziel. Het is moeilijk om ze te krijgen van de wereldse kennis. Er kan echter worden gezegd, dat de werkelijke toestand van alles werd opgenomen in Lawh-e-Mahfooz (bewaakte Tablet). Dat werd ook opgetekend in de zielen van engelen die in de buurt van Allāh Ta’ālā zijn. Als een architect een ontwerp maakt voor het bouwen van een huis en vervolgens bouwt hij het volgens zijn ontwerp, zo heeft de Schepper Zijn ontwerp van alles van Zijn actie in de hemelen en de aarde, van de eerste tot de laatste dag, opgenomen in de bewaakte Tablet. Daarna voert Hij alles uit volgens dat voorbereide plan.

Er zijn vier stadia van deze materiële wereld, namelijk (1) haar bestaan in de bewaakte Tablet vóór de schepping van de wereld; (2) deze materiële wereld komt voor in dit plan, (3) de wereld van ideeën volgt deze materiële wereld en (4) de wereld van intellect volgt deze wereld van ideeën. Dit zijn de foto’s die vallen in de menselijke ziel. Sommige werelden zijn materieel en wat immaterieel. Ook in de immateriële werelden is men meer spiritueel dan in de andere. Dit zijn de strategieën van Allāh Ta’ālā. Kijk naar het oog. Hoewel het klein is, vallen de foto’s van de hemelen en de aarde erin. Dan komt het binnen ideeën en dan valt het in de ziel. De mens neemt er geen kennis van totdat hij de ziel bereikt. Lof voor Allāh Ta’ālā Die prachtige kracht in de ziel en de ogen creëerde en Hij maakte ook de ziel en de ogen van sommige blind. Dus foto’s van de wereld vallen in de ziel soms door de hulp van vijf zintuigen en soms door de hulp van de bewaakte Tablet zoals het beeld van de zon in de ogen valt. Net zo valt de foto van de zon in water zoals het in de ogen valt. Wanneer obstakels worden verwijderd tussen de ziel en de bewaakte Tablet, ziet de ziel veel dingen en ontstaat kennis daaruit. Dan is geen hulp van de zintuigen meer nodig voor dergelijke kennis. Het is net als het uitstromen van water uit de diepe bodem van een put.

Twee deuren van de ziel

Eén deur van de ziel is open naar de spirituele wereld die de wereld van de engelen en de bewaakte Tablet is. De andere deur van de ziel is open naar de vijf zintuigen en het is verbonden met de materiële wereld. De eerste deur die open staat voor de spirituele wereld kan beter worden begrepen uit dromen waarin men een aantal zaken van toekomstige en voorbije gebeurtenissen kan zien. Men kan het vertellen zonder de noodzaak van kennis opgedaan te hebben middels de vijf zintuigen. Die deur is open voor degene die zich in eenzaamheid blijft inzetten ter gedachtenis aan Allāh Ta’ālā. De Profeet ﷺ zei: “De bewoners van eenzaamheid zijn voorgegaan.” Hij werd gevraagd: “O Profeet ﷺ van Allāh Ta’ālā, wie zijn de bewoners van eenzaamheid?” Hij antwoordde: “Zij die rein zijn gemaakt door de gedachtenis aan Allāh Ta’ālā, degenen wier lasten zijn weggenomen door de gedachtenis aan Allāh Ta’ālā en degenen die op de dag van de opstanding zullen komen, zijn vrij van lasten.” Toen beschreef hij hun deugden en las deze woorden van Allāh Ta’ālā voor: “Ik hield Mijn gezicht aan hun voorkant. Weet u in wiens voorste Ik Mijn gezicht heb gehouden? Weet iemand wat Ik ze zal geven?” Dan zegt Allāh Ta’ālā: “Eerst zet ik licht in hun ziel. Als gevolg hiervan zenden ze het nieuws uit dat zij van Mij krijgen.” Er is verschil in de kennis van de profeten, de Awliya, de Schriftgeleerde en de wetenschappers. Kennis van de profeten en de Awliya komen uit die poort van zielen die open blijft in de richting van de spirituele wereld, en de kennis van de Schriftgeleerde komt uit die poort van zielen die open blijft in de richting van de poort van de spirituele wereld, de kennis van de wetenschappers komt uit die poort van zielen die open blijft voor de materiële wereld met de hulp van vijf zintuigen. Het is dus onmogelijk voor de laatste om geestelijke kennis te verwerven. Deze illustratie maakt een inzicht in het verschil tussen de twee werk.

Tweede illustratie

De bestemming tussen de acties van de Schriftgeleerde en de Awliya zal u de tweede illustratie laten begrijpen, omdat de Schriftgeleerde de basisprincipes van studeren, helderheid en zuiverheid leert. De spirituele kennis van een gelovige is eeuwig, omdat de ziel van een gelovige geen dood heeft gekregen. Op het moment van zijn dood vergaat zijn kennis niet. Hazrat Hasan Basrī zei: “De aarde kan de geloofsplaats niet verteren, maar het is een middel om de nabijheid van Allāh Ta’ālā te bereiken. De rang van de gelukkige is verschillend volgens de mate van ma’rifa (kennis van Allāh Ta’ālā) en geloof, want er is verschil tussen de rijke mannen en dit is respect voor het verschil van hun rijkdommen. Dus ma’rifa is een licht zonder welke de gelovige niet in staat zal zijn om het Goddelijke visioen veilig te stellen.

Allāh Ta’ālā openbaart: “En de Dag waarop gij de gelovige mannen en vrouwen zult zien, hun licht vóór hen en aan hun rechter handen uitstralende; verblijdend nieuws is er voor u op deze Dag! Tuinen waar doorheen rivieren stromen, waarin gij zult vertoeven. Dat is de opperste zegepraal.” Surah al-Hadid (het ijzer), H57, vers 12

Er is verschil in de licht graden. De Profeet ﷺ zei: “Als het geloof van Abu Bakr wordt gemeten met dat van de mensen in de wereld, behalve het geloof van de profeten en apostelen, zal het evenwicht van zijn geloof zwaarder zijn.” Dit als het gezegde van de man die zegt: “Als de lichten van alle lampen worden gewogen met de zonnestralen, zullen de stralen van de zon zwaarder zijn.” Het licht van het geloof van de profeten en apostelen is als de stralen van de zon, het licht van de Siddiqs is als dat van de maan, het licht van de Awliya is als dat van de sterren en het licht van de algemene gelovigen is als dat van een lamp. De stralen van de zon verlichten de hele wereld en het licht van de lamp geeft licht in een kamer. Evenzo is er verschil in het geval van uitbreiding van de borsten van de profeten en gewone gelovigen. Om deze reden staat er in een hadīth dat op de Dag der Opstanding gezegd zal worden: “Wie in zijn hart Imān heeft zo groot als van een atoom, uit de hel zal worden genomen.” Allāh Ta’ālā zei: “Je zult zegevieren als je een gelovige bent.” In dit vers is over de superioriteit van de gelovigen gesproken. Hier betekent de gelovige, iemand met grote geestelijke kennis en ongelovigen met uiterlijke geloof. Allāh Ta’ālā zegt: “Allāh zal die gelovigen onder u die kennis hebben gekregen in rang verhogen.” Hier zijn over degenen die blind geloof hebben gekregen gesproken en over de gelovigen die Schriftgeleerd zijn. Allāh Ta’ālā zegt: “Wie kennis heeft gekregen, heeft rangen.” Hazrat Ibn Abbās legde dit vers uit door te zeggen: “Allāh Ta’ālā zal de geleerde gelovigen over de gewone gelovigen houden met 700 niveaugraden boven hen, de afstand tussen elke twee graden is als de afstand tussen hemel en aarde. De Profeet ﷺ zei: “De meerderheid van de bewoners van het Paradijs zijn eenvoudig, maar de geleerde zal in het hoogste Paradijs leven. De Profeet ﷺ zei: “De superioriteit van een geleerde mens boven een gewone aanbidder is als net als ik over een gewone man onder mijn volgelingen.” In een andere hadīth staat: “Als de superioriteit van de volle maan over de sterren.” Uit het bovenstaande kan worden begrepen dat het verschil tussen de rangen van de bewoners van het Paradijs zal zijn conform het verschil van hun ziel in Goddelijke kennis.

Bewijs van Shari’ah over de juistheid van de manieren van de Soefi’s in het verkrijgen van spirituele kennis.
Ilhām en kashf

Als er iets over een onbekende bron wordt bekendgemaakt aan iemand middels ilhām wordt hij Soefi genoemd. Door de voortdurende betrokkenheid bij de dienst van Allāh Ta’ālā wordt spirituele kennis in de ziel bekendgemaakt middels ilhām of kashf. De Profeet ﷺ zei: “Allāh geeft iemand die handelt naar zijn kennis, kennis die voor hem eerder onbekend was. Hij geeft hem taufiq (genade) in zijn daden tot dat het Paradijs voor hem zeker wordt. Hij die niet conform zijn kennis handelt zwerft rond zijn leerproces. Allāh Ta’ālā is hem niet genadig in de wijze waarop hij handelt tot dat de hel voor hem zeker wordt.” Allāh Ta’ālā zegt: “Allāh maakt een weg voor een man vrij die Hem vreest en geeft hem een voorziening van een bron die hij niet kan bedenken.” Dit betekent dat Allāh Ta’ālā hem uit twijfels en verschillende moeilijkheden haalt en hem kennis geeft zonder onderwijs en hem begrip geeft zonder ervaring. Allāh Ta’ālā zegt: “O degenen die geloven, als je Allāh vreest, zal Hij je furqān geven.” Furqān betekent licht waarmee waarheid en leugen kan worden onderscheiden en met de hulp waarvan men uit twijfel kan komen. De Profeet ﷺ deed gewoonlijk smeekbede: “O Allāh, geef mij licht, verhoog mijn licht, geef mij licht in mijn ziel, geef mij licht in mijn graf, geef mij licht in mijn gehoor, geef mij licht in mijn ogen.” Ook deed hij smeekbede: “Geef mij licht in mijn haren, mijn vlees, mijn bloed en mijn botten.” Wanneer gevraagd werd over de betekenis van het volgende vers: “Hij is op het licht van Allāh wiens hart Allāh heeft geopend voor de islam”, antwoordde de Profeet ﷺ: ‘Het is menging van licht, wanneer het licht in de ziel valt, breidt het hart uit en verspreidt zich’.”

De Profeet ﷺ deed smeekbede voor Hazrat Ibn Abbās: “O Allāh, geef hem kennis van religie en interpretatie.” Hazrat Ali heeft gezegd: “Er is niets wat de Profeet ﷺ voor ons heeft verborgen.” Allāh Ta’ālā geeft de kennis van de Heilige Qur’ān aan enkele van zijn dienstknechten. Het is geen verworven kennis. Allāh Ta’ālā zegt: “Hij geeft wijsheid van wie hij houdt.” Over deze kennis wordt gezegd dat dit het Boek van Allāh Ta’ālā is. Allāh Ta’ālā zegt: “Ik gaf Solomon zijn kennis.” Hij specialiseerde Solomon met kennis. Hazrat Abu Darda’a zei: “Een gelovige is hij die door de hulp van Allāh Ta’ālā Licht alles van achter het scherm ziet.” Het is waar dat Allāh Ta’ālā de waarheid in de ziel werpt en dat het in zijn tong wordt bekendgemaakt. Een wijsgeer van vroeger zei: “Vrees de aanblik van een gelovige als hij met de hulp van het Licht van Allāh Ta’ālā kijkt.” Deze aanwijzing is te vinden in het volgende vers: “Daarin zijn er tekenen voor degenen die informeren.” Allāh Ta’ālā zegt verder: “Ik maak de tekenen duidelijk aan een volk met een bepaald geloof.” De Profeet ﷺ zei: “Leren is van twee soorten. Een soort van leren ligt verborgen in de ziel en dat is het voordeel van het leren.” Een geleerde man werd hierover gevraagd en hij zei, dat is een geheime zaak uit de geheime zaken van Allāh Ta’ālā. Allāh Ta’ālā werpt het in de zielen van zijn lieve dienaren, de gewone mensen hebben geen idee van. De geleerde man is hij die van Allāh Ta’ālā leert. Dit is kennis van de Almachtige genaamd Ilm-e-Laduni (geheime kennis). Allāh Ta’ālā zegt: “Ik heb hem geleerd van mezelf te leren.” Sommige kennis komt van Allāh Ta’ālā en sommige kennis wordt verworven door mensen. Het kan niet geheime kennis genoemd worden die een dergelijke kennis is die voortkomt uit de diepe bodem van de ziel zonder enige reden. De Heilige Qur’ān en hadīth ondersteunen dit.

Blijf scherp, deel dit.
Translate »
error: Content is protected !!