Inleiding

Een jinn is uit rookloze vuurvlam geschapen. U gaat in dit hoofdstuk lezen welke soorten djinnāt (meervoud van djinn) er zijn. Hoe slechte mensen gebruik maken van de kennis van de djinnāt, enzovoorts. Islam (inclusief de islamitische wetenschap, maar ook de seculiere wetenschap) accepteert de aanwezigheid van andere wezens in het zichtbare koninkrijk, anders dan onze bekende fysieke wereldverschijnselen. Dus, alle moslims geloven in de wezenlijke aanwezigheid van wezens zoals engelen en de djinnāt, zoals zij ook geloven, dat de wereld waarin wij leven in werkelijkheid niet de enige is. Er zijn ook andere werelden zoals het Paradijs. Deze overtuiging wordt afgeleid uit de Heilige Qur’ān welke moslims accepteren als het Woord van Allāh Ta’ālā, dat geopenbaard is aan de Heilige Profeet ﷺ dat gebracht werd door de aartsengel Jibra’il (alayhis salām). Deze openbaringen vonden plaats en werden neergezonden op het hart van de Profeet Mohammed ﷺ. Moslims houden deze geloofwaardig in stand ondanks de opkomst en overheersing van het Westerse wetenschap met scepticisme en vaak open minachting en vijandigheid voor zulke zaken. In werkelijkheid, Westerlingen met hun erg materialistische en moderne seculair natuur zijn minachtend over spirituele geloof, welk veel Westerlingen in hun arrogante geloof zijn “onverlicht” en “ouderwets” in deze zogenaamde ‘moderne wereld’.

Maulana Shah Ahmad Noorani Siddiqui (Alayhir Rahmah) vertelde dat er ook Hāfiz-e-Qur’ān, Muhaddith, Mufti, Qāzi onder de jinnāt zijn.

Ghaus-ul-Azam (radi Allāhu anhu) zei ten aanzien van mawārid Ilāhiyya (goddelijk geïnspireerde verkrijging) en tawāriq Shaitāniyya (satanische insinuaties): “De geheiligde geïnspireerde ontvangst komt alleen als reactie op istid’a (een oproep). Het verdwijnt niet door sabab (interveniërende veroorzaken). Het komt niet in een ni’mat (bepaalde modus), noch op enige specifieke tijd. Wat de Tariq(a) Shaitāniyya (satanische insinuatie) betreft, dat is daarmee in alle opzichten in strijd.”

De Jinn is geschapen op donderdag en de engelen zijn op woensdag geschapen. De Jinn komen voornamelijk in de avond om mensen lastig te vallen. Zwarte magiër werkt daarom ook na maghrib als het donker is. Iblīs daalt neer op de oceaan met zijn troon na maghrib, en in de nacht gaan de Shayātin verslag uitbrengen wat zij hebben veroorzaakt. De Djinnāt was 60.000 jaar vóór de Schepping van Hazrat Adam (alayhis salām) geschapen. Tafsir Na’imi, deel 1, pg 279

Er zijn drie vormen van jinnāt

Jinn die lopen, Jinn die vliegen en Jinn die kruipen. De Jinn is in aantal ten opzichte van de mens 1 op 9. De mens is 9 maanden zwanger terwijl Jinni 3 maanden zwanger blijft. Er zijn zoal Chinese, Afrikaanse, Surinaamse (bakroe, asima), soenniet, Wahhābi, Ahmadiyya Djinnāt. Hoe ouder een Jinn wordt hoe sterker het wordt.

Zes verschillende jinnāt in gradatie
  1. Jonge Jinn: gedaanteverandering in een dier zoals een leeuw.
  2. Oude Jinn: gedaanteverandering in grote Arend (staat als teken op de US dollar), kan praten met dieren, vliegen, lucht beheersen.
  3. Jonge Jann: veranderen in dier zoals kameel
  4. Oude Jann: houdt van muziek, muskieten, aarde beheersen.
  5. Jonge Marad: veranderen in paard, water beheersen, houdt van glamour
  6. Oude Marad: houdt van glamour, kan met dieren praten, water beheersen, veranderen in paard, vliegen, objecten beïnvloeden.
  7. Jonge Ifrīt: vervloekte vorm aannemen, vuur beheersen, in dier veranderen.
  8. Oude Ifrīt: veranderen in schorpioen, slang, met dieren praten, vliegen, van grootte veranderen, vuur beheersen.
  9. Jonge Shaytān: objecten beïnvloeden, veranderen in jakhals.
  10. Oude Shaytān: glamour, vliegen, lucht beheersen, veranderen in zwarte kameel, objecten beïnvloeden.
  11. Jonge Ghul: charme, sterk, vervloekt.
  12. Oude Ghul: vliegen, sterk, mensen beheersen, veranderen in aasgier.

In de algemene mythologie van het Arabisch Schiereiland is een Ifrīt een geestvormige djinn die het element vuur belichaamt. Een Ifrīt beschouwt zichzelf als een superieur wezen, omdat zij, naar eigen zeggen, de oudste wezens van de wereld zijn, als eerste van alle rassen ontstaan. Hij is volkomen onzichtbaar en maakt een brom geluid. Is bij mij geweest en liep om mijn bed heen, maar kon mij niet aanraken. Een Ifrīt kan het ook niet uitstaan dat de mensen magische middelen hebben gevonden om hen te beheersen. Zelfs als een Ifrīt geen vrije wil meer heeft, handelt hij vanuit een ironische en kwaadwillende houding en probeert hij de bevelen van zijn meester zo veel mogelijk te verdraaien. Een Ifrīt toont zichzelf vaak als wezen bezeten van bovenmenselijke kracht en schoonheid, maar ze zijn bijzonder moeilijk om mee om te gaan. Deze troon was van Bilqīs, zij had onder haar bewind 300 ministers en onder iedere minister was een formatie van 12.000 soldaten. Tafsir Ibn Kathīr

Daar er jinnāt zijn die zowel op land, in de lucht als op zee leven, zo zijn ook tāwiz die voor water, lucht, aarde en vuur zijn. Net als bij djinns in het algemeen zijn er zowel verhalen waarin een Ifrīt een dienstbare rol spelen als waarin een Ifrīt een gevaar vormt (dat dan weer overwonnen kan worden door bijvoorbeeld het juiste gebed tot Allāh Ta’ālā te richten).

Allāh Ta’ālā openbaart:“Iemand, die kennis van het geschrift had zeide: “Ik zal hem tot u [Profeet Sulaimān] brengen vóór uw bode terugkeert,” en toen Salomo de troon naast zich zag geplaatst, zeide hij: “Dit is bij de gratie van mijn Heer, opdat Hij mij moge beproeven of ik dankbaar of ondankbaar ben. En wie dankbaar is, is dankbaar voor het welzijn van zijn eigen ziel, maar wie ondankbaar is, waarlijk mijn Heer is Zichzelf-genoeg, Geëerd.”

Hazrat Abi Dujana (radi Allāhu anhu) zei aan de Profeet Mohammed ﷺ dat hij avonds niet kan slapen omdat een soort insect net als muskieten hem prikken. De Profeet Mohammed ﷺ vertelde hem dat de muskieten Jinn waren. Vervolgens zei de Profeet Mohammed ﷺ aan Hazrat Ali (radi Allāhu anhu) om iets op te schrijven wat de Profeet Mohammed ﷺ dicteerde. Dat stukje papier gaf de Profeet Mohammed ﷺ aan Abi Dujana en zei om het onder zijn kussen te leggen en te gaan slapen. Dit is dus een tāwiz geweest. Toen hij de tāwiz onder zijn kussen had gelegd rook hij een stankgeur en hoorde hij ruis geluiden. Op dat moment verzochten de Djinnāt aan Hazrat Dujana om hen te vergeven omdat zij aan het verbranden waren. Dujana haalde toen de tāwiz onder zijn kussen weg en de stank en muskieten waren verdwenen. De volgende ochtend vertelde Dujana het verhaal aan de Profeet Mohammed ﷺ en die zei “O Dujana, je hebt goed gedaan om de tāwiz weg te halen van onder je kussen, anders zouden volgelingen van de Djinnāt tot de Dag des Oordeels blijven verbranden.”

En wat doet de mens onder invloed van Satan?

Boosheid (Ghazab), liefde van deze wereld (Hubb-ad-Dunya), kwaadaardigheid zoals haat (Hiqd), jaloezie (Hasad), trots (‘Ujb), geldwolf (Bukhl), zucht naar rijkdom (Tama), gierigheid (Djasa’), lafaard (Jubn), luiheid (Batala), arrogantie (kibr), pronken (Riya’), superioriteit (Adhama), achteloosheid (Ghawaba wal-kasala), angstgevoel (Hamm) en depressie (Ghamm).

Grootste reden voor het door djinnāt en Shayātin worden beïnvloed is het niet naleven van de Shari’ah. Niet alleen kāfir Jinn (dus Shayātin) vallen mensen lastig, maar ook moslim Jinn. Bijvoorbeeld als zij verliefd worden op een moslim man /vrouw of een kind leuk vinden.

Heeft Iblīs een vrouw?

Aan Imam Saba (Alayhir Rahmah) werd gevraagd of Iblīs een vrouw heeft. Hij antwoordde nimmer gehoord of gelezen te hebben over het huwelijk van Iblīs. Sa’b-ul-Imaan Baihāqi

Hij vertelde verder dat Iblīs vijf eieren had gelegd waaruit al zijn kinderen zijn voortgekomen. Ibn Abi Hākim

Iblīs en zijn volgelingen

De zwarte magiërs zijn de volgelingen van de Satan. Zwarte magiërs hadden Hazrat Musa (alayhis salām) uitgedaagd, zij waren met 12.000 in aantal. Hāshiya alā al-Jalālayn

Hoe leven de Djinnāt?

De moslim djinnāt doen nikāh (net als bij de moslim met grote feesten), geven ook talāq, eten voedsel en leven in groepen van 70.000 Djinnāt. Kāfir djinn heeft geen nikāh/talāq en zijn demonen.

Het voedsel van hen bestaat wat zij ook verkopen op markten zoals de beenderen en botten van gedierte die de moslims weggooien zoals in de Heilige Qur’ān staat. Zodra zij bijvoorbeeld een been of bot van een dier dat door de mens is gegeten en weggegooid rapen zij het op en dit wordt automatisch vol met vlees, veel meer dan wat in werkelijkheid was. De Jinn heeft altijd honger. De moslim Jinn eet met de rechterhand en de Shayātin met de linkerhand. Dus als mensen Bismillāh niet opzeggen voordat zij beginnen met eten met de rechterhand, dan eet de Hamzād mee. Het uitwerpsel van koeien is voedsel voor de rijdieren van de djinnāt.

In groepen van 70.000 djinnāt leven zowel de moslim als de kāfir onder de djinnāt. Zij kunnen heel lang leven, er zijn djinnāt die de Profeet Mohammed ﷺ hebben gezien, maar ook de vorige profeten. Imam Suyuti (radi Allāhu anhu) schrijft in zijn boek djinnāt wa Shayātin: “De Profeet Mohammed ﷺ vertelde aan Hazrat Ibn Mas’ud Atāni dā’iyal Jinni fazahtu ma’ahu faqar’atu alayhim-ul-Qur’ān.”  (Ik werd uitgenodigd door een Jinn en ging met hem mee. Daar heb voor hen de Heilige Qur’ān gelezen).

Blijf scherp, deel dit.
Translate »
error: Content is protected !!