Dr Mohamed Juzoef Tangali Qadri

Dr Mohamed Juzoef Tangali Qadri

Qarz-e-Hasan

Schulden, leningen en het helpen van anderen volgens de Heilige Qur’ān en de Sunnah van de Profeet Mohammed .

De Islam leidt ons bij elke belangrijke en kleine beslissing in ons leven. De Profeet Mohammed ﷺ leerde ons alles wat ons zal helpen Allāh’s plezier te bereiken. Het is essentieel om te weten hoe om te gaan met dingen op de manier die Allāh Ta’ālā behaagt, en hoe Zijn ongenoegen te vermijden. Daarom heeft de Profeet Mohammed ﷺ uitgewerkt in die kwesties die het belangrijkst zijn in onze dagelijkse financiële transacties. Een van die kwesties is die over leningen en schulden. Bijna iedereen zal op een bepaald moment in zijn leven leningen geven of nemen. De Profeet Mohammed ﷺ leerde ons precies hoe we het moesten doen en wat de beste manieren zijn om het te doen.

Echter, moslims zijn achteloos en leren niet noch stellen zij vragen aan de wetgeleerde om hun uitgeleende financiële vermogensbestanddelen te dekken met zekerheid conform de Shari’ah en de Nederlandse Burgerlijk Wetboek en niet verwezen te worden naar de begraafplaats. Voordat qarz-e-hasan wordt verstrekt, worden de algemene voorwaarden altijd zwart op wit gezet (Heilige Qur’ān en Sahīh Bukhārī). De hoeveelheid qarz-e-hasan wordt gedocumenteerd, samen met de naam, het adres van lener en uitlener, BSN van lener of KvK-nummer, IBAN van lener en uitlener, die bij zijn vaste woonadres of vestigingsadres hoort. Ook wordt bepaald op welke termijn de lener de betalingen zal verrichten. Het contract dient te voldoen aan de vormeisen zodat u naar de Nederlandse rechter kunt stappen om uw geld op te eisen.

Allāh Ta’ālā openbaart

يٰأَيُّهَا ٱلَّذِينَ آمَنُوۤاْ إِذَا تَدَايَنتُم بِدَيْنٍ إِلَىٰ أَجَلٍ مُّسَمًّى فَٱكْتُبُوهُ وَلْيَكْتُب بَّيْنَكُمْ كَاتِبٌ بِٱلْعَدْلِ وَلاَ يَأْبَ كَاتِبٌ أَنْ يَكْتُبَ كَمَا عَلَّمَهُ ٱللَّهُ فَلْيَكْتُبْ وَلْيُمْلِلِ ٱلَّذِي عَلَيْهِ ٱلْحَقُّ وَلْيَتَّقِ ٱللَّهَ رَبَّهُ وَلاَ يَبْخَسْ مِنْهُ شَيْئاً فَإن كَانَ ٱلَّذِي عَلَيْهِ ٱلْحَقُّ سَفِيهاً أَوْ ضَعِيفاً أَوْ لاَ يَسْتَطِيعُ أَن يُمِلَّ هُوَ فَلْيُمْلِلْ وَلِيُّهُ بِٱلْعَدْلِ وَٱسْتَشْهِدُواْ شَهِيدَيْنِ مِّن رِّجَالِكُمْ فَإِن لَّمْ يَكُونَا رَجُلَيْنِ فَرَجُلٌ وَٱمْرَأَتَانِ مِمَّن تَرْضَوْنَ مِنَ ٱلشُّهَدَآءِ أَن تَضِلَّ إِحْدَاهُمَا فَتُذَكِّرَ إِحْدَاهُمَا ٱلأُخْرَىٰ وَلاَ يَأْبَ ٱلشُّهَدَآءُ إِذَا مَا دُعُواْ وَلاَ تَسْأَمُوۤاْ أَن تَكْتُبُوهُ صَغِيراً أَو كَبِيراً إِلَىٰ أَجَلِهِ ذَلِكُمْ أَقْسَطُ عِندَ ٱللَّهِ وَأَقْومُ لِلشَّهَٰدَةِ وَأَدْنَىٰ أَلاَّ تَرْتَابُوۤاْ إِلاَّ أَن تَكُونَ تِجَٰرَةً حَاضِرَةً تُدِيرُونَهَا بَيْنَكُمْ فَلَيْسَ عَلَيْكُمْ جُنَاحٌ أَلاَّ تَكْتُبُوهَا وَأَشْهِدُوۤاْ إِذَا تَبَايَعْتُمْ وَلاَ يُضَآرَّ كَاتِبٌ وَلاَ شَهِيدٌ وَإِن تَفْعَلُواْ فَإِنَّهُ فُسُوقٌ بِكُمْ وَٱتَّقُواْ ٱللَّهَ وَيُعَلِّمُكُمُ ٱللَّهُ وَٱللَّهُ بِكُلِّ شَيْءٍ عَلِيمٌ 

“O, jij die gelooft, wanneer je van elkander leent voor een vastgestelde periode, schrijft het dan op. Laat een schrijver het naar waarheid in uw bijzijn optekenen en geen schrijver moet weigeren, te schrijven, zoals Allāh hem heeft onderwezen; laat hem daarom schrijven en laat de schuldenaar dicteren en hij moet Allāh, zijn Heer vrezen en niets daaraan afdoen. Maar, indien de schuldenaar weinig verstand heeft, of zwak is, of zelf niet kan dicteren, laat dan zijn zaakwaarnemer eerlijk dicteren. En roept van onder uw mannen twee getuigen en als er geen twee mannen zijn, dan één man en twee vrouwen van degenen, die je als getuigen aanstaan, zodat, wanneer één der twee vrouwen zich zou vergissen, de ene de andere indachtig moge maken. En de getuigen mogen niet weigeren, wanneer zij worden gedaagd. En wordt het schrijven niet moe, of het weinig of veel zij, betreffende de vervaltijd. Dit is in Allāh’s ogen eerder rechtvaardig, het maakt het getuigenis zekerder en weerhoud je van twijfel. Maar wanneer het contante handel is, die je onderling drijft, zal het geen blaam voor je zijn, als je het niet neerschrijft. En hebt getuigen, wanneer je aan elkander verkoopt en de schrijver en de getuigen mag geen leed worden aangedaan. En indien je zulks doet, zal het zeker overtreding van je zijn. Vrees Allāh. Allāh schenkt je kennis en Allāh weet alle dingen goed.” Surah al-Baqarāh (de koe), H2, vers 282

 إِنَّ ٱلْمُصَّدِّقِينَ وَٱلْمُصَّدِّقَاتِ وَأَقْرَضُواْ ٱللَّهَ قَرْضاً حَسَناً يُضَاعَفُ لَهُمْ وَلَهُمْ أَجْرٌ كَرِيمٌ

“De mannen en vrouwen die aalmoezen geven en degenen die met Allāh een goede lening sluiten (qarza hasna), deze zal voor hen vermenigvuldigd worden, bovendien zullen zij een eervolle beloning ontvangen.” Surah al-Hadīd (het ijzer), H57, vers 18

Het woord qarz komt in de Heilige Qur’ān voor in zes verzen: H2:245, H5:12, H57:11, H57:18, H64:17 en H73:20. In elk vers wordt het gebruikt als onderdeel van de uitdrukking qarz-e-hassan, en altijd als verwijzing naar een lening aan Allāh Ta’ālā in plaats van andere menselijke wezens.

Belofte on qarz-e-hassan terug te betalen

Volgens Imām Shah Ahmad Noorani Siddiqui (radi Allāhu anhu), mijn [Juzoef Tangali] murshid en leraar, komt munafiq (huichelaar) voor in drie vormen, namelijk:

  1. Iemand die zich voordoet als moslim, maar zodra hij in een andere omgeving begeeft terugvalt in huichelpraktijk. Dit is de ergste vorm van een munafiq.
  2. Iemand die vaak tot veel liegt is ook een munafiq.
  3. Iemand die een belofte doet en niet nakomt is ook een munafiq.

Een munafiq is dus onbetrouwbaar!

Uitleg met ahadīth

De houding van de Profeet Mohammed ten opzichte van het aangaan van schulden

De Profeet Mohammed ﷺ nam van tijd tot tijd leningen aan, maar over het algemeen was hij er huiverig voor. Hij deed vroeger veel du’ā tegen het maken van overbelaste schulden.

Hazrat Anas ibn Malik (radi Allāhu anhu) zei: “De Profeet Mohammed ﷺ heeft vaak gezegd: ‘O Allāh, ik zoek mijn toevlucht bij U voor zorgen, verdriet, onvermogen, luiheid, lafheid, hebzucht, overbelast worden door schulden en overweldigd worden door andere mensen.'” Al-Adāb Al-Mufrad

Effect van schuld op karakter

Hazrat Aisha Siddiqāh (radi Allāhu anha) vroeg de Profeet Mohammed ﷺ waarom hij zoveel du’ā deed tegen het aangaan van schulden. Hij ﷺ antwoordde: ‘Wie in de schulden komt, spreekt en liegt, en doet een belofte en breekt die.'” Sunan an-Nasai

Ook wordt de houding van de schuldeiser vaak hard tegenover de schuldenaar als deze laatste wacht met het afbetalen van de lening. Hoewel de schuldeiser soms gerechtvaardigd kan zijn om dit te doen, heeft het nog steeds een slecht effect op zijn karakter, waardoor hij taai wordt.

Dit is inderdaad zeer waar en waarneembaar in de meeste zakelijke transacties die om ons heen plaatsvinden. Om onze karakters te beschermen, is het daarom het beste om geen leningen aan te gaan.

De houding van de Profeet Mohammed ten opzichte van het verstrekken van leningen

Het wordt aangemoedigd om leningen te geven aan de behoeftigen. Hazrat Abu Huraira (radi Allāhu anhu) meldde: De Boodschapper van Allāh ﷺ zei: “Een man zou leningen geven aan het volk en hij zou tegen zijn dienaar zeggen: Als de schuldenaar in moeilijkheden verkeert, moet je de schuld vergeven die misschien Allāh ons zal verlichten. Dus, toen hij Allāh ontmoette, ontsloeg [verlichtte] Allāh hem.” Sahīh Bukhārī, Sahīh Muslim

Het werd overgeleverd uit Hazrat Buraidah al-Aslami (radi Allāhu anhu) dat de Profeet Mohammed ﷺ zei: “Wie respijt geeft aan iemand in moeilijkheden, hij zal [de beloning van] een daad van naastenliefde hebben voor elke dag. Wie hem respijt geeft nadat de betaling verschuldigd is geworden, zal [de beloning van] een daad van naastenliefde hebben die gelijk is aan [het bedrag van de lening] voor elke dag.” Sunan Ibn Majāh

Uitstel om schuld te betalen

Tenzij men niet in staat is, is het zeer verwerpelijk om zijn schulden te betalen. De Profeet Mohammed ﷺ zei: “Uitstelgedrag [vertraging] in het betalen van schulden door een rijke man is onrecht. Dus, als uw schuld wordt overgedragen van uw debiteur naar een rijke schuldenaar, moet u akkoord gaan.” Sahīh al-Bukhārī

Het is zelfs toegestaan om te bedelen als men grote schulden heeft. De Profeet Mohammed ﷺ zei: “Bedelen is niet geoorloofd, behalve in een van de drie gevallen: een man die zware schulden heeft, dus bedelen is voor hem toegestaan totdat hij het betaalt, waarna hij moet stoppen …” Sahīh Muslim

Effect van schulden na overlijden

Het belang van het aflossen van schulden kan worden begrepen uit het feit dat na overlijden eerst de schulden moeten worden vereffend en dan de nalatenschap onder erfgenamen kan worden verdeeld. De Profeet Mohammed ﷺ zei: “De ziel van de overleden gelovige blijft zweven in afwachting van de schuldvereffening totdat deze [de schuld] is terugbetaald.” At-Tirmidhī

Het de schuldenaar gemakkelijk maken

Het is prijzenswaardig en zeer lonend om een last van iemands broeder te verlichten, en schuld is zeker een enorme last, zoals blijkt uit de bovenstaande ahadīth. De Boodschapper van Allāh ﷺ zei: “Een man zou leningen geven aan het volk en hij zou tegen zijn dienaar zeggen: Als de schuldenaar in moeilijkheden verkeert, moet je de schuld vergeven zodat Allāh ons misschien zal verlichten. Dus toen hij Allāh ontmoette, ontsloeg [verlichtte] Allāh hem.” Sahīh Bukhārī, Sahīh Muslim

Meer betalen tijdens het aflossen van schulden

De Profeet Mohammed ﷺ zou meer betalen dan het verschuldigde bedrag terwijl hij schulden terugbetaalde. Hazrat Jābir ibn Abdullah (radi Allāhu anhu) meldde: “De Profeet Mohammed ﷺ was me een schuld verschuldigd en gaf me iets extra’s toen hij het terugbetaalde. Sunan Abu Dawood

Extra betalen tijdens het aflossen van schulden valt niet onder riba, omdat het wordt gedaan zonder dat de schuldeiser erom vraagt, en het wordt gedaan uit vriendelijkheid en goodwill van de schuldenaar.

Besluit

De islam is een evenwichtige religie. Aan de ene kant worden we aangemoedigd om onze broeders en zusters te helpen door leningen te verstrekken en gemakkelijk om terugbetaling te vragen. Aan de andere kant worden we ontmoedigd om onnodig leningen aan te gaan en te wachten met het terugbetalen ervan, hoewel we het wel kunnen. Deze regels weerspiegelen inderdaad de schoonheid en grondigheid van Allāh’s religie.

  1. Stel nooit vragen over Shari’ah aan iemand aan wie qarz-e-hasan wordt verleend om te voorkomen dat u naar het graf van een overleden persoon wordt gestuurd.
  2. Laat altijd het contract qarz-e-hasan reviewen door een externe wetgeleerde die zowel Shari’ah als de Nederlandse wet- en regelgeving heeft bestudeerd.
  3. Vertrouw anno 2023 en in de toekomst niemand als het om financiële transacties gaat.

Tot slot, er zijn veel meer Heilige Qur’ān verzen, ahadīth en fiqhboeken om deze materie uit te leggen, maar bovenstaand volstaat al voor een goed begrip en bescherming van uw financiële vermogensbestanddelen.

Mīqāt

Wat is mīqāt?

Mīqāt betekent “een verklaarde plaats” en is de grens waar het voor pelgrims noodzakelijk wordt om de Ihrām (het religieus aanbevolen hadj-gewaad) moment te plannen en het is verboden om de mīqāt te passeren, behalve in de staat Ihrām. Daarom moeten moslims die de grens oversteken zonder Ihrām een dierenoffer brengen als boetedoening.

Wat zijn de mīqāt grenzen?

Er zijn de vijf grenzen waar alle pelgrims op de hadj hun Ihrām al moeten hebben aangetrokken. Volgens de islamitische geschiedenis werden deze vijf grenzen aangewezen door de Profeet Mohammed ﷺ.

Deze grenzen zijn:

Dhul Hulayfah

Dhul Hulayfah, ook bekend als Abyar Ali, ligt 18 kilometer ten zuidwesten van Masjid al-Nabwi in Medina. Om precies te zijn, dit is 410 kilometer ten noorden van Mekka, Saoedi-Arabië. Dhul Hulayfah is het station van mīqāt voor degenen die in Medina wonen en degenen die in de nabijgelegen gebieden wonen. Daarom moet elke pelgrim die vanuit de noordelijke richting voor de hadj komt, in het kleed van Ihrām zijn voordat hij Dhul Hulayfah oversteekt.

Al-Juhfah 

Al-Juhfah is algemeen bekend als Rabigh. Het ligt 182 kilometer ten noordwesten van Mekka. Al-Juhfah is de mīqāt voor mensen die reizen om de Hadj uit Soedan, Algerije, Egypte, Syrië, Turkije, Europa, Noord-Amerika en andere landen in Afrika uit te voeren. Het is vernoemd naar het kleine stadje Rabigh, gelegen in het noorden van Al-Juhfah. Het is de plaats waar de Profeet Mohammed ﷺ zijn oom Abbās (radi Allāhu anhu) ontmoette tijdens zijn reis om Mekka te veroveren.

Qarn al-Manazil

Gelegen op 80 kilometer ten oosten van Mekka. Qarn al-Manazil is de mīqāt voor pelgrims ‘reizen uit Najd, Verenigde Arabische Emiraten, Pakistan, Oman, Maleisië, Australië, Singapore, enz. Qarn al-Manazil ligt in de buurt van de stad Ta’if en Riyad. Toen Profeet Mohammed ﷺ werd vervolgd door de mensen van Ta’if in de 10de jaar van profeetschap, het was het gebied van Qarn al-Manazil waar engel Jibra’il (alayhis salām) voor hem verscheen.

Dhat Irq

Dhat Irq ligt 90 kilometer ten noordoosten van Mekka. Dit is de mīqāt voor mensen die van plan zijn om hadj uit Rusland, China, Iran en Irak uit te voeren. Dhat Irq werd opgericht tijdens het kalifaat van Hazrat Umar-e-Farooq Azam (radi Allāhu anhu), kort na de verovering van Basra en Kufa. Het is vernoemd naar de grootste berg van het gebied, Irq Aswad.

Yalamlam

Yalamlam, ook wel bekend als Al-Sa’diyah, ligt op 100 kilometer ten zuiden van Mekka. Yalamlam is het mīqāt voor de pelgrims van Jemen en degenen die reizen vanuit de zuidelijke regio’s zoals Nigeria en Zuid-Afrika. In het verleden werd Yalamlam gebruikt door de handelaar van het Indiase subcontinent.

Wat is de mīqāt voor de permanente inwoner van Mekka?

Iedereen die binnen de grenzen van Mekka, Saoedi-Arabië, woont, kan Ihrām aannemen van waar ze beginnen (de directionele verblijfplaats van het station van mīqāt). Stel echter dat een persoon besluit deel te nemen aan Umrah of Hadj terwijl hij zich binnen de grenzen van Al-Haram bevindt (gebieden binnen het Heilige Heiligdom van Mekka). In dit geval zouden ze naar Al-Hill (een gebied buiten het Heilige Heiligdom van Mekka) moeten gaan en Ihrām daar moeten aannemen zoals de Hazrat Aisha Siddiqāh (radi Allāhu anha) het deed op instructie van de Profeet Mohammed ﷺ. Er wordt gezegd dat tijdens de afscheid hadj, Profeet Mohammed ﷺ de broer van zijn vrouw Abdul Rahmān ibn Abu Bakr vertelde om haar uit de Haram naar Al-Tanīm te brengen en haar Ihrām voor Umrah te laten aannemen.

Al-Hill, om precies te zijn, is het gebied tussen de grenzen van Haram en de grenzen van mīqāt. De dorpen en steden, namelijk Khulais, Jeddah, Tanīm en Al-Janun liggen in het Hill-gebied. Daarom moeten pelgrims die door het Hill-gebied reizen of er wonen, de staat Ihrām binnengaan voordat ze de grenzen van Haram overschrijden.

Bijvoorbeeld, in het geval dat iemand die naar Jeddah was gereisd voor zijn werk nu Umrah wil uitvoeren. Hij moet met Ihrām in Jeddah binnengaan, de intentie maken en dan de grens van Haram oversteken. Als iemand echter niet van plan is om Umrah of

Hadj uit te voeren, zijn ze niet verplicht om Ihrām te dragen.

Daarom zijn voor de inwoners van Mekka de grenzen van mīqāt als volgt: Ji’ranah, de moskee van Tanīm en Hudaybiyyah.

Wat zijn de grenzen van Haram?

De grens van Haram kan worden gedefinieerd als een beperkte zone waar bepaalde handelingen als harām (onwettig) worden beschouwd, die in andere gebieden wel als halāl (legaal) kunnen worden beschouwd. Het is bijvoorbeeld verboden om bomen of planten te beschadigen, wapens te dragen, op dieren te jagen of dieren te laten grazen en zich te gedragen of te vechten op een manier die zeker het decorum en de heiligheid van Masjid Al-Haram schendt. Echter, in geval van overtreding van een van de bovengenoemde wetten, moet men Sadaqāh of Damm als boetedoening geven.

De grenzen van Haram zijn als volgt:

  1. Tanīm: ligt op 5 kilometer afstand van Mekka en op een afstand van 8 kilometer van de Heilige Ka’aba. Masjid Aisha, ook bekend als Masjid Tanīm, ligt in de richting van Medina aan de grens van Haram.
  2. Adīt Laban: is op weg naar Jemen, dat op 11 kilometer verwijderd ligt van Mekka.
  3. Wadi Nakhla: ligt op weg naar Irak, dat op een afstand van 11 kilometer van Mekka ligt.
  4. Arafāt: ligt dicht bij Masjid Al-Nimrah, op weg naar de stad Ta’if. De grens van Arafat ligt op 11 kilometer afstand van Mekka.
  5. Ji’ranah: Masjid Al-Ji’ranah ligt op ongeveer 14 kilometer afstand van Mekka.
  6. Hudaybiyyah: ook wel bekend als Masjid Al-Hudaybiyyah, ligt het op weg naar Jeddah, ongeveer 16 kilometer van Mekka.

Fiqh Hadj-e-badla (hadj door plaatsvervanger)

Bij het aantrekken van de ihrām moet de plaatsvervanger met het hart voor de persoon die hem heeft aangesteld. Een persoon die de schuld van de hadj heeft, moet zijn trustee bevelen door hem de naam te geven van de plaatsvervanger die de hadj namens hem zal uitvoeren na zijn dood. De stervende of zijn aangestelde niet-erf gevende bewindvoerder kan een van de erfgenamen niet tot zijn plaatsvervanger maken, tenzij de andere erfgenamen daarmee instemmen. Tenzij een persoon het tolereert, is het niet toegestaan om iemand anders namens hem voor de hadj te sturen. Echter, als de overledene in dit opzicht geen testament heeft gemaakt, dat wil zeggen, als hij geen geld heeft gereserveerd voor de hadj, kan zijn erfgenaam namens hem op hadj gaan of iemand anders het geld van zijn deel van de erfenis sturen. Zo zal hij zijn vader of moeder gered hebben van de schuld van de hadj. Als de hadj ook voor hemzelf nog niet is uitgevoerd moet hij eerst zijn eigen verplichte hadj voltooien. Maar het redden van zijn ouders van de schuld van de hadj zal hem de sawāb voor tien Haijes doen bereiken.

Volgens de Mazāhib van Hanafi en Hanbali moet de [reis voor] hadj worden gestart vanuit de stad waar ze vroeger woonden. Bijvoorbeeld, als een moslim in Amsterdam woont en zijn vader in Rotterdam en daar overlijdt en de zoon iemand als plaatsvervanger van zijn vader op hadj wil sturen, hoewel zijn vader daar niet in zijn testament om heeft gevraagd, is het voor hem verboden om de plaatsvervanger uit Rotterdam te sturen.

Dus, het is niet toegestaan om de plaatsvervanger van een andere plaats in de Hanafi Mazhab te sturen. Maar in Shafi’ī Mazhab is het toegestaan om de plaatsvervanger van elke plaats te sturen, behalve mīqāt [plaats waar de hadji’s de kleding aannemen die ihrām wordt genoemd en gedragen tijdens de riten van de pelgrimstocht.]. In feite is het in Shafi’ī Mazhab toegestaan om geld te geven aan iemand die op hadj gaat en hem te vertellen een plaatsvervanger in Mekka te vinden en hem de hadj van mīqāt namens zijn vader te laten uitvoeren.

De Hanafi’ s met weinig geld kunnen in deze de Shafi’ī Mazhab volgen en iemand in Mekka hun vader, moeder of ander naaste familielid laten vervangen die het niet in zijn of haar laatste testament heeft bevolen. Voordat zij het geld geven voor de badla hadj dienen ze eerst hun niyyāh (intentie) te maken: “Ik volg in deze zaak Imām Shafi’ī.”

Arme moslim

Als een arm persoon op een verplichte hadj gaat, wanneer hij mīqāt bereikt, wordt hij als een Mekkaan gezien en wordt het voor hem farz (verplicht) om de hadj te laten lopen, en daarom moet hij zijn niyyāh nemen om de farz uit te voeren. Als hij niyyāh neemt (van plan is) om de bovenmatige hadj te maken, wordt het voor hem noodzakelijk om de hadj opnieuw te maken, maar dat geldt niet voor een plaatsvervanger die arm is want hij is daar aangekomen en zal teruggaan, met de kracht van iemand anders.

Als een plaatsvervanger [dat wil zeggen een persoon die door een rijk persoon is aangesteld om de hadj namens de rijke persoon uit te voeren] de hadj niet voor zichzelf heeft gemaakt, moet hij in Mekka blijven en een jaar later ook de hadj voor zichzelf uitvoeren. De sawāb voor de hadj van een rijke is groter dan de sawāb voor die van een arme. Als een arm persoon sterft van honger of uitputting op weg naar de hadj, wordt hij zondig. Op hadj gaan is makruh voor een arme persoon die in nood zal zijn en onderweg hulp zal moeten vragen aan anderen. Een plaatsvervanger die de keuze heeft gekregen, kan het geld aan een andere persoon geven en hem in plaats daarvan sturen, ongeacht of hij onderweg ziek wordt of niet, maar hij kan geen ander moslim sturen als hij geen toestemming heeft gekregen.

Een hadji die sterft voordat hij op Arafāt staat, hoeft in zijn laatste wil niet te bevelen dat zijn hadj moet worden gemaakt, als zijn heengaan op hadj en sterven gebeurt in hetzelfde jaar dat de hadj voor hem farz wordt. Als hij een paar jaar later op hadj gaat [de hadj is voor hem farz geworden], zal het wājib voor hem zijn om in zijn laatste testament te bevelen dat een plaatsvervanger uit zijn eigen stad moet worden gestuurd. Een plaatsvervanger kan net zo goed worden gestuurd vanaf de plaats die hij heeft aangewezen of van welke plaats dan ook waar het mogelijk is om iemand te sturen met het geld dat hij heeft toegewezen. Woorden die in een testament worden gebruikt, moeten met zorg worden gekozen.

Moslims die naar Mekka komen

Voor moslims die [naar Mekka] komen van grote afstand voor hadj, ‘umrah, handel of voor enig ander doel, is het harām om door de plaatsen genaamd mīqāt te gaan en de Haram binnen te gaan, dat wil zeggen de gezegende stad Mekka, zonder de ihrām aan. Iedereen die langskomt [bij de mīqāt zonder de ihrām aan] moet terugkeren naar de mīqāt en de ihrām aantrekken. Als hij de ihrām niet aantrekt, zal hij een dier als Qurbāni (offer) moeten (laten) slachten.

Tussen de plaatsen genaamd mīqāt en de Haram, dat wil zeggen, de stad Mekka, wordt Hill genoemd. Mensen die van plan zijn om in de Hill te blijven voor wat zaken terwijl ze door de mīqāt gaan en mensen die in de Hill wonen, mogen de Haram betreden zonder de ihrām, behalve wanneer ze van plan zijn om de Hadj te doen.

De stad Jeddah ligt bijvoorbeeld in de Hill. De Haram is iets groter dan de gezegende stad Mekka en de grenzen worden bepaald door stenen die zijn opgericht door de profeet Ibrahim (alayhis salām). De stenen zijn vele malen vervangen. Voor de hadj trekken de inwoners van de Hill de ihrām aan in de Hill en degenen die in de Haram wonen trekken het aan in de Haram zelf.

Besluit

Geen enkele moslim mag deze mīqāt passeren zonder de Ihrām aan te trekken. Zoals de Profeet Mohammed ﷺ heeft verklaard: “Het is een plaats waarbuiten niemand naar Mekka kan gaan om de hadj en de umrah uit te voeren zonder de Ihrām aan te trekken; anders zal hij moeten offeren.” Hier is alles wat je moet weten over de vijf stations van mīqāt en het belang ervan in de islam.

De ihrām wordt al aangetrokken bij het passeren van de plaatsen van mīqāt, met de bedoeling op de voorgeschreven manier en het zeggen van de voorgeschreven smeekbeden. Het is toegestaan – nog beter – om de ihrām aan te nemen voordat je de plaatsen van mīqāt of zelfs in je woonplaats of land bereikt. Het is toegestaan, maar makruh om het aan te trekken voor de maanden van hadj.

Liegen is de weg naar de hel

Liegen is met opzet onwaarheid spreken en opschrijven. Zo zie je op social media mensen die zich met valse namen bekend maken, valse e-mailadressen hebben (vooral crackers en hackers), maar ook liegen over hun achtergrond, liegen bij verkoop van producten en diensten, en ga zo maar door. Dus, wanneer de waarheid komt, loopt de leugen weg. Valsheid gaat altijd.” O onze Allāh Ta’ālā; Houd ons op het Rechte Pad van de heilige moslims! Amīn.

Waarheid (goed) verdwijnt, en onwaarheid (fout) nestelt zich overal. Voor moslims, en zelfs voor de hele mensheid, kan geen enkele andere ramp, geen enkele andere ramp erger of schadelijker zijn dan leugens. Dus de waarheid van de islam zal aan het licht worden gebracht. Bovendien zullen de lelijkheid en slechtheid van ketterij, leugen, atheïsme en ongeloof worden gerealiseerd. Het is natuurlijk duidelijk dat ongeloof nietig is. Een man met verstand zal het nooit leuk vinden om te liegen. Zonder aarzeling moet kenbaar worden gemaakt dat ongeloof ongeldig is. Hun valse goden die zij aanbidden moeten intolerant worden geweigerd en verbannen. Zonder twijfel, en zonder aarzeling, is de echte Allāh Ta’ālā alleen de Schepper van de hemelen. Hebben die dingen die ongelovigen aanbidden en prijzen als scheppers een mug gecreëerd? Ze kunnen niets creëren, zelfs als ze allemaal samenkomen.

Hoe herken je dat iemand liegt?

Die persoon zal een verhaal altijd inkleden met valsheid en telkens als die persoon dat verhaal vertelt zullen er andere onderwerpen en uitdrukkingen in voorkomen. Zijn ademhaling verandert en gaat zwaarder ademhalen, en als je ze confronteert met diepgaander interviewtechnieken worden ze onrustig. Zo zijn er nog meer symptomen waarmee leugenaars zichzelf blootleggen.

Wat zegt de Shari’ah over liegen?

Ik heb deze zaak bovenaan in detail uitgelegd, zodat het duidelijk zal worden begrepen waarover het gaat. Het kan net zo goed vanzelfsprekend zijn dat goed anders is dan fout, en dat licht anders is dan donker. In feite verklaart Allāh Ta’ālā in de Heilige Qur’ān

 قُل لَّئِنِ ٱجْتَمَعَتِ ٱلإِنْسُ وَٱلْجِنُّ عَلَىٰ أَن يَأْتُواْ بِمِثْلِ هَـٰذَا ٱلْقُرْآنِ لاَ يَأْتُونَ بِمِثْلِهِ وَلَوْ كَانَ بَعْضُهُمْ لِبَعْضٍ ظَهِيراً

“Zeg: “Indien de mens en de djinn samenspannen, teneinde het gelijke van deze Qur’ān voort te brengen, zullen zij het gelijke daarvan niet kunnen voortbrengen ook al zouden zij elkanders helpers zijn.” Surah al-Isrā (de nachtelijke tocht), H17, vers 88

 وَإِذَا فَعَلُواْ فَاحِشَةً قَالُواْ وَجَدْنَا عَلَيْهَآ آبَاءَنَا وَٱللَّهُ أَمَرَنَا بِهَا قُلْ إِنَّ ٱللَّهَ لاَ يَأْمُرُ بِٱلْفَحْشَآءِ أَتَقُولُونَ عَلَى ٱللَّهِ مَا لاَ تَعْلَمُونَ

“En wanneer zij een slechte daad begaan, zeggen zij: “Wij zagen dit onze vaderen doen en Allāh heeft het ons bevolen.” Zeg: ” Allāh legt nooit slechte daden op. Zeg je van Allāh, hetgeen gij niet weet?” Surah al-A’rāf (de verheven plaatsen), H7, vers 28

 قَالَ سَنَنظُرُ أَصَدَقْتَ أَمْ كُنتَ مِنَ ٱلْكَاذِبِينَ

“Salomo zeide: “Wij zullen zien of je de waarheid hebt gesproken of dat je tot de leugenaars behoort.”  Surah an-Naml (de mieren), H27, vers 27

Uitleg: Hij Salomo (alayhis salām) zei tegen de hop: ‘We zullen zien of u de waarheid hebt gesproken in wat u ons hebt verteld, of dat u van de leugenaars bent, dat is van hun soort want om dat te zeggen is het retorisch krachtiger dan simpelweg te zeggen ‘of dat u hebt gelogen’. Hij gaf hun de plaats van het water aan en het werd gewonnen. Ze dronken dus, voerden hun wassingen uit en baden. Salomo schreef toen een brief in de volgende vorm: ‘Van de dienaar Allāhs, Salomo, zoon van David, aan Bilqīs koningin van Sheba. In de Naam van Allāh Ta’ālā de Barmhartige Vrede zij met hen die Leiding volgen. Kom niet in opstand tegen mij in verzet, maar kom tot mij in onderwerping’. Hij stempelde het vervolgens met muskus en verzegelde het met zijn ring en zei tegen de hop. Neem deze brief van mij en belever hem aan hen, dat wil zeggen aan Bilqīs en haar volk, wend zich dan van hen af, trek je van hen terug, maar blijf dicht bij hen en zie welk antwoord ze zullen geven’ en zie wat voor soort antwoord ze zullen geven. Dus nam hij het aan en benaderde haar Bilqīs, maar omdat haar soldaten overal om haar heen waren, wierp hij het in haar privékamer. Toen ze het zag, huiverde ze en werd ze verteerd door angst. Ze las wat er stond.

وَٱسْتَبَقَا ٱلْبَابَ وَقَدَّتْ قَمِيصَهُ مِن دُبُرٍ وَأَلْفَيَا سَيِّدَهَا لَدَى ٱلْبَابِ قَالَتْ مَا جَزَآءُ مَنْ أَرَادَ بِأَهْلِكَ سُوۤءًا إِلاَّ أَن يُسْجَنَ أَوْ عَذَابٌ أَلِيمٌ

 قَالَ هِيَ رَاوَدَتْنِي عَن نَّفْسِي وَشَهِدَ شَاهِدٌ مِّنْ أَهْلِهَآ إِن كَانَ قَمِيصُهُ قُدَّ مِن قُبُلٍ فَصَدَقَتْ وَهُوَ مِنَ الكَاذِبِينَ

وَإِنْ كَانَ قَمِيصُهُ قُدَّ مِن دُبُرٍ فَكَذَبَتْ وَهُوَ مِن الصَّادِقِينَ 

 فَلَمَّا رَأَى قَمِيصَهُ قُدَّ مِن دُبُرٍ قَالَ إِنَّهُ مِن كَيْدِكُنَّ إِنَّ كَيْدَكُنَّ عَظِيمٌ

“En zij holden beiden naar de deur en zij scheurde zijn hemd van achteren en zij ontmoetten haar echtgenoot aan de deur. Zij zeide: “Wat zal de straf zijn voor iemand die kwade bedoelingen had met uw vrouw, anders dan gevangenneming of een pijnlijke kastijding?”
Hij [Jozef] zeide: “Zij is het die mij tegen mijn wil zocht te verleiden.” En een familielid van haar getuigde: “Als zijn hemd van voren is gescheurd, heeft zij de waarheid gesproken en behoort hij tot de leugenaars, maar als zijn hemd van achteren is gescheurd, heeft zij gelogen en behoort hij tot de waarachtigen.”
Toen hij [haar man] zag dat zijn hemd van achteren was gescheurd, zeide hij: “Dit is zeker een list van u, vrouwen. Uw list is inderdaad sterk.” Surah Yusuf, H12, verzen 25-28

 قَالُواْ فَمَا جَزَآؤُهُ إِن كُنتُمْ كَاذِبِينَ

 قَالُواْ فَمَا جَزَآؤُهُ إِن كُنتُمْ كَاذِبِينَ

“Zij [de Egyptenaren] zeiden: “Wat zal er dan de straf voor zijn als gij leugenaars zijt?” Zij antwoordden: “De straf ervoor zal zijn: hij, in wiens zadeltas ze wordt gevonden zal zelf de boete ervoor zijn. Zo straffen wij de boosdoeners.” Surah Yusuf, H12, verzen 74-75

Zo zijn er meer verzen in de Heilige Qur’ān die over liegen en leugenaars gaan. Nu een paar ahadīth uit de authentieke bronnen.

 إِنَّ الصِّدْقَ يَهْدِي إِلَى الْبِرِّ وَإِنَّ الْبِرَّ يَهْدِي إِلَى الْجَنَّةِ وَإِنَّ الرَّجُلَ لَيَصْدُقُ حَتَّى يُكْتَبَ صِدِّيقًا وَإِنَّ الْكَذِبَ يَهْدِي إِلَى الْفُجُورِ وَإِنَّ الْفُجُورَ يَهْدِي إِلَى النَّارِ وَإِنَّ الرَّجُلَ لَيَكْذِبُ حَتَّى يُكْتَبَ كَذَّابًا ‏”‏ ‏.‏

“Hazrat Abdullah (radi Allāhu anhu) rapporteerde dat Allāh’s Boodschapper ﷺ zei: Waarheid leidt iemand naar het Paradijs en deugd leidt iemand naar het Paradijs en de persoon vertelt de waarheid totdat hij als waarheidsgetrouw wordt geregistreerd, en leugen leidt tot smerigheid en smerigheid leidt naar de Hel, en de persoon vertelt een leugen totdat hij als leugenaar wordt geregistreerd.” Sahīh Muslim, hoofdstuk deugdzaamheid, het opleggen van goede manieren en het verbinden van de banden van verwantschap.

Dezelfde strekking heeft de volgende hadīth:

 إِنَّ الصِّدْقَ يَهْدِي إِلَى الْبِرِّ، وَإِنَّ الْبِرَّ يَهْدِي إِلَى الْجَنَّةِ، وَإِنَّ الرَّجُلَ لَيَصْدُقُ حَتَّى يَكُونَ صِدِّيقًا، وَإِنَّ الْكَذِبَ يَهْدِي إِلَى الْفُجُورِ، وَإِنَّ الْفُجُورَ يَهْدِي إِلَى النَّارِ، وَإِنَّ الرَّجُلَ لَيَكْذِبُ، حَتَّى يُكْتَبَ عِنْدَ اللَّهِ كَذَّابًا ‏”‏‏.‏

Hazrat Usman bin Abi Shaybah (radi Allāhu anhuma) rapporteerde dat de Profeet Mohammed ﷺ zei: “Waarachtigheid leidt tot gerechtigheid, en gerechtigheid leidt tot het Paradijs. En een man blijft de waarheid vertellen totdat hij een waarheidsgetrouw persoon wordt. Valsheid leidt tot Al-Fajur (d.w.z. goddeloosheid, kwaadaardigheid), en Al-Fajur (goddeloosheid) leidt tot het (Helle) Vuur, en een mens kan leugens blijven vertellen totdat hij voor Allāh is geschreven, een leugenaar. Sahīh Al-Bukhārī, hoofdstuk goede manieren

كَبُرَتْ خِيَانَةً أَنْ تُحَدِّثَ أَخَاكَ حَدِيثًا هُوَ لَكَ بِهِ مُصَدِّقٌ وَأَنْتَ لَهُ بِهِ كَاذِبٌ

“Hazrat Sufyan ibn Asid al-Hadrami (radi Allāhu anhuma rapporteerde gehoord te hebben dat de Profeet Mohammed ﷺ zei: Het is groot verraad dat je je broer iets vertelt en hem je laat geloven als je liegt. Sunan Abu-Dawood, hoofdstuk Adāb (manieren)

آيَةُ الْمُنَافِقِ ثَلاَثٌ، إِذَا حَدَّثَ كَذَبَ، وَإِذَا اؤْتُمِنَ خَانَ، وَإِذَا وَعَدَ أَخْلَفَ

Hazrat Sulaimān bin Dawood Abu Al-Rabī (radi Allāhu anhum) rapporteerde dat de Profeet Mohammed ﷺ zei: “De tekenen van een huichelaar zijn drie: Wanneer hij spreekt, vertelt hij een leugen; en wanneer hij belooft, breekt hij zijn belofte; en telkens wanneer hem wordt toevertrouwd, verraadt hij [blijkt oneerlijk te zijn].” Sahīh Al-Bukhārī, hoofdstuk testamenten

 ثَلاَثَةٌ لاَ يُكَلِّمُهُمُ اللَّهُ يَوْمَ الْقِيَامَةِ وَلاَ يُزَكِّيهِمْ – قَالَ أَبُو مُعَاوِيَةَ وَلاَ يَنْظُرُ إِلَيْهِمْ – وَلَهُمْ عَذَابٌ أَلِيمٌ شَيْخٌ زَانٍ وَمَلِكٌ كَذَّابٌ وَعَائِلٌ مُسْتَكْبِرٌ ‏”‏ 

Hazrat Abu Bakr bin Abi Shaybah heeft overgeleverd op gezag van Abu Huraira (radi Allāhu anhum) dat de Profeet Mohammed ﷺ zei: “Drie [zijn de personen] met wie Allāh niet zou spreken, noch zou Hij hen vrijspreken op de Dag van de Opstanding. Hazrat Abu Mu’āwiyah (radi Allāhu anhu) voegde eraan toe: Hij zou niet naar hen kijken en er is een zware kwelling voor hen: de bejaarde overspelige, de leugenaarskoning en de trotse berooide. Sahīh Muslim, hoofdstuk Imān

Besluit

Wij kunnen meer Heilige Qur’ān verzen en ahadīth aanhalen om over de gevolgen van liegen te schrijven, maar bovenstaande zal voldoende zijn voor een verstandig mens om ver weg te blijven van de leugen [spraak van Iblīs].

Vrees voor de Hel

Ahadīth vertaald naar het Nederlands als reader voor degene die Vrees hebben voor Allāh Ta’ālā. Deze selectie van Ahadīth is een leidraad voor verlossing van de Hel, Inshā’Allāh.

Het toewijzen van partners aan Allāh Ta’ālā

Hazrat Abdullah bin Umar (radi Allāhu anhu) meldde dat de Profeet Mohammed ﷺ steunend op een kussen de bijeenkomst toesprak, hen wilde informeren over de meest gruwelijke zonden. Het is om partners aan Allāh toe te wijzen, om de ouders ongehoorzaam te zijn en om vals bewijs te leveren. Toen hij “vals bewijs bereikte” ging hij rechtop zitten en kondigde herhaaldelijk aan “pas op voor vals bewijs, dat is ook de meest gruwelijke zonde”.  Sahīh Sitta

Er wordt gemeld van Hazrat Abdullah bin Mas’ud (radi Allāhu anhu) dat iemand bij de Profeet Mohammed ﷺ informeerde welke de meest gruwelijke van de zonden waren.  De profeet ﷺ zei dat er negen zijn.  De grootste van hen is (1) het toeschrijven van partners aan Allāh. Daarna  (2) om   een moslim op onrechtvaardige wijze te doden, (3) het deserteren van de strijdveld van de jihad, (4) het beschuldigen van een vrouw van overspel, (5) het beoefenen van zwarte magie, (6)  het onrechtmatig toe eigenen van het eigendom van een wees, (7) het gebruiken van woekerwinst (rente), (8) het ongehoorzamen van moslimouders, (9) om heiligheid te verwerpen  van Baitullah (het Huis van Allah), dat is het plegen van dergelijke daad die daar verboden zijn en heiligheid betekent het tegenovergestelde van verboden.  Tabrānī, Hākim, Baihāqi

Huichelarij

Volgt spoedig

Sha’bān al-Mu’azzamah

Elk jaar [op de Barā’at nacht, de vijftiende nacht van de maand Sha’bān], worden de gebeurtenissen van het komende jaar, daden, levens, doodsoorzaken, promoties en demoties, enzovoorts, vastgelegd in de Lawh al-Mahfooz (bewaarde tafel van witte diamant).

Sha’bān is één van de islamitische maanden. Deze maanden in volgorde zijn: Muharram, Safar, Rabi’ul-Awwal, Rabi-ul-Akhir, Jemaziy-ul-awwal, Jemaziy-ul-akhir, Rajab, Sha’bān, Ramadān, Shawwāl, Zilqada, Zilhijja. Deze maanden zijn niet meer dan dertig dagen, noch minder dan negenentwintig.

Barā’at nacht

De vijftiende nacht van de maand Sha’bān is de nacht tussen zijn veertiende en vijftiende dag. In het eeuwige verleden, voordat Hij iets schiep, verordende Allāh Ta’ālā alle dingen voorbestemd. Hiervan informeert Hij Zijn engelen in deze nacht over alles wat er gedurende een jaar zal gebeuren. In deze nacht daalde de Heilige Qur’ān af naar de Lawh-al-Mahfooz. Rasūlullāh ﷺ zou in deze nacht heel veel hebben gebeden.

Weet dat Barā’at nacht een kans is, een groot geluk! Want het is een bepaalde en bijzondere nacht. Aanbid Allāh Ta’ālā heel erg veel op deze avond anders ga je spijt hebben op de Dag des Oordeels! Bij het horen dat er veel sawāb (zegen) zal worden gegeven voor het doen van een bepaald ding op een bepaalde plaats en tijd, als een persoon het met deze gedachte doet om sawāb te krijgen, zal Allāh Ta’ālā hem de sawāb geven, zelfs als de informatie niet waar was. Maar het moet iets zijn dat niet verboden is door de Shari’ah. Om de sawāb van bovenmatige aanbiddingen te krijgen, is het een voorwaarde om geen enkel defect te hebben in iemands Imān en in iemands farz-aanbiddingen, om zich te bekommeren voor iemands zonden en om Allāh Ta’ālā vergeving te smeken, en om van plan te zijn ze als aanbidding te doen.

Daden van aanbidding uitgevoerd op speciale nachten

De nachten genaamd Jumu’ah, ‘Arafat, ‘Ied, Qadr, Barā’at, Mirāj, ‘Ashura, Mawlood en Raghaib produceren vele zegeningen. Maulana Muhammad Rabhami (Rahmatullāhi ‘Alaih) schrijft op pagina 170 van de Indiase editie van het boek Riyad-un-Nasihin dat de grote islamitische geleerde Imām Nawāwi (Rahmatullāhi ‘Alaih) in zijn boek Azkār schrijft dat het verrijken van een twaalfde van de nacht (wat ongeveer een uur is) zoals het lezen van de Heilige Qur’ān, het uitvoeren van namāz, of bidden gedurende die tijd, staat voor het verrijken van de hele nacht. Het maakt niet uit of het een zomeravond of een winternacht is. De passage op pagina 461 van het boek Ibn Abidīn bevestigt dit.

In het boek Ḥaqā’iq Manzuma staat: “Het woord ‘uur’ dat in de boeken fiqh wordt genoemd, betekent ‘een tijdsduur’. Nawāwi is een mujtahid in de Shafi’ī Mazhab. Het verrijken van de nacht op deze wijze is ook aan te raden aan mensen die in de Hanafi Mazhab zijn.” Het boek Ḥaqā’iq Manzuma van Mahmood Bukhārī bestaat uit tien delen en is een uitleg van het boek Manzuma Nasafi. Het is een waardevol boek van fiqh. Mahmood Bukhārī overleed in Buchara in 671 [1271 na Christus].

Het is makruh om de gebeden van Raghaib (huwelijksnacht van de ouders van de Profeet Mohammed ﷺ), Barā’at en Qadr in jamaat uit te voeren. De namāz van Raghaib is een superieur namāz uitgevoerd op de eerste vrijdagavond van de gezegende maand Rajab.

Ramadān vasten werd verplicht

De vierde van de vijf principes van de islam is om elke dag te vasten in de gezegende maand Ramadān. Het vasten werd op de tiende dag van de maand Sha’bān, achttien maanden na de Hijrah en een maand voor de Ghazwa (Heilige Oorlog) van Badr verplicht. Ramadān betekent branden, want de zonden van hen die vasten en Allāh Ta’ālā om vergeving smeken in deze maand verbranden hun zonden.

In het boek Riyad-un-Nasihin staat dat Hazrat Abu Huraira (radi Allāhu anhu) in het boek Bukhārī verklaarde: Rasūlullāh ﷺ verklaarde: “Wanneer de maand Ramadān komt, worden de deuren van het Paradijs geopend en de deuren van de hel gesloten en de duivels gebonden.”

Imam-ul-A’imma Muhammad bin Ishāq bin Khuzaima schrijft dat Hazrat Salman Farsi (radi Allāhu anhu) overbracht dat de Profeet Mohammed ﷺ in zijn khutbah op de laatste dag van de maand Sha’bān had verklaard: “O moslims! Zo’n geweldige maand staat op het punt je te overschaduwen dat één nacht [Qadr-nacht] in deze maand gunstiger is dan duizend maanden.”

Om zich voor te bereiden op het vasten van Ramadān mubārak, is het noodzakelijk om te stoppen met vasten na de vijftiende van Sha’bān en om het lichaam te versterken door sterk en heerlijk voedsel te eten, en dus om het voor te bereiden om de farz te doen. Arbeiders, soldaten en studenten die de gewoonte hebben om na de vijftiende van Sha’bān het vasten van sunnat uit te voeren, moeten ze in hun vrije tijd na de Ramadān uitvoeren. Het is ook sunnat om de sunnat uit te stellen om de farz te doen.

In een hadīth zei Rasūlullāh ﷺ staat: “Allāh heeft op de vijftiende dag van de heilige maand ‘Sha’bān’ medelijden met al Zijn schepselen. Hij vergeeft ongelovigen echter niet ‘Mushriks’ en ‘Mushahin’.” Mushahin” betekent een persoon die slechte “bid’at” dingen volgt (Ahl al-Bid’ah) en een persoon die geen enkele soenniet denkrichting volgt (la-Mazhabiyyah).

Bekendmakingen

De grote heilige Ata bin Yasin (radi Allāhu anhu) zei: “De engel des doods krijgt elk jaar een lijst van personen op de 15e nacht van Sha’bān en hij krijgt de opdracht om in dat jaar het leven te nemen van die personen die op de lijst staan. Hazrat Khaisamah vertelde dat de engel des doods naar de Darbar van Profeet Sulaimān (alayhis salām) kwam en lang naar een van zijn hovelingen staarde. Toen hij wegging vroeg de hoveling aan Sulaimān: Wie is die man die me aanstaarde? Hij antwoordde dat hij de engel des doods was. De hoveling zei: ik denk dat hij gekomen is om mij van het leven te beroven. Red me alsjeblieft van hem. Sulaimān beval de lucht om hem naar India te brengen. De lucht voerde zijn bevel uit. De engel des doods kwam weer naar Sulaimān die zei: Je staarde lang naar een van mijn hovelingen. De engel des doods zei: Ja, ik heb de opdracht gekregen om hem ergens in India van het leven te beroven, maar ik heb hem hier gezien. Ik dacht: Hoe kan ik hem van het leven beroven in India als hij hier op dit moment is geweest. Mooier is dat ik hem op de afgesproken tijd op de vaste plek in India vond en daar vervolgens zijn leven heb genomen.  Ihya-Uloom-ud-Din

Vergiffenis

Gebeden of istighfars op deze avond zal niet worden geweigerd. Als u op de Sawāb (zegen) van de superieure nacht wilt ontvangen is er enkele voorwaarde zoals vergiffenis vragen aan al je relaties die je (on)bewust hebt gepijnigd, vooral je ouders.

De Profeet Mohammed ﷺ zei: “Vanavond is de vijftiende nacht van Sha’bān. Allāh Ta’ālā vergeeft degenen die respect voor deze avond opbrengen in aanbidding. Alleen degenen worden niet vergeven zoals heksen, tovenaars, dronkaards, gokkers, bezoekers van waarzeggers/helderziende, degenen die rente incasseren, degenen die ontucht plegen en zij die het eigendom van weeskinderen stelen.”

Tot slot, wat is zeer gewaardeerd bij Allāh Ta’ālā in deze nacht:

  • Kalma Shahāda
  • Astaghfār (70x)
  • Smeekbede voor het paradijs
  • Verlossing van de hel.

Nafl salāh te lezen op Shab-e-Barā’at

Intentie de bewaking van Imān

Na het uitvoeren van Maghrib Salāh, lees dan 2 rak’ah van Nafl bewaken van Imān.

  • In de eerste rak’ah, na Surah Fatiha, reciteer je Surah Ikhlās 3 keer en Surah Falaq één keer.
  • In de tweede rak’ah, na Surah Fatiha, reciteer je Surah Ikhlās 3 keer en Surah Naas één keer.
  • Na Salaam, reciteer Surah Yasin en du’ā -e-Nisf Sha’bān en verzoek Allāh Ta’ālā om onze Imān te beschermen.

Intentie Barakāh in rizq

Na Maghrib Salāh, lees 2 rak’ah van nafl zegen in je inkomsten.

  • Lees daarna Surah Yasin één keer, Surah Ikhlās 21 keer en Du’ā Nisf Sha’bān één keer.
  • Doe dan Du’ā voor Barakāh in inkomen en verzoek Allāh Ta’ālā om je niet afhankelijk te maken van iemand.

Intentie lang leven gevuld met vroomheid

Na Maghrib Salāh, lees 2 rak’ah van nafl lang en vroom leven.

  • Lees Surah Yasin één keer.
  • Lees dan du’ā Nisf Sha’bān.
  • Doe daarna du’ā voor een lang leven gevuld met vroomheid en gerechtigheid.

Wie Arabisch niet kan lezen, kan ook aandachtig naar de video luisteren.

Islamitische financiën voor moskeeën

Belang van transparantie in de islamitische financiën voor moskeeën, Jamia’s, begrafenisfondsen en andere instellingen

Voorwoord

Dit is niet het eerste boek dat ik schrijf over goed bestuur. Islamitische financiën wordt beoefend in meer dan 75 landen over de hele wereld door ongeveer 550 islamitische financiële instellingen. Deze studie analyseert het belang van transparantie in verschillende aspecten voor de islamitische financiële instellingen en cliënten, spaarders, donateurs aan de NGO in de islamitische wereld. Het werk stelt manieren voor om transparantie in de islamitische financiële markt. Het wordt ook besproken in de studie dat de totstandbrenging van deze transparantie aspecten het vertrouwen van cliënten, spaarders, donateurs op de islamitische financiën markt zal versterken, terwijl het brengen van sommige nieuwe bijdragen tot het islamitische financiële instituties.

Aanleiding voor deze uitgave is de email die mij bereikte over een Jamia waar mogelijk onheuse praktijken zich hebben voorgedaan.

Moge Allāh Ta’ālā de bestuurders de taufieq geven om aan good governance (goed bestuur) compliance te zijn naar de donateurs.

Inleiding

Het islamitische financiële systeem is gebaseerd op een reeks regels en wetten die als Shari’ah worden bedoeld. Shari’ah is het regeren van economische, politieke en culturele aspecten van islamitische instellingen. Shari’ah komt uit de regels voort die door de Heilige Qur’ān en de Sunnah (praktijken en verklaringen door heilige profeet ﷺ worden gedicteerd). De islamitische financiële producten verwijzen naar financiële transacties en diensten die voldoen aan de Shari’ah. Al deze instrumenten, verrichtingen en producten kunnen zoals in de volgende lijst worden samengevat. Transparantie verwijst over het algemeen naar een accountability (verantwoording) als juridische en boekhoudkundige infrastructuur voor economische beslissingen. De gemeenschappelijke eigenschap van al deze financiële instrumenten en operaties is, dat ze allemaal voldoen aan de normen van de Shari’ah en de islamitische ethiek. Daarom moeten de normen van de Shari’ah en de islamitische ethiek correct worden begrepen. De instrumenten en producten moeten zeer duidelijk worden gedefinieerd om te worden gecontroleerd op de naleving van de Shari’ah en de islamitische ethiek ook wel good governance genoemd.

De wortel van alle kwaad

De wortel van de problemen geconfronteerd met islamitische financiën vandaag de dag is gebaseerd op gebrek of afwezigheid van transparantie en gekwalificeerd onafhankelijk toezicht. Islamitische instellingen hebben onvoldoende know how tot zelfs geen idee hebben over de financiële uitvoeringprocessen zoals het rapporteren van financiële prestaties aan de financiers, te weten leden en donateurs. De islam heeft alle instrumenten ontworpen om alles te leveren wat nodig is om oplossingen van mensen te brengen. Dus als we zoeken kunnen we de antwoorden vinden.

Transparantie instellen

Transparantie geeft financiers geruststelling dat de activiteiten zoals (ver)bouw moskee, bedrijfsvoering Jamia en geldstroom begrafenisfondsen waarin ze investeren niet alleen is gescreend via internet met webpagina’s die percentage en bedragen. Transparantie, dat is echte transparantie, betekent dat investeerders (leden en donateurs) moet worden geïnformeerd met een onafhankelijke accountant controleverslag over de omvang van de investeringen in de activiteiten, de liquiditeit, het type van het gekozen product als zijnde islamitisch. Afwezigheid van eenheid veroorzaakt problemen om de Shari’ah normen in de islamitische financiën vast te stellen.

Transparantie en verantwoordingsplicht in de Heilige Qur’ān en zijn rol in de bouw van good governance

Good governance is in de Heilige Qur’ān belichaamd in de vorm van Rahmah (Barmhartigheid) en amānah[1] om het goede en geluk van het leven in het heden en de toekomst te bereiken.

Allāh Ta’ālā openbaart

 إِنَّا عَرَضْنَا ٱلأَمَانَةَ عَلَى ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلأَرْضِ وَٱلْجِبَالِ فَأبَيْنَ أَن يَحْمِلْنَهَا وَأَشْفَقْنَ مِنْهَا وَحَمَلَهَا ٱلإِنْسَانُ إِنَّهُ كَانَ ظَلُوماً جَهُولاً

“Voorwaar, Wij boden de hemelen, de aarde en de bergen aan, hun [iets] toe te vertrouwen, maar zij weigerden dit te dragen en vreesden ervoor, maar de mens nam het op zich. Inderdaad, hij is zeer onrechtvaardig [jegens zichzelf)], onwetend.” Surah al-Ahzāb (de confrères), H33, vers 72

In de Heilige Qur’ān is het goed bestuur dus gebaseerd op het geloof van de mens. Door Imān zal de moslim zich veilig voelen, omdat het doen van wat is geworden middels verplichtingen en zij gevraagd zullen worden over hun Imān. Ten eerste, Imān is gebruikt als de naam voor een set van regels die moet worden gehoorzaamd en uitgevoerd door de mensen. Ten tweede, Imān wordt gebruikt voor de indiening van de ziel voor de Waarheid (al-Haqq) met authenticatie (tasdīq) door middel van het hart, spraak en actie.

Transparantie wordt ook vergeleken met het concept van Ihsān, dat haar positie boven rechtvaardigheid (‘adl) is. Ihsān laat goede actie doen en doet goed aan anderen. Verantwoording is dichter bij taqwa, wat de verantwoordelijkheid is van de persoon in het gehoorzamen van de Geboden en het vermijden van Allāh’s straf in deze wereld en hiernamaals. Het principe van taqwa is dat iemand verantwoording aflegt voor alle activiteiten die hij heeft gedaan, of het nu een verplichting of een optie is. Door taqwa vermijdt de persoon de gevolgen van straf, zowel in het heden als in de toekomst. De consequenties van de regel zijn te wijten aan een mechanisme en procedures voor overtreding die zijn vastgesteld. Taqwa zal dus zelf het gedrag van een persoon houden om zichzelf te beperken voor beperkingen die zichzelf of een instelling kunnen schaden. Daarom zal de mens indirect goede dingen doen voor het welzijn van zichzelf en de instelling in de toekomst. Taqwa proces is niet noodzakelijk voor de gezamenlijke evaluatie, maar voor zichzelf is voldoende om de evaluatie uit te voeren.

Het leven is een proces waarbij een persoon vecht voor het doel. Geluk is het doel van het leven voor mensen in deze wereld. Dat doel is niet alleen voor het verleden of heden, maar ook voor later en zo verder. Daarom, om geluk te krijgen moet men goed doen voor hem om de goedheid te verkrijgen. In het leven, hebben de mensen drie verplichtingen, namelijk:

  1. Om te zien en ervaren dat gerechtigheid wordt gedaan. In betaling van rechten, de enige overweging zou de vervulling van de verplichting moeten zijn, het verantwoorden aan de financiers.
  2. Om vriendelijk te zijn voor de medemensen. Bij de toekenning van rechten en de betaling van vergoedingen aan bestuurders, moet een houding van brede geest worden aangenomen; de bestuurders moet belasting afdragen aan het ministerie van financiën. Iedereen moet de moed hebben om bereid zonder eigen financieel belang of minder te ontvangen aan bestuurskosten en hierover periodiek verantwoorden aan de financiers over hun aandeel (financiële bijdragen).
  3. Het respecteren van het recht van verwanten om alle boekingsbescheiden en originele facturen en bonnen te tonen. Met gehoorzaamheid en naleving van verplichtingen, zal een bestuurder een hoge mate leiderschap (kalief) over de mensen het verkrijgen.

Allāh Ta’ālā openbaart

وَإِذْ قَالَ رَبُّكَ لِلْمَلَٰئِكَةِ إِنِّي جَاعِلٌ فِي ٱلأَرْضِ خَلِيفَةً قَالُواْ أَتَجْعَلُ فِيهَا مَن يُفْسِدُ فِيهَا وَيَسْفِكُ ٱلدِّمَآءَ وَنَحْنُ نُسَبِّحُ بِحَمْدِكَ وَنُقَدِّسُ لَكَ قَالَ إِنِّيۤ أَعْلَمُ مَا لاَ تَعْلَمُونَ

“En toen uw Heer tot de engelen zei: “Ik wil een stedehouder op aarde plaatsen,” zegden zij: “Wilt Gij er iemand plaatsen die er onheil zal stichten en bloed zal vergieten, terwijl wij U verheerlijken met de lof die U toekomt en Uw Heiligheid prijzen,” antwoordde Hij: “Ik weet wat jij niet weet.” Surah al-Baqarāh (de koe), H2, vers 30

Tafsir Jalālayn: En vermeld O Mohammed (ﷺ) toen uw Heer tegen de engelen zei: “Ik ga op aarde een plaatsvervanger aanstellen die zal optreden als Mijn plaatsvervanger door Mijn uitspraken daarin te implementeren – en deze plaatsvervanger was Adam; Ze zeiden: “Wat zult U daarin iemand benoemen die corruptie daarin zal verrichten door ongehoorzaamheid en bloed vergieten door het doden, precies zoals het nageslacht van de djinn deed, want zij bewoonden het, maar toen zij corrupt werden, zond Allāh de engelen tegen hen en ze werden weggedreven naar eilanden en de bergen in; terwijl we u voortdurend verheerlijken met lof die is: “Wij zeggen eer en lof zij U en heiligen U?” Dat is: “Wij verhogen u als transcendent boven wat niet bij U past?

 وَهُوَ ٱلَّذِي جَعَلَكُمْ خَلاَئِفَ ٱلأَرْضِ وَرَفَعَ بَعْضَكُمْ فَوْقَ بَعْضٍ دَرَجَاتٍ لِّيَبْلُوَكُمْ فِي مَآ آتَاكُمْ إِنَّ رَبَّكَ سَرِيعُ ٱلْعِقَابِ وَإِنَّهُ لَغَفُورٌ رَّحِيمٌ 

“En Hij is het, die u op aarde tot opvolgers maakte en Hij heeft sommigen uwer in rang [bestuurders] boven anderen verheven, opdat Hij u door hetgeen Hij u heeft gegeven, moge beproeven. Voorzeker, uw Heer is vlug in het straffen en voorzeker, Hij is Vergevensgezind, Genadevol.” Surah al-An’ām (het vee), H6, vers 165

Tafsir Jalālayn: En Hij is het Die u opvolgers heeft gemaakt, khalā’if is het meervoud van khalifah, met andere woorden Hij heeft u ertoe gebracht elkaar daarin op de aarde te volgen en heeft sommigen van u boven anderen in graden verhoogd door rijkdom en status en anderszins zodat Hij je kan testen in wat Hij je gegeven heeft om de gehoorzame onder jullie en de ongehoorzamen te manifesteren. Zeker, uw Heer is snel in het bestraffen van hen die ongehoorzaam zijn aan Hem; en voorzeker is Hij Vergevensgezind jegens gelovigen Genadevol jegens hen.

وَٱلَّذِينَ هُمْ لأَمَانَاتِهِمْ وَعَهْدِهِمْ رَاعُونَ

“Zij die zorgzaam zijn voor het hun toevertrouwde [alle plichten die Allāh Ta’ālā heeft gewijd, eerlijkheid, morele verantwoordelijkheid en vertrouwen etc.] en voor hun overeenkomsten.” Surah al-Mu’minin (de gelovigen), H23, vers 8

Tafsir Jalālayn: En wie bewakers van hun trusts (amānātihim = ‘hun vertrouwen’) zijn hebben verbonden gesloten tussen hen of tussen hen en Allāh zoals het vieren van het gebed enzovoort.

 وَٱلَّذِينَ هُمْ لأَمَانَاتِهِمْ وَعَهْدِهِمْ رَاعُونَ

“En degenen die het hun toevertrouwde bewaren en hun verdragen nakomen.” Surah al-Ma’ārij (de manieren van ascentie), H70, vers 32

Tafsir Suyuti/Jalālayn: En degenen die bewakers zijn trouwe bewakers van hun amānātihim (trust) waaraan zij zijn toevertrouwd van religie en de aangelegenheden van deze wereld en hun verbond de een die van hen is weggenomen met betrekking tot zulke dingen.

Definitie van goed bestuur

Goed bestuur is de praktijk van het bestuur om diensten te verlenen aan de mensen:

  1. Goed bestuur is uitgegroeid tot een centrale kwestie, waar de aanwezigheid van de globalisering tijdperk vraagt om goed bestuur dat wordt een voorwaarde met de stijgende openbare kennis.
  2. Goede bestuur omvat volledige mechanismen, processen, en instellingen waar mensen hun belangen uiten door het gebruik van de Shari’ah (wettelijke rechten, verplichtingen en het overbruggen van de verschillen tussen hen).
  3. Goed bestuur principes zijn participatie, rechtsstaat, transparantie, responsiviteit, consensus oriëntatie, effectiviteit en efficiency, verantwoordingsplicht en strategische visie.

Op basis van de beschrijving van alle drie de domeinen, namelijk staat/overheid, business/ private en het publiek moet synergie handhaven om het doel te bereiken, omdat de drie domeinen onderling afhankelijke zijn en een onafscheidelijk systeem van control. De verklaring van goed bestuur in de Heilige Qur’ān begint met het verklaren van de menselijke aard. Ze zijn gemaakt in verschillende en tweetal vormen. In het gehoorzamen van de regel, hebben sommigen vertrouwen (Imān) en sommige hebben het niet. Zij die geloven zullen elke Shari’ah regel gehoorzamen en het verbod op basis van vertrouwen, loyaliteit en volledige verplichting aan de regel verlaten. Terwijl ze hypocriet zijn en niet verloochenende niet zullen voldoen aan de regels.

Allāh Ta’ālā openbaart

 يٰأَيُّهَا ٱلنَّاسُ إِنَّا خَلَقْنَاكُم مِّن ذَكَرٍ وَأُنْثَىٰ وَجَعَلْنَاكُمْ شُعُوباً وَقَبَآئِلَ لِتَعَارَفُوۤاْ إِنَّ أَكْرَمَكُمْ عَندَ ٱللَّهِ أَتْقَاكُمْ إِنَّ ٱللَّهَ عَلِيمٌ خَبِيرٌ

“O, mensdom! Wij hebben u uit man en vrouw geschapen en Wij hebben u tot volkeren en stammen gemaakt, opdat gij elkander moogt kennen. Voorzeker, de godvruchtigste onder u is de eerwaardigste bij Allāh. Voorwaar, Allāh is Alwetend, Alkennend.” Surah al-Hujurāt (de binnenkamers), H49, vers 13

Gehoorzamen aan de regels zijn niet gemakkelijk, maar het vereist een diep hart en volledige inzet. Gehoorzaamheid is een zeker teken van geloof. Daarom ligt het concept van de zaligheid in gehoorzaamheid zelf. In de Heilige Qur’ān is goed bestuur gebaseerd op het geloof (Imān).

Allāh Ta’ālā openbaart

 إِنَّمَا يَعْمُرُ مَسَٰجِدَ ٱللَّهِ مَنْ ءَامَنَ بِٱللَّهِ وَٱلْيَوْمِ ٱلآخِرِ وَأَقَامَ ٱلصَّلَٰوةَ وَءَاتَىٰ ٱلزَّكَٰوةَ وَلَمْ يَخْشَ إِلاَّ ٱللَّهَ فَعَسَىٰ أُوْلَـٰئِكَ أَن يَكُونُواْ مِنَ ٱلْمُهْتَدِينَ

“Alleen hij kan de moskeeën onderhouden die in Allāh en de laatste Dag gelooft en het gebed houdt en de Zakāt betaalt en niemand vreest behalve Allāh. Dezen zijn het die tot de geleiden behoren.” Surah at-Taubah (berouw), H9, vers 18

Qarz-e-Hasana

Qarz-e-Hasan (ook wel Qarz al-Hasan genoemd) zijn contracten tussen islamitische banken en de leners waarin wordt gesteld dat de lener alleen het geleende bedrag hoeft terug te betalen, hoewel de lener als dank extra geld kan terugbetalen. Leningen zoals deze worden gebruikt als een poging om armoede te verlichten en economische groei te creëren.

Allāh Ta’ālā openbaart

 مَّن ذَا ٱلَّذِي يُقْرِضُ ٱللَّهَ قَرْضاً حَسَناً فَيُضَٰعِفَهُ لَهُ أَضْعَافاً كَثِيرَةً وَٱللَّهُ يَقْبِضُ وَيَبْسُطُ وَإِلَيْهِ تُرْجَعُونَ

“Wie aan Allāh het goede deel afstaat, Hij zal het voor hem vele malen vermenigvuldigen en Allāh vermindert en vermeerdert en tot Hem zult worden teruggebracht.” Surah al-Baqarāh (de koe), H2, vers 245

Tafsir Jalālayn: Wie is hij die Allāh Ta’ālā een lening zal lenen door zijn eigendom uit te geven op de manier van Allāh Ta’ālā die goed is door het uit te geven omwille van Allāh Ta’ālā en Majestueus uit reinheid van hart en Hij zal het voor hem vele malen vermeerderen tot tien of zevenhonderd keer of meer zoals binnenkort zal worden vermeld. Allāh Ta’ālā behoedt voedsel voor wie Hij wil om hem te beproeven en vergroot het in overvloed voor wie Hij wil om hem te beproeven; en tot Hem zult u in het Hiernamaals wederkeren door de Opstanding, waar Hij u zal verlossen voor uw daden.

مَّن ذَا ٱلَّذِي يُقْرِضُ ٱللَّهَ قَرْضاً حَسَناً فَيُضَاعِفَهُ لَهُ وَلَهُ أَجْرٌ كَرِيمٌ

“Ieder die met Allāh een goede lening sluit – Hij zal deze voor hem vermenigvuldigen en hem zal bovendien een voortreffelijke beloning ten deel vallen.” Surah al-Hadīd (het ijzer), H57, vers 11

Maar, moet de moslim blindelings een Qarz-e-Hasana geven?

Over dit soort financiële contracten zegt de Heilige Profeet Mohammed ﷺ het volgende.

Hazrat Abu Huraira (radi Allāhu anhu) rapporteerde dat de Profeet Mohammed ﷺ zei: “Wie het geld van het volk neemt met de bedoeling het terug te betalen, Allāh zal het namens hem terugbetalen, en wie het neemt om het te verspillen, dan zal Allāh hem verspillen.” Sahīh al-Bukhārī

Deze hadīth verklaart dat wanneer geldt geleend is van een persoon om een moskee of Jamia te (her)bouwen al dat geld exact geïnvesteerd moet worden in het object en niet zelfs 1 cent besteed mag worden aan iets anders zoals koffie en broodjes voor de bestuurders en vrijwilligers.

In Sahīh Bukhārī staat ook staat wanneer geld uitgeleend wordt, zelfs aan je bloedeigen broer, je het op papier moet vastleggen.


[1] Het vertrouwen dat de mens kreeg van Allāh Ta’ālā en daarmee de vrije wil.

Handleiding voor bestuurders, leden/donateurs van moskeeën, Jamia en begrafenisstichtingen.

Bent u als geldverstrekker medeplichtig aan diefstal en fraude? Wat zegt de Shari’ah en de Nederlandse wetgeving hierover?

Voorwoord

“In het land der blinden is eenoog koning” (dit wil zeggen, tussen de leeghoofden volstaat een klein beetje verstand om de baas te blijven).

Waar in de tekst vereniging gelezen wordt geldt de tekst ook voor de stichting. In Nederland, maar ook daarbuiten, heerst als gevolg van kennis te kort [1] enorm veel rumoer onder zowel bestuurders als leden/donateurs en bezoekers. Grotendeels van deze groepen moslims is niet hooggeschoold waardoor zij de inzichten en vaardigheden voor een (grote) islamitische organisatie missen, de zogenaamde ‘daily issues’ niet observeren en niet tijdig kunnen ingrijpen.

Ook denken sommige Oelama van hedendaags, dit observeer ik persoonlijk uit hun daden en woorden, dat wanneer zij een ‘diploma’ op zak hebben en een status van moskee imam, voorzitter van Jamia of andere goede doelstellingsorganisatie, dat zij over alles iets te zeggen hebben. DIT IS GEHEEL ONJUIST! Oelama en bestuurders hebben niet over alles iets te vertellen. Oelama mogen zich uitsluitend begeven op het pad dat zij hebben bestudeerd en daarin uitblinken. De profeet ﷺ heeft zelfs de Sahāba hierop geattendeerd.

De profeet ﷺ heeft daarom aan de Sahāba-e­Kirām (radi Allāhu anhum) nadrukkelijk verboden om iets over de islam te vertellen als zij niet alles van dat onderwerp grondig hebben geleerd, gepraktiseerd en uit de opgedane ervaringen hebben geleerd over de valkuilen. Hadith

Het Nederlandse proverbium is hiervan afgeleid, namelijk “spreken is zilver en zwijgen is goud.” Een andere gezegde is: “Horen, zien en zwijgen.” Een derde gezegde leert ons: “In het land der blinden is eenoog koning.” Zo groeien als paddenstoelen uit de grond moefti’s in Nederland, maar ook in heel Europa en de wijde wereld, terwijl de meeste niet eens een volwaardige Aliem diploma kunnen overleggen. Een Aliem is iemand die fungeert als een rolmodel onder de moslims, steelt niet, liegt niet; een Aliem is dapper en rechtvaardig, doet niet aan samenspanning met het bestuur voor geldgewin.

Allāh Ta’ālā openbaart in de Heilige Qur’ān:

 وَلاَ تَأْكُلُوۤاْ أَمْوَالَكُمْ بَيْنَكُمْ بِٱلْبَاطِلِ وَتُدْلُواْ بِهَا إِلَى ٱلْحُكَّامِ لِتَأْكُلُواْ فَرِيقاً مِّنْ أَمْوَالِ ٱلنَّاسِ بِٱلإِثْمِ وَأَنْتُمْ تَعْلَمُونَ

“En verteert jullie rijkdommen niet onder elkander door valse middelen en breng ze niet naar de rechters, opdat je een deel der rijkdommen der mensen in zonde kunt verteren, tegen beter weten in.” Surah al-Baqarah (de koe), H2, vers 188

Kortom, eet elkaars rijkdom of bezit niet op, op oneerlijke of onwettige wijze. Een vierde gezegde is: “Holle vaten klinken het hards.”

Tot slot, ik heb deze publicatie geschreven naar aanleiding van recente rumoer in moskeeën van moslims van Surinaamse afkomst. Dit boek is een praktische handleiding voor eenieder die lid wil worden van een moskeeorganisatie of een dienst van een islamitische goede doelstellingen organisatie wil afnemen. Bewapend met de kennis in deze handleiding kunt u over de behandelde onderwerpen in dit boek vragen stellen en bewijzen vragen aan het organisatiebestuur over de transparantie voordat u lid, donateur of dienstafnemer wordt.

Respecteer de Oelama, net zoveel als zij het verdienen.

Allāh Ta’ālā openbaart in de Heilige Qur’ān:

 يٰأَيُّهَا ٱلَّذِينَ آمَنُواْ ٱجْتَنِبُواْ كَثِيراً مِّنَ ٱلظَّنِّ إِنَّ بَعْضَ ٱلظَّنِّ إِثْمٌ وَلاَ تَجَسَّسُواْ وَلاَ يَغْتَب بَّعْضُكُم بَعْضاً أَيُحِبُّ أَحَدُكُمْ أَن يَأْكُلَ لَحْمَ أَخِيهِ مَيْتاً فَكَرِهْتُمُوهُ وَٱتَّقُواْ ٱللَّهَ إِنَّ ٱللَّهَ تَوَّابٌ رَّحِيمٌ

“O, gij die gelooft! Vermijdt in het algemeen verdenking want achterdocht is een zonde. En spioneert niet, noch belastert elkander. Lust iemand onder u het vlees van zijn dode broeder? Gij verafschuwt het zekerlijk. Vreest Allāh voorzeker, Allāh is Berouw aanvaardend, Genadevol.” Surah al-Hujarat (de binnenkamers), H49, vers 12

Inleiding

Enkele basisobservaties van Khalifah-e-Alahazrat Sheikh al-Kamiel Hazrat Allamah Maulana Muhammad Abdul Aleem Siddiqui (Rahmatullāhi alaih).[2]

In mijn colleges en openbare toespraken heb ik het al uitgelegd, de voor de hand liggende waarheid, dat alleen de uitvinder en fabrikant van een machine weet hoe die het beste te gebruiken is en alleen hij kan goed lesgeven in het gebruik ervan. Ik heb ook uitgelegd dat elke maker zijn eigen creatie dierbaar heeft en het niet leuk vindt om op enigerlei wijze verwend te worden, en dat, bijgevolg, hij zijn gebruiksmethode zelf leert. Ik heb ook uitgelegd en bewezen door rationele argumenten dat het universum haar bestaan beslist te danken heeft aan één Schepper, voor Wie elk deeltje van de Schepping een getuige is. Ik heb ook duidelijk gemaakt dat, net zoals er natuurlijke wetten zijn die de werking van het universum (en zij worden “Allāh’s Wijze” genoemd in de Heilige Qur’ān); evenzo zijn er wetten door Allāh ingesteld, die betrekking hebben op het individu en het sociale leven van de mensen, en dat het Allāh’s manier is om dat aan de mensheid te onderwijzen, waarvoor de door Allāh ingestelde wet van het leveren van Allāh’s Leiding in de vorm van “Wahi” (Openbaring) en door Profeten en Boodschappers. Deze waren begunstigd met speciale capaciteiten van Allāh om deze taak uit te voeren.

Ik heb verder uitgelegd dat de mensheid en haar cultuur en beschaving geleidelijk gegroeid is, dat voor een zeer lange periode de rassen en naties van de wereld verdeeld en gescheiden bleven van elkaar, en dat gedurende die periode van onrijpe mensheid, afzonderlijke profeten en boodschappers van Allāh bleven komen naar de afzonderlijke menselijke gemeen- schappen, zo veel zelfs, dat zeker gelegenheden, meer dan één Profeet was op hetzelfde moment aan het werk tussen verschillende groepen. Toen de tijd echter rijp was voor de mensheid om samen te komen, het tijdperk van drukpers, draadloos en vliegtuig kwam, toen de mensheid aankwam dat stadium van zijn geschiedenis waar het kon functioneren als één lichaam, toen de menselijke vindingrijkheid op het punt stond om die middelen te ontwikkelen waardoor Allāh’s Boodschap voor altijd kon worden bewaard. Allāh de Almachtige heeft zo’n perfecte gids gestuurd, de wereldprofeet en Boodschapper, die niet de titel kreeg “Genade voor de Arabieren”, maar “de Genade voor alle werelden” en Allāh’s Woord over hem aangekondigd: “Voorwaar, wij hebben u niet gezonden, doch als de Brenger van goede tijding en als de waarschuwer voor de hele mensheid.”

De islam

Public governance in de islam, broederschap, versterking, verzwakken,

 Public governance

Transparantie in de islam is toppunt van beleving voor de hele mensheid, omdat islam een sociale religie is, niet in de zin dat het alleen door de maatschappij is dat religie zijn heilige geest ademt in de individuen, maar in de zin waarnaar het streeft Allāh’s bewustzijn induceren, zowel in het individu als in de maatschappij. Hazrat Isa (alayhis salām) zei: “Het Koninkrijk der hemelen is in jou.” Islam onderschrijft volledig deze opvatting, omdat er geen rechtvaardig koninkrijk kan worden gesticht op aarde door onrechtvaardige mensen, die niet eerst het koninkrijk hebben geschapen van de hemel in hun hart, maar de islam gaat een stap vooruit en zegt dat de schepping van het Koninkrijk der Hemelen in het hart is, is niet genoeg; dit koninkrijk der hemelen binnenin moet zijn geëxternaliseerd in een koninkrijk van de hemel op aarde, zodat het georganiseerd leven van de mens kan worden opgebouwd op basis van liefde, broederschap en gerechtigheid.

Het wordt dus duidelijk dat de islamitische Staat [3] op zichzelf geen doel is, maar een middel om een doel te bereiken, het einde der ontwikkeling zijn van een gemeenschap van mensen die opstaan voor rechtvaardigheid, voorgoed tegen verkeerd creëren van niet transparante voorwaarden om op zo een manier een groot mogelijk aantal mensen te belemmeren om te geestelijk, moreel en fysiek te leven in overeenstemming met de leringen van de islam. Kortom, de oprichting van een islamitische staat is dat wel niet een soort van ‘wereldse activiteit’, iets ongewensts, zoals sommige mensen denken ten onrechte, maar de ‘sine qua non’ van sociaal rechtvaardigheid, zoals geëist door de islam. Het is alleen al in dit besef, dat de Staat in de islam een regeringsvorm is, niet in het gevoel dat het wordt geleid door een vertegenwoordiger van Allāh Ta’ālā, op aarde die altijd zijn dictatoriale wil achter de zijne kan screenen als onfeilbaarheid. Aangezien deze staat bedoeld is om het wet van de Shari’ah (Qur’ān en Soennah) binnen zijn territoriale jurisdictie, is het de plicht om zichzelf een efficiënt orgaan voor transformatie te maken met de hoge idealen van de islam in de realiteit. Allāh Ta’ālā openbaart, zo staat in de Heilige Qur’ān, terwijl opsomming van de belangrijkste functies van de Islamitische Staat, zegt:

 ٱلَّذِينَ إِنْ مَّكَّنَّاهُمْ فِي ٱلأَرْضِ أَقَامُواْ ٱلصَّلاَةَ وَآتَوُاْ ٱلزَّكَـاةَ وَأَمَرُواْ بِٱلْمَعْرُوفِ وَنَهَوْاْ عَنِ ٱلْمُنْكَرِ وَلِلَّهِ عَاقِبَةُ ٱلأُمُورِ

“Degenen die, indien Wij hen op aarde vestigen, het gebed verrichten en de Zakāt betalen en het goede bevelen en het kwade verbieden. En het eindbesluit in alles berust bij Allāh.” Surah al-Hajj (de pelgrimstocht) H22, vers 41

Dit toont aan dat de functie van een islamitische staat niet alleen is om zijn burgers te verdedigen tegen aanvallen van buitenaf en intern stoornis [4], maar ook om individuele man en vrouw in staat te stellen de leerstellingen van de islam en hun overtuigingen realiseren.

Vechtscheiding

Ruzie, onenigheid, weerstand, persoonlijk belang

Maak geen ruzie onderling als je er niet meer uitkomt, ga niet bekladen en naar de rechter stappen. Het publieksgeld wordt op deze wijze besteed aan niet islamitische organen, terwijl kosteloos het probleem kan worden opgelost door inschakelen van deskundigen die geen directe relatie hebben het de betreffende instelling. De stap naar de Nederlandse rechterlijke macht dient als laatste middel ingezet te worden, dus mediatie binnen de eigen groep toepassen.

Allāh Ta’ālā openbaart in de Heilige Qur’ān:

 وَلاَ تَأْكُلُوۤاْ أَمْوَالَكُمْ بَيْنَكُمْ بِٱلْبَاطِلِ وَتُدْلُواْ بِهَا إِلَى ٱلْحُكَّامِ لِتَأْكُلُواْ فَرِيقاً مِّنْ أَمْوَالِ ٱلنَّاسِ بِٱلإِثْمِ وَأَنْتُمْ تَعْلَمُونَ

“En verteert jullie rijkdommen niet onder elkander door valse middelen en breng ze niet naar de rechters, opdat je een deel der rijkdommen der mensen in zonde kunt verteren, tegen beter weten in.” Surah al-Baqarah (de koe), H2, vers 188

Financiële verantwoording

Verantwoording, kas- en auditcommissie, jaarrekening en verslag, forensisch accounting, fraude.

Allāh Ta’ālā openbaart in de Heilige Qur’ān:

وَإِلَىٰ مَدْيَنَ أَخَاهُمْ شُعَيْباً قَالَ يَاقَوْمِ ٱعْبُدُواْ ٱللَّهَ مَا لَكُمْ مِّنْ إِلَـٰهٍ غَيْرُهُ قَدْ جَآءَتْكُمْ بَيِّنَةٌ مِّن رَّبِّكُمْ فَأَوْفُواْ ٱلْكَيْلَ وَٱلْمِيزَانَ وَلاَ تَبْخَسُواْ ٱلنَّاسَ أَشْيَاءَهُمْ وَلاَ تُفْسِدُواْ فِي ٱلأَرْضِ بَعْدَ إِصْلاَحِهَا ذٰلِكُمْ خَيْرٌ لَّكُمْ إِن كُنتُمْ مُّؤْمِنِينَ

“En tot Midian hun broeder Shuaib. Hij zeide: “O, mijn volk, aanbidt Allāh, gij hebt geen god naast Hem. Er is inderdaad een duidelijk teken van uw Heer tot u gekomen. Geeft daarom volle maat en ruim gewicht en vermindert het aan de mensen verschuldigde niet en schept geen wanorde op aarde nadat zij geordend is. Dit is beter voor u, als gij gelovigen zijt.” Surah al­-Arāf (de verheven plaats), H7, vers 85

Dus, verlaag geen dingen die te wijten zijn aan (andere) mensen, door valsspelen of fraude.

Verantwoording

Verantwoording over de daden5 ten opzichte van Allāh Ta’ālā gaan alle mensen en Djinns op de dag des oordeels afleggen. Op deze dag gaat Allāh Ta’ālā ook vragen over de daden ten opzichte van elkaar, mens op mens. Dus ook wat met het geld van de geldverstrekkers is gedaan, en of de bestuurders daarvoor een machtiging hebben gekregen dat vastgesteld is in een algemene ledenvergadering of donateursvergadering.

Kas- of auditcommissie

Financial control dient iedere organisatie te hebben geïmplementeerd. Dit kan in de vorm van een kas- of auditcommissie. De leden van deze commissie moeten in een algemene ledenvergadering te worden benoemd. De leden van deze commissie zijn objectief en hebben een financiële opleiding genoten.

Taken van de auditcommissie

De auditcommissie controleert niet alleen de kas

De naam ‘kascommissie’ geeft aan dat de taken beperkt zijn. Beter is om een auditcommissie in te stellen. Deze commissie onderzoekt de balans en de staat van baten en lasten met toelichting en brengt aan de algemene ledenvergadering verslag uit van haar bevindingen uit. Verder vermeldt de Nederlandse wet: “Het bestuur is verplicht de commissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de vereniging voor raadpleging beschikbaar te stellen.”

Financieel verslag

De commissie moet vaststellen dat de informatie in het financieel verslag toereikend en correct is. Met andere woorden: juist, volledig en actueel. Het financieel verslag moet een zodanige vorm en inhoud hebben, dat de leden adequaat geïnformeerd worden over het in het afgelopen boekjaar gevoerde financiële beleid en daarover een oordeel kunnen geven.

Naleving wettelijke en andere bepalingen

Als de vereniging wettelijke bepalingen niet heeft nageleefd, zal het financieel verslag ook vaak niet volledig zijn. Denk bijvoorbeeld aan de naleving van belastingverplichtingen, zoals het inhouden van sociale lasten op betaalde lonen aan imam en andere medewerkers, of over het afdragen van omzetbelasting over ontvangen sponsorgelden.

Allāh Ta’ālā openbaart in de Heilige Qur’ān:

يٰأَيُّهَا ٱلَّذِينَ آمَنُواْ لاَ تُبْطِلُواْ صَدَقَٰتِكُم بِٱلْمَنِّ وَٱلأَذَىٰ كَٱلَّذِي يُنْفِقُ مَالَهُ رِئَآءَ ٱلنَّاسِ وَلاَ يُؤْمِنُ بِٱللَّهِ وَٱلْيَوْمِ ٱلآخِرِ فَمَثَلُهُ كَمَثَلِ صَفْوَانٍ عَلَيْهِ تُرَابٌ فَأَصَابَهُ وَابِلٌ فَتَرَكَهُ صَلْداً لاَّ يَقْدِرُونَ عَلَىٰ شَيْءٍ مِّمَّا كَسَبُواْ وَٱللَّهُ لاَ يَهْدِي ٱلْقَوْمَ ٱلْكَافِرِينَ

“O, jij die gelooft, maakt uw aalmoezen niet waardeloos door verwijt of krenking, zoals hij, die zijn rijkdommen weggeeft, om op te vallen bij de mensen en hij gelooft niet in Allāh en de laatste dag. Hij is als een gladde rots, die met aarde is bedekt, waarop een stortregen valt, welke haar kaal achterlaat. Zij hebben geen macht over wat zij verdienen. En Allāh leidt het ongelovige volk niet.” Surah al-Baqarah (de koe), H2, vers 264

Risico’s voor de vereniging

Doordat de commissie inzicht heeft in de gehele administratie van de vereniging, kan zij ook risico’s signaleren. Denk aan het ontbreken van een brand- en inboedelverzekering voor de moskee of Jamia of aan de aanwezigheid van (te) grote hoeveelheden contant geld. In dat geval zal het minder snel worden ontdekt als het bestuur gelden aan de verenigingskas onttrekt voor eigen gebruik. Bovendien loopt de vereniging het risico van diefstal en verlies bij brand. Elke auditcommissie heeft dus zeer verantwoordelijke taken. Het is daarom van groot belang dat de commissieleden deskundig genoeg zijn om een goede controle uit te voeren. Zij hebben een juridische-, financiële- en fiscale opleiding genoten. Fouten wegens ondeskundigheid die niet ontdekt worden kunnen niet alleen leiden tot verkeerde besluitvorming in de algemene ledenvergadering, maar kunnen zelfs het voortbestaan van de vereniging of stichting bedreigen.

Allāh Ta’ālā openbaart in de Heilige Qur’ān:

يٰأَيُّهَا ٱلَّذِينَ آمَنُوۤاْ إِذَا تَدَايَنتُم بِدَيْنٍ إِلَىٰ أَجَلٍ مُّسَمًّى فَٱكْتُبُوهُ وَلْيَكْتُب بَّيْنَكُمْ كَاتِبٌ بِٱلْعَدْلِ وَلاَ يَأْبَ كَاتِبٌ أَنْ يَكْتُبَ كَمَا عَلَّمَهُ ٱللَّهُ فَلْيَكْتُبْ وَلْيُمْلِلِ ٱلَّذِي عَلَيْهِ ٱلْحَقُّ وَلْيَتَّقِ ٱللَّهَ رَبَّهُ وَلاَ يَبْخَسْ مِنْهُ شَيْئاً فَإن كَانَ ٱلَّذِي عَلَيْهِ ٱلْحَقُّ سَفِيهاً أَوْ ضَعِيفاً أَوْ لاَ يَسْتَطِيعُ أَن يُمِلَّ هُوَ فَلْيُمْلِلْ وَلِيُّهُ بِٱلْعَدْلِ وَٱسْتَشْهِدُواْ شَهِيدَيْنِ مِّن رِّجَالِكُمْ فَإِن لَّمْ يَكُونَا رَجُلَيْنِ فَرَجُلٌ وَٱمْرَأَتَانِ مِمَّن تَرْضَوْنَ مِنَ ٱلشُّهَدَآءِ أَن تَضِلَّ إِحْدَاهُمَا فَتُذَكِّرَ إِحْدَاهُمَا ٱلأُخْرَىٰ وَلاَ يَأْبَ ٱلشُّهَدَآءُ إِذَا مَا دُعُواْ وَلاَ تَسْأَمُوۤاْ أَن تَكْتُبُوهُ صَغِيراً أَو كَبِيراً إِلَىٰ أَجَلِهِ ذَلِكُمْ أَقْسَطُ عِندَ ٱللَّهِ وَأَقْومُ لِلشَّهَٰدَةِ وَأَدْنَىٰ أَلاَّ تَرْتَابُوۤاْ إِلاَّ أَن تَكُونَ تِجَٰرَةً حَاضِرَةً تُدِيرُونَهَا بَيْنَكُمْ فَلَيْسَ عَلَيْكُمْ جُنَاحٌ أَلاَّ تَكْتُبُوهَا وَأَشْهِدُوۤاْ إِذَا تَبَايَعْتُمْ وَلاَ يُضَآرَّ كَاتِبٌ وَلاَ شَهِيدٌ وَإِن تَفْعَلُواْ فَإِنَّهُ فُسُوقٌ بِكُمْ وَٱتَّقُواْ ٱللَّهَ وَيُعَلِّمُكُمُ ٱللَّهُ وَٱللَّهُ بِكُلِّ شَيْءٍ عَلِيمٌ 

“O, jij die gelooft, wanneer je van elkander leent voor een vastgestelde periode, schrijft het dan op. Laat een schrijver het naar waarheid in uw bijzijn optekenen en geen schrijver moet weigeren, te schrijven, zoals Allāh hem heeft onderwezen; laat hem daarom schrijven en laat de schuldenaar dicteren en hij moet Allāh, zijn Heer vrezen en niets daaraan afdoen. Maar, als de schuldenaar weinig verstand heeft, of zwak is, of zelf niet kan dicteren, laat dan zijn zaakwaarnemer eerlijk dicteren. En roept van onder uw mannen twee getuigen en als er geen twee mannen zijn, dan één man en twee vrouwen van degenen, die je als getuigen aanstaan, zodat, wanneer één der twee vrouwen zich zou vergissen, de ene de andere indachtig moge maken. En de getuigen mogen niet weigeren, wanneer zij worden gedaagd. En wordt het schrijven niet moe, of het weinig of veel zij, betreffende de vervaltijd. Dit is in Allāh’s ogen eerder rechtvaardig, het maakt het getuigenis zekerder en weerhoud je van twijfel. Maar wanneer het contante handel is, die je onderling drijft, zal het geen blaam voor je zijn, als je het niet neerschrijft. En hebt getuigen, wanneer je aan elkander verkoopt en de schrijver en de getuigen mag geen leed worden aangedaan. En als je zulks doet, zal het zeker overtreding van je zijn. Vrees Allāh. Allāh schenkt je kennis en Allāh weet alle dingen goed.” Surah al-Baqarah (de koe), H2, vers 282

Met dit vers leert Allāh Ta’ālā ons al in het begin dat de penningmeester een deugdelijke boekhouding moet voeren om te kunnen bewijzen aan de geldverstrekkers wat met hun geld is gedaan. Daarnaast moet in de vervaltijd (jaarrekeningtijd) duidelijk en inzichtelijk gemaakt te worden aan de leden van de organisatie met een accountantscontroleverslag. Indien het bestuur dat niet doet, dan zal er zeker een overtreding van hen zijn. Ook de leden van de kascommissie of auditsommissie gaan op de dag des oordeels verantwoordelijk worden gesteld voor wanbeleid.

Acties voor de leden
  1. Benoem in de algemene ledenvergadering een auditcommissie. De leden van deze commissie dienen aantoonbaar hun kwalificaties waar te maken. De leden van deze commissie kunnen uit de leden voortkomen, maar kan ook extern worden binnengehaald. Belangrijk is dat de te benoemen commissieleden geen familiebanden hebben met het zittend bestuur.
  2. Ieder kwartaal het bestuur een tussentijdse verantwoording vragen, ook genoemd managementrapportage waarin de staat van financiën met bewijs is vastgelegd en getekend door het dagelijks bestuur.
  3. Lidmaatschap van een moskee

Rechten en plichten van de leden en de bestuurders, Raad van Toezicht, ledenvergadering, verkiezingen, schorsing, royement van lidmaatschap en ontslag bestuurder, bestuur van de moskee stelt voor de anderen onaanvaardbare eisen.

Rechten en plichten

Zowel de leden als de bestuurders van stichtingen en verenigingen hebben rechten en plichten naar elkaar toe, maar ook naar partijen zoals de belastingdienst en openbare orde. Deze rechten en plichten zijn vastgelegd in de statuten en het huishoudelijk reglement.

 Acties voor de leden
  1. Vraag het bestuur een door de algemene ledenvergadering vastgesteld exemplaar van de statuten.
  2. Vraag het bestuur een door de algemene ledenvergadering vastgesteld huishoudelijk reglement.

 Raad van Toezicht

Met Raad van Toezicht (RvT) wordt in Nederland bedoeld het toezichthoudende orgaan van stichtingen en verenigingen. Dit orgaan heeft in de besturing van de rechtspersoon de verantwoordelijkheid toezicht te houden op de doelrealisatie van de rechtspersoon zoals die door het bestuur wordt verwerkelijkt.

Allāh Ta’ālā openbaart in de Heilige Qur’ān:

يَٰأَيُّهَا ٱلَّذِينَ آمَنُواْ كُونُواْ قَوَّٰمِينَ بِٱلْقِسْطِ شُهَدَآءَ للَّهِ وَلَوْ عَلَىۤ أَنْفُسِكُمْ أَوِ ٱلْوَٰلِدَيْنِ وَٱلأَقْرَبِينَ إِن يَكُنْ غَنِيّاً أَوْ فَقِيراً فَٱللَّهُ أَوْلَىٰ بِهِمَا فَلاَ تَتَّبِعُواْ ٱلْهَوَىٰ أَن تَعْدِلُواْ وَإِن تَلْوُواْ أَوْ تُعْرِضُواْ فَإِنَّ ٱللَّهَ كَانَ بِمَا تَعْمَلُونَ خَبِيراً 

“O, gij die gelooft, weest voorstanders der rechtvaardigheid, getuigen voor Allāh, zelfs al was het tegen uzelf, of ouders en verwanten. Hetzij rijk of arm, Allāh is beter dan beiden. Volgt niet de begeerten, opdat gij niet onrechtvaardig zult zijn. En als gij de waarheid omzeilt of er u van afwendt, Allāh is goed op de hoogte van wat gij doet.” Surah an­Nisā’ (de vrouwen), H4, vers 135

 Acties voor de leden
  1. Benoem een RvT. Ook de leden van deze Raad hebben geen families zitten in het fungerend bestuur.
  2. Leden van de RvT houden functioneringsgesprekken met de bestuurders en imam(s). Input hiervoor is de management-rapportage die de auditcommissie voorzien van commentaar naar de RvT stuurt, mede namens het bestuur.
  3. Vraag het bestuur inzage te geven in de verslagen van de bestuursvergaderingen en de daarbij behorende agenda en bespreek stukken.
  4. Toets het jaarplan van het bestuur en let vooral op strategische punten.

Allāh Ta’ālā openbaart in de Heilige Qur’ān:

 يَا أَيُّهَآ ٱلَّذِينَ آمَنُواْ كُونُواْ قَوَّامِينَ للَّهِ شُهَدَآءَ بِٱلْقِسْطِ وَلاَ يَجْرِمَنَّكُمْ شَنَآنُ قَوْمٍ عَلَىۤ أَلاَّ تَعْدِلُواْ ٱعْدِلُواْ هُوَ أَقْرَبُ لِلتَّقْوَىٰ وَٱتَّقُواْ ٱللَّهَ إِنَّ ٱللَّهَ خَبِيرٌ بِمَا تَعْمَلُونَ

“O, gij die gelooft, weest oprecht voor Allāh en getuigt met rechtvaardigheid. En laat de vijandschap van een volk u niet aansporen, om onrechtvaardig te handelen. Weest rechtvaardig, dat is dichter bij de vroomheid en vreest Allāh, voorzeker, Allāh is op de hoogte van hetgeen gij doet.” Surah al-Ma’idah (de tafel), H5, vers 8

Verkiezingen, schorsing, royement van lidmaatschap en ontslag bestuurder

Verkiezingen in verenigingen zijn zeer belangrijk. Een goed gevormd bestuur dat elkaar positief kritiek geeft, maar elkaar ook aanspreekt op het functioneren in het bestuur en in de samenleving is het fundament van een stralende organisatie. Een goed gemotiveerd bestuur maakt de organisatie gezond.

 Acties voor de leden
  1. Vorm bij bestuursverkiezingen een commissie die bestaat uit hoogopgeleide personen.
  2. Alle kandidaten dienen schriftelijk te solliciteren met een motivatiebrief waarin de te verwezenlijken doelstellingen voor de organisatie is verwoord, curriculum vitae, en referenties.
  3. Schroom niet een bestuurder te ontslaan na het inwinnen van advies bij de RvT en auditcommissie. Wacht niet tot het laatste moment.

Rechtsvormen van de moskee

Stichting en vereniging, macht van de leden, waarden en normen, communicatie

 Stichting en vereniging

Voor een moskee is een stichtingsvorm bij uitstek niet de geschiktste rechtsvorm. De vereniging heeft meer instrumenten beschikbaar voor het kunnen sturen, bijsturen en ingrijpen in de bedrijfs- en beleidsvoering. In een vereniging is het invloed van de leden groot. De leden zijn het orgaan om alle besluiten te nemen. De leden zijn sturend, het bestuur beherend en de vrijwilligers uitvoerend.

 Invloed uitoefenen

Belastingdienst, ongelovigen, mystici, bemiddelaar, leden en donateurs

Invloed van buiten de organisatie kan een positieve wending geven aan de instelling. Het is daarom gewenst om advies in te winnen bij verschillende bronnen, omdat door langdurig bij dezelfde bron te blijven bedrijfsblindheid optreedt. Dit geldt ook voor alle organen van een instelling. Let op, niet alle bronnen hebben kennis van de wettelijke basis van de Nederlandse grondgebied. Daarom wees alert bij wie u welk advies vraagt.

Besluit

Uit bovenstaande kan geconcludeerd worden dat leden, het bestuur en de imam van een moskee of andere instelling elkaar dienen te versterken door elkaars rechten en plichten te kennen en te respecteren. Alleen dan is een wandelgang naar de Nederlandse rechterlijke macht te voorkomen, want dat kost veel publieksgeld. Persoonlijke zaken dienen geen invloed te hebben op het werk van het bestuur en de adviseurs die zij willen en kunnen raadplegen.

Allāh Ta’ālā openbaart in de Heilige Qur’ān:

 وَلَقَدْ ذَرَأْنَا لِجَهَنَّمَ كَثِيراً مِّنَ ٱلْجِنِّ وَٱلإِنْسِ لَهُمْ قُلُوبٌ لاَّ يَفْقَهُونَ بِهَا وَلَهُمْ أَعْيُنٌ لاَّ يُبْصِرُونَ بِهَا وَلَهُمْ آذَانٌ لاَّ يَسْمَعُونَ بِهَآ أُوْلَـٰئِكَ كَٱلأَنْعَامِ بَلْ هُمْ أَضَلُّ أُوْلَـٰئِكَ هُمُ ٱلْغَافِلُونَ

“Voorwaar, Wij hebben menige djinn en mens geschapen wier einde de hel zal zijn. Zij hebben harten maar begrijpen er niet mede en zij hebben ogen maar zij zien er niet mede en zij hebben oren maar zij horen er niet mede. Zij zijn als vee, neen zij dwalen nog meer (dan dit), zij zijn de achtelozen.” Surah al­Arāf (de verheven plaats), H7, vers 179

Luister dus naar degene die de kwaliteiten van over zaken bezit om een gedegen advies te kunnen geven zonder eigen (groeps-)belang.

Resumerend, om een leidinggevende rol als ledenorgaan op het bestuur te kunnen hebben is het noodzakelijk dat een afvaardiging van de algemene vergadering goed ontwikkeld is en zich als een zogenaamde ‘ondernemingsraad’ gaat profileren in de moskee en andere islamitische instellingen.


[1] Alleen het bezit van islamitische- en seculier kennis is niet voldoende om een organisatie te kunnen leiden. Ook andere kwaliteiten zijn nodig zoals inzicht, professionele vaardigheden en attitude.

[2] # 085 Codification of Islamic Law door Abdul Aleem, Nederlandse vertaling staat op www.tangali.net

[3] Lees hier ook organisatie. Het doet er niet toe om welk soort islamitische organisatie het gaat.

[4] Invloed van mensen die geen lid zijn van de moskee en geen machtiging hebben van de leden als geheel vastgesteld in een algemene ledenvergadering.

Waarom werden zij moslim?

Onderstaand lees je een aantal korte biografieën hooggeleerde bekeerlingen die overtuigd werden door de Heilige Qur’ān, het Boek voor alle mensen.

Ten geleide

Allāh Ta’ālā openbaart in de Heilige Qur’ān

 ذَلِكَ ٱلْكِتَابُ لاَ رَيْبَ فِيهِ هُدًى لِّلْمُتَّقِينَ

“Dit is het volmaakte Boek, daaraan is geen twijfel, een gids voor de godvrezenden.” Surah al-Baqarāh (de koe), H2, vers 2

Tafsir al-Jalālayn: dat Boek dat de Profeet Mohammed ﷺ voordraagt, daarin is ongetwijfeld geen onzekerheid over dat het Woorden van Allāh Ta’ālā zijn; wat betekent dat het Boek ‘leidt’ voor de Allāh vrezende, namelijk degenen die neigen naar vroomheid door zich aan Geboden te houden en dingen te vermijden die Verboden zijn, waardoor ze zichzelf beschermen tegen het Vuur;

شَهْرُ رَمَضَانَ ٱلَّذِيۤ أُنْزِلَ فِيهِ ٱلْقُرْآنُ هُدًى لِّلنَّاسِ وَبَيِّنَاتٍ مِّنَ ٱلْهُدَىٰ وَٱلْفُرْقَانِ فَمَن شَهِدَ مِنكُمُ ٱلشَّهْرَ فَلْيَصُمْهُ وَمَن كَانَ مَرِيضاً أَوْ عَلَىٰ سَفَرٍ فَعِدَّةٌ مِّنْ أَيَّامٍ أُخَرَ يُرِيدُ ٱللَّهُ بِكُمُ ٱلْيُسْرَ وَلاَ يُرِيدُ بِكُمُ ٱلْعُسْرَ وَلِتُكْمِلُواْ ٱلْعِدَّةَ وَلِتُكَبِّرُواْ ٱللَّهَ عَلَىٰ مَا هَدَاكُمْ وَلَعَلَّكُمْ تَشْكُرُونَ

“De maand Ramadān is die, waarin de Qur’ān  als een richtsnoer voor de mensen werd neergezonden als duidelijke bewijs van leiding en onderscheid. Wie daarom deze maand beleeft, laat hem daarin vasten. Maar wie ziek of op reis is, een aantal andere dagen. Allāh wenst gemak voor jou en geen ongemak, en opdat je het aantal zult voltooien en opdat je Allāh’s grootheid zult prijzen, omdat Hij je terecht heeft geleid en opdat je dankbaar zult zijn.” Surah al-Baqarāh (de koe), H2, vers 185

Tafsir al-Jalālayn: in deze maand Ramadān werd de Heilige Qur’ān geopenbaard van de Bewaarde Tafel naar de aardse hemel in Layla al-Qadar (de Nacht van de Ordenend) van Hem als een hudā (een richtsnoer) die de mensen wegleidt van dwaling en als duidelijke bewijzen, heldere verzen van de Leiding (Allāh Ta’ālā) met uitspraken die naar de Waarheid leiden en van het Criterium dat onderscheid maakt tussen Waarheid en leugen. Dus, laat degenen onder jullie die aanwezig zijn in de maand het vasten en als iemand van jullie ziek is of als hij op reis is, dan is deze concessie al een aantal andere dagen genoemd, maar deze wordt hier herhaald om de verkeerde indruk te vermijden dat het is ingetrokken door de alomvattende implicatie van man shahīda [die aanwezig zijn]. Allāh Ta’ālā verlangt naar gemak voor jou en verlangt niet naar ontberingen voor jou en om deze reden heeft Hij je toegestaan het vasten te verbreken tijdens ziekte of reizen, omdat dit de reden is waarom Hij je heeft bevolen om te vasten; ………….

Bron: biografieën uit het Turkse geschiedenisboek van Ahmad Davudoglu

Napoleon I (1769-1821) die de geschiedenis inging als militair genie en staatsman, toen hij Egypte binnenging in 1798 [121 Hijri] bewonderde de grootsheid en oprechtheid van de islam en vroeg zich zelfs af of hij moslim moest worden. Het volgende fragment werd geparafraseerd uit Cherfils’ boek (Bonaparte et Islam).

Napoleon zei: “Het bestaan en de Eenheid van Allāh, Die Musa (‘alayhis salām) aan zijn eigen volk en Isa (‘alayhis salām) aan zijn eigen Ummah had aangekondigd, werd door de Profeet Mohammed ﷺ aan de hele wereld aangekondigd. Arabië was een land van afgodendienaars geworden. Zes eeuwen nadat Isa (‘alayhis salām), initieerde Mohammed ﷺ de Arabieren tot een bewustzijn van Allāh, Wiens bestaan door profeten zoals Ibrahim (Abraham), Ismail (Ismael), Musa (Mozes) en Isa (Jezus) (‘alaihimussalām) werden aangekondigd. De vrede in het oosten was verstoord door de Arianne [christenen die Arius volgden] die op de een of andere manier een zekere mate van vriendschap met de Arabieren hadden ontwikkeld, en door ketters die de ware religie van Isa (‘alayhis salām) hadden bezoedeld en ernaar streefden om in naam van religie een totaal onbegrijpelijk credo te verspreiden dat gebaseerd is op drie-eenheid, dat wil zeggen God, Zoon van God en de Heilige Geest. Mohammed ﷺ leidde de Arabieren naar de juiste weg, leerde hun dat Allāh Eén is, dat Hij geen vader of zoon heeft en dat het aanbidden van verschillende goden een absurde gewoonte is die de voortzetting is van afgoderij.”

Op een andere plaats in zijn boek Bonaparte et Islam citeert de auteur van over Napoleon die had gezegd: “Ik hoop dat ik in de nabije toekomst de kans zal krijgen om de wijze en beschaafde mensen van de wereld samen te brengen en een regering op te richten die ik zal opereren [in overeenstemming met de principes geschreven in Qur’ān al-Karim.]”

Thomas Carlyle van Schotland (1795-1881/1210-1298 Hijri) was een van de grootste mannen van kennis die over de hele wereld bekend was. Hij ging de universiteit binnen toen hij nog maar veertien jaar oud was, studeerde jurisprudentie, literatuur en geschiedenis, leerde Duitse en oosterse talen, wisselde brieven uit met en bezocht zelfs de bekende Duitse schrijver Johann von Wolfgang, Goethe (1749-1749) en werd verkozen tot president door de Universiteit van Edinburgh.

Tot Carlyle’s werken behoren Sartur Resartus, The French Revolution, On Heroes, Hero Worship, and the Heroic in History, Past and Present, Latter-Day Pamphlets, The Life of Friedrich Schiller en Critical and Miscellaneous Essays.

De volgende passage werd geselecteerd uit een van zijn werken: De Arabieren, Mohammed en zijn leeftijd. Vóór de komst van Mohammed ﷺ (waren de Arabieren in zo’n land dat) als een groot stuk vuur uitspoelde op de plaats waar de Arabieren woonden, dat op het droge zand zou zijn verdwenen zonder sporen achter te laten. Maar na de komst van Mohammed ﷺ veranderde die woestijn van droog zand als het ware in een vat buskruit. Van Delhi tot Granada, overal werden snel stijgende vlammen gezien. Deze grote persoon was, om zo te zeggen bliksem en alle mensen om hem heen werden explosieven die van hem in brand vlogen.”

Van zijn conferentie: “Als je de Heilige Qur’ān leest zul je, je nu realiseren dat het geen gewone tomen van literatuur is. De Heilige Qur’ān is een kunstwerk dat voortkomt uit een hart en onmiddellijk alle andere harten doordringt. Alle andere kunstwerken zijn behoorlijk saai in vergelijking met dit enorme meesterwerk. Het meest opvallende kenmerk van de Heilige Qur’ān is dat het een waarheidsgetrouwe en uitstekende gids is. Voor mij is dit de grootste verdienste van Heilige Qur’ān. En het is deze verdienste die andere verdiensten verwekt.”

Uit zijn memoires van een reis: “In Duitsland vertelde ik mijn vriend Goethe over de feiten die ik had verzameld over de islam en voegde ik mijn persoonlijke reflecties over het onderwerp toe. Nadat hij met aandacht naar mij had geluisterd, zei hij: “Als dat de islam is, zijn we allemaal moslims.”


Mahatma Gandhi werd geen moslim, maar wat zei hij over de islam?

Gandhi [1869-1948/ 1285-1367 Hijri] daalt af van een West-Indische Christelijke familie. Zijn vader was de belangrijkste kerkelijke van de stad Porbtandar, en hij was zeer rijk. Gandhi werd geboren in Porbtandar. Hij ging naar Groot-Brittannië voor zijn middelbare schoolopleiding. Na het afronden van zijn opleiding ging hij terug naar India. In 1893 werd hij door een Indiase firma naar Zuid-Afrika gestuurd. Toen hij de zware omstandigheden zag waaronder de Indiërs daar werkten en de volstrekt onmenselijke behandeling kregen waaraan ze waren onderworpen, besloot hij een strijd aan te gaan voor de verzachting van hun politieke rechten. Hij wijdde zich aan het Indiase volk. Terwijl hij een krachtige campagne voerde tegen de Zuid-Afrikaanse regering voor de bescherming van de rechten van de Indiërs werd hij gearresteerd en gevangengezet. Toch was hij te onverschrokken om de strijd op te geven. Hij bleef in Afrika tot 1914. Toen hij daar zijn volkomen lonende baan opzegde, keerde hij terug naar India om zijn strijd voort te zetten. Hij voerde een strijd in samenwerking met de Hindustan Muslim Unity, die moslims in 1906 hadden opgericht voor de bevrijding van India. Al zijn persoonlijke bezittingen en het eigendom van zijn vader gaf hij uit voor de promotie van deze zaak.

Toen hij hoorde dat de Britten een tweede daad van geweld en wreedheid zouden lanceren, vergelijkbaar met die welke ze in 1274 in de staat Pencap hadden gepleegd [1858 na 10.00 uur], werkte hij samen met de moslims, bracht zijn vrienden ertoe zich terug te trekken uit de ambtenarij en voerde een stil protest en een passief verzet. Door een wit stuk stof om zijn naakte lichaam te wikkelen en zich tevreden te stellen met de melk van een geit die hij voortdurend bij zich hield, droeg hij zijn passieve weerstand over. De eerste reactie van de Britten was om hem uit te lachen. Het duurde echter niet lang voordat ze met verbazing en ontzetting zagen dat deze man, die zijn eigen idealen met heel zijn hart geloofde en bereid was om al zijn bestaan op te offeren omwille van zijn land, met heel India op sleeptouw was en weerklinkt met zijn sprakeloze strijd. Hem opsluiten had geen zin. Gandhi’s inspanningen resulteerden in India met het bereiken van zijn onafhankelijkheid. De hindoes gaven hem de naam ‘Mahatma’, wat ‘gezegend’ betekent.

Gandhi bestudeerde de islamitische religie en Heilige Qur’ān met nauwgezette aandacht en vond zichzelf uiteindelijk een oprecht bewonderaar van de islam. Het volgende is zijn opmerking over dit onderwerp: “Moslims hebben zich nooit overgegeven aan onverdraagzaamheid, zelfs niet in tijden van grootste grootsheid en overwinning. De islam vraagt om bewondering voor de Schepper van de wereld en Zijn werken. Terwijl het Westen in een vreselijke duisternis was, bracht de oogverblindende ster van de islam die in het Oosten scheen licht, vrede en verlichting in de lijdende wereld. De islamitische religie is geen leugenachtig religie. Wanneer de hindoes deze religie met alle respect bestuderen, zullen ook zij dezelfde sympathie voelen als ik voor de islam. Ik heb de boeken gelezen die vertellen over de levensstijl van de profeet van de islam en van degenen die dicht bij hem stonden. Deze boeken wekten diepe interesse in mij, zozeer zelfs dat toen ik klaar was met het lezen ervan, ik er spijt van had dat er niet meer van waren. Ik ben tot de conclusie gekomen dat de verspreiding van de islam niet door het zwaard was. Integendeel, het was vooral te danken aan zijn eenvoud, logische, de grote bescheidenheid van de profeet, zijn trouw aan zijn beloften en zijn onbeperkte trouw aan elke moslim dat veel mensen de islam vrijwillig accepteerden. De islam heeft het kloosterleven in de weg gelopen. In de islam is er niemand om tussen Allāh en Zijn geboren slaaf in te grijpen. De islam is een religie die vanaf het begin sociale rechtvaardigheid afdwingt. Er is geen instelling tussen de Schepper en de geschapene. Iedereen die de Heilige Qur’ān leest, [dat wil zeggen zijn exegese en boeken geschreven door islamitische geleerden], zal de Geboden van Allāh leren en Hem gehoorzamen. Er is in dit opzicht geen belemmering tussen Allāh en hem. Terwijl veel onontkoombare veranderingen werden aangebracht in het christendom vanwege zijn tekortkomingen, heeft de islam geen veranderingen ondergaan en behoudt het zijn ongerepte zuiverheid. Het christendom mist democratische geest. De noodzaak om die religie uit te rusten met een democratisch aspect heeft een toename van de nationale ijver van de christenen en de daarmee verbonden hervormingen noodzakelijk.”

Ernest Renan werd geboren in 1239 in de Stad Treguier van Frankrijk. Zijn vader was kapitein. Hij was vijf jaar oud toen hij zijn vader verloor. Hij werd opgevoed door zijn moeder en door zijn oudere zus. Omdat zijn moeder wilde dat hij een man van de religie was, werd hij naar de kerkschool in zijn geboortestad gestuurd. Hier kreeg hij een efficiënte religieuze opleiding. Door zijn sterke interesse in de oosterse talen verkreeg hij de volledige beheersing van de Arabische, Hebreeuwse en Syrische talen. Later ging hij naar de universiteit waar hij filosofie studeerde. Terwijl hij vooruitgang boekte op onderwijsgebied en zeer minieme vergelijkende studies over de Duitse filosofie en de oosterse literatuur uitvoerde, observeerde hij enkele tekortkomingen in het christendom. Tegen de tijd dat hij in 1848 afstudeerde aan de universiteit, op vijfentwintigjarige leeftijd, was hij volledig opstandig tegenover de christelijke religie geworden, en legde hij zijn gedachten vast in zijn boek getiteld ‘De toekomst van kennis’. Maar omdat het boek van rebelse aard was, durfde geen enkel drukkerij het te drukken, en het was pas veertig jaar later, in 1890, dat het boek werd gedrukt.

Renan’s voornaamste bezwaar was tegen het geloof dat Isa (‘alayhis salām) de ‘Zoon van God’ was. Toen hij werd benoemd tot hoogleraar filosofie aan de universiteit van Versailles begon hij geleidelijk zijn gedachten over dit onderwerp uit te leggen. Het was echter pas nadat hij was benoemd tot hoogleraar Hebreeuws van College de France dat hij zijn krachtigste protest uitte. Tegen de tijd dat hij zijn eerste les afrondde, had hij de moed gehad om te zeggen: “Isa (‘alayhis salām) was een respectabel mens die superieur was aan de andere mensen. Toch was hij nooit de zoon van Allāh.” Deze verklaring had het effect van een bom. Alle katholieken, en vooral de paus stonden op. De paus sloot Renan officieel uit voor de hele wereld. De Franse regering moest hem ontslaan. Toch klonk de wereld al vol met Renans uitspraken. Veel mensen stonden aan zijn kant. Hij schreef boeken zoals ‘Essays on the History of Religions’, ‘Studies on Criticism and Morals’, ‘Discourses on Philosophy’ en ‘Life of Jesus’, en zijn boeken verkochten als warme broodjes. Hierop aanvaardde de Franse Academie hem als lid (in 1878). Ook nodigde de Franse regering hem uit om terug te keren naar zijn ambt en benoemde hem tot directeur van College de France.

Renan observeerde Isa (‘alayhis salām) als mens in zijn werk ‘Life of Jesus’. Volgens Renan is ‘Isa (‘alayhis salām) een mens zoals wij. Zijn moeder Meryem (Maria) werd geïntroduceerd aan een timmerman genaamd Yusuf (Joseph). Isa (‘alayhis salām) was een superieur mens, zozeer zelfs dat de uitspraken die hij deed, toen hij nog maar een klein kind was, een bron van verbazing waren voor menig geleerde. Allāh beschouwde Isa (‘alayhis salām) als waardig van het profeten ambt en gaf hem deze plicht. Isa (‘alayhis salām) heeft nooit gezegd dat hij de ‘Zoon van God’ was. Dit is een laster verzonnen door priesters.”

De strijd tussen katholieke priesters en Renan duurde lange tijd. Terwijl de katholieken hem beschuldigden van godslastering, beschuldigde hij hen op zijn beurt van hun wreedheid en hypocrisie. Renan zei: “De echte Nazarani-religie (christendom) is gebaseerd op het geloof dat Allāh Eén is en dat Isa (‘alayhis salām) slechts een mens en een profeet is.” Voordat Renan was overleden, had hij een geschreven testament opgesteld waarin hij een religieuze ceremonie in de kerk optekende en priesters verorden om zijn begrafenisstoet bij te wonen. Dus, toen hij in 1892 overleed woonde een overvolle congregatie met alleen vrienden die van hem hielden en mensen die hem bewonderden zijn begrafenisstoet bij.

Lamartine Alphonse

Een van Frankrijks algemeen bekende dichters en staatslieden Lamartine (1790-1869/ 1204-1285 Hijri) maakte officiële reizen door Europa en Amerika wat hem de kans gaf om in Turkije te zijn geweest in de tijd van Sultan Abdul Majid Khan. Hij werd op een uiterst vriendelijke manier toegelaten door de Pascha (Ottomaanse keizer) en kreeg ook een boerderij aangeboden in de staat Aydin, dat is in het westelijke deel van Turkije.

Zie wat hij zegt over de Profeet Mohammed ﷺ in zijn boek Histoire de Turquie (Geschiedenis van Turkije): “Na het bestuderen van zijn werken en geschiedenis. Want vals profeten ambt betekent hypocrisie. Aangezien onwaarheid niet de kracht van waarachtigheid heeft, heeft ook hypocrisie geen overtuigend vermogen.”

“In de mechanica hangt het bereik van iets dat wordt gegooid af van de kracht van de stuwkracht. Even bij wordt de kracht van een bepaalde bron van spirituele inspiratie beoordeeld met het werk dat het verricht. Een religie, dat wil zeggende islam, die zo’n zware last heeft gedragen, die zich tot zulke afstanden heeft verspreid en die zo lang zijn volledige macht heeft behouden kan geen leugen zijn. Het moet echt en overtuigend zijn. Mohammeds ﷺ leven, zijn inspanningen, zijn moed om het bijgeloof en de afgoden in zijn land aan te vallen en te vernietigen, zijn moed en moed om zich te wapenen tegen de woede van een vuur aanbiddende natie, zijn dertien jaar uithoudingsvermogen voor de verschillende aanvallen, beledigingen en vervolgingen die hem in Mekka, onder zijn eigen burgers, werden aangedaan, zijn migratie naar Medina, zijn onophoudelijke bemoedigingen, preken en vermaningen, de heilige oorlogen die hij vocht tegen overweldigend superieure vijandelijke troepen, zijn geest voor de overwinning, het bovenmenselijke vertrouwen dat hij voelde in tijden van grootste kwalen, het geduld en het vertrouwen dat hij toonde zelfs in de overwinning, de vastberadenheid die hij toonde bij het overtuigen van anderen, zijn eindeloze toewijding in aanbidding, zijn heilige communie met Allāh, zijn dood en de voortzetting van zijn roem, eer en overwinningen na zijn dood al deze feitelijke gebeurtenissen geven aan dat hij geenszins een leugenaar was, maar integendeel een eigenaar van het grote geloof.”

Het was dit geloof en dit vertrouwen in zijn Schepper dat hem een credo in twee fases deed naar voren brengen:

  • De eerste fase bestond uit het geloof dat ‘er één eeuwig wezen is, wie is Allāh?’ en
  • de tweede fase ingecalculeerd dat ‘afgoden geen goden zijn.’

In de eerste fase informeerde hij de Arabieren over het bestaan van Allāh, die Eén is en die zij tot dan toe niet kenden; en in de tweede fase schudde hij de afgoden uit hun handen die zij tot dan toe als goden hadden gezien. Kortom, in één slag met het zwaard brak hij de valse goden en afgoden en verving ze door het geloof in ‘Eén Allah’.

“Dit is Mohammed ﷺ de filosoof, de redenaar, de profeet, de wetgever, de krijger, de tovenaar van de menselijke gedachten, de maker van nieuwe geloofs-principes, de grote man die twintig gigantische wereldrijken en één groot islamitisch rijk en beschaving vestigde. Laat alle criteria die de mensheid gebruikt voor het oordeel en de evaluatie van realiteit worden toegepast. Zal iemand superieur aan hem gevonden worden? Onmogelijk. Ik wil mijzelf bevrijden van fantasieën en grillen, mijn excentrieke nafs (ego) laten me niet met rust. Ik wil het goede bevrijden van het slechte. Mijn excentrieke nafs laten me niet met rust. Ik wil mijn essentie disciplineren. Ik wil weten wat goed voor me is en wat slecht is. Ik wil tot bezinning komen. Mijn excentrieke nafs laten me niet met rust.”

Muhammad Alexander Russel Webb werd geboren in 1846 (1262 Hijri) in Hudson, Verenigde Staten van Amerika. Hij studeerde aan de universiteit van New York. In korte tijd was hij een zeer geliefde en bewonderde schrijver en columnist. Hij publiceerde tijdschriften met de naam ‘St. Joseph Gazette’ en ‘Missouri Republican’. In 1887 werd hij gestationeerd als de Amerikaanse consul in de Filippijnen. Nadat hij de islam had omarmd wijdde hij zich grondig aan de afkondiging van de islam en leidde hij de organisatie in de Verenigde Staten. Hij overleed in (1916/ 1335 Hijri).

“Ik werd door heel wat mensen gevraagd waarom ik als een persoon die geboren is in de Verenigde Staten een land met een overweldigend talrijke christelijke bevolking, en die luisterde naar de preken of liever gezegd, dwaze gesprekken, die christelijke priesters gedurende zijn groeiende jaren hebben gevoerd, mijn religie heb veranderd en moslim ben geworden. Het korte verslag dat ik hen gaf over waarom ik de islam als mijn gids in het leven had gekozen: ‘ik werd moslim omdat de studies en observaties die ik uitvoerde aangaven dat de geestelijke behoeften van mensen alleen konden worden gevuld met de gezonde principes die door de islam waren vastgesteld’. Zelfs als kind had ik nooit de neiging gehad om me volledig aan het christendom te wijden. Tegen de tijd dat ik de volwassen leeftijd van twintig bereikte, was ik volledig opstandig tegenover de mystieke en vervelende kerkcultuur die alles in naam van de zonde bemiddelde. Geleidelijk aan heb ik me losgemaakt van de kerk en uiteindelijk voorgoed verlaten. Ik had een nieuwsgierig en nieuwsgierig karakter. Ik zocht altijd naar oorzaken en doeleinden voor alles. Ik zou logische verklaringen voor hen verwachten. Aan de andere kant bevredigde de uitleg van priesters en andere christelijke mannen van religie me niet. Meestal, in plaats van bevredigende antwoorden op mijn vragen te geven, zouden ze de zaak verwerpen met ontwijkende prevariaties zoals “Wij kunnen deze dingen niet begrijpen. Het zijn goddelijke geheimen” en “Ze zijn buiten het bereik van de menselijke geest”. Hierop besloot ik enerzijds oosterse religies te bestuderen en anderzijds boeken geschreven door beroemde filosofen. Ik las verschillende werken over filosofie zoals die geschreven door Mill, Locke, Kant, Hegel, Fichte, Huxley en anderen. De boeken geschreven door deze filosofen gingen altijd over onderwerpen als protoplasma, atomen, moleculen en deeltjes, en raakten zelfs niet aan reflecties zoals “Wat wordt er van de menselijke ziel? Waar gaat de ziel heen na de dood? Hoe moeten we onze ziel disciplineren in deze wereld?” De islamitische religie daarentegen behandelde het menselijke subject niet alleen binnen de lichamelijke gebieden, maar ook langs de spirituele uitbreidingen. Daarom koos ik voor de islam niet omdat ik de weg kwijt was, of alleen omdat het christendom mijn ongenoegen had opgelopen, of als gevolg van een plotselinge beslissing, maar integendeel, na het heel minuten te hebben bestudeerd en grondig overtuigd te zijn geraakt van zijn grootheid, singulariteit, plechtigheid en perfectie.

De islam is gebaseerd op het geloof in het bestaan en de Eenheid van Allāh, volledige onderwerping aan Hem, wat spontaan inhoudt dat hij Hem aanbidt en Hem bedankt voor Zijn zegeningen. De islam betuigt broederschap, goedheid en vriendelijkheid aan het hele menselijke ras en adviseert hen om schoon, geestelijk, fysiek, verbaal en praktisch te zijn. Zeker, de islamitische religie is de meest perfecte, de meest superieure en de meest overtuigende van alle religies die de mensheid tot nu toe kent.

Waarom accepteerde ik (een Amerikaan) de islam? Lange tijd was ik zeer onder de indruk van de duidelijke logica en formele eenvoud van de islam, van de magnetiserende aantrekkingskracht op de moskeeën, van de grote plechtigheid en diepe genegenheid waarmee de aanhangers van die religie zich aan hun geloof hadden gewijd, door het diepe respect en de pure oprechtheid waarin moslims over de hele wereld zich vijf keer per dag tegelijkertijd hadden neergebogen. Al deze dingen lieten me echter geen moslim worden. Pas na een grondige analyse van de islamitische religie, die resulteerde in het verkennen van een groot aantal mooie en nuttige aspecten erin, werd ik moslim. Een plechtige en tegelijkertijd sentimentele, gehechtheid aan het leven, [wat Profeet Mohammed ﷺ persoonlijke benadering was] een onderling adviserende methode bij het doen van dagelijkse klusjes, een gewoonlijk zacht gedrag op smaak gebracht met genade en mededogen in het sociale leven, zonder onderscheid, liefdadigheid voor de armen, eigendomsrechten die vrouwen voor het eerst hadden gekregen en al deze dingen die slechts een paar van de vele andere revoluties waren die alleen konden worden beoordeeld als ‘de meest enorme’, en hoe aforistisch en beknopt een taal is waarmee Mohammed ﷺ deze concepten uitdrukt! Door te waarschuwen: “Vertrouw op Allāh, maar vergeet niet om je kameel vast te binden!” laat Mohammed ﷺ ook weten dat Allāh zijn geboren slaven beveelt om hun vertrouwen pas op Hem te stellen nadat ze allerlei noodzakelijke voorzorgsmaatregelen hebben genomen. Dan, in tegenstelling tot wat de Europeanen beweren, is de islamitische religie geen religie voor die nietsdoeners die alles van Allāh verwachten zonder iets voor hun deel te doen. De islamitische religie beveelt iedereen eerst zijn best te doen en pas daarna zijn vertrouwen te stellen in Allāh.

De gerechtigheid die de islam aan mensen van andere religies gaf was een van de aspecten die een grote impact op mij had gehad. Mohammed ﷺ beveelt moslims om goedaardig te zijn tegenover christenen en joden. De Heilige Qur’ān erkent ook de profeten van de andere profeten te beginnen met Adam (‘alayhis salām) en inclusief Musa en Isa (‘alayhim-as-salām). Dit is een verheven gevoel van geloof en een groot model van rechtvaardigheid, dat andere religies niet bezitten. Terwijl de gelovigen van andere religies onvoorstelbare uitspraken doen over de islam, beantwoorden moslims hen gunstig. Een van de mooiste aspecten van de islam is dat het zichzelf volledig heeft gezuiverd van afgoden. Terwijl afbeeldingen, iconen en tekens nog steeds worden aanbeden in het christendom, bestaan dit soort dingen niet in de islam. Dit is een indicatie van hoe zuiver en onbezoedeld een religie islam is.

De feiten die Mohammed ﷺ de Boodschapper van Allāh, heeft verklaard en onderwezen, hebben onze tijd bereikt zonder enige interpolatie. En de Heilige Qur’ān het Woord van Allāh is bewaard gebleven in zijn ongerepte zuiverheid, precies zoals het werd geopenbaard, zonder iets te verliezen van de oorsprong die het had in de tijd van Mohammed ﷺ. Het verzonnen bijgeloof en de legendes waarmee christenen de religie van Isa (‘alayhis salām) hebben bezoedeld, zijn niet het geval met de islam.

Van de factoren die mij motiveerden om moslim te worden, was de laatste de standvastigheid en de wilskracht die ik in de islam waarnam. De islam veroorzaakte een algehele reinheid, niet alleen geestelijk, maar ook fysiek. Voorbeelden van de kenmerken die deel uitmaken van deze superieure aard zijn niet om de maag te overbelasten bij het eten, om elk jaar een maand te vasten, om in elk opzicht gematigd te zijn, om niet extravagant of spaarzaam te zijn in het uitgeven van geld, enz. In een voortreffelijke stijl werden feiten die de mensheid niet alleen tijdelijk maar ook altijd daarna zouden leiden, in individuen ingecalculeerd. Ik bezocht bijna alle moslimlanden. Ik heb persoonlijk gezien hoe alle moslims in Istanbul, Damascus, Caïro, Algerije, Marokko en in de andere moslimsteden al deze regels in acht hebben genomen en daarmee een vreedzaam leven hebben geleid. Ze hadden geen ornamenten, afbeeldingen, iconen, kaarsen, muziek of andere trivialiteiten van dezelfde soort nodig om zichzelf in de levensstijl te initiëren, wat leidde tot de sympathie van Allāh. Het gevoel van bewustzijn van het feit dat zij de geboren slaven van Allāh waren en hun smeekbeden voor Hem gaf hun de grootste bron van geestelijke vrede, geluk en smaak. De kwaliteiten van vrijheid en rechtvaardigheid die inherent zijn aan de islamitische religie hebben me er altijd naar gemagnetiseerd. Onder moslims zijn een persoon die de hoogste rangpositie bekleedt en het armste lid van de samenleving gelijk voor Allāh, en ze zijn slechts twee individuen in de algemene erkenning van broederschap. Moslims voeren hun daden van aanbidding naast elkaar uit in moskeeën. Er zijn geen speciale plaatsen toegewezen voor de leiding.

Moslims geloven dat er geen derde persoon is om op te treden als tussenpersoon tussen Allāh en Zijn geboren slaaf. De islamitische daden van aanbidding worden uitgevoerd tussen Allāh en de slaaf. Zij doen geen beroep op de mensen van godsdienst om vergeving van hun wandaden. Elke moslim is de enige persoon die verantwoordelijk is voor zijn persoonlijke gedrag.

De onderlinge broederschap onder moslims is altijd nuttig geweest in mijn persoonlijke leven. Deze broederschap was een van de factoren waardoor ik gecharmeerd was van de islam. Ik weet dat, waar ik ook ga, een moslimbroeder mij zal helpen en met mij zal meevoelen. Alle moslims over de hele wereld van verschillende rassen, kleuren en politieke opvattingen zoals ze kunnen zijn, zijn broeders en ze zien het als een verplichting om elkaar te helpen. Dit zijn de oorzaken dat ik moslim werd. Ik vraag me af of het mogelijk is om oorzaken te bedenken die mooier of verhevener zijn dan deze?”

In 1920 (1338 Hijri) was ik (een Amerikaan) in de wachtkamer van een dokterspraktijk waar ik was gegaan voor een medisch onderzoek toen ik twee tijdschriften gedrukt in Londen, namelijk ‘Orient Review’ en ‘African Times’ zag. Terwijl ik er doorheen bladerde las ik een verklaring die zei: “Er is maar één God” die diep indruk op mij maakte. Het christendom dicteerde drie goden die wij moesten geloven, hoewel we het nooit aan onze eigen geest konden uitleggen. Vanaf dat moment is die uitspraak “Er is maar één God” nooit meer uit mijn gedachten. Dit heilige en sublieme geloof dat moslims in hun hart dragen is van onschatbare waarde. Nu raakte ik steeds meer geïnteresseerd in de islam. Door en door besloot ik moslim te worden. Na het omarmen van de islam nam ik de naam Salahuddin aan. Ik geloofde in de waarheid dat de islam, de ware religie is. Want de islam is gebaseerd op het feit dat Allāh geen partner heeft en dat Allāh alleen de autoriteit heeft om zonden te vergeven. Hoe verenigbaar deze wet is met de wetten van de natuur! In een veld, op een boerderij, in een dorp, in een stad, in een school, in een regering, in een staat en kortom, overal is er één Heerser. Dualisme heeft altijd separatisme teweeggebracht.

Het tweede bewijs dat mij het feit liet zien dat de islam de meest ware religie is, was dat de Arabieren die vóór de islam een volledig barbaars leven hadden geleid zich in zeer korte tijd hadden ontwikkeld tot ‘s werelds meest beschaafde en machtigste staat en de meest ideale concepten van liefde voor de mensheid van de Arabische woestijnen tot aan Spanje hadden gedragen, en dit alles was te wijten aan de islam. De moslim Arabieren hadden Arabië als wildernis gevonden. En ze verbouwden het tot een rozentuin.

John W. Draper (1811-1882/ 1226-1299 Hijri) een eerlijke historicus schreef in zijn boek ‘De intellectuele ontwikkeling van Europa’, breidt de uiterst grote en belangrijke rol uit die de islam speelde in de ontwikkeling van de hedendaagse beschaving, en voegt eraan toe: ‘Christelijke historici proberen, vanwege de wrok die ze tegen de islam hebben gevoerd, deze waarheid te verhullen en kunnen niet lijken te erkennen hoe de Europeanen schuldig zijn aan moslims’.”

De volgende passage is (de parafrase van) een fragment uit Draper’s geschriften over hoe moslims Spanje vonden: “Europeanen van die tijd waren volledig barbaren. Het christendom had bewezen hen te verloederen van barbaarsheid. Ze zouden nog steeds worden gezien als wilde mensen. Ze leefden in vuiligheid. Hun hoofden zaten vol met bijgeloof. Ze hadden niet eens het vermogen om goed te denken. Ze woonden in ruwweg gemaakte hutten. Een spoedmat die op de grond lag of aan de muur hing was het teken van grote rijkdom. Hun voedsel bestond uit groenten zoals wilde bonen en wortels, wat haver en soms zelfs schors. In de naam van kleding droegen ze dierenhuiden omdat ze langer mee gingen, en daarom stonk ze vreselijk. Netheid was het allereerste wat moslims hen leerden. Moslims wassen vijf keer per dag waardoor deze mensen minstens één keer per dag wassen. Later namen ze de stinkende, getatoeëerde en met luizen besmette dierenhuiden van hun rug af, dumpten ze en gaven ze hun eigen kleding die was gemaakt van texturen geweven met gekleurde draden. Ze leerden ze koken en eten. Ze bouwden huizen, herenhuizen en paleizen in Spanje. Ze richtten scholen en ziekenhuizen op. Ze stelden universiteiten in die in de loop van de tijd lichtbronnen werden die de hele wereld verlichtten. Ze verbeterden overal de tuinbouw. Het land werd al snel overspoeld met rozen- en bloementuinen. Gapend in verbazing en bewondering keken de onbeschaafde Europeanen naar al deze ontwikkelingen en begonnen geleidelijk gelijke tred te houden met de nieuwe beschaving. Het opleiden van zo’n wilde natie, hen doordrenken met gevoelens van beschaving, hen redden uit de diepten van duisternis, onwetendheid en bijgeloof, al deze onvoorstelbaar enorme taken werden uitgevoerd door de Arabieren die alleen te danken waren aan en alleen aan de islamitische religie. Want de islamitische religie is de meest oprechte religie. Allāh hielp hen voor hun succes.

De islamitische religie, onder Bevel van Allāh en onderwezen en bekend gemaakt door Profeet Mohammed en de Heilige Qur’ān, het Woord van Allāh, veranderde de loop van de geschiedenis van de wereld en bevrijdde deze van de duisternis. Zonder de islamitische religie zou de mensheid niet de huidige hoogten van de beschaving hebben bereikt, noch zouden kennis en wetenschap vandaag de dag op zulke geavanceerde niveaus zijn. Mohammed stelt: ‘Zelfs als kennis in China is, verwerf het’. Dit is de islamitische religie die ik vrijwillig heb aanvaard.

“Het was bijna middag. Verdwaasd van de zinderende hitte van de dag sjokten wij over een stoffige weg toen van veraf een bijzonder melig stem onze auditieve zintuigen begon te strelen. Zo’n rijke stem dat de hele ruimte ermee verzadigd leek te zijn. Toen we langs een cluster van bomen liepen kwam een verbijsterende scène in zicht. Het was zo’n scène dat we nauwelijks geloofden wat we zagen. Gemonteerd op een kleine houten toren, voerde een bejaarde Arabier in een extreem schoon lang gewaad en met een witte tulband de Azān (of adhan) uit. Terwijl hij de Azān uitvoerde was hij in een trance, bijna volledig geïsoleerd van de wereld, en in de aanwezigheid van zijn Schepper, Eigenaar. Alsof we gehypnotiseerd waren door dit nobele gezicht, stopten we en gingen we langzaam op de grond zitten. We wisten niet wat de geluiden en woorden die onze oren bereikten betekenden, maar toch ontroerden ze ons op de een of andere manier en brachten ze een stemming van opgetogenheid, opluchting in onze ziel. Daarna leerden we dat de mooie woorden van de Arabier betekenden: ‘Allāh is Groot. Er is geen andere god dan Allāh’. Plotseling verschenen er veel mensen om ons heen. Tot nauwelijks een moment eerder hadden we echter niemand om ons heen gezien. We wisten niet waar deze mensen vandaan kwamen, en er was een uitdrukking van grote eerbied en liefde op hun gezichten. Er waren mensen van alle leeftijdsgroepen en klassen onder hen. Ze waren anders in hun kleding, in hun manier van lopen en in hun uiterlijk. Toch hadden ze allemaal dezelfde uitdrukking van ernst, grote waardigheid en tegelijkertijd genialiteit op hun gezicht. Het aantal toeters nam onophoudelijk toe zodat we het gevoel hadden dat het proces van hun toename nooit zou eindigen. Eindelijk verzamelden de aanbidders zich. Ze trokken allemaal hun schoenen en klompen uit en stonden in rijen. Tot onze grote verbazing werd geen enkele segregatie waargenomen in de vorming van de lijnen. Blanken, gele mensen, zwarte mensen, rijke mensen, arme mensen, handelaars, ambtenaren, arbeiders stonden zij aan zij zonder enige discriminatie tussen hun rassen of rangen, en voerden samen hun aanbidding uit. Ik bewonderde de broederlijke samenkomst van zoveel verschillende mensen. Het is nu drie jaar geleden dat ik die sublieme scène voor het eerst zag. Ondertussen begon ik informatie te verzamelen over die verheven religie die mensen zo dicht bij elkaar bracht. De informatie die ik over de islam verzamelde bracht mij des te dichter bij deze religie. Moslims geloofden in één Allāh en beweerden dat de mensen niet zondig waren door geboorte, wat volkomen in strijd was met de christelijke doctrine. Zij keken slechts naar hen als geboren slaven van Allāh, toonden diep mededogen met hen en wensten dat zij zich aan de juiste weg hielden en zo een comfortabel, vredig en gelukkig leven leidden. Terwijl in het christendom zelfs een kwade gedachte als een zonde werd beschouwd, definieerden moslims zonde alleen als gevolg van ongehoorzaamheid aan Allāh of het schenden van de rechten van geboren slaven, en erkenden de mens vrij van zijn gedachten. Volgens de islamitische religie was de mens verantwoordelijk voor alleen wat hij heeft gedaan. Om de redenen die ik hierboven heb genoemd, heb ik de islam vrijwillig geaccepteerd. Ondanks de drie jaar sindsdien droom ik soms van de ontroerende en effectieve stem van de Arabische muezzin [oproeper tot het verplichte gebed] en de veelzijdige mensen die alle kanten op rennen en in de rij staan. Het is ongetwijfeld een feit dat deze mensen, die zich geheel en zonder onderscheid neerbuigen, dit oprecht doen om Allāh te aanbidden. Haqq wreekt zichzelf op de slaaf door de slaaf in de ogen van de onwetenden is de wreker de arme slaaf. Alles is van de Schepper, de slaaf is slechts een hulpmiddel. Zonder het bevel van de Schepper kun je geen blad bewegen!”

“Terwijl de zachte, warme hand van de lente de aarde ontdooit na een vreselijk koude winter, had ook de islam een soortgelijk effect op mij. Het verwarmde mijn hart en kleedde mij met een nieuwe en mooie jurk van kennis. Hoe mooi, hoe waar en hoe logisch de leer van de islam is! Hoe duidelijk, hoe oprecht en hoe charmant een woord is om te zeggen: ‘Allāh is Eén en Mohammed ﷺ is Zijn Boodschapper’. Hoe kun je het ooit vergelijken met het ongelooflijke, onbegrijpelijke christelijke credo dat de absurditeit van “Vader, Zoon en de Heilige Geest” oplegt? In tegenstelling tot deze formidabele, angstige en nooit bevredigende principes van het christendom trekt dit eenvoudige en logische geloof je naar zichzelf toe. De islam is een onbezoedeld hemelse religie. Ondanks de eeuwen die zijn verstreken sinds de komst, beantwoordt het aan alle materiële en immateriële behoeften van de mensheid, niet alleen vandaag, maar ook voor altijd. De islam stelt bijvoorbeeld duidelijk dat mensen gelijk zijn en dat er vóór Allāh geen verschil is in rang en positie tussen mensen, en het dwingt deze gelijkheid in het echte leven af. De christelijke kerken belijden dezelfde gelijkheid, maar er zijn verschillende echelons onder hen zoals priesters van verschillende rangen, aartsdiakens, diakenen, bisschoppen en vele andere kerkelijke. Deze mensen grijpen in tussen Allāh en de slaaf en gebruiken de naam van Allāh voor hun persoonlijke voordelen. In de islam daarentegen kan niemand tussen Allāh en de slaaf ingrijpen. Allāh communiceert Zijn Geboden via de Heilige Qur’ān aan Zijn slaven. In de volgende regels zal ik een gebod van Allāh citeren. Het is slechts een voorbeeld. Dit voorbeeld laat heel expliciet zien hoe eenvoudig en duidelijk de geboden zijn.

In de tweehonderd zesenzestigste ayāh van Surah Baqarāh staat: “O gij die gelooft! Geef van de goede dingen die jullie [eervol] verdiend hebben, en van de vruchten van de aarde die Wij voor jullie hebben voortgebracht, en streef er niet eens naar om iets te krijgen wat slecht is, opdat jullie er iets uit kunnen weggeven, terwijl jullie het zelf niet zouden ontvangen, behalve met gesloten ogen. En weet dat Allāh vrij is van alle wil en alle lofwaardig is.” (H2:267). Toen ik deze diepgaande en mooie geboden van de Heilige Qur’ān las en leerde, bereikte mijn ziel vrede en omarmde ik de islam gewillig.

Waarom ben ik moslim geworden? Laat mij u oprecht vertellen dat ik moslim ben geworden zonder het zelf op te merken. Want al op zeer jonge leeftijd had ik mijn vertrouwen in het christendom volledig verloren en begon ik apathie te voelen tegenover de christelijke religie. Ik was nieuwsgierig naar veel religieuze feiten. Ik was niet geneigd om blindelings de geloofsbelijdenis te geloven die ze me probeerden te leren. Waarom waren er drie goden? Waarom waren wij allemaal zondig naar deze wereld gekomen en waarom moesten wij die uitputten? Waarom zouden we Allāh alleen via een priester kunnen aanroepen? En wat waren de betekenissen van al deze verschillende tekenen dat we werden getoond en de wonderen die ons werden verteld? Wanneer ik deze vragen aan de onderwijzende priesters stelde, werden ze boos en antwoordden ze: “Je kunt niet informeren naar de innerlijke aard van de leringen van de kerk. Ze zijn geheim. Je hoeft ze alleen maar te geloven.” En dit was iets anders dat ik nooit zou begrijpen. Hoe kon men iets geloven waarvan men de essentie niet kende? In die tijd durfde ik deze gedachten van mij echter niet te onthullen. Ik ben er zeker van dat veel van de huidige zogenaamde christenen dezelfde mening hebben als ik, zij geloven de meeste godsdienstleer niet, maar zij zijn bang om het openbaar te maken.

Hoe ouder ik werd, hoe verder ik me voelde van het christendom, uiteindelijk voor eens en altijd loskwam van de kerk en me begon af te vragen of er een religie was die leerde ‘om één God te aanbidden’. Mijn hele geweten en hart vertelden me dat er maar één God was. Toen ik om me heen keek lieten de gebeurtenissen me zien hoe zinloos de onbegrijpelijke wonderen waren die priesters ons probeerden te leren, en de absurde verhalen van heiligen die ze ons hadden verteld. Gaf niet alles op aarde, mensen, beesten, bossen, bergen, zeeën, bomen, bloemen aan dat een grote Schepper ze had geschapen? Was een pasgeboren baby geen wonder op zich? Aan de andere kant streefde de kerk ernaar om de mensen te indoctrineren met het belachelijke geloof dat elke pasgeboren baby een ellendig, zondig wezen was. Nee, dit was onmogelijk, een leugen. Elk nieuwgeboren kind was een onschuldige slaaf, een schepsel van Allāh. Het was een wonder en ik geloofde alleen in Allāh en in de wonderen die Hij schiep. Niets in de wereld was inherent zondig, vies of lelijk. Ik was van deze mening, toen op een dag mijn dochter thuiskwam met een boek geschreven over de islam. Mijn dochter en ik zaten samen en lazen het boek met veel aandacht. O mijn God, het boek zei precies zoals ik had gedacht. De islam kondigde aan dat er één Allāh is en informeerde dat mensen geboren worden als onschuldige wezens. Tot die tijd was ik volledig onwetend over de islam. Op scholen was de islam een object van spot. Ons was geleerd dat die religie vals en absurd was en doordrenkt was met luiaards, en dat moslims naar de hel zouden gaan. Bij het lezen van het boek werd ik in gedachten gedompeld. Om meer gedetailleerde informatie over de islam te krijgen, bezocht ik moslims die in mijn stad wonen. De moslims die ik vond, openden mijn ogen. De antwoorden die ze op mijn vragen gaven waren zo logisch dat ik begon te geloven dat de islam geen verzonnen religie was zoals onze priesters beweerden, maar een ware religie van Allāh. Mijn dochter en ik lazen vele andere boeken over de islam, waren volledig overtuigd van de sublieme en waarheidsgetrouwheid ervan en omarmden uiteindelijk de islam, wij beiden.

Ik nam de naam ‘Rashida’ aan en mijn dochter koos ‘Mahmuda’ als haar nieuwe naam. Wat betreft de tweede vraag die u mij stelt: “Welk aspect van de islam vindt u het leukst?” Hier is mijn antwoord: “Wat ik het leukste vind aan de islam is de aard van zijn gebeden.” In het christendom wordt gebeden om wereldse zegeningen zoals rijkdom, positie en eer van Allāh te vragen via Isa (‘alayhis salām). Moslims daarentegen uiten hun dankbaarheid aan Allāh en ze weten dat zolang ze zich aan hun religie houden en de Geboden van Allāh gehoorzamen, Allāh hen alles zal geven wat ze nodig hebben zonder dat ze erom vragen.

“Om u te vertellen waarom ik moslim ben geworden, moet ik uitleggen wat ik voelde vóór en na het omarmen van de islam, mijn eerste contact met de islam en het geloof dat het in mij inspireerde. Allereerst wil ik u zeggen dat duizenden Canadezen en Amerikanen precies denken zoals ik vroeger dacht voordat ik moslim werd, zij hebben hetzelfde gevoel van ontevredenheid en ze wachten op de geleerden van Ahle as-Sunnah die hen de essentie van de islam zullen leren. Als kind hield ik me met beide handen vast aan mijn geloof, het christendom. Want ik had een religie nodig om mijn ziel te voeden. Naarmate ik ouder werd begon ik echter een aantal fouten in het christendom te zien. De verhalen verteld over het leven van Isa (‘alayhis salām) en zijn wezen als de zoon van God, -moge Allāh ons beschermen tegen het zeggen van dit, – klonken als bijgelovige verhalen voor mij. Mijn persoonlijke logica zou ze nooit accepteren. Ik begon mezelf vragen te stellen zoals: “Als het christendom de ware religie is, waarom zijn er dan zoveel niet-christenen in de wereld? Waarom delen joden en christenen hetzelfde religieuze basisboek en verschillen ze in andere opzichten? Waarom zijn niet-christenen gedoemd tot verderf, hoewel ze geen andere duidelijke fouten hebben? Waarom kiezen veel landen ervoor om geen christen te worden?”

Het was in die tijd dat ik een zendeling ontmoette die in India had gediend. Hij klaagde tegen mij: “Moslims zijn erg koppig. Ze staan erop dat de ware religie de islam is, en niet het christendom. Dus al mijn inspanningen om ze te christianiseren eindigen in een mislukking.” Deze uitspraken waren tegelijkertijd de eerste definitie die ik van de islam had gehoord. Een gevoel van nieuwsgierigheid naar de islam, doorgewinterd met een hoge mate van bewondering voor moslims die zo sterk gehecht waren aan hun religie, begon in mijn hart te bloeien. Ik vond dat ik de islam beter moest observeren en begon colleges over ‘Oosterse Literatuur’ aan de universiteit bij te wonen. Ik zag dat wat het oosterse volk in ons geloof had verworpen, de leer van ‘drie-eenheid’ was, en dat ze het geloof van ‘Eén God’ accepteerden, wat volkomen aangenaam was met gezond verstand. Het was zeker dat Isa (‘alayhis salām) zijn religie had aangekondigd als een religie gebaseerd op geloof in Eén God en zichzelf als een slechts geboren slaaf en Boodschapper van die Ene God. De God die hij had genoemd zou een barmhartige God moeten zijn. Niettemin was dat mooie en ware geloof verstikt met betekenisloze legendes, bijgeloof en kluchten die door afgodendienaars in het christendom waren opgenomen en het zuivere geloof in de Ene Barmhartige God was gevolmachtigd tot een tripartiete godheid, die alleen toegankelijk was voor priesters en die, om zo te zeggen, de mensheid schiep met een aandeel van de erfzonde. Toen was een nieuwe religie met een nieuwe profeet nodig om de mensheid te herstellen met dat zuivere en intacte geloof in Eén God. Europa daarentegen was in die tijd overspoeld met semi barbaarse wreedheden. Terwijl woeste stammenlanden binnenvielen, pleegde een kleine minderheid aan de ene kant allerlei ondeugden onder het masker van religie aan de andere kant. Het menselijk ras kreunde wanhopig onder de klauwen van afgoderij en irreligieus toen [volgens historici] zeven eeuwen na Isa (‘alayhis salām) in de oosterse horizonten Mohammed ﷺ, de laatste Profeet van Allāh, en hij begon aan mensen de ware religie van de ware God te communiceren, die gebaseerd was op geloof in Eén God. Toen ik al deze feiten las en leerde, geloofde ik in het feit dat Mohammed ﷺ de laatste ware Boodschapper van Allāh was, omdat:

  • Zoals ik hierboven al zei, hadden mensen een nieuwe profeet nodig;
  • Al mijn gedachten over Allāh voldeden aan de religie verspreid door die grote Profeet ﷺ;
  • Zodra ik de Heilige Qur’ān las, voelde ik dat het Woord van Allāh was.

De feiten die door de Heilige Qur’ān en de hadīth Sharīf van Mohammed ﷺ werden meegedeeld, bevredigden mij in elk opzicht en smolten een gevoel van vrede in mijn ziel. En dit is de reden waarom ik moslim werd. U kunt er zeker van zijn dat, zoals ik al zei, duizenden Amerikanen en Canadezen dezelfde tekortkomingen en fouten in het christendom voelen. Helaas hebben ze niet dezelfde kans gehad als ik om een grondig onderzoek naar de islamitische religie te doen, zij hebben een gids nodig. Nadat ik dat geloof in de islam had bereikt, begon ik aan een studie van de boeken die over de islam werden gepubliceerd. Ik wil graag ingaan op enkele van de werken die ik in dit verband zou kunnen aanbevelen.

Een Indiase weldoener stuurde me een boek met de bijschrift ‘What is Islam?’ geschreven door Q.A. Jairazby H.W. Lovlegrove. Ik zou het boek speciaal aanbevelen. Het is een boek dat de islam op de beste manier beschrijft. Het verspreiden van de boekenwereld over zou een nuttige dienst zijn voor de afkondiging van de islam. Ik las een Engelse versie van de Heilige Qur’ān, gerendeerd door Moulvi Muhammad Ali en ik vond het leuk. Daarnaast las ik nog enkele andere boeken en ik verwaarloosde geen tijdschriften die de islam bekend maakten. In Montreal vond ik veel werken gepubliceerd in het Frans over de islam. Sommigen van hen prezen de islam, terwijl anderen er tegen bedoeld waren. Maar de grootheid van de islam kon zelfs niet worden begraven onder boeken die waren geschreven om het te verafschuwen. In plaats daarvan waren ze niet meer dan andere bronnen van bewijs die voor mij het feit bevestigen dat de islam de ware religie is.

“Ik ben arts en kom uit een fanatiek katholieke familie. Toch gaf mijn beroepskeuze geneeskunde mij een carrière in positieve experimentele en natuurwetenschappen, wat mij op zijn beurt een groeiende haat tegen het christendom bezorgde. Met betrekking tot religie was ik op gespannen toeren met de andere leden van mijn familie. Ja, er was een grote Schepper en ik geloofde in Hem, dat wil zeggen Allāh. Maar de dwaasheden verzonnen door christenen vooral door katholieken verschillende mysterieuze goden, zonen, heilige geesten, het belachelijke leugentje verzonnen om te bewijzen dat Isa (‘alayhis salām) de zoon van God is, een groot aantal andere bijgeloof, ceremonies en riten duwden me weg van het christendom, in plaats van me ernaar toe te trekken. Omdat ik het geloof in één God had zou ik nooit de drie-eenheid accepteren, noch zou ik Isa (‘alayhis salām) erkennen als de zoon van God. Dat betekent dat ik, lang voordat ik de islam kende, de eerste helft van de Kalma-i-Shahāda al had geaccepteerd, dat wil zeggen het deel dat zegt: “La ilāha iellAllāhu… (Er is geen God dan Allah).” Toen ik de islamitische religie begon te bestuderen en Surah Ikhlās van de Heilige Qur’ān las die beweerde: “Weet; Allāh is Eén. Hij wordt niet vergeten en Hij verwekt niet. Er is geen gelijkenis met Hem”, zei ik “O mijn Allāh. Mijn geloof is precies hetzelfde.” Ik voelde enorme opluchting. Ik realiseerde me dat het van het grootste belang was om de islam dieper te bestuderen. En toen ik de islam bestudeerde zag ik met bewondering dat deze religie volledig in overeenstemming was met mijn ideeën. De islam keek naar religieuze mannen en zelfs naar profeten (‘alayhim-us-salawāt) zoals gewone mensen zoals wij, het heeft hen niet waar gebaard. Een priester de bevoegdheid geven om de zonden van mensen te vergeven was iets dat de islam nooit zou accepteren. De islamitische religie bevatte geen bijgeloof, irrationele regels of onbegrijpelijke onderwerpen. De islamitische religie was logisch, precies zoals ik wilde. In tegenstelling tot de katholieken heeft het de mens niet besmeurd met de gevolgen van de zogenaamde erfzonde. Het verplichtte de mens tot fysieke en geestelijke reinheid. Reinheid, een essentieel principe in de geneeskunde was in de islam een Gebod van Allāh. De islam beval zich schoon te maken vóór daden van aanbidding, en dat was een kwaliteit die ik in geen enkele andere religie had gezien.

In sommige christelijke riten zoals de doop en de eucharistie, consumeren mensen het brood en de wijn die de priester aanbiedt in de naam van het vlees en bloed van Isa (‘alayhis salām) die als het ware bedoeld is als een gesimuleerde eenheid met Isa (‘alayhis salām), dat wil zeggen met God, [moge Allāh ons beschermen tegen het houden van dergelijke overtuigingen!]. Ik zag de gelijkenis tussen deze riten en die van de meest primitieve heidenen en haatte ze. Mijn geest, die was verbeterd onder leiding van positieve wetenschap, verwierp deze pueriele riten die niet pasten bij een ware religie. De islam daarentegen bood geen plaats aan een van die dingen. Er was alleen waarheid, liefde en reinheid in de islam. Uiteindelijk heb ik een beslissing genomen. Ik bezocht mijn moslim vrienden en vroeg hen wat ik moest doen om moslim te worden. Ze leerden me de (verklaring genaamd) Kalma-i Shahāda hoe het te zeggen en wat het betekende. Zoals ik al eerder zei, voordat ik moslim werd had ik de eerste helft geaccepteerd, dat wil zeggen het deel dat betekende: “Er is geen God dan Allāh,…”. Het was daarom niet moeilijk om het resterende deel te accepteren, dat zei: “… Mohammed ﷺ is Zijn [geboren slaaf] en Boodschapper.” Ik bestudeerde nu gedenkwaardige boeken geschreven over de islamitische religie. Toen ik een van hen las, namelijk ‘Le Phene Coranique’, een heel mooi boek van Malak Bannabi, zag ik met verbazing en bewondering wat een geweldig Boek de Heilige Qur’ān was. De feiten in dat Boek van Allāh dat veertien eeuwen eerder werd geopenbaard zijn in precieze overeenstemming met de resultaten van het huidige wetenschappelijke en technologische onderzoek. Zowel vanuit wetenschappelijk als technologisch oogpunt en met betrekking tot sociologische activiteiten is de Heilige Qur’ān niet alleen vandaag, maar ook voor altijd een gids. Op 20 februari 1953 ging ik naar de moskee in Parijs en accepteerde de islam officieel in aanwezigheid van moefti Efendi en de getuigen, en ik kreeg de naam Ali Salman. Ik hou van deze nieuwe religie van mij. Ik ben erg blij en ik benadruk de stevigheid van mijn geloof in de islam door vaak de (verklaring genaamd) Kalma-i-Shahāda te zeggen en na te denken over de betekenis ervan.”

In Frankrijk heeft de islam zich met hoge snelheid verspreid onder mensen die op verschillende gebieden beroemd zijn geworden. Het aantal mensen dat het christendom heeft verlaten en de islam heeft gekozen, heeft al honderdduizend bereikt. Deze score is bevestigd door de aartsbisschop van Parijs, de hoogste katholieke rang in Frankrijk. Het is opmerkelijk dat mensen die de voorkeur hebben gegeven aan de islam niet alleen afkomstig zijn van werknemers en ambtenaren, maar ook van mensen die in alle opzichten bekend zijn. Onder de mensen die voor de islam hebben gekozen, bevindt zich kapitein Cousteau, die de hele wereld goed kent voor zijn verkenningen over het leven onder water.

Terwijl de grond van het omarmen van de islam zich verspreidde onder de universele beroemdheden van Frankrijk, kondigde kapitein Cousteau, ‘s werelds meest eminente onderzeese ontdekkingsreiziger, aan dat hij door de islam te accepteren de meest correcte beslissing van zijn leven had genomen.

Kapitein Cousteau die de geheimen van oceanen één voor één heeft onthuld met de films die hij maakte en die wereldwijd worden uitgezonden in een programma onder de noemer The Living Sea zei dat wat hem eigenlijk ertoe aanzette om voor de islamitische religie te kiezen was nadat hij had gezien dat de wateren van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee zich niet met elkaar vermengden, zijn zien dat hetzelfde fenomeen werd geschreven in de Heilige Qur’ān  die veertienhonderd jaar eerder was geopenbaard.

Kapitein Cousteau vertelde over de gebeurtenis die hem ertoe had aangedaan moslim te worden, als volgt: “In 1962 zeiden Duitse wetenschappers dat de wateren van de Rode Zee en de Indische Oceaan zich niet met elkaar vermengden in de Straat van Bab-ul-Mandab waar de baai van Eden en de Rode Zee zich bij elkaar voegen. Dus begonnen wij te onderzoeken of de wateren van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee zich met elkaar vermengden. Eerst analyseerden we het water in de Middellandse Zee om het natuurlijke zoutgehalte en de dichtheid ervan te achterhalen, en het leven dat het bevatte. We hebben dezelfde procedure herhaald in de Atlantische Oceaan. De twee massa’s water ontmoetten elkaar al duizenden jaren in Gibraltar. Analoog moeten de twee massa’s water zich met elkaar hebben vermengd en moeten ze identieke of op zijn minst vergelijkbare eigenschappen in zoutgehalte en dichtheid hebben gedeeld. Integendeel, zelfs op plaatsen waar de twee zeeën het dichtst bij elkaar lagen behield elke massa water zijn eigenschappen. Met andere woorden, op het punt waar de twee zeeën elkaar ontmoetten verhinderde een gordijn van water dat voorkwam dat de wateren van de twee zeeën zich vermengden. Toen ik professor Maurice Bucaille over dit fenomeen vertelde zei hij dat het geen verrassing was en dat het duidelijk was geschreven in het Heilige Boek van de Islam, de Heilige Qur’ān. Dit feit werd inderdaad in een duidelijke taal gedefinieerd in de Heilige Qur’ān. Toen ik dit wist geloofde ik in het feit dat de Heilige Qur’ān het ‘Woord van Allāh’ was. Ik koos voor de islam, de ware religie. De geestelijke kracht die inherent is aan de islamitische religie gaf mij de kracht om de pijn te verdragen die ik had geleden voor het verlies van mijn zoon.

Muhammad Emin Hobohn is zowel diplomaat als missionaris. Hij is een man van kennis en religie met een maatschappelijke carrière.

“Waarom verlaten Europeanen hun religie en worden ze moslim? Het heeft verschillende redenen. Onder hen is de ‘Haqq (Waarheid; Juist; De realiteit). De principes waarop de islam is gebaseerd zijn zo logisch, zo waar en eerlijk dat het uitgesloten is voor een wijs en opgeleid persoon die op zoek is naar waarheid en realiteit in een religie om ze niet te accepteren. De islamitische religie belijdt bijvoorbeeld het bestaan van één God. Het spreekt het menselijk gezond verstand aan en daalt nooit af naar het incalculeren van mensen met bijgeloof. De islamitische religie stelt dat mensen over de hele wereld ongeacht hun rassen, de geboren slaven van Allāh zijn, gelijk en vergelijkbaar. Wij Duitsers geloven in wezen in het feit dat Allāh een grote schepper is die ons kracht en energie geeft en die onze ziel tot in de perfectie leidt. Het concept van Allāh brengt veiligheid en vrede in ons. Toch schiet de christelijke religie tekort om ons dit gevoel van vrede te geven. Alleen al de islamitische religie leert ons de grootsheid van Allāh en die ons tegelijkertijd leidt naar waar de menselijke ziel na de dood naartoe zal gaan. De islamitische religie leidt ons niet alleen in de wereld, maar ook in het Hiernamaals. Het leert op een duidelijke en logische manier wat er in de wereld moet worden gedaan ter voorbereiding op een comfortabel leven in het Hiernamaals. Een besef van het feit dat Allāh de mensen zal onderwerpen aan een rechtvaardige ondervraging in het Hiernamaals over wat zij in de wereld hebben gedaan zal hen aansporen om zich te houden aan gerechtigheid en integriteit in de wereld. Om deze reden proberen echte moslims nooit iets te doen voordat zij goed nadenken en er vast van overtuigd zijn dat wat zij gaan doen echt iets nuttigs is. Daardoor vestigt deze grote godsdienst controle over mensen in een mate die door geen wereldse politieorganisatie kan worden beheerd en houdt hen permanent op de juiste manier.

Een ander aspect dat de islam in de ogen van de Europeanen een aantrekkelijke keuze maakt zijn de normen van aanbidding. De namāz (de vijf dagelijkse rituele gebeden) leert mensen punctualiteit en vasten boort een sterk gevoel van wilskracht in hen. Welke andere factor kan net zo essentieel zijn voor succes in het leven als punctualiteit en vastberadenheid? Grote mannen danken hun prestaties alleen aan deze twee factoren. Nu kom ik bij een heel mooi aspect van de islamitische religie, terwijl ik mensen opleid op ethisch en humanistisch gebied in de meest logische stijlen, dwingt de islamitische religie hen nooit buiten hun capaciteiten. Integendeel, het biedt hun veel mogelijkheden om een voorspoedig en comfortabel leven te leiden. Allāh wil dat mensen in troost en geluk leven. Daartoe beveelt Hij mensen geen zonden te begaan. Moslims geloven dat ze voortdurend in de aanwezigheid van Allāh zijn. Ze vermijden zonden te begaan. Noch in de andere religies, noch in een van de in Europa gevestigde systemen is er een andere regeling die zo mooi of nuttig is als deze.

Ik ben op veel plaatsen en districten van de wereld geweest voor diplomatieke en religieuze missies. Ik heb andere religies en sociale systemen bestudeerd. Ik heb noch een religie, noch een sociaal systeem zo foutloos of zo onberispelijk gezien als de islam. Op het eerste gezicht lijkt het communisme misschien een correct systeem van gedachten. Evenzo kan de in het westen geboren democratie die wordt beschouwd als het meest ruime bestuurssysteem in wereldse zaken en het nazisme enkele feitelijke aspecten bevatten. En dan is geen van deze aspecten op zichzelf compleet. Ze hebben allemaal een aantal tekortkomingen. Het enige perfecte en foutloze systeem is de islam. Het is om deze reden dat menig persoon met gezond verstand en perfecte redenering de islam zonder enige aarzeling accepteert, en ik ook. De islam is een praktische religie, geen theoretische. Islam betekent onderwerping aan Allāh, die medelevend en vergevingsgezind is en altijd de juiste weg wijst.  Wat kan er mooier zijn?”

Dr. Marcus is een gerenommeerde man van ideeën, een schrijver, en de oprichter van een tijdschrift, dat wil zeggen het tijdschrift getiteld Berlinde Moslemische Revue.

“Ik was nog maar een kind toen ik interesse had in de islam en informatie begon te verzamelen over de islam. In de bibliotheek van mijn geboortestad kwam ik een oude vertaling van de Heilige Qur’ān tegen die in 1750/ 1164 Hijri was gedrukt. Volgens een verhaal had Goethe dezelfde vertaling van de Heilige Qur’ān gelezen tijdens zijn onderzoek naar de islamitische religie en had hij zijn bewondering voor het boek uitgesproken. Toen ik de Heilige Qur’ān las, was ik diep onder de indruk van de buitengewoon logische en fascinerende uitdrukkingsstijl die diep in de ziel doordrong. Hoe oprecht en nuttig de door de islam geformuleerde beginselen waren, bleek uit het feit dat naties die met de islam werden geëerd in zeer korte tijd het hoogtepunt van de beschaving hadden bereikt. Toen ik mijn geboortestad verliet en naar Berlijn ging, maakte ik vrienden met alle moslims die daar woonden, sloot mij bij hen aan en woonde met veel aandacht de interessante en leerzame conferenties bij die door de leden van de islamitische missie werden gehouden. Hoe vriendelijker ik werd met de leden van de Islamitische Missie, hoe beter ik de islam kon onderzoeken. Na een tijdje kwam ik tot de conclusie dat de islam de ware religie was waar ik naar streefde, erin geloofde en de islam accepteerde.

Volgens de islam is Allah Eén, en geloof in Eén Schepper is islam meest heilige principe. De islamitische religie bevat geen irrationeel of ongelooflijk principe. Er is geen Schepper naast Allāh. In de islam kun je geen enkele stip vinden die onaangenaam is met of tegenstrijdig is met de moderne wetenschappen. Al zijn Geboden zijn volkomen logisch en nuttig. In de islam spreken geloof en logica elkaar niet tegen, wat de gemeenschappelijke smet van andere religies is. Dus voor iemand als ik die al zijn leven aan natuurwetenschappen heeft gewijd, wat is er natuurlijker dan de voorkeur te geven aan de islam, die volledig in overeenstemming is met de wetenschappelijke resultaten die hij heeft verkregen, aan de andere religies die andersom zijn? Een andere reden waarom ik me gedwongen voel om toe te voegen is dat de andere religies overspoeld zijn met een score van groteske en belachelijke ideeën die alleen maar een vergezochte stemming van spiritualiteit suggereren. Ze hebben niets te maken met echte situaties. Islam, aan de andere kant, is een praktische religie die de mens ook begeleidt in zijn trektocht van het leven. Geboden van de islamitische religie leiden een persoon naar de juiste weg, niet alleen in het Hiernamaals, maar ook in de wereld en ondertussen beperken ze zijn vrijheid nooit.

Als moslim bestudeer ik mijn religie al vele jaren. In elke nieuwe situatie zie ik nog duidelijker hoe perfect een religie is, en dit geeft mij op zijn beurt des te meer mentale rust. Hoe voortreffelijk is de overgang dat de islam tussen het individu en het sociale leven ligt! De islam regelt deze twee levens. De islam is een religie van volmaakte rechtvaardigheid en het enige doel is om mensen naar het goede einde te leiden. De islam belichaamt alle goede aspecten van alle maatschappelijke trends in de wereld.

Lord Headley bezat de titel van excellentie. Sir George Allinson werd geboren in 1855 en stamde af van de oudste Britse familie. Hij bekleedde zeer belangrijke politieke posities in Groot-Brittannië en maakte tegelijkertijd bekendheid als redacteur. Hij studeerde af aan de Universiteit van Cambridge. In 1877 kreeg hij de titel Sir. Hij diende als luitenant-kolonel in het Britse leger. Hij was een ingenieur van roeping, maar een krachtige schrijver door aanroeping. Onder zijn publicaties is zijn werk getiteld ‘A European’s Eyes Are Being Opened And He Is Becoming A Muslim’. Lord Headley werd moslim in 1913, voerde Hadj (de islamitische bedevaart) uit en nam de naam Shaikh Rahmatullāh Faruq aan. In 1928 bezocht hij India.

Waarom ben ik moslim geworden? Misschien zijn sommige van mijn vrienden en kennissen van mening dat ik moslim ben geworden als gevolg van overreding van mijn vrienden en kennissen, maar dat is niet het feit. Mijn acceptatie van de islam was het resultaat van langdurig onderzoek en contemplatie. Het was na een nauwgezet onderzoek en het vormen van een mening over de islam dat ik contact maakte met moslims en aangezien hun geloof in hun eigen religie in overeenstemming was met de mijne realiseerde ik mij en werd blij dat ik een goede religie was aangegaan.

De Heilige Qur’ān beveelt dat iemand de islam moet accepteren na de volledige bevestiging van zijn hart, verwerpt een bekering onder dwang. Evenzo zei Isa (‘alayhis salām) tot zijn apostelen: ‘En wie jullie niet zal ontvangen, noch je zal horen, wanneer je de tijd verlaat, schud dan het stof onder je voeten af voor een getuigenis tegen hen. …’. (Teken: 6-11)

In mijn vroegere leven had ik veel onverdraagzame protestanten gezien. Ze gingen naar katholieke studentenherbergen en probeerden de katholieke studenten te dwingen. Deze ongewenste inspanningen en dwangpogingen zouden verschillende gevechten, overtredingen en controverses veroorzaken en bonje onder mensen zaaien. Dezelfde betekenisloze methoden die christelijke zendelingen gebruikten met moslims. Ze liepen allerlei risico’s om moslims te christianiseren. Ze gebruikten allerlei lagen om moslims in de val te lokken. Ze beloofden hun geld, werk en posten. Die arme onwetenden wisten niet dat de islam de religie was waar de geboden van Isa (‘alayhis salām) de beste praktijk en bevestiging vonden. Het christendom is bezoedeld, in die mate dat de echte Nazarani-religie die door Isa (‘alayhis salām) wordt gecommuniceerd volledig verloren is gegaan en de principes van de mensheid die hij predikte zijn vergeten. Deze dingen bestaan in de islam. Door moslim te worden heb ik dan ook de Nazarani-religie bereikt in zijn ongerepte zuiverheid. Principes onder bevel van Isa (‘alayhis salām) zoals broederschap, solidariteit, goede wil, vrijgevigheid en anderen, worden vandaag de dag niet door christenen, maar door moslims nageleefd. Ik zal u een voorbeeld geven. De christelijke sekte van Athanasianen dringt er volhardend op aan dat het christendom gebaseerd is op een geloof in drie goden (drie-eenheid), dat een geringste twijfel over dit geloof zal leiden tot onmiddellijke ondergang en dat een persoon die redding in deze wereld en de volgende wil bereiken zeker een geloof in de drie goden moet hebben, dat wil zeggen ‘God, de Zoon van God en de Heilige Geest’.

Een ander voorbeeld. Toen ik moslim werd ontving ik een brief. Er stond: ‘Door moslim te worden, heb je jezelf verdoemd tot ondergang. Niemand kan je redden. Want jullie ontkennen de goddelijkheid van God.’ De arme man dacht dat ik niet meer in Allāh geloofde. Volgens zijn geloof hing de goddelijkheid van Allāh af van de drie-eenheid. Hij wist niet dat toen Isa (‘alayhis-salām) de zuivere Nazarani-religie begon te prediken hij de eenheid van Allāh had verklaard en hij had nooit beweerd Zijn zoon te zijn. De islam herontdekte de oorspronkelijke essentie van de Nazarani-religie door uit te drukken dat “Er is maar één Allāh”. Vandaag de dag kan niets zo logisch zijn als het geloof van een verstandig persoon in het bestaan van één Allāh. Door moslim te worden geloof ik in één echte Allāh en verwerp ik alle leugens die daarna in de zuivere religie van Isa (‘alayhis salām) zijn opgenomen. De persoon die me die brief schreef en de andere mensen die zijn ideeën delen zijn alleen zielig. Van dag tot dag verlaten christenen hun religie en worden ze atheïsten. Want het christendom van vandaag is niet langer bevredigend voor een normaal en beschaafd persoon. Mensen weigeren een blind geloof in bijgeloof en koesteren twijfels over de christelijke geloofsbelijdenis. Aan de andere kant heb ik tot nu toe in mijn hele leven nog nooit gehoord van een moslim die twijfels heeft over zijn geloof. Want de islamitische religie voldoet op de meest perfecte en rationele manier aan alle geestelijke en fysieke behoeften van de mens.

Een feit waar ik positief over ben is dat duizenden christenen, zowel mannen als vrouwen, de islam hebben onderzocht en zich al innerlijk met de islam hebben geïdentificeerd. Echter, uit angst dat ze hun baan of functie zouden verliezen voor het geval ze officieel hun keuze voor de islam aankondigden of opdat ze geen spot zouden wekken van hun vrienden durven ze geen moslims te worden. Op onze scholen wordt de islam nog steeds onderwezen als de religie van mensen die niet in Allāh geloven. Met het risico vervloekt te worden als ‘een man met een verdoemde ziel’ door al mijn vrienden en kennissen omarmde ik de islam en al twintig jaar houd ik mij met beide handen vast aan de islam.

Na dit korte verslag van waarom ik voor de islam koos, wil ik eraan toevoegen dat ik er door moslim te worden ook in geslaagd ben om een meer ware en zuivere volgeling van Isa (‘alayhis salām) te worden. Ik wil een voorbeeld zijn voor andere christenen. Het kiezen van de islam zal hen geen vijanden van het christendom maken, maar integendeel het zal hen de ware Iswi-religie (Christelijke godsdienst) leren en het zal hen naar een hoger niveau tillen.”

Prof. Baron Leon komt uit een prominente Britse familie en bezit de titel baron. Hij bezit een Ph.D. en andere wetenschappelijke titels. In 1882 werd hij moslim. Hij was lid van tal van wetenschappelijke verenigingen in Europa en Amerika. Prof. Leon die vooral in de taal- en letterkunde een grote autoriteit was kwam in de universele schijnwerpers met zijn publicatie die ‘Ethimology of the Human Lexion’ werd genoemd. Na deze publicatie gaf de Potomac University of America hem de graad van M.S.[1] Prof. Leon is tegelijkertijd een deskundige geoloog. Hij werd uitgenodigd door vele beroemde instellingen en gaf conferenties over deze gebieden. Hij werd verkozen tot secretaris-generaal van de Societe Internationale de Philology (International Society of Philology) Science and Fine Arts die in 1875 was opgericht. Hij begon een tijdschrift te publiceren met de titel The Philomeths. Hij werd onderscheiden met verschillende medailles door de Ottomaanse sultan Abdul Hāmid II, door de sjah van Iran en door de keizer van Oostenrijk.

Een van de meest perfecte essenties van de islamitische religie is dat het nooit van moslims eist om tegen de rede in te handelen. De islam is een religie waarvan de leringen redelijk en volkomen logisch zijn. De andere religies daarentegen dwingen mensen om de principes van geloof te accepteren die ze nooit kunnen begrijpen, geloven of logisch vinden. In het christendom is de kerk de enige autoriteit in dit opzicht. Integendeel, moslims worden bevolen om in alles te geloven alleen na het mentaal te hebben onderzocht (en het logisch te vinden). De Profeet Mohammed ﷺ stelt: “Allāh heeft niets irrationeels of onlogisch gecreëerd.” Hij zegt in een andere hadīth Sharīf: “Ik vertel u met zekerheid dat zelfs als een persoon zijn namāz [dagelijkse gebeden] regelmatig uitvoert, vast, zakāt betaalt [de voorgeschreven aalmoezen genoemd] op hadj gaat (moslim bedevaart naar Mekka) en alle andere Geboden van de islam uitvoert, hij zal worden beloond in verhouding tot de mate waarin hij de geest en logica gebruikt die Allāh hem heeft gegeven. De zuivere religie gepredikt door Isa (‘alayhis salām) bevatte ook vergelijkbare regels. Bijvoorbeeld: ‘Probeer eerst alles! Accepteer alleen de goede’. Toch zijn deze regels in de loop van de tijd vergeten. De vijfde ayāh van Surah Jumu’ah in de Heilige Qur’ān beweert: “Degenen die belast zijn met de Torah en deze niet naleven, zijn als een ezel die boeken draagt. Slecht is de staat van het volk dat de tekenen van Allāh verwerpt. En Allāh leidt het onrechtvaardige volk niet.”

Ali (radi Allāhu anhu) zegt: “De wereld is donker. Kennis is een Noor (Licht)! Kennis die niet juist is, is echter onduidelijkheid.” Moslims geloven dat de islam de waarheid zelf is en ze stellen dat het licht van de islam alleen schijnt met de energie die het uit kennis en logica haalt, dat deze kennis alleen voortkomt uit Waarheid, en dat Waarheid op zijn beurt door mensen wordt ontdekt vanwege het gezond verstand, wat een zegen is die Allāh hun heeft gegeven.

De laatste profeet van Allāh is Mohammed ﷺ die de grootste zegen is die Allāh naar de mensheid heeft gezonden liet hun de weg zien die ze moesten volgen. Het was tijdens zijn laatste dagen (in deze wereld) toen het volgende incident plaatsvond: ‘Het was een paar dagen voordat Mohammeds ﷺ overleed en hij rustte, half bij bewustzijn, zijn hoofd op de knieën van Aisha (radi Allāhu anha) zijn geliefde vrouw. Alle mensen van Medina waren wanhopig verdrietig over de ziekte van RasoolAllāh ﷺ die hem dag na dag in de boei zette en waartegen ze hulpeloos waren. Mannen, vrouwen, kinderen huilden luid. Onder degenen die huilden waren grijsharige zielig teint oude krijgers. Muhammad Mustafa al-Amīn ﷺ was hun commandant, gids, leider, metgezel, herder, een intieme vriend met wie ze vertrouwen uitwisselden, en het belangrijkste van alles hun grote profeet die hen uit de duisternis had gered en hen naar het licht van de waarheid had geleid vanwege de islamitische religie die hij predikte. Deze grote profeet ﷺ die hen vrede en veiligheid had gebracht door middel van de islam bood hun nu ‘vaarwel’ aan. De betreurenswaardige gedachte dat hun profeet ﷺ stervende was greep hun hart als een ijzeren klem, bracht tranen in hun ogen en deed hen diep wanhopen. Eindelijk riskeerden ze alles te verliezen en kwamen in zijn aanwezigheid in die stemming van hopeloosheid. In tranen vroegen zij: “O de Boodschapper van Allah! U bent ziek. Misschien zal Allāh u uitnodigen tot Zijn aanwezigheid en zult u niet meer bij ons zijn. Wat kunnen we dan zonder u?” Onze profeet Mohammed ﷺ verklaarde: “U hebt de Heilige Qur’ān te raadplegen.” Toen vroegen zij: “O de Boodschapper van Allāh! Het is zeker dat de Heilige Qur’ān in veel opzichten onze gids zal zijn. Maar als we niet kunnen vinden wat we zoeken door erin op te zoeken, en als u ons al hebt verlaten, wie zal dan onze gids zijn?” Hierop verklaarde onze profeet ﷺ: “Handel in overeenstemming met wat ik jullie heb verteld.” Deze keer vroegen zij: “O de Boodschapper van Allāh! Aangezien u niet meer onder ons zult zijn, wat moeten wij doen als wij nieuwe zaken tegenkomen en niets over die zaken in jullie hadīth kunnen vinden?” Onze profeet ﷺ hief zijn gezegende hoofd langzaam van het kussen en zei: “Allāh heeft een persoonlijke gids gegeven aan elk van Zijn geboren slaven. Deze gids is het gezond verstand en zijn hart, dat een geweten belichaamt. Als u deze gids goed gebruikt, zult u nooit van de juiste weg afwijken en uiteindelijk zult u Allāh bereiken.” “Istafti qalbek, Fe-innaha teskunu bi-l-halal.” Hier is de islamitische religie die ik opschep om gekozen te hebben. Deze godsdienst is de ware godsdienst van Allāh die volledig gebaseerd is op rede en logica.

Pas op voor rijkdom, of zeg: “Wie is daar zoals ik!” Oogstachtig, een wrede wind wint alles wat van jou is.”


[1] Master of Science

Transformatie van moskee naar business center in de 21e eeuw

Nabijheid van de Dag des Oordeels is dichterbij dan menigeen denkt.

Zoals Allāh Ta’ālā degenen die Hij liefheeft in dienst neemt als tussenpersonen voor gunstige daden, zo gebruikt Hij op slechte plaatsen degenen die vijandig tegenover Hem staan. Degenen die het verlies van islamitische zegeningen veroorzaken, zijn van twee groepen:

  • In de eerste groep bevinden zich ongelovigen die hun ongeloof en vijandigheid onthullen. Ze streven ernaar de islam te slopen door al hun strijdkrachten, hun propagandamiddelen en politieke trucs te gebruiken. Moslims kennen hen en worstelen om superieur aan hen te zijn.
  • De tweede groep ongelovigen noemt zichzelf moslims, doet zich voor als moslim, stelt zich voor als religieuze mannen en probeert de islam om te zetten in een vorm die overeenkomt met hun meningen, genoegens en seksuele verlangens. Ze willen een nieuwe religie verzinnen onder de naam islam. Ze proberen hun woorden correct te bewijzen door middel van trucs en leugens, en misleiden moslims met hun vloeiende uitdrukkingen. Maar hoewel de meeste moslims deze vijanden herkennen uit sommige van hun verklaringen en activiteiten die bedoeld zijn om de islam te vernietigen, omdat ze zeer goed georganiseerd zijn, zijn sommige van hun uitspraken actueel en wijdverspreid geworden onder moslims.
  • De derde groep zijn moslims van goed geloof, maar zijn door geld- en macht zucht door Shaytān overmeester en moskeeën getransformeerd tot business center.

Het islamitische geloof is geleidelijk aan het degenereren en verandert in de vorm die door deze ongelovigen is gepland en ongeschoolden zomaar uit de lucht gegrepen anderen willen overstijgen en met andere moskeeën concurreren wat verboden is. Zij hebben geen kaas gegeten van SWOT-analyse, risicomanagement, financieel management, investeringsanalyse, Nederlandse wet- en regelgeving zoals bestemmingsplan, enzovoorts, maar willen met hen bekrompen en ervaring van eenvoudige business grote zakendoen.

Ook zeggen sommige anderen: “Om in de huidige eeuw te kunnen overleven, moeten we zelf helemaal verwesterd worden. Deze uitspraak heeft twee connotaties.

  • Ten eerste betekent het leren en overnemen wat de Europeanen hebben uitgevonden in wetenschap, kunst, in de media van verbetering en vooruitgang, en ernaar streven om ze te gebruiken, zoals de islam gebiedt. Ik heb in sommige delen van mijn digitale boeken met documenten uitgelegd dat dit fard kifāyah is om Uloom-e-Islamiyya te leren. In feite staat in de Sunnah boeken (ahadīth) van de Profeet Mohammed ﷺ: “Hikmat (dat is wetenschap en State of the Art) is het verloren eigendom van de moslims. Laat hem het overal mee naartoe nemen waar hij het vindt!” Toch volgt dit niet de Europeanen; het is het vinden en verwerven van kennis en wetenschap, business, zelfs van hen, en ernaar streven superieur aan hen te zijn.
  • De tweede vorm van verwestersing houdt in dat we de rechtvaardige en heilige wegen van onze voorouders verlaten; het accepteren van alle tradities, gebruiken, immoraliteiten en smerigheden van het Westen zoals kerken ombouwen tot voorraadmagazijnen. Zo zijn moslims moskeeën gaan omvormen tot business center wat de meest sombere domheid van allemaal is. Shari’ah ongeschoolden die Imām worden van moskeeën en voorgaan in tasawwuf bijeenkomsten terwijl zij niet eens de randwoorden van de islam kennen laat staan de kern van de Shari’ah.

Hazrat Abu Huraira (radi Allāhu anhu) vertelde dat de Profeet Mohammed ﷺ zei: “Elke dag komen er twee engelen uit de hemel neer en een van hen zegt: ‘O Allāh! Compenseer elke persoon die in Uw Zaak doorbrengt,’ en de andere (engel) zegt: ‘O Allāh! Vernietig elke vrek’.” Sahīh al-Bukhārī
Hazrat Jābir (radi Allāhu anhu) meldde dat de Profeet Mohammed ﷺ zei: “Doe anderen geen onrecht aan, want op de Dag des Oordeels zal het veranderen in veelvuldige duisternis en jezelf beschermen tegen gierigheid, want het heeft degenen die voor je waren geruïneerd. Het zette hen aan tot moord en behandelde het onwettige als wettig.” Sahīh al-Muslim

Wie Imān heeft en zich aanpast aan haar Shariat, is een moslim. Degenen die de Shari’ah willen aanpassen aan hun nafs-e-Ammāra (egoïste verlangens en genoegens) zijn aan de rand van ongeloof. Ze begrijpen niet dat Allāh Ta’ālā de Shari’ah (Heilige Qur’ān met de uitleg van de Profeet Mohammed ﷺ) heeft neergezonden om de verlangens en genoegens van de nafs te doorbreken en hun overmatige toegeeflijkheid te voorkomen.

Op pagina 73 van het boek Mirat-ul-Maqāsid over een intentie voor een abdast (rituele wassing, wudu) in Ibn-e-Abidīn (Rahmatullāhi ‘Alaih) en op pagina 54 in de vertaling van Milal-Nihal staat geschreven dat er drie soorten handelingen zijn:

  • De eerste is masiyyat, dat wil zeggen zondige daden. Dit zijn de acties waar Allāh Ta’ālā een hekel aan heeft. Het is masiyyat om niet te doen wat Allāh Ta’ālā heeft bevolen te doen, of om te doen wat Hij heeft verboden.
  • De tweede is taa’t, zijn die acties die Allāh Ta’ālā deugddoend vindt. Deze worden ook wel hasana genoemd. Hij heeft beloofd dat Hij Ajr, dat wil zeggen sawāb (zegeningen) zal geven aan een moslim die taa’t uitvoert.
  • De derde groep acties worden mubāh genoemd, die niet als zondig of taa’t zijn verklaard. Ze zijn taa’t of zondig, afhankelijk van de intentie van de persoon die ze doet.

Wat is een moskee en wat niet?

Een moskee is een Huis van gebed en een plaats van neerbuiging. Het is een gebouw dat speciaal is ontworpen en gebouwd voor de aanbidding van Allāh Ta’ālā. Het is waar moslims schouder aan schouder staan, verenigd in hun liefde voor Allāh Ta’ālā en hun verlangen om Hem te behagen.

De rol van moskeeën voor een moslimgemeenschap wordt nog duidelijker in landen waar moslims in de minderheid zijn. Het bijwonen van een moskee houdt de moslims meestal op de hoogte van de problemen of problemen waarmee de moslimgemeenschap wordt geconfronteerd. Daarom spelen moskeeën een vitale rol in de spirituele, morele en sociale verbetering van elke moslimgemeenschap. Het is aan moskeecomités, de Imāms en de lokale moslimbewoners om ervoor te zorgen dat de moskeeën altijd een ware weerspiegeling zijn van de islamitische leer en vrede, harmonie en goede wil onder de mensen bevorderen.

Volgens de Sunnah (tradities) van de Profeet Mohammed ﷺ kan een moskee worden gebruikt als een plaats om gebeden aan te bieden, als een educatieve instelling, een plaats voor dawah (oproep tot de islam) activiteiten en een plaats van sociale bijeenkomsten. Het is echter verboden om deel te nemen aan zakelijke of handelsactiviteiten binnen de moskee.

Hier in dit deel van de wereld zijn mensen erg corrupt, er zijn veel groepen die een spel van religie islam maken, handelen in religie én religie omzetten in zaken om hun sensuele verlangens te vervullen. Sommigen van degenen die beweren moslimleiders te zijn, zijn afgedwaald en overgelopen van de islam. Velen hebben van religie een lucratieve business gemaakt waaruit ze miljoenen willen realiseren met geld van anderen. In feite kan men niet te voorzichtig zijn. Religieuze leiders hebben het geloof gereduceerd tot louter woorden van mond die kunnen worden versierd met prachtige retoriek om applaus te krijgen.

Allāh Ta’ālā openbaart

 يٰأَيُّهَا ٱلَّذِينَ آمَنُواْ إِنَّ كَثِيراً مِّنَ ٱلأَحْبَارِ وَٱلرُّهْبَانِ لَيَأْكُلُونَ أَمْوَالَ ٱلنَّاسِ بِٱلْبَاطِلِ وَيَصُدُّونَ عَن سَبِيلِ ٱللَّهِ وَٱلَّذِينَ يَكْنِزُونَ ٱلذَّهَبَ وَٱلْفِضَّةَ وَلاَ يُنفِقُونَهَا فِي سَبِيلِ ٱللَّهِ فَبَشِّرْهُمْ بِعَذَابٍ أَلِيمٍ 

“O, jij die gelooft, velen der priesters en monniken verteren de rijkdommen der mensen door valse middelen en leiden de mensen van de weg van Allāh af. En degenen, die goud en zilver ophopen en het niet voor de zaak van Allāh besteden, deel hun het nieuws van een pijnlijke straf mee.” Surah at-Tawbah (berouw), H9, vers 34

Zonden zijn niet vrijgesteld van zonden als ze met of zonder goede bedoeling zijn begaan. De hadīth “Acties zijn goed of slecht, afhankelijk van de intentie”, verklaart dat de taa’t– en mubāh acties beloningen zullen krijgen in overeenstemming met de intentie. Als iemand, om iemand te behagen, een andere persoon beledigt, of als hij aalmoezen geeft met het eigendom van iemand anders, of als hij moskeeën of scholen bouwt met harām geld, zal hij geen beloningen krijgen. Het zal onwetend zijn om beloningen te verwachten voor deze inspanningen.

Wreedheid en zonden zijn nog steeds zonden, zelfs als ze met goede wil worden begaan. Het is gezegend om dergelijke acties niet te doen. Als iemand ze doet in de wetenschap dat het zonden zijn, zal het een ernstige zonde worden. Als iemand ze doet zonder het te weten, zal het ook zonde zijn om de dingen die bij de meeste moslims bekend zijn niet te weten of niet te leren. Zelfs in Dar-ul-harb is het geen excuus, maar een zonde, om de islamitische regels die gebruikelijk zijn niet te kennen. Leren (door ook vragen te stellen) is verplicht! Wanneer de taa’ts worden gedaan zonder een verkeerde intentie of bedoeld voor Allāh’s Wil, worden zegeningen gegeven.

Geld (of rijkdom) is in de islam eigendom van de mens als ondeugdelijke van de Gever. Het moet verstandig worden gebruikt en geïnvesteerd en in overeenstemming met de Shari’ah (de Wetten van de Schepper). In tegenstelling tot de kapitalistische ideologieën ontmoedigt de islam egoïsme.

Tot slot een WAARSCHUWING

Allāh Ta’ālā openbaart

 وَلاَ تَأْكُلُوۤاْ أَمْوَالَكُمْ بَيْنَكُمْ بِٱلْبَاطِلِ وَتُدْلُواْ بِهَا إِلَى ٱلْحُكَّامِ لِتَأْكُلُواْ فَرِيقاً مِّنْ أَمْوَالِ ٱلنَّاسِ بِٱلإِثْمِ وَأَنْتُمْ تَعْلَمُونَ

“En verteert jullie rijkdommen niet onder elkander door valse middelen [liegen en eigenaar van het geld geen toestemming vragen om te investeren] en breng ze niet naar de rechters, opdat je een deel der rijkdommen der mensen in zonde kunt verteren, tegen beter weten in.” Surah al-Baqarāh (de koe), H2, vers 188

Hazrat Abu Huraira (radi Allāhu anhu) vertelde dat de Profeet Mohammed ﷺ zei: “Er zal een tijd over de mensen komen dat het iemand niet kan schelen hoe iemand zijn geld verkrijgt, legaal of illegaal. Sahīh al-Bukhārī

Wat de gevolgen zijn weet eenieder!

Translate »
error: Content is protected !!